Base description which applies to whole site

2.3.2 Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (SZA)

Het kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (SZA) liet in 2014 een onderschrijding zien van 0,8 miljard euro. Ten opzichte van de Begrotingsafspraken 2014 gaf de overheid 0,8 miljard euro minder uit aan sociale zekerheid en arbeidsmarktbeleid dan verwacht. Dat was mede te danken aan de werkloosheidsuitgaven die in 2014 1,7 miljard lager uitkwamen dan gedacht; minder mensen hadden (korter) een WW-uitkering of een WWB-uitkering dan ten tijde van de Begrotingsafspraken werd verondersteld.

Tabel 2.3.3 Kadertoetsing Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (SZA, in miljarden euro, – = onderschrijding)
 

2014

Begrotingsafspraken 2014

0,0

Werkloosheidsuitgaven

– 1,7

Ruilvoet

0,4

Kinderopvangtoeslag

– 0,4

AOW

– 0,1

Kasschuiven

– 0,5

Kaderaanpassing

1,8

Overig

– 0,3

Jaarverslag 2014

– 0,8

Tegenover de meevaller op de werkloosheidsuitgaven staat een zogenoemde ruilvoettegenvaller. Het SZA-kader wordt jaarlijks geïndexeerd met de prijs Nationale Bestedingen (pNB). De uitgaven onder het kader volgen grotendeels de contractloonontwikkeling. In 2014 was de neerwaartse bijstelling van het SZA-kader als gevolg van een lager dan verwachte pNB groter dan de neerwaartse bijstelling van de uitgaven onder het SZA-kader als gevolg van de contractloonontwikkeling. Dat heeft geleid tot een ruilvoettegenvaller van 0,4 miljard euro.

Aan de kinderopvangtoeslag werd fors minder uitgegeven dan verwacht, voornamelijk doordat het aantal kinderen in de kinderopvang en het aantal opvanguren per kind lager uitviel dan geraamd. Als gevolg van eerdere versoberingen, en ondanks de intensivering in 2014, gebruikten ouders minder kinderopvang.

Ook de AOW-uitgaven kwamen lager uit dan begroot. Enerzijds was de gemiddelde hoogte van de partnertoeslag lager dan bij Begrotingsafspraken 2014 geraamd. Anderzijds was er een kleine budgettaire tegenvaller omdat er meer AOW-gerechtigden waren. Per saldo leidde dit tot een meevaller van 0,1 miljard in 2014.

Binnen het SZA-kader paste het kabinet enkele kasschuiven toe. De grootste hiervan betrof een schuif van 2014 naar 2015 in verband met het in mei 2014 genomen besluit om de huishoudentoeslag niet per 2015 in te voeren.

In 2013 zijn alle kaders herijkt naar aanleiding van het bezuinigingspakket in de Begrotingsafspraken 2014. Het kader SZA is toen aangepast voor de maatregelen uit het aanvullend pakket en de daarmee samenhangende correctie als gevolg van de overheveling van de ouderenkorting. Daarnaast werden macro-economische mutaties, vooral als gevolg van de oplopende werkloosheid, en een aantal overige mutaties (zoals kasschuiven) verwerkt in de stand van het SZA-kader in 2013. In het debat over de Voorjaarsnota 2014 werd toegezegd om het kader SZA weer te verlagen. Door deze kaderaanpassing is het uitgavenkader verlaagd met het bedrag waarvoor het na de Begrotingsafspraken 2014 is verhoogd, gecorrigeerd voor het SZA-deel van het sociaal akkoord en het SZA-deel van de bezuinigingen bij de Begrotingsafspraken 2014.

De post «Overig» bevat met name meevallers bij de overbruggingsregeling AOW en het kindgebonden budget. Het aantal mensen dat gebruik maakt van de overbruggingsregeling kwam lager uit dan bij Begrotingsafspraken 2014 verwacht, evenals de gemiddelde hoogte van de overbruggingsregeling. De uitgaven aan het kindgebonden budget kwamen lager uit door de hogere economische groei en hogere inkomens waardoor minder mensen kindgebonden budget ontvangen.

Licence