Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2020, met dien verstande dat:
-
a. artikel I, onderdeel B, en artikel XI, onderdeel C, voor het eerst toepassing vinden met betrekking tot kosten en lasten, onderscheidenlijk loonbestanddelen, die verband houden met:
-
1°. geldsommen die zijn betaald in het kader van een na 31 december 2019 uitgevaardigde strafbeschikking of daarmee vergelijkbare buitenlandse wijze van bestraffing die na 31 december 2019 heeft plaatsgevonden;
-
2°. dwangsommen die zijn verbeurd na 31 december 2019;
-
-
b. artikel XII voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2020;
-
c. artikel XX, onderdelen A en E, toepassing vindt voordat de artikelen II en XV van het Belastingplan 2019 worden toegepast;
-
d. artikel XXI, onderdeel A, toepassing vindt voordat artikel 7.4, onderdeel I, van de Wet bedrijfsleven 2019 wordt toegepast.