Base description which applies to whole site

ARTIKEL XIII

De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, zesde lid, wordt «€ 150» vervangen door «€ 170». Voorts wordt «€ 1500» vervangen door «€ 1700».

B

In artikel 20a, eerste lid, komt de tarieftabel te luiden:

Bij een belastbaar loon van meer dan

maar niet meer dan

bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare loon dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat

I

II

III

IV

€ 20.384

9,00%

€ 20.384

€ 34.300

€ 1.834

10,45%

€ 34.300

€ 68.507

€ 3.288

38,10%

€ 68.507

€ 16.320

51,75%

C

In artikel 20b, eerste lid, komt de tarieftabel te luiden:

Bij een belastbaar loon van meer dan

maar niet meer dan

bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare loon dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat

I

II

III

IV

€ 20.384

9,00%

€ 20.384

€ 34.817

€ 1.834

10,45%

€ 34.817

€ 68.507

€ 3.342

38,10%

€ 68.507

€ 16.177

51,75%

D

Het in artikel 22, tweede lid, vermelde bedrag wordt verhoogd met € 184.

E

Artikel 22a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in onderdeel b als tweede genoemde bedrag wordt verhoogd met € 111.

2. In onderdeel c wordt «3,60%» vervangen door «6%».

F

Artikel 31a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, onderdeel e, komt te luiden:

  • e. extra kosten van tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst in het kader van de dienstbetrekking (extraterritoriale kosten);.

2. Onder vernummering van het zevende tot en met elfde lid tot negende tot en met dertiende lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 7. Voor bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen groepen werknemers die door een inhoudingsplichtige van buiten Nederland in dienstbetrekking worden genomen, geldt, onder daarbij te stellen voorwaarden, dat vergoedingen van kosten en verstrekkingen van verblijf buiten het land van herkomst gedurende ten hoogste vijf jaar ten minste worden beschouwd als vergoeding voor extraterritoriale kosten tot ten hoogste 30% van het daarbij aan te wijzen gedeelte van het loon, alsmede tot het bedrag van de daarbij aan te wijzen schoolgelden.

  • 8. Voor bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen groepen werknemers die door een inhoudingsplichtige buiten Nederland worden uitgezonden, geldt, onder daarbij te stellen voorwaarden, dat vergoedingen van kosten en verstrekkingen van verblijf buiten het land van herkomst ten minste worden beschouwd als vergoeding voor extraterritoriale kosten tot ten hoogste 30% van het daarbij aan te wijzen gedeelte van het loon, alsmede tot het bedrag van de daarbij aan te wijzen schoolgelden.

G

Artikel 39e vervalt.

ARTIKEL XIV

Voor de werknemer die uiterlijk op 31 december 2018 een vergoeding genoot waarop artikel 31a, tweede lid, onderdeel e, van de Wet op de loonbelasting 1964 zoals dat op 31 december 2018 luidde of artikel 39e van de Wet op loonbelasting 1964 zoals dat op 31 december 2018 luidde van toepassing was, blijft bij de toepassing van artikel 31a, zevende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 de ingevolge die bepalingen geldende termijn van ten hoogste acht jaar, onderscheidenlijk ten hoogste tien jaar, van toepassing tot en met uiterlijk 31 december 2020.

Licence