Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een inhoudelijk deel en een artikelsgewijs deel. Vervolgens wordt per beleidsartikel een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting. Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting in € miljoen) | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
Deze Incidentele Suppletoire Begroting heeft betrekking op het ophogen van de subsidieregeling Inhaal- en ondersteuningsprogramma’s. Op grond van deze regeling konden scholen voor voorschoolse educatie, primair, speciaal en voortgezet onderwijs en instellingen voor middelbaar beroepsonderwijs (mbo), voortgezet algemeen volwassen onderwijs (vavo) en overige educatie subsidie aanvragen voor schooljaar 2020/2021. Hiermee kunnen zij inhaal- en ondersteuningsprogramma’s (laten) organiseren naast het reguliere onderwijsprogramma. Deze programma’s hebben als doel leerlingen, studenten, vavo-studenten en deelnemers te helpen leer- en ontwikkelachterstanden en studievertraging in de beroepspraktijkvorming, die zij hebben opgelopen in verband met de gehele of gedeeltelijke sluiting van scholen en instellingen dit jaar wegens de uitbraak van COVID-19, weg te werken en hen daarbij te ondersteunen. Op alle sectoren, behalve het vavo1, is sprake van overintekening op deze regeling. Om die reden heeft het Kabinet besloten in 2020 eenmalig € 38,0 miljoen extra ter beschikking te stellen en ook het resterende budget op de subsidieregeling inhaal- en ondersteuningsprogramma’s voor voorschoolse educatie (ca. € 5,0 miljoen) hiervoor in te zetten. Dit leidt tot verhoging van de subsidieregelingen van € 43,1 miljoen. Hierover is de Tweede Kamer geïnformeerd per brief van 8 oktober 2020 over «Continuïteit van onderwijs in schooljaar 2020/21» (Kamerstukken II 2020/21, 35 ..., nr. ..).