Artikel 1 Gemeentefonds
Stand ontwerpbegroting 2020 incl. NvW en amendementen | Stand na 1e suppletoire begroting1 | Mutaties 1e ISB | Stand 1e ISB | Mutatie 2021 | Mutatie 2022 | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 31.901.410 | 32.243.308 | 519.000 | 32.762.308 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 31.901.410 | 32.329.676 | 519.000 | 32.848.676 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan juridisch verplicht | 100% | 100% | ||||||
Opdrachten | 1.261 | 2.005 | 0 | 2.005 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Kosten Financile-verhoudingswet | 1.261 | 2.005 | 0 | 2.005 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan medeoverheden | 31.900.149 | 32.327.671 | 519.000 | 32.846.671 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Algemene uitkering c.a. en de aanvullende uitkeringen | 26.354.315 | 26.451.709 | 106.000 | 26.557.709 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Integratie-uitkeringen | 4.461.903 | 4.638.118 | 90.000 | 4.728.118 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Decentralisatie-uitkeringen | 1.083.931 | 1.237.844 | 323.000 | 1.560.844 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 31.901.410 | 32.329.676 | 519.000 | 32.848.676 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2019/20, 35 450-B, nr. 1)
Toelichting algemeen
Het kabinet heeft een eerste pakket maatregelen getroffen, over de periode tot 1juni 2020, om gemeenten te compenseren voor de financile gevolgen van de coronacrisis. In tabel 2 zijn deze maatregelen opgenomen, voor zover de financiering nu via het gemeentefonds verloopt. Onder de tabel worden de verschillende maatregelen kort toegelicht. Een uitgebreide toelichting is opgenomen in de kamerbrief Compensatiepakket coronacrisis medeoverheden van 28mei 2020.
Uitgaven 2020 | |
---|---|
Vastgestelde begroting 2020 | 31.901.410 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2020 | 428.266 |
Stand na 1e suppletoire begroting 2020 | 32.329.676 |
Mutaties incidentele suppletoire begroting | |
1) Toeristen- en parkeerbelasting | 225.000 |
2) Continuiteit van zorg | 144.000 |
3) Sociale Werkbedrijven | 90.000 |
4) Lokale culture voorzieningen | 60.000 |
Stand incidentele suppletoire begroting 2020 | 32.848.676 |
Toelichting mutaties
1) Toeristen- en parkeerbelasting
Gemeenten worden geconfronteerd met een terugval van toeristen- en parkeerbelasting als gevolg van de coronamaatregelen. Het kabinet heeft besloten de gemeenten voor de periode van 1maart 2020 tot en met 1juni 2020 te compenseren voor een bedrag van 225 mln. Dit wordt uitgekeerd in de vorm van een decentralisatie-uitkering.
2) Continuteit van zorg
De medeoverheden spannen zich in om te zorgen dat de dienstverlening aan burgers en ondernemers zo goed mogelijk doorgaat. Denk daarbij aan de continuteit van de zorgverlening en ondersteuning in het sociaal domein. Omwille van de continuteit van zorg voor clinten tijdens coronamaatregelen n voor continuteit van het stelsel nadien zijn maatregelen genomen, teneinde clinten op grond van de Jeugdwet en de Wmo 2015 hulp en ondersteuning te kunnen blijven bieden. Er is besloten een voorschot te verlenen van 144 mln. voor de meerkosten en inhaalzorg. Dit wordt uitgekeerd via de algemene uitkering (46 mln.) en de decentralisatie-uitkeringen Maatschappelijke opvang (91 mln.) en Vrouwenopvang (7 mln.).
3) Sociale Werkbedrijven
Als gevolg van het coronavirus zijn de sociale werkbedrijven geheel of gedeeltelijk gesloten. Daardoor vallen bedrijfsopbrengsten weg waarmee (deels) de loonkosten van medewerkers die werkzaam zijn voor een sociale werkbedrijf worden gefinancierd. Tekorten in de exploitatie worden in de reguliere systematiek opgevangen door een hogere gemeentelijke bijdrage. Deze financieringsbron staat onder druk omdat gemeenten meer financile gevolgen hebben van de coronacrisis. Het kabinet heeft daarom besloten om de Rijksbijdrage Wet sociale werkvoorziening (Wsw) te verhogen met 90 mln. voor de periode 1maart 2020 tot 1juni 2020 ter compensatie van een deel van de loonkosten. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de integratie-uitkering Participatie.
4) Lokale culture voorzieningen
Het kabinet heeft besloten om een bevoorschotting op de compensatie aan medeoverheden te verstrekken van 60 mln. voor de periode van medio maart 2020 tot en met 1juni 2020. Dit met het oogmerk op borging van de lokale en regionale culturele infrastructuur (waaronder: openbare bibliotheken, muziekscholen, centra voor de kunsten, musea, monumenten, schouwburgen, concertzalen, vlakke vloer theaters, poppodia, filmhuizen, beeldende kunstinstellingen, amateurkunst, cultuureducatie en festivals). Deze organisaties missen nu onder andere inkomsten uit kaartverkoop en horeca, terwijl de vaste lasten zoals huisvesting en beveiliging doorlopen. Dit bedrag zal worden toegevoegd aan de algemene uitkering.