Base description which applies to whole site

2.2 Budgettaire kerngegevens

Het Rijk gaf in 2017 minder geld uit onder het netto uitgavenkader dan verwacht en de opbrengsten uit de belastinginkomsten en premies waren juist flink hoger dan verwacht. Een van de belangrijkste gevolgen daarvan is dat de overheidsschuld verder daalde.

Tabel 2.2.1 Budgettaire kerngegevens (in miljarden euro)
 

MN 2017

FJR 2017

Verschil

Inkomsten (belastingen en sociale premies)

260,5

271,3

10,7

           

Netto-uitgaven onder de kaders

255,7

251,8

– 3,8

   

Rijksbegroting in enge zin

109,2

106,7

– 2,5

   

Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid

77,9

77,1

– 0,7

   

Budgettair Kader Zorg

68,5

68,0

– 0,6

Overige netto-uitgaven

6,2

10,4

4,2

   

Gasbaten

– 2,6

– 2,4

0,2

   

Rentelasten

6,4

6,5

0,1

   

Zorgtoeslag

4,4

4,3

– 0,1

   

Overig

– 2,1

2,0

4,0

Totale netto-uitgaven

261,9

262,2

0,3

           

EMU-saldo centrale overheid

– 1,3

9,1

10,4

EMU-saldo decentrale overheden

– 1,9

– 1,1

0,9

           

Feitelijk EMU-saldo

– 3,3

8,0

11,3

Feitelijk EMU-saldo (in procenten bbp)

– 0,5%

1,1%

1,6%

           

EMU-schuld

440

416

– 24

EMU-schuld (in procenten bbp)

62,1%

56,7%

– 5,4%

           

Bruto binnenlands product (bbp)

709

733

24

De totale netto-uitgaven van het Rijk bedroegen vorig jaar in totaal 262,2 miljard euro; 0,3 miljard euro meer dan begroot. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen uitgaven onder de kaders en daarbuiten. Zoals de tabel laat zien, waren de uitgaven onder de kaders 3,8 miljard euro lager dan begroot in de Miljoenennota 2017. De uitgaven buiten het uitgavenkader verslechterden echter met 4,2 miljard euro.

Dit heeft twee oorzaken. De eerste is de vertraagde ratificatie van het Eigenmiddelenbesluit (EMB). Door de vertraagde ratificatie ontvingen Nederland en andere de EU-lidstaten de kortingen op de nationale afdrachten over de jaren 2014 tot en met 2016 pas in 2017. Deze ontvangst is verwerkt onder het uitgavenkader Rijksbegroting in enge zin. Zodoende vielen daar de uitgaven fors mee. De ontvangen korting valt voor het overheidssaldo echter in de jaren 2014–2016. Daarom is bij de overige uitgaven voor de vertraging een correctie van 2,6 miljard euro opgenomen, zodat de saldobelasting correct is. De tweede oorzaak is dat zorgverzekeraars in 2017 voor de uitvoering van de basisverzekering Zvw meer beheerskosten hebben gemaakt en minder reserves hebben afgebouwd dan verwacht in de Miljoenennota 2017; een effect van 1,6 miljard euro.

De opbrengsten uit de belastingheffingen en de sociale premies waren 10,7 miljard euro hoger dan de Miljoenennota 2017 vermeldde. Die hogere inkomsten zorgden voor een verbetering van het EMU-saldo van de centrale overheid. De begroting 2017 ging uit van een overheidstekort centrale overheid van 1,3 miljard euro, maar dat is omgeslagen in een overschot van 9,1 miljard euro. De gemeenten, provincies en waterschappen laten ook een kleiner tekort zien dan begroot: 1,1 miljard euro in plaats van 1,9 miljard euro. Hiermee komt de collectieve sector uit op een overschot van 8,0 miljard euro. Afgezet tegen de omvang van de economie, het bbp, bedroeg het overschot 1,1 procent, terwijl het kabinet in de begroting voor 2017 nog rekening hield met een tekort van 0,5 procent.

De schuld van de collectieve sector, ook wel de overheidschuld of EMU-schuld genoemd, lag eind 2017 24 miljard euro lager dan het kabinet verwachtte toen het de begroting 2017 opstelde. De 416 miljard euro schuld is gelijk aan 56,7 procent van het bbp en komt daarmee voor het eerst, sinds het uitbreken van de economische crisis, uit onder de SGP-grenswaarde van 60 procent.

Licence