Base description which applies to whole site

5.3 Verhogen gerichte vrijstelling reiskostenvergoeding

De onbelaste reiskostenvergoeding is een gerichte vrijstelling in de loonbelasting. Op basis van deze vrijstelling kan een werkgever aan werknemers een vergoeding tot maximaal € 0,21 per kilometer (cijfers 2023) toekennen voor zakelijke kilometers, inclusief woon-werkkilometers, zonder dat de werknemer hierover loonbelasting hoeft te betalen of de werkgever het moet toerekenen aan de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Het ligt aan de afspraken tussen werkgever en werknemer of en tegen welke hoogte de reiskosten worden vergoed. Er is geen wettelijke verplichting om de reiskosten (tot het maximale bedrag) te vergoeden.

In het coalitieakkoord is afgesproken om de onbelaste reiskostenvergoeding stapsgewijs te verhogen vanaf 2024. Hiervoor was een budget beschikbaar van € 200 miljoen in 2024 en € 400 miljoen vanaf 2025. Gelet op de snelle stijging van de reiskosten per kilometer en het feit dat het maximum van de onbelaste reiskostenvergoeding sinds 2006 niet is gewijzigd, besloot het kabinet vorig jaar al per 1 januari 2023 een eerste verhoging op te nemen in het Belastingplan 2023. Het streven was daarbij om de onbelaste reiskostenvergoeding in twee stappen te verhogen naar € 0,23. Omdat de budgettaire derving van verhogen tot € 0,23 per kilometer hoger was dan de hiervoor beschikbare € 400 miljoen, was het vorig jaar alleen mogelijk om voor te stellen het maximum in twee stappen te verhogen tot € 0,22. Met het Belastingplan 2023 werd de onbelaste reiskostenvergoeding per 1 januari 2023 verhoogd van € 0,19 naar € 0,21 en zou het maximum per 1 januari 2024 verder verhoogd worden naar € 0,22. Het kabinet deed daarbij de toezegging gedaan om zich in te zetten voor de hier voorgestelde verdere verhoging naar € 0,23 per 1 januari 2024.

Tabel 3: Onbelaste reiskostenvergoeding
 

2022

2023

2024

Coalitieakkoord

€ 0,19

€ 0,21

€ 0,23

Belastingplan 2023

€ 0,19

€ 0,21

€ 0,22

Belastingplan 2024

€ 0,19

€ 0,21

€ 0,23

De onbelaste reiskostenvergoeding is dit jaar geëvalueerd op doeltreffendheid en doelmatigheid. De resultaten zijn in juni gedeeld met de Tweede Kamer. De regeling wordt door de onderzoekers in hoofdzaak doeltreffend en vanuit overheidsperspectief waarschijnlijk doelmatig beoordeeld. Het kabinet vindt het belangrijk om de resultaten van deze evaluatie en de aanbevelingen zorgvuldig te bestuderen en komt daarom later dit jaar met een inhoudelijke reactie op het rapport. Hierop vooruitlopend stelt het kabinet vast dat de onderzoekers ook concluderen dat een onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,22 per zakelijke kilometer over het algemeen de variabele autokosten dekt.

Het kabinet stelt voor om het maximale onbelaste bedrag per 1 januari 2024 te verhogen naar € 0,23 per zakelijke kilometer, zoals ook was opgenomen in het coalitieakkoord. Een vergoeding conform het huidige maximum kan in ieder geval meer dan kostendekkend zijn en dat zal zich vooral voordoen als een werknemer anders dan met de auto naar diens werkplek gaat, bijvoorbeeld lopend of per fiets, want dan zijn er weinig (variabele) kosten. De voorgestelde maatregel maakt dit mogelijke verschil groter. Omwille van de uitvoerbaarheid blijft deze maximale onbelaste kilometervergoeding gelden voor alle vervoersmodaliteiten.

De voorgestelde verhoging van het maximum van de onbelaste reiskostenvergoeding naar € 0,23 per zakelijke kilometer geldt voor werknemers in de loonheffing, maar wordt eveneens voorgesteld voor de aftrekbaarheid van de reiskosten van IB-ondernemers en resultaatgenieters waar het gaat om het gebruikmaken van een vervoermiddel dat behoort tot het privévermogen. Daarnaast kent de Wet IB 2001 nog enkele forfaits waarbij eveneens het bedrag van de maximale onbelaste reiskostenvergoeding wordt gebruikt. Om de hoogte van deze forfaits uniform te houden, wordt voorgesteld deze eveneens te verhogen. Dit betreft:

  • aftrek specifieke zorgkosten voor reiskosten ziekenbezoek;

  • kilometervergoeding voor weekenduitgaven gehandicapten; en

  • giftenaftrek als een vrijwilliger afziet van reiskostenvergoeding.

Doelmatigheid en doeltreffendheid en evaluatie

Het doel van het verhogen van het maximumbedrag van de onbelaste reiskostenvergoeding is om werkgevers te stimuleren een hogere reiskostenvergoeding aan werknemers te verstrekken. Werknemers kunnen hierdoor een hogere tegemoetkoming krijgen voor de kosten die zij maken voor zakelijke reizen (inclusief woon-werkverkeer).

De onbelaste reiskostenvergoeding is dit jaar geëvalueerd op doeltreffendheid en doelmatigheid. De onderzoekers concluderen onder andere dat de onbelaste reiskostenvergoeding in hoofdzaak doeltreffend is en vanuit overheidsperspectief waarschijnlijk doelmatig is. Het verhogen van de onbelaste reiskostenvergoeding leidt volgens de onderzoekers tot een toename van de doeltreffendheid van de regeling omdat er meer auto’s zijn waarvoor de volledige variabele kosten vergoed kunnen worden en dit leidt tot een betere ondersteuning van de arbeidsmarkt. Het verhogen van het maximumbedrag vergroot de uitvoeringslast niet. Wel leidt de verhoging tot een grotere budgettaire derving. Mogelijk profiteren ook werknemers voor wie de huidige vergoeding al volstaat van de verhoging. Daarnaast nemen de negatieve maatschappelijke effecten op milieu en congestie toe. Het voorstel vergroot dus de doeltreffendheid van de onbelaste reiskostenvergoeding maar de regeling wordt waarschijnlijk minder doelmatig. In de evaluatie wordt aangegeven dat een verruiming van de onbelaste reiskostenvergoeding over het algemeen leidt tot hogere kostenvergoedingen.

In 2028 zal opnieuw een evaluatie van de onbelaste reiskostenvergoeding plaatsvinden waarin specifiek aandacht is voor de recente verhogingen. Daarbij zal ook aandacht worden besteed aan de reactie van werkgevers op de verhoging van de maximale reiskostenvergoeding, veranderingen in het gebruik van de reiskostenvergoeding door werknemers en veranderingen in reisgedrag.

Uitvoeringsgevolgen Belastingdienst, Toeslagen en Douane

De voorgestelde maatregel is uitvoerbaar mits wordt geaccepteerd dat de voor de IB voorgestelde verhoging pas bij de definitieve aanslag IB kan worden toegepast indien de aanpassing niet tijdig in de voorlopige aanslag kan worden verwerkt.

Het is gegeven de nog resterende voorbereidingstijd namelijk niet zeker of de noodzakelijke aanpassingen nog over de hele linie tijdig kunnen worden doorgevoerd. Dit kan er bijvoorbeeld toe leiden dat er incidenteel nog ergens een lagere kilometervergoeding staat vermeld in het programma voor de voorlopige aanslag IB. Gezien de sterke wens om de onbelaste maximale reiskostenvergoeding per 1 januari 2024 verder te verhogen en omdat deze verhoging – ook wanneer dit niet tijdig in de systemen kan worden verwerkt – gecorrigeerd wordt bij de definitieve aanslag IB 2024, heeft het kabinet deze kanttekening bij de uitvoerbaarheid geaccepteerd.

Licence