Binnen de huidige regeling van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld (regeling Hillen) is het mogelijk om door middel van vooruitbetaling of achterafbetaling van rente op de eigenwoningschuld onder omstandigheden in aanmerking te komen voor de genoemde aftrek. In de praktijk is gebleken dat van deze niet beoogde uitwerking gebruik wordt gemaakt. Dit wetsvoorstel bevat een maatregel waarmee deze ongewenste uitwerking wordt voorkomen.
Voor het rentevoordeel van personeelsleningen voor de eigen woning geldt een nihilwaardering voor de loonbelasting. De reden hiervoor is dat het in de loonbelasting betrekken van het rentevoordeel vervolgens leidt tot eenzelfde bedrag aan renteaftrek binnen de eigenwoningregeling in de inkomstenbelasting. Bijtellen heeft dan weinig nut. In bepaalde situaties ligt dit echter anders. Voor zover het eigenwoningforfait hoger is dan de aftrekbare rente voor de eigen woning, bestaat namelijk recht op een aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld. Dit betekent bijvoorbeeld dat als de eigenwoningschuld is afgelost, er per saldo geen bijtelling van het eigenwoningforfait plaatsvindt. Door de nihilwaardering van het rentevoordeel van personeelsleningen voor de eigen woning in de loonbelasting komt een belastingplichtige sneller en tot een groter bedrag in aanmerking voor de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld. Dit leidt tot een ongelijke behandeling ten opzichte van belastingplichtigen zonder personeelsleningen. Daarnaast wordt in de praktijk gebruik gemaakt van deze onbedoelde samenloop. Er wordt bijvoorbeeld aan directeur-grootaandeelhouders geadviseerd om een lening met een nihilrente af te spreken met hun bv. Met de voorgestelde wijzigingen wordt de ongelijke behandeling opgeheven en wordt ook dit oneigenlijke gebruik voorkomen.