Financiële informatie
De Algemene Rekenkamer maakt mede op basis van de CW 2001 voor haar oordelen gebruik van de werkzaamheden van de interne auditdiensten van de ministeries. De interne auditdiensten voeren een volledige jaarrekeningcontrole uit conform de Nadere Voorschriften Controle en Overige Standaarden van accountants. De Algemene Rekenkamer onderzoekt op basis van de Fundamental Auditing Principles (level 3) die gelden voor Supreme Audit Institutions. De Algemene Rekenkamer voert eigen werkzaamheden uit, deze bestaan onder meer uit een beoordeling van het werk van de interne auditdiensten. Voorts hebben wij in 2011 nader onderzoek gedaan naar de interne beheersing door de ministeries en controle door de auditdiensten van de subsidie-uitgaven en naleving van EU-aanbestedingsprocedures. Hoewel wij niet elke geldstroom in 2011 hebben onderzocht zijn wij van oordeel dat wij voldoende werk verrichten om met een redelijke mate van zekerheid te kunnen stellen dat er geen materiële fouten in de jaarrekening zitten.
Oordeelsvorming financiële informatie: tolerantiegrenzen
Als bij de Rijksrekening, verantwoordingsstaten, saldibalans en/of afgerekende voorschotten de tolerantiegrens wordt overschreden, wordt dat vertaald in het oordeel van de Algemene Rekenkamer bij de jaarrekening/het jaarverslag. Bij het overschrijden van de tolerantiegrens bij begrotingsartikelen, rapporteren wij overschrijdingen in een toelichtende paragraaf op ons oordeel, omdat het budgetrecht van de Tweede Kamer zich bevindt op artikelniveau.
In ons oordeel maken wij onderscheid tussen enerzijds de deugdelijke weergave en het voldoen aan de verslaggevingsvoorschriften van de jaarrekening van het ministerie en anderzijds de rechtmatigheid van de verplichtingen, uitgaven, ontvangsten en balansposten.42 De informatie in de jaarrekening is niet deugdelijk weergegeven als deze niet juist en volledig is; de aangegane verplichtingen zijn dan bijvoorbeeld hoger dan weergegeven in de jaarrekening. De jaarrekening voldoet niet aan de verslaggevingsvoorschriften, als zij niet voldoet aan de Comptabiliteitswet 2001 en de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften. Verplichtingen, uitgaven, ontvangsten en balansposten zijn rechtmatig als zij tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de doelomschrijving van de toepasselijke begrotingsartikelen, de toepasselijke begrotingswetten, andere wettelijke regelingen, overeenkomsten en beschikkingen.
In de tabel hierna staan de tolerantiegrenzen die de Algemene Rekenkamer hanteert bij haar oordeelsvorming.
Financieel overzicht | Tolerantiegrens (in %, of in € mln)1 | Omvangsbasis | |
---|---|---|---|
Fouten | Onzekerheden | ||
Rijksrekening2 | 1% | – | – Totale uitgaven Rijk |
– Totale ontvangsten Rijk | |||
Verantwoordingsstaat: | |||
< € 100 mln | 10% | 10% | – Totaal verplichtingen |
> € 100 mln en ≤ € 150 mln | 10% | 10% | – Totaal uitgaven + totaal ontvangsten + totaal baten van derden |
> € 150 mln en ≤ € 500 mln | 15 mln | 15 mln | |
> € 500 mln en ≤ 1,5 mld | 15 mln | 3% | |
> 1,5 mld | 1% | 3% | |
Begrotingsartikel: |
|
| |
< € 100 mln | 10% | 10% | – Verplichtingen |
> € 100 mln en ≤ € 150 mln | 10% | 10% | – Uitgaven + ontvangsten |
> € 150 mln en ≤ € 500 mln | 15 mln | 15 mln | |
> € 500 mln | 3% | 3% | |
Verantwoordingsstaat Baten-lastendiensten: | |||
< € 100 mln | 10% | 10% | Som van de baten van alle baten-lastendiensten |
> € 100 mln en ≤ € 150 mln | 10% | 10% | |
> € 150 mln en ≤ € 500 mln | 15 mln | 15 mln | |
> € 500 mln en ≤ 1,5 mld | 15 mln | 3% | |
> 1,5 mld | 1% | 3% | |
Saldibalans: | |||
< € 100 mln | 10% | 10% | Totaal van de relevante saldibalansposten3 |
> € 100 mln en ≤ € 150 mln | 10% | 10% | |
> € 150 mln en ≤ € 500 mln | 15 mln | 15 mln | |
> € 500 mln en ≤ 1,5 mld | 15 mln | 3% | |
> 1,5 mld | 1% | 3% | |
Afgerekende voorschotten: | |||
< € 100 mln | 10% | 10% | Het bedrag aan afgerekende voorschotten |
> € 100 mln en ≤ € 150 mln | 10% | 10% | |
> € 150 mln en ≤ € 500 mln | 15 mln | 15 mln | |
> € 500 mln | 3% | 3% |
Deze toleranties gelden zowel voor fouten en onzekerheden in de deugdelijke weergave, als voor fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid.
Deugdelijke totstandkoming niet-financiële informatie
De Algemene Rekenkamer heeft onderzocht of de totstandkoming van de informatie over de prestatie-indicatoren in de jaarverslagen van de ministers voldoet aan de in de Rijksbegrotingsvoorschriften gestelde eisen voor de deugdelijke totstandkoming. Wij hebben de overige niet-financiële informatie in de jaarverslagen van de ministers niet onderzocht. Een prestatie-indicator is deugdelijk tot stand gekomen als het totstandkomingsproces ordelijk en controleerbaar is en de risico’s op onbetrouwbare informatie voldoende zijn afgedekt met beheersmaatregelen. Daarnaast hebben we beoordeeld of de indicator eenduidig is, dat wil zeggen dat de omschrijving van de indicator in het jaarverslag in overeenstemming is met hetgeen is gemeten en dat de gehanteerde begrippen eenduidig zijn gedefinieerd. Ten slotte hebben we vastgesteld dat de prestatie-indicatoren voldoen aan de verslaggevingsvoorschriften die zijn opgenomen in de Rijksbegrotingsvoorschriften. Het onderzoek naar de deugdelijke totstandkoming heeft het karakter van een beoordeling. Dit betekent dat wij de lezer van het jaarverslag een lagere dan redelijke mate van zekerheid bieden dat de prestatie-indicatoren een betrouwbaar beeld geven van de werkelijkheid.
Deugdelijke totstandkoming van de informatie in de bedrijfsvoeringsparagraaf
De Algemene Rekenkamer beoordeelt of ministers maatregelen hebben getroffen om te waarborgen dat de informatie in de bedrijfsvoeringsparagraaf juist en volledig is. De minister laat informatie verzamelen over aandachtspunten die mogelijk vermelding behoeven in de bedrijfsvoeringsparagraaf. Wij stellen vast dat het ministerie criteria heeft voor het opnemen van aandachtspunten en dat het proces navolgbaar is.
Wij beoordelen ook of de bedrijfsvoeringsparagraaf voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften die zijn opgenomen in de Rijksbegrotingsvoorschriften. Complicerende factor is dat deze voorschriften niet altijd eenduidig zijn. Onze werkzaamheden hebben, mede vanwege de kwalitatieve en bestuurlijke afweging van de ministeries om iets wel of niet te vermelden in de bedrijfsvoeringsparagraaf, het karakter van een globale beoordeling. Dit betekent dat wij een lagere dan redelijke mate van zekerheid bieden dat alle aandachtspunten juist vermeld zijn in de bedrijfsvoeringsparagraaf.
Oordeel over het financieel beheer en materieelbeheer
De Algemene Rekenkamer doet onderzoek naar het financieel beheer en materieelbeheer op basis van een risico-inschatting. In de kwaliteitskaart geven wij aan welke aspecten van het financieel beheer in 2011 zijn onderzocht. De bevindingen worden gewogen op basis van een wegingsschema. In dit schema spelen onder andere een rol: de aard van de bevinding, de financiële omvang van de bevinding, of er sprake is van een toezegging aan de Tweede Kamer en de duur van de bevinding. De weging van de bevindingen vindt zo veel mogelijk plaats door middel van rijksbrede vergelijking en mondt uit in een conclusie in termen van het al dan niet bestaan van een onvolkomenheid of ernstige onvolkomenheid in de bedrijfsvoering van het ministerie. De Algemene Rekenkamer beoordeelt ook de onvolkomenheden op basis van bestuurlijke overwegingen, zoals de duur van de onvolkomenheid en de inschatting of de minister genegen is de onvolkomenheid op te lossen. De werkzaamheden hebben, mede vanwege de risicogerichte keuzes, de kwalitatieve en bestuurlijke afwegingen, het karakter van een beoordeling. Dit betekent dat wij een lagere dan redelijke mate van zekerheid bieden bij het oordeel over het financieel beheer en materieelbeheer.