Base description which applies to whole site

3.5 Totstandkoming van informatie over het gevoerde beleid

Wij geven jaarlijks, krachtens de CW 2001, een oordeel over de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid in de jaarverslagen van de ministers. Om tot een oordeel te komen over de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid selecteren wij jaarlijks een aantal prestatie- en effectgegevens. Wij hebben beoordeeld of de risico’s die wij signaleren in de deugdelijke totstandkoming van de beleidsinformatie in opzet zijn afgedekt door voldoende beheersmaatregelen.

3.5.1 Beleidsinformatie voldoet niet altijd aan de eisen

Wij hebben 119 van de 778 prestatie-indicatoren en enkele overige prestatie- en effectgegevens uit de departementale jaarverslagen onderzocht. We hebben getoetst of deze informatie op deugdelijke wijze tot stand is gekomen en of de presentatie ervan voldeed aan de verslaggevingsvoorschriften. We hebben in ons onderzoek vastgesteld dat de onderzochte beleidsinformatie deugdelijk tot stand is gekomen, met uitzondering van achttien van de 119 door ons onderzochte indicatoren.

We hebben het volgende vastgesteld.

  • Dertien van de onderzochte indicatoren bleken niet eenduidig geformuleerd. Zo werd bij de prestatie-indicator «percentage schriftelijke klachten bij afgifte reisdocumenten» in het jaarverslag van het Ministerie van BuZa niet toegelicht dat uitsluitend de schriftelijke klachten ontvangen op het kerndepartement waren meegerekend. Schriftelijke klachten ontvangen op de consulaire posten waren niet meegenomen. Door dit soort onduidelijkheden is het voor de lezer niet duidelijk wat er is gemeten.

  • Bij vier indicatoren was de deugdelijkheid van de broninformatie niet gewaarborgd. Er zijn in die gevallen onvoldoende beheersmaatregelen getroffen om te waarborgen dat de beleidsinformatie in het jaarverslag deugdelijk tot stand is gekomen. Zo bleek de prestatie-indicator over de klanttevredenheid over www.overheid.nl in het jaarverslag van het Ministerie van BZK deels gebaseerd op een webenquête met een zeer lage respons (48 ingevulde enquêtes op jaarlijks 14,5 miljoen bezoekers), waardoor het realisatiecijfer hoogstwaarschijnlijk niet representatief was.

  • Iets vergelijkbaars zien we bij de verantwoording door het voormalige Ministerie van LNV over de realisatie van de prestatie-indicator «minder nalevingskosten». De informatie was voornamelijk gebaseerd op een krantenartikel, dat niet nader was geverifieerd.

  • Van één indicator bleek de meting niet reconstrueerbaar. Dit betreft de meting van de indicator over het terugbrengen van het aantal regels in het jaarverslag van het voormalige Ministerie van LNV. Uit het dossier van het ministerie bleek niet welke soorten regels waren meegeteld in de meting.

  • In vijf jaarverslagen (die van Justitie, Defensie, VenW, EZ en van de Overige Hoge Colleges van Staat) was de beleidsinformatie niet volgens de verslaggevingsvoorschriften gepresenteerd. In deze jaarverslagen was geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen kengetallen en indicatoren. Dit onderscheid is belangrijk omdat een indicator iets zegt over de mate waarin een minister een beleidsdoelstelling bereikt en een kengetal alleen achtergrondinformatie geeft bij het beleid en het beleidsterrein.

3.5.2 Auditdiensten leggen regels beleidsinformatie verschillend uit

Wij hebben onderzocht in hoeverre de auditdiensten hun onderzoek naar beleidsinformatie met voldoende diepgang uitvoeren, zodat wij hiervan voor ons oordeel over de deugdelijke totstandkoming gebruik kunnen maken. Volgens de CW 2001 dienen auditdiensten beleidsinformatie te onderzoeken op deugdelijke totstandkoming.

Zes van de twaalf auditdiensten blijken hun onderzoek te beperken tot de controle van de aansluiting van de informatie in het jaarverslag met de broninformatie en de beoordeling van de kwaliteit van de dossiervorming. Wij vinden dat de auditdienst ook de informatiebronnen zelf op deugdelijke totstandkoming moet onderzoeken om de betrouwbaarheid van de prestatie-indicatoren te waarborgen. De regelgeving is op dit punt echter niet duidelijk. Wij zullen in overleg treden met het Ministerie van Financiën om de regelgeving op dit punt aan te scherpen.

Licence