Base description which applies to whole site

2.5.1 Verticale toelichting

Tabel 2.5.2 geeft een overzicht van de oorsprong van de lagere dan verwachte ontvangsten in 2012: beleidswijzigingen in 2012 die na de Miljoenennota tot stand zijn gekomen, de doorwerking van de gerealiseerde ontvangsten over 2011 naar de ontvangsten 2012 en ten slotte de endogene ontwikkeling van de ontvangsten. Dat laatste betreft de ontwikkeling van de belasting- en premieontvangsten over 2012 als gevolg van de ontwikkeling van de relevante macro-economische indicatoren.

Beleidswijzigingen sinds Miljoenennota 2012

Ook na de totstandkoming van de Miljoenennota 2012 is sprake geweest van beleidswijzigingen voor 2012. De budgettaire consequenties van deze wijzigingen bedragen 1,0 miljard euro (zie tabel 2.5.2) en komen voornamelijk voort uit het in april 2012 gesloten Begrotingsakkoord 2013. De maatregelen uit het akkoord die effect hebben op de ontvangsten in 2012 betreffen de structurele verlaging van het tarief van de overdrachtsbelasting naar 2 procent vanaf 1 juli 2012, de verhoging van het algemene btw-tarief met 2 procent per 1 oktober 2012 en de verdubbeling van de bankenbelasting.

Doorwerking 2011 naar 2012

Het verschil tussen de gerealiseerde ontvangsten over 2011 en de verwachting daarover bij Miljoenennota 2012 werkt door naar 2012. Bij Miljoenennota 2012 (september 2011) betrof de stand van de inkomsten 2011 nog een raming. De raming van de belasting- en premieontvangsten 2012 bij Miljoenennota 2012 is gebaseerd op deze ramingsstand voor 2011. De gerealiseerde ontvangsten over 2011 kenden uiteindelijk nog een tegenvaller ten opzichte van de Miljoenennotastand 2012. Deze tegenvaller werkt structureel door naar latere jaren en leverde daarmee een 2,6 miljard euro (zie tabel 2.5.2) lagere basisstand voor de inkomstenraming voor 2012.

Tabel 2.5.2 Ontwikkeling ontvangsten vanaf Miljoenennota gesplitst naar oorzaak (in miljarden euro’s) op EMU-basis

Miljoenennota 2012

231,9

     

Totale mutatie

– 11,4

     

Autonoom (beleidswijzigingen)

1,0

 

wv. overdrachtsbelasting

– 0,5

 

wv. omzetbelasting

0,9

 

wv. bankenbelasting

0,3

 

wv. overige belastingen en premies

0,3

     

Doorwerking 2011

– 2,6

 

wv. belastingen en premies volksverzekeringen

– 2,4

 

wv. premies werknemersverzekeringen

– 0,2

     

Endogeen

– 9,8

 

wv. loon- en inkomensheffing

– 2,9

 

wv. vennootschapsbelasting

– 2,5

 

wv. omzetbelasting

– 2,3

 

wv. overdrachtsbelasting

– 0,5

 

wv. belasting op personenauto's en motorrijwielen

– 0,5

 

wv. overige belastingen en premies

– 1,1

     

Financieel Jaarverslag 2012

220,5

Endogene ontwikkeling ten opzichte van de raming bij Miljoenennota

De endogene ontwikkeling van de belasting- en premieontvangsten over 2012 is 9,8 miljard euro lager uitgekomen dan geraamd bij Miljoenennota (zie tabel 2.5.2). Deze tegenvallende ontwikkeling geldt voor vrijwel alle belastingen en premies. De grootste tegenvallers (in absolute zin) zijn te vinden bij de grootste drie belastingsoorten: de loon- en inkomensheffing, de omzetbelasting en de vennootschapsbelasting. De meeste tegenvallers laten zich goed verklaren door de ontwikkeling van de relevante macro-economische indicatoren.

Zoals in tabel 2.5.2 te zien levert de loon- en inkomensheffing met – 2,9 miljard euro de grootste tegenvaller. De lagere ontvangsten uit de loon- en inkomensheffing worden allereerst verklaard door een veel minder gunstige loonontwikkeling (zowel de contractuele als de incidentele loonstijging vallen lager uit). De ontwikkeling van de incidentele loonstijging was fors negatief waar bij Miljoenennota 2012 nog een beperkte stijging werd verwacht. De bruto loonontwikkeling lag 1,6 procent lager dan ingeschat werd bij de Miljoenennota. Ook de ontwikkeling van de werkgelegenheid kwam negatiever uit dan bij Miljoenennota voorzien. Ten slotte vielen de ontvangsten uit de loon- en inkomensheffing tegen door een lagere winstontwikkeling van zelfstandigen die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting. Er werd een stijging van de winsten van zelfstandigen verwacht, terwijl een daling is gerealiseerd. De vennootschapsbelasting kent een tegenvaller van 2,5 miljard euro. Deze tegenvaller laat zich allereerst verklaren door een lagere winstontwikkeling over 2012 dan waar bij de Miljoenennota vanuit is gegaan. Daarnaast zijn de kasontvangsten in 2012 met betrekking tot eerdere transactiejaren lager uitgekomen dan verwacht. Deze lagere ontvangsten uit eerdere jaren volgen weer uit nadere voorlopige of definitieve aanslagen.

De ontvangsten uit de omzetbelasting (btw) kennen een tegenvaller van 2,3 miljard euro. Deze tegenvaller wordt met name veroorzaakt door een fors negatievere ontwikkeling van de investeringen in nieuwe woningen dan waar bij Miljoenennota 2012 vanuit is gegaan. Voor de ontwikkeling van de investeringen in nieuwe woningen in 2012 werd bij Miljoenennota een groei van 3,5 procent voorzien, maar uiteindelijk is een afname van 12,7 procent gerealiseerd. Daarnaast is de waardeontwikkeling van de particuliere consumptie in 2012 1,3 procent lager uitgekomen dan oorspronkelijk verwacht. Daarbij is tevens sprake van een samenstellingseffect vanwege het gedifferentieerde karakter van de btw-heffing. De duurzame consumptie – die belast is met het algemene tarief van 21 procent5 – heeft zich veel minder gunstig ontwikkeld dan de consumptie die belast is tegen het lage tarief. De ontwikkeling van de duurzame consumptie is zelfs met 5,7 procent gedaald, terwijl bij Miljoenennota nog een groei van 3 procent was verondersteld. Het aandeel van de duurzame consumptie in de totale consumptie is daarmee lager uitgekomen dan verwacht.

De ontvangsten uit de overdrachtsbelasting kennen een tegenvaller van 0,5 miljard euro. Dit wordt verklaard door een veel lagere ontwikkeling van het aantal verkopen en door de lagere prijsontwikkeling van tweedehands woningen. De waardemutatie verkopen tweedehands woningen is 14,9 procent lager uitgekomen dan waar bij Miljoenennota vanuit is gegaan. Deze tegenvaller komt bovenop de lagere ontvangsten (– 0,5 miljard) als gevolg van het structureel maken van de verlaging van het tarief voor woningen per 1 juni 2012. Bij de ontvangsten uit de belasting op personenauto's en motorrijwielen (bpm) doet zich een tegenvaller voor van 0,5 miljard euro. Deze tegenvaller heeft vooral te maken met het soort nieuwe auto dat is verkocht in 2012. In de raming bij Miljoenennota 2012 is rekening gehouden met een verdere vergroening van de nieuw verkochte auto’s, echter de verschuiving naar auto’s met een geringe tot nihil uitstoot van CO2 ten koste van auto’s met een hogere CO2-uitstoot blijkt in praktijk nog weer groter dan verwacht. Hoewel de CO2-normen in de belastingen per 1 juli 2012 verder zijn aangescherpt hebben de verkopen zich veel sterker geconcentreerd op de – op basis van de nieuwe en lagere CO2-grenzen – bpm vrijgestelde auto’s dan ingeschat. Tegelijkertijd is in het eerste half jaar sterk geanticipeerd op die aanscherping.

Tabel 2.5.3 Macro-economische kernvariabelen realisatie FJR 2012 ten opzichte van Miljoenennota
 

MN 2012

FJR 2012

Verschil

Nominale groei BBP

3,0%

– 0,2%

– 3,2%

Waardemutatie particuliere consumptie

2,2%

0,9%

– 1,3%

Waardemutatie investeringen in woningen

3,5%

– 12,7%

– 16,2%

Waardemutatie verkopen tweedehands woningen

4,6%

– 10,3%

– 14,9%

Waardemutatie investeringen in motorvoertuigen

1,5%

– 10,4%

– 11,9%

Ontwikkeling overig inkomen

2,4%

– 2,7%

– 5,1%

Bruto loonontwikkeling

2,7%

1,0%

– 1,6%

Werkgelegenheid markt

0,1%

– 0,8%

– 0,9%

Arbeidsinkomensquote

79,3%

80,4%

1,1%

Licence