Base description which applies to whole site

5.5 Aanpassing energie-investeringsaftrek, milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen

In 2023 zijn de evaluaties van zowel de EIA als de MIA en de Vamil afgerond. De EIA is geëvalueerd door SEO Economisch Onderzoek en CE Delft20, de MIA/Vamil is geëvalueerd door Witteveen+Bos, CE Delft en KplusV.21

Deze evaluaties geven inzicht in de doelmatigheid en doeltreffendheid van de regelingen. In de evaluaties is een aantal conclusies getrokken en zijn aanbevelingen gedaan. In de kabinetsreacties is op deze aanbevelingen reeds ingegaan.22 Daarin is ook aangekondigd dat enkele maatregelen in het wetsvoorstel Belastingplan 2024 worden uitgewerkt.

Daarnaast geldt specifiek voor de EIA dat er in 2022 een tekort was door een forse overschrijding van het budget. Dit tekort loopt naar verwachting 2023 verder op. In de Voorjaarsnota 2023 is daarom reeds aangekondigd dat dit tekort wordt gedekt door middel van aanpassing van de EIA parameters.23 In dit Belastingplan 2024 wordt voorgesteld om vanaf 1 januari 2024 het aftrekpercentage structureel te verlagen van 45,5 procent naar 40 procent. Naast verlaging van het aftrekpercentage heeft het kabinet in de kabinetsreactie op de beleidsevaluatie van de EIA aangegeven dat in de zomer een besluit zou worden genomen over verlaging van het maximale investeringsbedrag. Directe aanleiding was de hierboven beschreven budgettaire overschrijding. Het kabinet heeft deze zomer besloten om het budget van de EIA vanaf 2025 structureel op te hogen. Hierdoor blijft het mogelijk om binnen de EIA zowel grote als kleine bedrijven te ondersteunen en hoeft het maximale investeringsbedrag niet te worden aangepast. Met bovenstaande aanpassingen is het de verwachting dat ook de komende jaren de EIA binnen het daarvoor beschikbare budget belastingvoordeel kan geven aan belastingplichtigen die energiezuinige en duurzame bedrijfsmiddelen aanschaffen.

Doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie

De EIA, MIA en Vamil zijn regelingen met een horizonbepaling. Dit betekent in dit geval dat deze regelingen per 1 januari 2024 zouden komen te vervallen. Uit de evaluaties van genoemde regelingen volgt dat ze over het algemeen doeltreffend en doelmatig zijn. Met het oog hierop wordt voorgesteld de toepassing van de horizonbepaling met vijf jaar op te schuiven tot en met 31 december 2028.

Tegelijkertijd hebben de onderzoekers van de evaluaties aangegeven geen eenduidige conclusie te kunnen trekken over de keuze voor een fiscale faciliteit of een directe subsidie. Dit raakt aan een breder vraagstuk rondom fiscale regelingen. Het kabinet stelt daarom een nader onderzoek in en zal de Tweede Kamer in 2024 over de uitkomst informeren.

Uitvoeringsgevolgen Belastingdienst, Toeslagen en Douane

De voorgestelde wijziging van de EIA met betrekking tot het verlagen van het aftrekpercentage is een parameterwijziging in de Wet IB 2001. Deze wijziging heeft beperkte uitvoeringsgevolgen voor de Belastingdienst.

De voorgestelde wijziging van de horizonbepaling van de EIA, MIA en de Vamil betekent dat de looptijd van de huidige regelingen met vijf jaar wordt verlengd. Dit is een technische wijziging en heeft geen invloed op de uitvoeringsgevolgen voor de Belastingdienst.

21

Bijlage 2 bij de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 14 september 2023, kenmerk 2023Z15283 (Beleidsevaluatie MIA/Vamil 2017–2021).

22

Zie ook brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 14 juli 2023, Kamerstukken II 2022/23, 36 202, nr. 158 (kabinetsreactie EIA) en de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 14 september 2023, Kenmerk 2023Z15283 (Beleidsevaluatie MIA/Vamil 2017–2021).

23

Kamerstukken II 2022/23, 36 350, nr. 1, p. 42 en p. 47.

Licence