De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 23a, tweede lid, vervalt onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.
B
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde lid tot vierde lid.
2. In het vierde lid (nieuw) wordt «vijfde lid» vervangen door: vierde lid.
C
Na artikel 34a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 34b
-
1. Met betrekking tot op 31 december 2013 bestaande aanspraken op periodieke uitkeringen ter vervanging van gederfd of te derven loon als bedoeld in de artikelen 11, eerste lid, onderdeel g, en 37 van de Wet op de loonbelasting 1964, zoals die op 31 december 2013 luidden, blijft artikel 23a, tweede lid, zoals dat op 31 december 2013 luidde, met overeenkomstige toepassing van artikel 39f, eerste en tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, van toepassing.
-
2. Met betrekking tot op 31 december 2013 bestaande stamrechtspaarrekeningen en stamrechtbeleggingsrechten als bedoeld in artikel 11a van de Wet op de loonbelasting 1964, zoals dat op 31 december 2013 luidde, blijft artikel 25, vierde lid, zoals dat op 31 december 2013 luidde, met overeenkomstige toepassing van artikel 39f, eerste en tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, van toepassing.