De S&O-afdrachtvermindering is al jaren een veel gebruikt instrument ter bevordering van innovatie. Uit de evaluatie over de periode 2006–201020 blijkt dat de S&O-afdrachtvermindering doet wat hij beoogt, namelijk het bevorderen van de private loonuitgaven aan speur- en ontwikkelingswerk. Daarnaast draagt de S&O-afdrachtvermindering bij aan de verbetering van de kwaliteit van het speur- en ontwikkelingswerk in Nederland en is de S&O-afdrachtvermindering gunstig voor het vestigingsklimaat.
Zoals reeds aangekondigd in de kabinetsbrief »bedrijfslevenbeleid in uitvoering»21 biedt de evaluatie handvatten voor een budgetneutrale herschikking van de S&O-afdrachtvermindering. Daarmee kan de doeltreffendheid en doelmatigheid van de regeling worden bevorderd. Het kabinet kiest ervoor om de eerste schijf te verlengen naar € 200 000. Deze maatregel is met name van belang om het MKB meer mogelijkheden te bieden om door te groeien, omdat vooral de kleinere tot middelgrote bedrijven van een schijfverlenging profiteren. Uit de evaluatie is gebleken dat het verlengen van de eerste schijf bedrijven tot meer speur- en ontwikkelingswerk heeft aangezet. Verder acht het kabinet het van belang om, met het oog op het vestigingsklimaat, het plafond van de S&O-faciliteit evenals in voorgaande jaren vast te stellen op € 14 miljoen.
Als dekking van deze verruimingen wordt het tarief in de eerste schijf verlaagd naar 38% en wordt het starterstarief verlaagd tot 50%. Dat sluit aan op de uitkomst van de evaluatie dat de effectiviteit van hogere percentages beperkter is. Daarnaast wordt een aantal technische maatregelen genomen, die zijn gebaseerd op het rapport Innovatie en toegepast onderzoek (2010)22. Dit rapport vloeit voort uit een onderzoek dat is uitgevoerd in het kader van de brede heroverwegingen. Zo wordt voortaan het uurloon naar boven afgerond op hele euro’s in plaats van op een veelvoud van € 5 en vervalt de margeregeling.
In de onderstaande tabel zijn de parameters voor de S&O-afdrachtvermindering weergegeven:
2010 | 2011 | 2012 | 2013 (BP 2012) | 2013 (BP 2013) | |
---|---|---|---|---|---|
1e schijf | 50% | 50% | 42% | 45% | 38% |
1e schijf starters | 64% | 64% | 60% | 60% | 50% |
Loongrens | € 220 000 | € 220 000 | € 110 000 | € 150 000 | € 200 000 |
2e schijf | 18% | 18% | 14% | 14% | 14% |
Plafond | € 14 mln. | € 14 mln. | € 14 mln. | € 8,5 mln. | € 14 mln. |
Het structurele budget van de S&O-afdrachtvermindering bedraagt € 715 miljoen. Het gebruik van de S&O-afdrachtvermindering heeft in 2011 geleid tot een overschrijding van het budget met € 45 miljoen. Die overschrijding moet worden gedekt in 2013. Dat gebeurt deels door de hiervoor aangekondigde maatregelen en deels door een incidentele verhoging van het budget in 2013 met € 20 miljoen. De maatregelen voor de S&O-afdrachtvermindering voor 2013 worden ingevuld met inachtneming van de in de memorie van toelichting op het Belastingplan 2012 beschreven budgetsystematiek. Deze budgetsystematiek brengt voorts met zich dat de bovenstaande percentages, op basis van bekende gegevens over de ontwikkeling van het gebruik van de regeling in het lopende jaar, bij regeling van de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie om budgettaire redenen voor aanvang van 1 januari 2013 kunnen worden aangepast.