Ten aanzien van de heffingskortingen in de inkomstenbelasting voor buitenlandse belastingplichtigen wordt voorgesteld om in de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) op te nemen dat niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen die inwoner zijn van een andere lidstaat van de Europese Unie, een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, Zwitserland of de BES-eilanden7 (de landenkring) in voorkomende gevallen steeds recht hebben op het belastingdeel van de arbeidskorting en van de inkomensafhankelijke combinatiekorting. De wet wordt hiermee op dit punt in overeenstemming gebracht met het EU-recht. Dit voorstel is in lijn met de maatregel uit het pakket Belastingplan 2018 op grond waarvan buitenlandse belastingplichtigen die buiten de landenkring wonen vanaf 2019 in de loonbelasting niet langer recht hebben op het belastingdeel van de heffingskortingen. In verband met bepalingen in (Nederlandse) belastingverdragen die discriminatie van vaste inrichtingen verbieden wordt voorgesteld het recht op het belastingdeel van de arbeidskorting en van de inkomensafhankelijke combinatiekorting ook te regelen voor de betreffende buitenlandse belastingplichtigen die een onderneming drijven met behulp van een vaste inrichting in Nederland.