Inleiding
De Staat is op 30augustus 2020 een principeovereenkomst aangegaan met U-Diagnostics als leverancier van analysecapaciteit polymerase chain reaction- tests (hierna PCR). Het betreft een garantstelling van VWS zodat GGD'en de afgenomen testmonsters kunnen sturen naar het gecontracteerde lab en wanneer dit net gebeurt, VWS garant staat om aan te vullen tot het afgesproken niveau. Deze overeenkomst is nodig om tijdig voldoende afname capaciteit voor laboratoria te garanderen om tests te kunnen verwerken. Dit als onderdeel van de beheers- en controleerstrategie van het kabinet. De Minister van VWS staat hiermee garant voor de gemaakte kosten die voortkomen uit de overeengekomen bedragen gekoppeld aan de afgesproken minimum afname van het aantal PCR tests. U-Diagnostics garandeert beschikbaarheid van een afgesproken hoeveelheid tests per dag. De duur van de overeenkomst is 6 maanden met de optie om te verlengen met telkens 3 maanden.
Probleemstelling en rol van de overheid
Conform het beleidskader risicoregelingen (dat onderdeel uitmaakt van de begrotingsregels 20182021) vindt besluitvorming over een nieuwe risicoregeling (garantie, lening en achterborgstelling) en/of aanpassing van een bestaande risicoregeling plaats aan de hand van het Toetsingskader Risicoregelingen. Na besluitvorming in de ministerraad wordt het toetsingskader verstuurd aan het parlement.
Als onderdeel van de beheers- en controleerstrategie voor de beheersing van COVID-19 zijn in augustus en september 2020 garanties afgegeven om voldoende testcapaciteit te borgen. Gezien de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de garantieovereenkomst tot stand is gekomen wordt het ingevulde afwegingskader na de besluitvorming aan het parlement toegestuurd.
1. Wat is het probleem dat aanleiding is geweest voor het beleid?
Het kabinet voert sinds de COVID-19 uitbraak in Nederland verschillende maatregelen door om de negatieve gevolgen van het virus zo ver als mogelijk te minimaliseren voor zowel de mens als economie. Een belangrijk onderdeel van het beleid om het virus te kunnen controleren en beheersen, is het testen van burgers met milde klachten en bij positieve testuitslag snel bron- en contactonderzoek te starten. Vanaf 1juni 2020 is het voor iedereen met (milde) klachten mogelijk om zich te laten testen op het Coronavirus. Om dit beleid vast te houden is het noodzakelijk dat er voldoende testcapaciteit beschikbaar is, ook wanneer het aantal mensen dat klachten krijgt volgens de prognoses van RIVM verder zal oplopen (najaar: maximaal 70.000 testen per dag, vroege voorjaar: maximaal 86.000 testen per dag).
De testvraag in Nederland is nu al groot met op dit moment circa 160.000 tests per week. De testvraag is ook harder opgelopen dan verwacht en kent regionaal grote verschillen. Ook valt de (internationale) beschikbaarheid van materialen voor het kunnen uitvoeren van testen op het moment tegen. Dit legt een druk op de beschikbare analyse capaciteit van laboratoria om de tests te kunnen verwerken. U-Diagnostics is een partij die met behulp van hun samenwerkingspartner, het Duitse laboratorium Labor Dr. Wisplinghoff de analyse capaciteit kan leveren die nodig is om de testcapaciteit die nodig is op pijl te houden en Nederland in staat stelt de testcapaciteit verder uit te breiden. De Minister van VWS heeft een overeenkomst gesloten met U-Diagnostics/Labor Dr. Wisplinghoff om in de behoefte van PCR test te voorzien voor een periode van minimaal 6 maanden.
U-Diagnostics/Labor Dr. Wisplinghoff heeft afgesproken dat zij garant staan voor de levering van maximaal 5.000 PCR-testen per dag. U-Diagnostics/Labor Dr. Wisplinghoff garandeert beschikbaarheid van deze hoeveelheid PCR-testen per dag, ook wanneer er krapte ontstaat in de beschikbaarheid van materialen in Duitsland. Hierover is ook gesproken met de verantwoordelijke Minister van de Duitse deelstaat van Noordrijn-Westfalen. Gezien de onvoorspelbaarheid van de ontwikkeling van de testvraag in Nederland loopt U-Diagnostics/Labor Dr. Wisplinghoff hier een financieel risico. De Minister heeft daarom besloten om zich garant te stellen voor de afname van minimaal 2.000 PCR-testen per dag met de daarbij afgesproken financile compensatie. In de maand september zullen teststromen van GGD'en worden omgeleid naar U-Diagnostics/Labor Dr. Wisplinghoff; het is daarmee de verwachting dat het minimale aantal van 2.000 testen per dag (garantstelling) wordt gehaald. Financiering zonder levering van testen lijkt daarmee niet waarschijnlijk.
2. Waarom rekent de centrale overheid het tot haar verantwoordelijkheid om het probleem op te lossen?
Het opschalen van de testcapaciteit is een overwogen onderdeel van het kabinetsbeleid om COVID-19 te bestrijden. Meer testen is noodzakelijk om het virus te controleren. Zo houden we zicht op de verspreiding van het virus in Nederland en kan geanticipeerd worden als er brandhaarden ontstaan. De Minister van VWS is doordrongen van de noodzaak om de testcapaciteit te handhaven en geleidelijk verder uit te breiden. De bestaande lab-capaciteit is niet toereikend en de normale gang van zaken (waarbij een GGD een kleine overeenkomst sluit met een laboratorium) leidt, gelet op de noodzakelijke aantallen, niet tot voldoende extra capaciteit. Additionele inzet vanuit VWS is daarom gewenst.
3. Is het voorstel voor de risicoregeling:
a) ter compensatie van risicos die niet in de markt kunnen worden gedekt, en/of
b) het beste instrument waarmee een optimale doelmatigheidswinst kan worden bewerkstelligd ten opzichte van andere beleidsinstrumenten? Maak een vergelijking met alternatieve beleidsinstrumenten.
Door de onvoorspelbaarheid en wereldwijde omvang van de COVID-19 crisis en daardoor voortdurend wijzigende omstandigheden is dit risico niet via de markt te verzekeren.
4. Op welke wijze wordt het nieuw aan te gane risico gecompenseerd door risicos vanuit andere risicoregelingen binnen de begroting te verminderen?
Gezien het karakter van de maatregel is er geen gelegenheid geweest ter compensatie risicos van andere risicoregelingen binnen de begroting te verminderen.
Risicos en risicobeheersing
5. Wat zijn de risicos van de regeling voor het Rijk?
a. Wat is het totaalrisico van de regeling op jaarbasis? Kent de regeling een totaalplafond?
De regeling kent een plafond van 23,4miljoen (de garantstelling van een minimale dagelijkse afname van 2.000 testen voor zes maanden).
b. Hoe staan risico en rendement van de regeling tot elkaar in verhouding?
Het betreft een tijdelijke maatregel van zes maanden, met mogelijkheid tot verlenging naar maximaal 18 maanden waarvoor geen marktconforme risicopremie wordt gevraagd. De Staat ontvangt dus geen rendement.
c. Wat is de inschatting van het risico voor het Rijk in termen van waarschijnlijkheid, impact, blootstellingduur en beheersingsmate?
Het is de verwachting dat het minimale aantal van 2.000 testen per dag (garantstelling) wordt gehaald en dat daarmee ook de testcapaciteit gegarandeerd is. Financiering zonder levering van testen lijkt daarmee niet heel waarschijnlijk.
6. Welke risico-beheersende en risico-mitigerende maatregelen worden getroffen om het risico voor het Rijk te minimaliseren? Heeft de budgettair verantwoordelijke Minister voldoende mogelijkheden tot beheersing van de risicos, ook als de regeling op afstand van het Rijk wordt uitgevoerd?
Het ministerie geeft opdracht aan het Landelijk Cordinatie Team Diagnostische Keten om de teststromen te verleggen richting U-Diagnostics/Labor Dr. Wisplinghoff. Het Landelijke Cordinatie Team Diagnostische Keten cordineert op dit moment de landelijke teststromen voor COVID-19 vanuit GGDen naar de labs. Voornemen is het LCDK een onderdeel te maken van VWS.
Het gaat hier niet om fysieke tests maar om testcapaciteit in laboratoria. Wanneer er geen gebruik wordt gemaakt van de volledige minimale afname van 2000 tests kan deze capaciteit niet doorverkocht worden.
7. Bij complexe risico's: hoe beoordeelt een onafhankelijke expert het risico van het voorstel en de risico-beheersende en risico-mitigerende maatregelen van Rijk?
Het betreft een tijdelijke noodmaatregel waarvoor geen onafhankelijke expertopinie is gevraagd.
Vormgeving
8. Welke premie wordt voorgesteld en hoeveel wordt doorberekend aan de eindgebruiker? Is deze premiekostendekkend en marktconform. Zo nee, hoeveel budgettaire ruimte wordt het door het vakdepartement specifiek ingezet?
Er is afgezien van het in rekening brengen van een marktconforme premie gelet op de tijdelijke en kortdurende aard van deze maatregel en omdat de kosten ongeacht de uitvoeringsvariant uit collectieve middelen worden betaald. De uitgaven resulterend uit deze regeling zullen generaal worden ingepast.
9. Hoe wordt de risicovoorziening vormgegeven?
De regeling is van tijdelijke en kortdurende aard. Daarom wordt geen risicovoorziening ingesteld.
10. Welke horizonbepaling wordt gehanteerd (standaardtermijn is maximaal 5 jaar)?
6 maanden, hierna wordt bezien of er aanleiding is om de garantie te verlengen.
11. Wie voert de risicoregeling uit en wat zijn de uitvoeringskosten van de regeling?
De risicoregeling wordt uitgevoerd door het Ministerie van VWS. Voor de uitvoeringskosten is geen inschatting beschikbaar.
12. Hoe wordt de regeling gevalueerd, welke informatie is daarvoor relevant en hoe wordt een deugdelijke evaluatie geborgd?
Momenteel zijn nog geen afspraken gemaakt over de evaluatie van deze risicoregeling.