Base description which applies to whole site

1. Inleiding

Voor u ligt het eerste pakket Belastingplan van het kabinet Rutte IV. Het pakket Belastingplan 2023 bestaat uit zeven wetsvoorstellen om diverse beleidsambities uit het coalitieakkoord1 te realiseren. Deze ambities zijn verdiept in de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda en onderverdeeld in meerdere thema’s.2 In de wetsvoorstellen in dit pakket zijn vooral ambities op het terrein van arbeid en inkomen, vereenvoudiging, klimaat, vermogen en wonen en gezondheid uitgewerkt. De plannen voor die thema’s worden hieronder kort toegelicht. Een uitgebreidere toelichting vindt u in de memorie van toelichting op het desbetreffende wetsvoorstel.

Samenstelling pakket Belastingplan 2023

Het pakket Belastingplan 2023 bestaat uit de volgende zeven wetsvoorstellen, die toegelicht zullen worden op basis van bovengenoemde thema’s:

  • het wetsvoorstel Belastingplan 2023;

  • het wetsvoorstel Wet rechtsherstel box 3;

  • het wetsvoorstel Overbruggingswet box 3;

  • het wetsvoorstel Wet minimum CO2-prijs industrie;

  • het wetsvoorstel Wijziging van de Wet Milieubeheer in verband met de overgangsperiode bij de invoering van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens;

  • het wetsvoorstel delegatiebepaling geen invorderingsrente in specifieke gevallen; en

  • het voorstel van wet tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet en enkele andere wetten in verband met het afschaffen van de inkomensondersteuning voor AOW’ers alsmede tot wijziging van de Wet op het kindgebonden tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met koopkrachtondersteuning.

Arbeid en inkomen

In het coalitieakkoord is afgesproken om de lasten met een pakket van € 3 miljard structureel te verlagen. Inmiddels is sprake van sterk gestegen inflatie, mede door fors gestegen energieprijzen. Het op peil houden van de koopkracht vormt dan ook een belangrijk onderdeel van het wetsvoorstel Belastingplan 2023. In de Voorjaarsnota is voorgesteld dit pakket gedeeltelijk in te vullen door de Algemene ouderdomswet (AOW) te koppelen aan de stapsgewijze verhoging van het wettelijk minimumloon.3 Daarnaast zijn aanvullende maatregelen genomen, zoals de verlaging van het btw-tarief op energie, verlaging van de accijns op benzine en diesel en het versneld inzetten op energiebesparende maatregelen voor kwetsbare huishoudens.4

Vereenvoudiging

In het coalitieakkoord is de ambitie uitgesproken om het belastingstelsel te vereenvoudigen. In het wetsvoorstel Belastingplan 2023 wordt hiervoor een aantal belangrijke stappen gezet door voor te stellen een vijftal specifieke regelingen af te schaffen. Zo wordt voorgesteld de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) af te schaffen. Hierdoor komt de effectieve marginale belastingdruk meer in lijn met de marginale belastingdruk vanuit de tarieven. Dit komt ook de eenvoud en transparantie van het belastingstelsel ten goede. Daarnaast wordt voorgesteld de middelingsregeling, de fiscale oudedagsreserve (FOR) en de gebruikelijk-loonregeling voor start-ups af te schaffen, omdat uit evaluaties of advies van de Afdeling Advisering van de Raad van State blijkt dat deze regelingen niet doeltreffend en doelmatig zijn. Ook wordt voorgesteld de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning (vrijstelling EW) en de bpm-vrijstelling voor bestelauto’s van ondernemers af te schaffen. Ten slotte wordt voorgesteld het btw-tarief voor zonnepanelen op woningen te verlagen naar 0%.

Klimaat

Het klimaatvraagstuk en de energietransitie hebben een centrale plaats in het beleid van dit kabinet, waarbij rekening wordt gehouden met de geopolitieke situatie door de oorlog in Oekraïne. De bijbehorende maatregelen zijn opgenomen in de wetsvoorstellen Belastingplan 2023, Wet minimum CO2-prijs industrie en het wetsvoorstel Wijziging van de Wet Milieubeheer in verband met de overgangsperiode bij de invoering van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens. Zo wordt er een minimum CO2-prijs geïntroduceerd voor de industriële sector, de bestaande CO2-heffing industrie aangescherpt, de vliegbelasting verhoogd, de bpm-vrijstelling ondernemers afgeschaft en worden diverse samenhangende maatregelen in de energiebelasting en de Opslag Duurzame Energie- en Klimaattransitie (ODE) getroffen.

Vermogen en wonen

Het thema vermogen en daarmee samenhangend het thema wonen komen uitgebreid terug in het pakket Belastingplan 2023. Het wetsvoorstel Wet rechtsherstel box 3 vormt de codificatie van het beleidsbesluit dat naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 24 december 20215 rechtsherstel biedt aan belastingplichtigen in box 3. Het wetsvoorstel Overbruggingswet box 3 biedt een tijdelijke oplossing voor box 3 tot het moment dat het nieuwe stelsel voor box 3 dat is gebaseerd op een belastingheffing op werkelijk rendement per 2026 in werking treedt.

Daarnaast zijn tijdens de Voorjaarsbesluitvorming op basis van het interdepartementale beleidsonderzoek6 naar de vermogensverdeling in Nederland7 meerdere maatregelen voorgesteld om onwenselijke vermogensongelijkheid te verminderen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de introductie van een progressief tarief in box 2 en de afbouw van de algemene heffingskorting met het verzamelinkomen. Daarnaast zijn de maatregelen uit het coalitieakkoord om de schenkingsvrijstelling EW af te schaffen en het algemeen tarief in de overdrachtsbelasting te verhogen van 8% naar 10,4% behulpzaam, vanwege de samenhang tussen vermogen en wonen bij onroerende zaken.

Gezondheid

Het kabinet maakt verder werk van de doelen uit het Nationaal Preventieakkoord. De fiscale maatregelen die aan deze doelen kunnen bijdragen zijn opgenomen in het wetsvoorstel Belastingplan 2023. Zo wordt de tabaksaccijns zodanig verhoogd dat de gemiddelde verkoopprijs voor een pakje sigaretten van 20 stuks in 2024 op ongeveer € 10 uitkomt. Dit gebeurt in twee gelijke, opeenvolgende stappen. De eerste stap vindt plaats in april 2023 en de tweede stap in april 2024. Daarnaast wordt de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken, zoals frisdrank, met ingang van 1 januari 2023 verhoogd naar € 20,20 en een jaar later naar € 22,67 per hectoliter alcoholvrije drank. Daarmee samenhangend wordt mineraalwater per 1 januari 2024 uitgezonderd van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Dit volgt een jaar later omdat het een systeemaanpassing in de uitvoering betreft die niet eerder kan worden gerealiseerd.

Spreiding van wetgeving

Het kabinet hecht aan het belang van spreiding van fiscale wetgeving. Een ruime, reële voorbereidingstijd voor nieuwe wetgeving en de gelegenheid voor beide Kamers om daar zorgvuldig naar te kijken, komt de kwaliteit ten goede. Kamerleden van beide Kamers en diverse adviesorganen vragen hier ook al enige tijd terecht aandacht voor.

Daarom hanteert het kabinet de volgende uitgangspunten voor fiscale wetgeving:

  • 1) De beleidsmatig meest ingrijpende en voorzienbare wetsvoorstellen over de kabinetsperiode spreiden en als zelfstandig wetsvoorstel met een eigen regulier wetgevingstraject indienen.

  • 2) Minder beleidsmatig en meer technische en kleinere fiscale wijzigingen opnemen in een Fiscale verzamelwet, die dan als zelfstandig wetsvoorstel met een eigen regulier wetgevingstraject in het voorjaar wordt ingediend.

  • 3) Fiscale wetgeving wordt opgenomen in een pakket Belastingplan als een van de volgende omstandigheden speelt:

    • Er bestaat een budgettaire samenhang met de begroting van volgend jaar;

    • Er bestaat een Europeesrechtelijke verplichting voor een bepaalde inwerkingtredingsdatum die niet met een regulier wetgevingstraject gehaald kan worden;

    • Er bestaat noodzaak om de gevolgen van een juridische uitspraak of arrest zo snel mogelijk te repareren;

    • Het is voor de uitvoering van belang dat de betreffende wetgeving is aangenomen door beide Kamers zodat het op een bepaald moment uitgevoerd kan worden; of

    • Het is noodzakelijk dat een urgent probleem opgelost wordt.

Deze uitgangspunten zijn ook bij de planning van de fiscale wetgeving uit het coalitieakkoord gehanteerd. Bij de start van het kabinet zijn de diverse wetsvoorstellen over meerdere jaren verspreid. Dit is overzichtelijk terug te vinden in bijlage 3 bij de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda.8

Ondanks dat het kabinet deze uitgangspunten in acht neemt, heeft het huidige pakket Belastingplan 2023 een behoorlijke omvang. De oorzaak daarvan ligt vooral in de terechte verwachting van de samenleving dat het kabinet met urgentie een aantal belangrijke maatschappelijke problemen aanpakt. Dit heeft zijn weerslag gekregen in het coalitieakkoord. Dergelijke maatregelen worden voortvarend opgepakt en moeten daarom – zeker in de huidige economische omstandigheden – deels gedekt worden via fiscale maatregelen. Als gevolg daarvan moest een aantal fiscale maatregelen direct dit jaar vastgelegd worden. Deze maatregelen zijn opgenomen in het wetsvoorstel Belastingplan 2023. Een vergelijkbare omstandigheid speelt bij de wetsvoorstellen Wet rechtsherstel box 3 en Overbruggingswet box 3. Zij hangen budgettair dusdanig samen met het totaal aan uitgaven en inkomsten dat zij in het pakket Belastingplan 2023 zijn opgenomen. Ook moet er gevolg worden gegeven aan het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2001 inzake box 3. Verder biedt het kabinet koopkrachtondersteuning aan via het voorstel van wet tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet en enkele andere wetten in verband met het afschaffen van de inkomensondersteuning voor AOW’ers alsmede tot wijziging van de Wet op het kindgebonden tot intensivering van het kindgebonden budget. Tijdens de augustbesluitvorming is de wens uitgesproken om dit per 1 januari in werking te laten treden vanwege de stijgende inflatie. Daarnaast moet het wetsvoorstel Wet minimum CO2-prijs industrie per 1 januari 2023 in werking treden omdat het behulpzaam is bij het realiseren van de klimaatambities en het wetsvoorstel is daarom in het pakket Belastingplan 2023 opgenomen. Verder is het wetsvoorstel Wet Wijziging van de Wet Milieubeheer in verband met de overgangsperiode bij de invoering van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens opgenomen in het pakket omdat het overgangsrecht voor de Europese richtlijn voor het mechanisme mogelijk terugwerkt tot begin 2023 en er in die situatie een bevoegde autoriteit voor de uitvoering aangewezen moet zijn. Ten slotte heeft bovenstaande werkwijze ertoe geleid dat er dit jaar geen wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen in het pakket is opgenomen. Meer technische maatregelen die niet voldoen aan de hiervoor opgenomen omstandigheden, worden zoveel mogelijk opgenomen in een Fiscale verzamelwet. De Fiscale verzamelwet 2024 wordt naar verwachting in het voorjaar van 2023 ingediend. Van 19 juli tot 22 augustus heeft een Internetconsultatie plaatsgevonden van het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2024.

Dit jaar worden de beleidsbesluiten die zien op herstel box 3, de oudedagsvoorziening en de btw op lachgaspatronen omgezet in fiscale wetgeving via het wetsvoorstel Belastingplan 2023.

Verzamelwetsvoorstellen

Het onderhavige wetsvoorstel is een inhoudelijk verzamelwetsvoorstel en voldoet aan de criteria uit de notitie Verzamelwetgeving.9 In het onderhavige wetsvoorstel is sprake van budgettaire samenhang. De opbrengst van bepaalde maatregelen wordt gebruikt als dekking voor andere maatregelen. Daarnaast is dit het eerste Belastingplan van dit kabinet, waarin fiscale maatregelen voorgesteld worden ten aanzien van de hiervoor beschreven samenhangende thema’s uit het coalitieakkoord.

Comptabiliteitswet artikel 3.1

Artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016 schrijft voor dat beleidsvoorstellen aan de Tweede Kamer dienen te zijn voorzien van een toelichting op nagestreefde doelstellingen, doeltreffendheid en doelmatigheid, beleidsinstrumentarium, financiële gevolgen voor het rijk en een evaluatieparagraaf. De afwegingskaders waarin deze toelichting op de beleidskeuzes van het kabinet worden beschreven, zijn toegevoegd als bijlage bij het Belastingplan 2023.

1

Coalitieakkoord Rutte IV «Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst».

2

Kamerstukken II 2021/22, 32 140, nr. 119.

3

Kamerstukken II 2021/22, 36 120, nr. 1.

4

Kamerstukken II 2021/22, 36 088, nr. 2.

5

HR 24-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1963.

6

Kamerstukken II 2021/22, 30 527.

7

Kamerstukken II 2021/22, 35 925 IX, nr. 9.

8

Kamerstukken II 2021/22, 32 140, nr. 119.

9

Kamerstukken I 2010/11, 32 500 VI, M.

Licence