Base description which applies to whole site

4. Inkomensbeleid

Na de historisch negatieve verwachte ontwikkeling van de koopkracht voor 2023 en daarmee de noodzaak voor een stevig incidenteel koopkrachtpakket voor 2023, laten de verwachtingen zien dat het mediane koopkrachtbeeld voor 2024 er positief uitziet, met een mediane koopkrachtontwikkeling van +1,8%. Wel is de spreiding tussen groepen groot – met een mediane ontwikkeling voor uitkeringsgerechtigden van –2,5% – en zullen de armoedecijfers in het algemeen en onder kinderen stijgen zonder aanvullend beleid, met 0,9%-punt, onderscheidenlijk 0,8%-punt. Het kabinet richt zich met dit beeld voor 2024 op een pakket aan structurele maatregelen om kwetsbare huishoudens te ondersteunen.

Het koopkrachtpakket bestaat uit een aantal maatregelen. Het kindgebonden budget (WKB) wordt verhoogd met een extra verhoging voor kinderen vanaf twaalf jaar en ook de huurtoeslag wordt verhoogd. Het kabinet verhoogt de arbeidskorting met € 115, schrapt de halvering van de jonggehandicaptenkorting waartoe eerder is besloten en bevriest de afbouw van de dubbele factor in de algemene heffingskorting in de bijstand. Met de verlenging van het noodfonds hebben mensen die hun energierekening niet meer kunnen betalen een vangnet. Tenslotte wordt een enveloppe uitgetrokken ter verbetering van de koopkracht voor Caribisch Nederland.

Met het voorgestelde pakket ziet het kabinet een positieve koopkrachtontwikkeling voor alle inkomensgroepen die door het Centraal planbureau (CPB) in kaart worden gebracht. De mediane koopkrachtontwikkeling voor de laagste inkomens is met het pakket gelijk aan +1,1%. In plaats van dat uitkeringsgerechtigden een forse koopkrachtdaling tegemoet gaan, zorgt het pakket voor een mediane koopkrachtontwikkeling van +0,5% voor deze groep.

Ook heeft het kabinet aandacht voor de ontwikkeling van de armoedecijfers. Met dit pakket zorgt het kabinet ervoor dat het armoedepercentage in het algemeen niet stijgt en dus gelijk blijft aan 4,8% en dat het armoedepercentage onder kinderen zelfs daalt met 1,1%-punt in 2024 ten opzichte van 2023.

Daarmee wordt met het pakket voldaan aan de motie Marijnissen / Van der Plas9over voorkomen dat armoede toeneemt door de val van het kabinet en voor wat betreft kinderarmoede voldaan aan de motie Van Weyenberg c.s.10over gerichte maatregelen in de Miljoenennota om armoede en kinderarmoede in 2024 te laten afnemen.

Deze maatregelen kennen een budgettaire derving, die wordt ingevuld met de inzet van het overschot uit het inkomstenkader. Daarnaast worden het aanvangspunt van het toptarief en de tweede schijf voor gepensioneerden in de inkomstenbelasting (IB) verlaagd door deze bedragen slechts beperkt te indexeren. Ook worden de alcoholaccijns en de accijnzen op de rooktabak en sigaretten verhoogd.

Doeltreffendheid en doelmatigheid

De maatregelen in dit Belastingplan zijn onderdeel van een breder pakket aan maatregelen dat als doel heeft om de koopkracht van met name lage inkomens te ondersteunen en de armoedecijfers niet te laten stijgen. Door het schrappen van de eerder voorgenomen halvering van de jonggehandicaptenkorting wordt voorkomen dat de belastingdruk voor deze groep toeneemt. Het verhogen van de arbeidskorting met € 115 bij het tweede knikpunt maakt werken meer lonend en verlaagt de belastingdruk op arbeid. Daarmee dragen de maatregelen bij aan de doeltreffendheid van het pakket. Door het aanvangspunt van het toptarief en de tweede schijf voor gepensioneerden te minder te verhogen worden de budgettaire kosten beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de groepen die de maatregelen uit het pakket het hardst nodig hebben. Dit vergroot de doelmatigheid van het pakket.

De hierna opgenomen tabellen geven een overzicht van de belangrijkste parameters binnen box 1 van de IB in 2023 en 2024. De bedragen voor 2024 zijn voor zover van toepassing geïndexeerd met de tabelcorrectiefactor zoals die geldt voor 2024, te weten 1,099.

Tabel 1: Overzicht IB-parameters voor belastingplichtigen jonger dan de AOW-leeftijd
 

2023

2024

Tarief schijf 1

36,93%

36,97%

Tarief schijf 2

49,50%

49,50%

     

Grens schijf 1

€ 73.031

€ 75.624

     

AHK: maximaal

€ 3.070

€ 3.374

AHK: afbouwpunt

€ 22.660

€ 24.904

AHK: afbouwpercentage

6,095%

6,652%

     

Arbeidskorting: bedrag grens 1

€ 884

€ 972

Arbeidskorting: bedrag grens 2

€ 4.605

€ 5.176

Arbeidskorting: bedrag grens 3

€ 5.052

€ 5.553

Arbeidskorting: bedrag grens 4

€ 0

€ 0

Arbeidskorting: afbouwpunt1

€ 37.691

€ 39.898

Arbeidskorting: afbouwpercentage

6,51%

6,51%

     

IACK: maximaal

€ 2.694

€ 2.961

IACK: inkomensgrens

€ 5.547

€ 6.096

IACK: opbouwpercentage

11,45%

11,45%

     

Jonggehandicaptenkorting

€ 820

€ 902

     

Zelfstandigenaftrek

€ 5.030

€ 3.750

Mkb-winstvrijstelling

14%

12,7%

1

Het afbouwpunt van de arbeidskorting is gekoppeld aan het minimumloon (WML) en is pas definitief na vaststelling van het WML in november 2023.

Tabel 2: Overzicht IB-parameters voor belastingplichtigen ouder dan de AOW-leeftijd
 

2023

2024

Tarief schijf 1

19,03%

19,07%

Tarief schijf 2

36,93%

36,97%

Tarief schijf 3

49,50%

49,50%

     

Grens schijf 1 (geboren vanaf 1946)

€ 37.149

€ 38.139

Grens schijf 1 (geboren voor 1946)

€ 38.703

€ 40.077

Grens schijf 2

€ 73.031

€ 75.624

     

AHK: maximaal

€ 1.583

€ 1.741

AHK: afbouwpunt

€ 22.660

€ 24.904

AHK: afbouwpercentage

3,141%

3,431%

     

Ouderenkorting: maximaal

€ 1.835

€ 2.017

Ouderenkorting: afbouwpunt

€ 40.888

€ 44.936

Ouderenkorting: afbouwpercentage

15%

15%

     

Alleenstaande ouderenkorting

€ 478

€ 526

9

Kamerstukken II 2022/23, 36 392, nr. 3.

10

Kamerstukken II 2022/23, 36 350, nr. 15.

Licence