De Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel l, wordt «drijft» vervangen door: drijft, tenzij deze inhoudingsplichtige een publieke kennisinstelling is;.
2. In het eerste lid worden, onder verlettering van de onderdelen m tot en met q tot onderdelen o tot en met s, na onderdeel l twee onderdelen ingevoegd, luidende:
- m. publieke kennisinstelling:
-
-
1°. een instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in de onderdelen a, b, c, g, h en i van de bijlage behorende bij de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en een academisch ziekenhuis als bedoeld in onderdeel j van die bijlage;
-
2°. een geheel of gedeeltelijk, meerjarig door de overheid gefinancierde onderzoeksorganisatie zonder winstoogmerk die activiteiten verricht met als doel de algemene wetenschappelijke of technische kennis uit te breiden;
-
3°. een geheel of gedeeltelijk, meerjarig door een andere lidstaat van de Europese Unie gefinancierde openbare instelling voor hoger onderwijs, ziekenhuis of onderzoeksorganisatie die gelijkwaardig is aan een publieke kennisinstelling als bedoeld onder 1° of 2°;
-
- n. onderzoeksorganisatie:
-
een onderzoeksorganisatie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel ee, van de Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (PbEU 2014, C198/7);.
3. In het eerste lid, onderdeel p (nieuw), wordt in de aanhef «een S&O-inhoudingsplichtige, dan wel een S&O-belastingplichtige,» vervangen door «een S&O-inhoudingsplichtige of een S&O-belastingplichtige» en wordt in onderdeel 2° «de S&O-inhoudingsplichtige of de S&O-belastingplichtige» vervangen door «de S&O-inhoudingsplichtige, onderscheidenlijk de S&O-belastingplichtige,». Voorts vervallen de onderdelen 3° en 4°.
4. Het eerste lid, onderdeel q (nieuw), komt te luiden:
- q. programmatuur:
-
het niet-fysieke, logische deelsysteem van een informatiesysteem dat de structuur van de gegevens en van de verwerkingsprocessen bepaalt voor zover dat deelsysteem is vastgelegd in een formele programmeertaal;.
5. Aan het eerste lid worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel s (nieuw) door een puntkomma, vier onderdelen toegevoegd, luidende:
- t. kosten:
-
al hetgeen voor de realisatie van speur- en ontwikkelingswerk van de S&O-inhoudingsplichtige is betaald door de S&O-inhoudingsplichtige of door een lichaam dat deel uitmaakt van dezelfde fiscale eenheid als de S&O-inhoudingsplichtige voor zover deze betalingen:
-
1°. niet eerder in aanmerking zijn genomen voor een S&O-verklaring;
-
2°. uitsluitend dienstbaar en direct toerekenbaar zijn aan het uitvoeren van speur- en ontwikkelingswerk;
-
3°. drukken op de S&O-inhoudingsplichtige of op een lichaam dat deel uitmaakt van dezelfde fiscale eenheid als de S&O-inhoudingsplichtige; en
-
4°. geen uitgaven zijn als bedoeld in onderdeel u;
-
- u. uitgaven:
-
al hetgeen is betaald voor de verwerving van nieuw vervaardigde bedrijfsmiddelen voor zover deze betalingen drukken op de S&O-inhoudingsplichtige of op een lichaam dat deel uitmaakt van dezelfde fiscale eenheid als de S&O-inhoudingsplichtige en deze bedrijfsmiddelen:
-
1°. niet eerder in aanmerking zijn genomen voor een S&O-verklaring;
-
2°. niet eerder zijn gebruikt; en
-
3°. dienstbaar en direct toerekenbaar zijn aan de realisatie van speur- en ontwikkelingswerk van de S&O-inhoudingsplichtige;
-
v. bedrijfsmiddel: goed dat voor het drijven van een onderneming wordt gebruikt;
-
-
- w. uitbesteed onderzoek:
-
werkzaamheden die voor de S&O-inhoudingsplichtige als speur- en ontwikkelingswerk kunnen worden aangemerkt en door deze S&O-inhoudingsplichtige worden uitbesteed aan een derde.
6. In het derde lid wordt «onderdeel n» vervangen door: onderdeel p.
B
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
-
2. Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid, een opgave als bedoeld in het vierde lid en een mededeling als bedoeld in artikel 24, tweede lid, geschieden uitsluitend langs elektronische weg met gebruikmaking van de hiervoor door Onze Minister van Economische Zaken beschikbaar gestelde voorziening en door opvolging van de daarbij opgenomen aanwijzingen.
2. Het vijfde lid vervalt.
C
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onderdeel c, wordt «het speur- en ontwikkelingswerk» vervangen door: het werk, bedoeld in onderdeel a,.
2. In het tweede lid wordt, onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel e, na onderdeel c een onderdeel ingevoegd, luidende:
-
d. het bedrag aan kosten en uitgaven dat naar verwachting betrekking heeft op die periode en het werk, bedoeld in onderdeel a, of het bedrag dat voor die periode naar verwachting volgt uit de toepassing van het vierde lid, onderdeel b;.
3. Het derde lid komt te luiden:
-
3. Het bedrag aan S&O-afdrachtvermindering beloopt 16 percent van:
-
a. het bedrag dat volgt uit het product van het aantal uren, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, en het gemiddelde uurloon, bedoeld in het vijfde lid; en
-
b. het bedrag aan kosten en uitgaven;
vermeerderd met 16 percent van de som van de bedragen, bedoeld in de onderdelen a en b, voor zover de som van die bedragen in het kalenderjaar niet uitgaat boven € 350.000. De vermeerdering, bedoeld in de eerste volzin, blijft achterwege voor zover die vermeerdering reeds toepassing heeft gevonden bij een S&O-verklaring betreffende een eerdere periode van het kalenderjaar.
-
4. Het vijfde lid vervalt.
5. Na het derde lid wordt, onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:
-
4. Indien de S&O-inhoudingsplichtige in de aanvraag van de S&O-verklaring die betrekking heeft op de eerste periode van een kalenderjaar waarvoor de S&O-inhoudingsplichtige een aanvraag doet, gekozen heeft voor het op forfaitaire wijze berekenen van het bedrag aan kosten en uitgaven voor speur- en ontwikkelingswerk, beloopt het bedrag aan S&O-afdrachtvermindering, in afwijking van het derde lid, 16 percent van:
-
a. het bedrag dat volgt uit het product van het aantal uren, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, en het gemiddelde uurloon, bedoeld in het vijfde lid; en
-
b. het bedrag dat volgt uit het product van € 10 en het aantal uren, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, voor zover dit aantal uren in het kalenderjaar niet hoger is dan 1.800 en het bedrag dat volgt uit het product van € 4 en het aantal uren, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, voor zover dit aantal uren in het kalenderjaar hoger is dan 1.800;
vermeerderd met 16 percent van de som van de bedragen, bedoeld in de onderdelen a en b, voor zover de som van die bedragen in het kalenderjaar niet uitgaat boven € 350.000. De vermeerdering, bedoeld in de eerste volzin, blijft achterwege voor zover die vermeerdering reeds toepassing heeft gevonden bij een S&O-verklaring betreffende een eerdere periode van het kalenderjaar.
-
6. In het zevende lid wordt «Het in het derde lid vermelde percentage van 21 wordt vervangen door 36» vervangen door: Het in het derde en vierde lid laatstvermelde percentage wordt vervangen door 24.
7. In het achtste lid wordt «vierde lid» vervangen door: vijfde lid.
8. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
9. Kosten en uitgaven kunnen slechts bij één S&O-inhoudingsplichtige tot het bedrag, bedoeld in het derde lid, onderdeel b, gerekend worden.
D
Na artikel 23 worden vier artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 23a
-
1. Uitgaven die gedeeltelijk direct toerekenbaar zijn aan door de S&O-inhoudingsplichtige verricht speur- en ontwikkelingswerk, komen slechts voor dat deel als uitgaven als bedoeld in artikel 23, derde lid, onderdeel b, in aanmerking.
-
2. Een uitgave kan slechts in één S&O-verklaring worden opgenomen.
-
3. Uitgaven van € 1.000.000 of meer per bedrijfsmiddel komen in enig kalenderjaar voor 20 percent als uitgaven als bedoeld in artikel 23, derde lid, onderdeel b, in aanmerking.
-
4. In afwijking van het tweede lid kunnen uitgaven als bedoeld in het derde lid gedurende 5 jaar maximaal eenmaal per kalenderjaar in een S&O-verklaring worden opgenomen.
Artikel 23b
-
1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden niet tot de kosten gerekend:
-
a. kosten van uitbesteed onderzoek;
-
b. kosten van inhuur van arbeid;
-
c. financieringskosten;
-
d. kosten van grondverwerving of grondverbetering;
-
e. kosten die een vergoeding vormen voor het ter beschikking stellen van een bedrijfsmiddel waarvoor de S&O-inhoudingsplichtige of een ander lichaam eerder een S&O-verklaring heeft ontvangen, mits:
-
1°. de S&O-inhoudingsplichtige of het lichaam dat de kosten maakt onmiddellijk of middellijk deelneemt aan de leiding van of het toezicht op, dan wel in het kapitaal van het lichaam dat het bedrijfsmiddel ter beschikking stelt;
-
2°. het lichaam dat het bedrijfsmiddel ter beschikking stelt onmiddellijk of middellijk deelneemt aan de leiding van of het toezicht op, dan wel in het kapitaal van de S&O-inhoudingsplichtige of het lichaam dat de kosten maakt; of
-
3°. een derde zowel onmiddellijk of middellijk deelneemt aan de leiding van of het toezicht op, dan wel in het kapitaal van de S&O-inhoudingsplichtige of het lichaam dat de kosten maakt als onmiddellijk of middellijk deelneemt aan de leiding van of het toezicht op, dan wel in het kapitaal van het lichaam dat het bedrijfsmiddel ter beschikking stelt;
-
-
f. loonkosten.
-
-
2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden niet tot de uitgaven gerekend investeringen die in aanmerking komen voor energie-investeringsaftrek als bedoeld in artikel 3.42 van de Wet inkomstenbelasting 2001 of voor milieuinvesteringsaftrek als bedoeld in artikel 3.42a van die wet.
Artikel 23c
Indien tussen twee lichamen waarvan een van de lichamen onmiddellijk of middellijk deelneemt aan de leiding van of toezicht op, dan wel in het kapitaal van het andere lichaam ter zake van hun onderlinge rechtsverhoudingen voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd die afwijken van voorwaarden die in het economische verkeer door onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen, worden de kosten en uitgaven van deze lichamen voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen bepaald alsof die laatstbedoelde voorwaarden zijn overeengekomen. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing indien een derde onmiddellijk of middellijk deelneemt aan de leiding van of het toezicht op, dan wel in het kapitaal van twee lichamen.
Artikel 23d
-
1. Kosten die in enig kalenderjaar in een S&O-verklaring zijn opgenomen worden betaald voordat de mededeling, bedoeld in artikel 24, tweede lid, voor deze S&O-verklaring wordt gedaan.
-
2. Uitgaven worden niet eerder in aanmerking genomen dan in het kalenderjaar waarin het bedrijfsmiddel waarop zij betrekking hebben in gebruik is genomen.
E
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste en tweede lid komen te luiden:
-
1. De S&O-inhoudingsplichtige aan wie een S&O-verklaring is afgegeven, houdt een overeenkomstig bij regeling van Onze Minister van Economische Zaken vast te stellen regels ingerichte administratie bij omtrent de aard, de inhoud, de omvang en de voortgang van het werk dat in de verklaring is aangemerkt als speur- en ontwikkelingswerk. Ingeval aan de S&O-inhoudingsplichtige een S&O-verklaring is afgegeven die ook een bedrag aan kosten en uitgaven als bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel d, bevat, houdt de S&O-inhoudingsplichtige ook een overeenkomstig bij regeling van Onze Minister van Economische Zaken vast te stellen regels ingerichte administratie bij omtrent de kosten en uitgaven die zijn gemaakt voor het speur- en ontwikkelingswerk waarvoor hij de verklaring heeft ontvangen.
-
2. De S&O-inhoudingsplichtige aan wie een S&O-verklaring is afgegeven, doet mededeling aan Onze Minister van Economische Zaken over de in dat kalenderjaar aan speur- en ontwikkelingswerk bestede uren per afgegeven S&O-verklaring en, ingeval die verklaring ook een bedrag aan kosten en uitgaven als bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel d, bevat, van de in dat kalenderjaar gerealiseerde kosten en uitgaven per afgegeven S&O-verklaring.
2. Het vijfde lid vervalt.
F
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
-
1. Onze Minister van Economische Zaken geeft aan de S&O-inhoudingsplichtige die de mededeling, bedoeld in artikel 24, tweede lid, heeft gedaan, zo nodig een correctie-S&O-verklaring af voor alle op het kalenderjaar betrekking hebbende S&O-verklaringen gezamenlijk, waarbij hij het bedrag van de correctie-S&O-verklaring, gespecificeerd per S&O-verklaring, vaststelt op basis van de voor dat kalenderjaar toegekende uren, kosten en uitgaven, maar volgens die mededeling niet-bestede uren en niet-gerealiseerde kosten en uitgaven.
2. Het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:
-
b. aannemelijk is geworden, dat de S&O-inhoudingsplichtige de verplichtingen, bedoeld in artikel 24, tweede, derde of vierde lid, niet is nagekomen, met dien verstande dat het bedrag van de correctie-S&O-verklaring wordt vastgesteld op 100% van het bedrag aan S&O-afdrachtvermindering waarvoor de mededeling, bedoeld in artikel 24, tweede lid, niet is gedaan.
3. In het derde lid wordt «, is verricht» vervangen door: is verricht of kosten en uitgaven zoals opgenomen in de S&O-verklaring zijn gerealiseerd.
G
Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «eerste lid of tweede lid, tweede volzin» vervangen door: eerste lid.
2. In het tweede lid wordt «tweede lid, eerste volzin, of derde lid» vervangen door: tweede, derde of vierde lid.
H
Artikel 27, achtste lid, komt te luiden:
-
8. Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid en een mededeling als bedoeld in het vierde lid geschieden uitsluitend langs elektronische weg met gebruikmaking van de hiervoor door Onze Minister van Economische Zaken beschikbaar gestelde voorziening en door opvolging van de daarbij opgenomen aanwijzingen.
I
Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «het in artikel 23, derde lid, vermelde percentage van 14,» vervangen door: het in artikel 23, derde en vierde lid, eerstvermelde percentage.
2. In onderdeel b wordt «het in artikel 23, derde en zevende lid, vermelde percentage van 21,» vervangen door: het in artikel 23, derde en vierde lid, laatstvermelde percentage.
3. In onderdeel c wordt «percentage van 36,» vervangen door: percentage.
J
Artikel 47 komt te luiden:
Artikel 47
-
1. Voor de toepassing van artikel 1, eerste lid, onderdeel t, onder 1°, en onderdeel u, onder 1°, worden onder kosten en uitgaven die eerder in aanmerking zijn genomen voor een S&O-verklaring mede verstaan: kosten en uitgaven die eerder in aanmerking zijn genomen voor een beschikking als bedoeld in artikel 3.52a, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 zoals deze luidde tot en met 31 december 2015.
-
2. In afwijking van het eerste lid en artikel 1, eerste lid, onderdeel u, wordt onder uigaven mede verstaan 20% van de uitgaven van € 1.000.000 of meer per bedrijfsmiddel die in aanmerking zijn genomen voor een beschikking als bedoeld in artikel 3.52a, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 zoals deze luidde tot en met 31 december 2015, voor zover deze uitgaven:
-
a. zijn betaald door de S&O-inhoudinsplichtige of door een lichaam dat deel uitmaakt van dezelfde fiscale eenheid als de S&O-inhoudingsplichtige;
-
b. dienstbaar zijn aan speur- en ontwikkelingswerk van de S&O-inhoudingsplichtige; en
-
c. niet in meer dan vier voorgaande kalenderjaren in een beschikking als bedoeld in artikel 3.52a, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 zoals deze luidde tot en met 31 december 2015 of in een S&O-verklaring zijn opgenomen.
-
-
3. Met betrekking tot de toepassing van deze wet ter zake van speur- en ontwikkelingswerk dat is verricht voor 1 januari 2016, blijven de bepalingen bij of krachtens de hoofdstukken I, VIII en XII zoals deze luidden voor de wijzigingen ingevolge het Belastingplan 2016 van toepassing.