Het programma Compacte Rijksdienst van het kabinet heeft tot doel een kleinere, compactere en sobere Rijksdienst te realiseren. Het programma omvat zeventien projecten die volgens het kabinet na 2015 een structurele besparing van € 788 miljoen moeten opleveren (BZK, 2011). Het kabinet vermeldt hiervoor geen exacte einddatum, zodat niet bekend is wanneer deze bezuinigingen gerealiseerd moeten zijn. Bij een aantal projecten worden de besparingen pas na 2018 of 2020 geheel gerealiseerd.23
De toenmalige minister van BZK gaf in zijn eerste voortgangsrapportage over het programma Compacte Rijksdienst van 7 juni 2011 aan de ministerraad aan dat het kabinetsbeleid Compacte Rijksdienst «geen vrijblijvend beleid is waar departementen al of niet aan mee kunnen doen». Hij meldde dat de projecten pas in uitvoering worden genomen nadat een positieve business case de haalbaarheid van de beoogde besparingen heeft aangetoond. Dit betekent dat besluiten over de start van de projecten in het kader van het programma Compacte Rijksdienst door de Ministerraad genomen dienen te worden, op basis van een positieve business case.24
Wij zijn voor de projecten van het programma Compacte Rijksdienst nagegaan in hoeverre de beoogde besparingen zijn onderbouwd door middel van een business case en of – voor de projecten waarvoor op dit moment een business case beschikbaar is – sprake is van een besluit tot uitvoering door de Ministerraad. Tabel 2 geeft per project een overzicht van de oorspronkelijk beoogde besparingen van het programma Compacte Rijksdienst, de besparingen volgens de business cases, de beoogde besparingen die nog niet door middel van een business case zijn onderbouwd en de status van de business cases.
Uit deze tabel blijkt dat van de beoogde € 788 miljoen totale besparingen € 351 miljoen middels een business case is afgedekt. De overige besparingen ad € 437 miljoen zijn vooralsnog niet onderbouwd. De onderbouwing van de geraamde besparingen ad € 351 miljoen kent nog een aantal risico’s en onzekerheden waardoor deze besparingen uiteindelijk lager kunnen uitvallen. De mate waarin dat het geval kan zijn is niet vast te stellen omdat de business cases deze onzekerheden veelal niet kwantificeren en hiervoor geen gevoeligheidsanalyses bevatten.
Verder blijkt dat voor elf van de zeventien projecten er nog geen business case beschikbaar is. Slechts één business case is in de Ministerraad behandeld. De overige vijf beschikbare business cases zijn alleen in de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijk (ICBR) aan de orde geweest. De besluitvorming over de uitvoering van de projecten vindt dus vooral op ambtelijk niveau plaats en niet, zoals vereist25, in de Ministerraad. Hierdoor zijn vijf projecten (projectnummers: 4, 5, 7, 8 en 9) in uitvoering genomen terwijl de business case alleen ambtelijk is besproken.
Projectnaam1 | Beoogde besparing (in mln. euro) | Besparing volgens business case (in mln. euro) | Nog te onderbouwen besparing2 | Business Case behandeld in Ministerraad |
---|---|---|---|---|
1. Één administratieve werkgever rijksdienst | 10 | nnb | 10 | Nee |
2. Bundeling P&O dienstverlening | 24 | nnb | 24 | Nee |
3. Huisvesting rijkskantoren | 132 | 62 | 70 | Ja |
4. ICT infrastructuur | 90 | 77 | 13 | Nee (wel ICBR) |
5. Vermindering rijksinkooppunten en vraagbundeling | 180 | 180 | Nee (wel ICBR) | |
6. Éen facilitaire dienstverlener Haagsche kantoren | Wordt per aansluiting bepaald | nnb | – | Nee |
7. Éen ICT dienstaanbieder beleidskernen | 30 | 30 | 0 | Nee (wel ICBR) |
8. Inrichten Haagse inkoopfunctie | Onderdeel van project 5 | Onderdeel van project 5 | – | Nee |
9. Een dienstverlener t.b.v. de internationale functie van het Rijk | Wordt per aansluiting bepaald | 2 | – | Nee (wel ICBR) |
10. Clustering rijksincasso | 40 | nnb | 40 | Nee |
11. Clustering backoffice subsidies | 25 | nnb | 25 | Nee |
12. Inkomens ondersteuning / voorziening burgers | 135 | nnb | 135 | Nee |
13. Cluster vastgoed | 115 | nnb | 115 | Nee |
14. Rijksinspecties / toezicht fysieke veiligheid bedrijven | PM | nnb | – | Nee |
15. Toezichthouders niet financiële markten | 7 | nnb | 7 | Nee |
16. Beleidsuitvoering minder arbeidsintensief | PM | nnb | – | Nee |
17. Subsidies instellingen | PM | nnb | – | Nee |
Totaal | 788 | 351 | 437 |
Bron: Brief minister BZK stand van zaken Compacte Rijksdienst, Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 31 490, nr. 80 & Algemene Rekenkamer 2012.
Brief minister BZK stand van zaken Compacte Rijksdienst, Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 31 490, nr. 80.