Base description which applies to whole site

ARTIKEL XXXIV

In het Belastingplan 2016 vervallen de artikelen V tot en met XVI en de artikelen XXI tot en met XXXII.

ARTIKEL XXXV

  • 1. Bij de toekenning van een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 14 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen blijft op verzoek van de belanghebbende het bestanddeel van het toetsingsinkomen buiten beschouwing dat het gevolg is van de verlening van bijstand aan zelfstandigen bij of krachtens artikel 78f van de Participatiewet die eerst in de vorm van een renteloze geldlening is verstrekt en daarna is omgezet in een bedrag om niet.

  • 2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid kan uitsluitend betrekking hebben op tegemoetkomingen over de berekeningsjaren 2014, 2015 of 2016 en kan worden gedaan tot en met 31 december 2019.

ARTIKEL XXXVI

In afwijking van artikel 4.49, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt een verlies uit aanmerkelijk belang:

  • a. dat wordt geleden in het kalenderjaar 2019 verrekend vóór verliezen uit aanmerkelijk belang die zijn of worden geleden in de kalenderjaren 2017 en 2018;

  • b. dat wordt geleden in het kalenderjaar 2020 verrekend vóór een verlies uit aanmerkelijk belang dat is of wordt geleden in het kalenderjaar 2018.

ARTIKEL XXXVII

  • 1. Artikel 8.1, tweede lid, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 zoals die bepaling luidde op 31 december 2019, blijft van toepassing met betrekking tot de belastingplichtige die vóór 1 januari 2020 voldeed aan de voorwaarden om een uitkering ingevolge de Ziektewet te genieten voor zover de belastingplichtige zonder onderbreking een uitkering ingevolge de Ziektewet blijft genieten.

  • 2. Artikel 22a, derde lid, onderdeel c, van de Wet op de loonbelasting 1964 zoals die bepaling luidde op 31 december 2019, blijft van toepassing met betrekking tot de belastingplichtige die vóór 1 januari 2020 voldeed aan de voorwaarden om een uitkering ingevolge de Ziektewet te genieten voor zover de belastingplichtige zonder onderbreking een uitkering ingevolge de Ziektewet blijft genieten.

ARTIKEL XXXVIII

Bij de toepassing van artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2019 met betrekking tot het in artikel 8.11, tweede lid, eerste zin, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 22a, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op de loonbelasting 1964 als tweede vermelde bedrag wordt dat bedrag berekend door het vóór toepassing van artikel I, onderdeel H, onder 1, in artikel 8.11, tweede lid, eerste zin, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 als tweede vermelde bedrag te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en vervolgens te verhogen met het in artikel I, onderdeel H, onder 1, vermelde bedrag.

ARTIKEL XXXIX

Indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2020 worden toegepast, wordt:

  • a. het in artikel 8.11, tweede lid, eerste zin, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 22a, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op de loonbelasting 1964 als tweede vermelde bedrag berekend door het vóór toepassing van artikel II, onderdeel H, onder 1, in artikel 8.11, tweede lid, eerste zin, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 als tweede vermelde bedrag te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en vervolgens te verhogen met het in artikel II, onderdeel H, onder 1, vermelde bedrag;

  • b. het in artikel 8.11, tweede lid, eerste zin, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 22a, tweede lid, onderdeel c, van de Wet op de loonbelasting 1964 als tweede vermelde bedrag berekend door het in artikel 8.11, tweede lid, eerste zin, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 als tweede vermelde bedrag met € 259 te verminderen en vervolgens te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, waarna dat bedrag wordt verhoogd met € 259.

ARTIKEL XL

Indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2020 wordt toegepast, worden met overeenkomstige toepassing van dat artikel bij het begin van dat kalenderjaar bij ministeriële regeling eveneens gewijzigd:

  • a. de in de eerste en tweede kolom van de in artikel III, onderdelen A en B, en artikel XVI, onderdelen A en B, opgenomen tabellen vermelde bedragen;

  • b. het in artikel III, onderdeel G, en artikel XVI, onderdeel C, laatstvermelde bedrag.

ARTIKEL XLI

Indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2021 worden toegepast, wordt:

  • a. het in artikel 8.11, tweede lid, eerste zin, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 22a, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op de loonbelasting 1964 als tweede vermelde bedrag berekend door het vóór toepassing van artikel III, onderdeel H, onder 1, in artikel 8.11, tweede lid, eerste zin, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 als tweede vermelde bedrag te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en vervolgens te verhogen met het in artikel III, onderdeel H, onder 1, vermelde bedrag.

  • b. het in artikel 8.11, tweede lid, eerste zin, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 22a, tweede lid, onderdeel c, van de Wet op de loonbelasting 1964 als tweede vermelde bedrag berekend door het vóór toepassing van artikel III, onderdeel H, onder 2, in artikel 8.11, tweede lid, eerste zin, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 als tweede vermelde bedrag te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en vervolgens te verhogen met het in artikel III, onderdeel H, onder 2, vermelde bedrag.

ARTIKEL XLII

Na toepassing van de artikelen VI tot en met XII of XVII tot en met XXIII worden de bedragen in kolom III van de tabel in artikel 2.10, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij ministeriële regeling gewijzigd in de bedragen die na toepassing van die artikelen voortvloeien uit de aan het begin van de betreffende jaren in de kolommen I en II van die tabel vermelde bedragen en de in kolom IV van die tabel vermelde percentages. De eerste zin is van overeenkomstige toepassing op de bedragen in kolom III van de tabel in artikel 2.10a, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, op de bedragen in kolom III van de tabel in artikel 20a, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 en op de bedragen in kolom III van de tabel in artikel 20b, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964.

ARTIKEL XLIII

Ingeval de samenloop van wetten die in 2018 in het Staatsblad zijn of worden gepubliceerd en wijzigingen aanbrengen in een of meer belastingwetten, niet of niet juist is geregeld, of indien als gevolg van die samenloop onjuistheden ontstaan in de aanduiding van artikelen, artikelonderdelen, verwijzingen en dergelijke in de desbetreffende wetten, kunnen die wetten op dit punt bij ministeriële regeling worden gewijzigd.

ARTIKEL XLIV

  • 1. Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2019, met dien verstande dat:

    • a. artikel I, onderdelen C, D en G, eerst toepassing vindt nadat artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2019 is toegepast;

    • b. indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2020 wordt toegepast: artikel IIII, onderdeel G, eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 10.1 bij het begin van genoemd kalenderjaar is toegepast;

    • c. indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2021 wordt toegepast: artikel III, onderdeel G, eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 10.1 bij het begin van genoemd kalenderjaar is toegepast;

    • d. artikel II, onderdeel A, onder 2, en onderdeel B, onder 2, eerst toepassing vindt nadat artikel 10.2a van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2020 is toegepast;

    • e. artikel II, onderdeel D, eerst toepassing vindt nadat artikel 10.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2020 is toegepast;

    • f. artikel III, onderdeel D, eerst toepassing vindt nadat artikel 10.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2021 is toegepast;

    • g. artikel V, onderdeel A, eerst toepassing vindt nadat artikel 10.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2023 is toegepast;

    • h. artikel XIII, onderdelen B, C en D, eerst toepassing vindt nadat de artikelen 20a, tweede lid, 20b, tweede lid, en 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2019 zijn toegepast;

    • i. indien artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2020 wordt toegepast: artikel XV, onderdeel C, eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 22d bij het begin van genoemd kalenderjaar is toegepast;

    • j. indien artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2021 wordt toegepast: artikel XVI, onderdeel C, eerst toepassing vindt nadat genoemd artikel 22d bij het begin van genoemd kalenderjaar is toegepast;

    • k. artikel XXXI toepassing vindt voordat hoofdstuk II, artikel XVI, onderdeel E, en hoofdstuk III, artikel II, vierde lid, van de Invoeringswet fiscaal stelsel BES worden toegepast.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel XXXVII in werking met ingang van 1 januari 2020.

ARTIKEL XLV

Deze wet wordt aangehaald als: Belastingplan 2019.

Licence