Stand ontwerpbegroting 2022 incl. ISB's, NvW en amendementen | Mutaties 6e ISB | Stand 6e ISB | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 12.452.722 | 623.250 | 13.075.972 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 4.359.973 | 623.250 | 4.983.223 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | 3.959.202 | 623.250 | 4.582.452 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Missiegedraven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) | 60.135 | 60.135 | |||||
Hernieuwbare Energietransitie (HER+) | 42.140 | 42.140 | |||||
Energie-efficiëntie | 2.368 | 2.368 | |||||
Green Deals | 500 | 500 | |||||
Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+) | 75.963 | 75.963 | |||||
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) | 7.075 | 7.075 | |||||
Projecten Klimaat en Energieakkoord | 3.981 | 3.981 | |||||
MEP | 0 | 0 | |||||
SDE | 687.400 | 687.400 | |||||
SDE+ | 2.585.508 | 2.585.508 | |||||
SDE++ | 76.855 | 76.855 | |||||
Aardwarmte | 17.500 | 17.500 | |||||
ISDE-regeling | 258.000 | 258.000 | |||||
Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS) | 0 | 0 | |||||
Carbon Capture and Storage (CCS) | 4.080 | 4.080 | |||||
Subidieregeling Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties (EDS) | 0 | 0 | |||||
Hoge Flux Reactor | 6.401 | 6.401 | |||||
Elektrisch rijden | 0 | 0 | |||||
Caribisch Nederland | 6.144 | 6.144 | |||||
Overige subsidies | 50.000 | 50.000 | |||||
Opschalingsinstrument waterstof | 4.000 | 4.000 | |||||
Maatregelen voor CO2-reductie | 0 | 0 | |||||
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) | 42.519 | 42.519 | |||||
Subsidie ondersteuning verduurzaming mkb | 25.633 | 25.633 | |||||
IPCEI waterstof | 3.000 | 0 | 3.000 | ||||
Vulmaatregelen gasopslag | 0 | 623.250 | 623.250 | ||||
Leningen | 61.400 | 0 | 61.400 | ||||
Lening EBN | 61.400 | 61.400 | |||||
Lening Gasunie | 0 | 0 | |||||
Garanties | 0 | 0 | 0 | ||||
Verliesdeclaratie aardwarmte | 0 | 0 | |||||
Opdrachten | 36.953 | 0 | 36.953 | ||||
Onderzoek mijnbouwbodembeweging | 1.986 | 1.986 | |||||
SodM onderzoek | 2.425 | 2.425 | |||||
Uitvoeringsagenda Klimaat | 623 | 623 | |||||
Klimaat mondiaal | 335 | 335 | |||||
Onderzoek en opdrachten | 31.584 | 31.584 | |||||
Bijdrage aan agentschappen | 81.435 | 0 | 81.435 | ||||
Bijdrage aan RVO.nl | 64.746 | 64.746 | |||||
Bijdrage aan Agentschap Telecom | 4.103 | 4.103 | |||||
Bijdrage aan NEa | 7.536 | 7.536 | |||||
Bijdrage aan KNMI | 1.264 | 1.264 | |||||
Bijdrage aan NVWA | 886 | 886 | |||||
Bijdrage aan RIVM | 1.600 | 1.600 | |||||
Bijdrage aan RWS | 1.300 | 1.300 | |||||
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s | 142.417 | 0 | 142.417 | ||||
Doorsluis COVA-heffing | 111.000 | 111.000 | |||||
TNO kerndepartement | 29.690 | 29.690 | |||||
TNO-SodM | 1.727 | 1.727 | |||||
Bijdrage aan medeoverheden | 1.340 | 0 | 1.340 | ||||
Uitkoopregeling | 1.340 | 1.340 | |||||
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 10.893 | 0 | 10.893 | ||||
Bijdrage aan Nuclear Research Group (NRG) | 8.259 | 8.259 | |||||
Internationale contributies | 1.624 | 1.624 | |||||
PBL Rekenmeesterfunctie | 1.010 | 1.010 | |||||
Stortingen begrotingsreserve | 66.333 | 0 | 66.333 | ||||
Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie | 66.333 | 66.333 | |||||
Storting in begrotingsreserve aardwarmte | 0 | 0 | |||||
Ontvangsten | 3.720.277 | 0 | 3.720.277 | 0 | 155.250 | 156.000 | 156.000 |
Ontvangsten COVA | 111.000 | 111.000 | |||||
Opbrengst heffing ODE (SDE++) | 2.692.000 | 2.692.000 | |||||
Ontvangsten zoutwinning | 2.511 | 2.511 | |||||
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie | 4.186 | 4.186 | |||||
ETS-ontvangsten | 900.000 | 900.000 | |||||
Onttrekking begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie | 0 | 0 | |||||
Diverse ontvangsten | 10.580 | 10.580 | |||||
Heffing gasleveringszekerheid | 0 | 0 | 155.250 | 156.000 | 156.000 |
Stand ontwerpbegroting 2022 incl. ISB's, NvW en amendementen | Mutaties 6e ISB | Stand 6e ISB | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | |
Verplichtingen | 12.452.722 | 623.250 | 13.075.972 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan garantieverplichtingen | 44.200 | 44.200 | |||||
waarvan overige verplichtingen | 12.408.522 | 623.250 | 13.031.772 |
Budgetflexibiliteit
Het juridisch verplichte deel van het uitgavenbudget is circa 71%. Van de 29% budgetflexibele ruimte heeft circa 13 procentpunt betrekking op de vulmaatregel gasopslag waarvoor nog verplichtingen zullen worden aangegaan in 2022.
Toelichting
In deze zesde incidentele suppletoire begroting wordt het parlement om autorisatie verzocht voor het aangaan van verplichtingen en doen van uitgaven voor de Vulmaatregel gasopslag, zoals voorgesteld in de Kamerbrief Onafhankelijkheid van Russische olie, kolen en gas met behoud leveringszekerheid van 22 april 2022.
Verplichtingen en uitgaven
Subsidies
Vulmaatregelen gasopslag
Momenteel is sprake van een ongebruikelijke situatie op de gasmarkt: de zomergasprijs is hoger dan wintergasprijs. Dit maakt opslag van gas met het oog op de winter voor marktpartijen onaantrekkelijk. Het zou immers neerkomen op het inkopen tegen een hogere prijs dan de verwachte verkoopprijs in de winter. Dit tast de leveringszekerheid voor aankomende winter aan.
Voor een aantal gasopslag zijn reeds maatregelen getroffen, maar niet voor gasopslag Bergermeer, de grootste vrij toegankelijke hoogcalorische gasopslag van West-Europa en een belangrijk onderdeel van de energie-infrastructuur. Om gasopslag toch gevuld te krijgen neemt het kabinet de volgende twee maatregelen.
Allereerst een subsidiemaatregel die marktpartijen voldoende stimulans geeft om Bergermeer alsnog te vullen. Marktpartijen kunnen in een tenderregeling meedingen naar een subsidie die hen vergoedt voor:
1. het negatieve verschil tussen de huidige gasprijzen en de verwachte gasprijzen aankomende winter (de zogenoemde zomer-winter spread);
2. een incentivebonus (premie) om deelname te stimuleren; en
3. een vergoeding voor de opslagkosten (indien de partij niet reeds opslagcapaciteit geboekt heeft in gasopslag Bergermeer).
Marktpartijen zullen zelf het gas moeten in- en verkopen. De subsidie is enkel bedoeld om het rendabel te maken om gas op te slaan.
Daarnaast wijst het kabinet voor de resterende vulbehoefte, die niet wordt gevuld door marktpartijen, EBN aan als partij om gas op te slaan in Bergermeer. EBN is een beleidsdeelneming met de Staat als enige aandeelhouder. EBN zal hiervoor eveneens een vergoeding (subsidie) krijgen. Deze vergoeding ziet onder andere op het verschil tussen de zomer- en wintergasprijs en de kosten verbonden aan de opslag zelf. EBN zal de inkoop van gas zelf financieren.
Voor de twee maatregelen is € 623,25 mln nodig in 2022, waarvan € 366 mln voor de subsidieregeling en € 257,25 mln voor de vergoeding aan EBN. De maatregelen zijn zo vormgegeven dat bij een meer gebruikelijke prijsontwikkeling (hogere winterprijzen dan zomerprijzen) het deel van de subsidie dat het verschil vergoedt tussen de hoge zomergasprijs en lage wintergasprijs vervalt. De uitgaven zullen dan lager uitvallen. Andersom geldt dat bij een sterk lagere winterprijs de uitgaven hoger kunnen uitvallen.
Er zal gewerkt worden met voorschotten die dit jaar gedurende het vulseizoen worden uitgekeerd. In 2023 zal de eindafrekening (subsidievaststelling) plaatsvinden. Afhankelijk van de prijsontwikkeling tot 1 oktober en de prijsontwikkeling van 1 oktober tot 1 april 2023 is er de mogelijkheid dat uitgaven in 2023 zullen plaatsvinden in plaats van in 2022.
Ontvangsten
Heffing gasleveringszekerheid
Gegeven het open en grensoverschrijdende karakter van de Europese gasmarkt dragen de Nederlandse gasopslagen en het vullen ervan bij aan de leveringszekerheid van de gehele Unie en met name de ons omringende landen. Uitgangspunt is dat de kosten die met hiervoor genoemde maatregelen gemoeid zijn worden gedragen door de gebruikers (ofwel: de gebruiker betaalt). Dit betreft zowel gebruikers in Nederland als daarbuiten.
Voor het verhalen van de uiteindelijke gemaakte kosten op gebruikers wordt, in samenhang met de uiteindelijke wijze waarop voor de langere termijn invulling wordt gegeven aan de vulverplichting, gewerkt aan een heffing op geboekte capaciteit voor transport via het landelijk gastransportnet van GTS (bovenop - maar niet in - de tarieven voor gastransport). Op die manier kan de rekening worden gelegd bij de gebruikers die profiteren van de vulling van de gasopslagen (leveringszekerheid), inclusief de gebruikers in het buitenland. Deze heffing zal zodanig worden uitgewerkt dat de financiering van voornoemde maatregelen een vorm van voorfinanciering is en de uiteindelijke kosten door de gebruikers van het gastransportnet worden opgebracht. De ontvangsten zijn voor nu geraamd op € 155,25 mln in 2024 en € 156 mln in de jaren 2025 ‒ 2027, in totaal € 625,25 mln.