In de bedrijfsvoeringsparagrafen van de departementale jaarverslagen is gerapporteerd welke rapporteringstoleranties zijn overschreden in 2020. De rechtmatigheid van de begrotingshoofdstukken afzonderlijk is in 2020 binnen de gehanteerde tolerantiegrenzen gebleven, met uitzondering van de volgende begrotingshoofdstukken:
– IV. Koninkrijksrelaties en BES fonds
– VI. Justitie en Veiligheid
– VII. Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties
– XII. Infrastructuur en Waterstaat
– XIII. Economische Zaken en Klimaat
– XIV. Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
– XVI. Volksgezondheid, Welzijn en Sport
– C. Provinciefonds
De oorzaken van de meeste fouten en onzekerheden in 2020 waren coronagerelateerd. Meer dan de helft van de optelsom van fouten en onzekerheden op de verplichtingen (circa 70%) en uitgaven (circa 60%) is coronagerelateerd. Het overgrote deel hiervan komt door het niet tijdig informeren van de Eerste Kamer over de spoedeisende coronamaatregelen (in de meeste gevallen was de Tweede Kamer wel op tijd geïnformeerd). De getroffen steunmaatregelen zijn zeker in het begin van de crisis onder grote druk tot stand gekomen, met als gevolg dat de informatievoorziening niet in alle gevallen tijdig verliep.
Andere veelvoorkomende oorzaken van fouten en onzekerheden in 2020 waren:
– Niet geheel voldoen aan aanbestedingsregels en (contract)voorwaarden
– Specifieke uitkeringen onder de 10 miljoen euro niet volgens de Financiële Verhoudingswet verstrekken
– Onrechtmatige overbruggingsovereenkomsten (voor interim-management & organisatieadvies, inkoopadvies, auditdiensten en financiële adviesdiensten)
– Staatssteuntoetsen die ontbraken of van onvoldoende kwaliteit waren
De ministers moeten in de bedrijfsvoeringsparagraaf van hun jaarverslag melding maken van fouten en onzekerheden ten aanzien van de rechtmatigheid, indien het bedrag daarvan een bepaalde grens (rapporteringstolerantie) overschrijdt. Indien dit juist en volledig gebeurt, staat dit een goedkeurende controleverklaring van de Auditdienst Rijk niet in de weg. In de departementale jaarverslagen is expliciet aandacht besteed aan de overschrijdingen waarbij de coronacrisis een rol gespeeld heeft.
Artikel 2.27 Comptabiliteitswet De weerslag die de coronacrisis heeft op de rijksbegroting kenmerkt zich onder andere door het uitzonderlijke en frequente beroep op artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016 (CW). Dat beroep is in veertig incidentele suppletoire begrotingen (ISB) gedaan. In artikel 2.27 CW is bepaald dat in uitzonderlijke gevallen ministeries verplichtingen mogen aangaan en uitgaven mogen doen vóór officiële autorisatie door de Staten-Generaal. Een beroep op artikel 2.27 CW heeft daardoor effect op het budgetrecht en op de rijksfinanciën. Als de bestrijding van de coronacrisis nieuw beleid vereiste, is zo veel mogelijk geprobeerd de Staten-Generaal vooraf per brief te informeren (volgens artikel 2.27 CW, tweede lid). Daar waar de bestrijding van de coronacrisis meer financiële ruimte vereiste voor bestaand beleid is zo veel mogelijk geprobeerd terughoudend te zijn (volgens artikel 2.27 CW, eerste lid). Met een beroep op artikel 2.27 CW hebben departementen kwalitatief inhoud proberen te geven aan het budgetrecht van de Staten-Generaal. Dit gebeurde in een tijd waarin uitgaven vaak gedaan moesten worden onder grote tijdsdruk.
De coronacrisis heeft ook zijn weerslag gehad op het parlementaire proces waarlangs autorisatie moet worden verkregen. Dit komt mede doordat beide Kamers in het begin van de coronacrisis maar beperkt fysiek konden vergaderen. De ISBs waren erop gericht de Staten-Generaal zo adequaat mogelijk te informeren over de maatregelen en de budgettaire gevolgen daarvan.
In de Najaarsnota 202017 is invulling gegeven aan de toezegging een overzicht op te nemen van het aantal ISBs dat is ingediend sinds de coronacrisis begon. Bij dit overzicht is weergegeven of er bij een ISB een beroep is gedaan op artikel 2.27 CW. Tijdens het najaarsnotadebat is toegezegd een verder gespecificeerd overzicht te geven van de ISBs. Naast het beroep op artikel 2.27 CW moest hierin staan waar er daadwerkelijk sprake was van uitgaven vóór de autorisatie door de Staten-Generaal. Een tabel met deze informatie staat in bijlage 13. In deze tabel staan ook de nota's van wijziging die potentieel op een ISB kunnen volgen. Het overzicht is in lijn met wat is toegezegd. Dit betekent dat hierin enkel gedane uitgaven staan en geen gedane verplichtingen. Tabel 3.2.4 is een samenvattend overzicht van de tabel in bijlage 13.
Aantal | Beroep 2.27 CW | Beroep 2.27 CW en uitgaven voor autorisatie (%) | doorlooptijd parlementair proces (in dagen) | ||
min | gemiddeld | max | |||
---|---|---|---|---|---|
52 | 40 | 60% | 11 | 58 | 237 |