De beleidsarme ontwikkeling van de belasting- en premieontvangsten in 2014 ten opzichte van de ontvangsten een jaar eerder, de zogenoemde «horizontale» ontwikkeling, is uitgekomen op een groei van 0,8 procent. In het oog springt daarbij de groei van de overdrachtsbelasting (45,4 procent), dividendbelasting (13,3 procent) en de vennootschapsbelasting (11,3 procent), maar ook de lagere ontvangsten uit de bankbelasting (– 10,6 procent) en de belastingen op milieugrondslag (– 9,3 procent), zoals tabel 2.4.4 toont.
De indirecte belastingen kenden in 2014 per saldo een positieve beleidsarme ontwikkeling van 0,8 procent. De omzetbelasting (btw) – verreweg de grootste indirecte belastingsoort – is met 0,7 procent toegenomen, met name dankzij de groei van de particuliere consumptie (1,3 procent). De groei van de duurzame consumptie, met een btw-tarief van 21 procent, kwam zelfs uit op 3,2 procent. Ook de investeringen in woningen en de overheidsinvesteringen groeiden met respectievelijk 1,7 procent en 2,3 procent. De btw-ontvangsten over 2013 die in 2014 werden geïnd kwamen veel lager uit dan dat de Belastingdienst in 2013 nog ontving over 2012. Zodoende zijn de totale btw-ontvangsten 2014 minder hoog dan wat de macro-economische indicatoren voor 2014 op het eerste gezicht beloven.
De ontvangsten uit de belasting op personenauto’s en motorrijwielen (bpm) kennen een negatieve beleidsarme ontwikkeling in 2014 van 4,5 procent. Vooral de lagere verkoop van nieuwe auto’s, 7 procent minder dan in 2013, verklaart dat verschil met 2013.
De accijnsontvangsten kennen een endogene stijging van 3,1 procent in 2014 ten opzichte van een jaar eerder. Vooral de opbrengsten uit tabaksaccijns in 2014 verklaren deze plus. De ontvangsten uit de brandstofaccijnzen laten een zeer beperkte stijging zien. De ontvangsten uit de drankaccijnzen laten een beleidsarme daling zien ten opzichte van 2013.
Het aantal verkochte bestaande woningen steeg fors in 2014, tegen gemiddeld iets hogere prijzen. Dat zorgde voor 45 procent hogere ontvangsten uit de overdrachtsbelasting in 2014 ten opzichte van 2013. Verder laat de energiebelasting een forse negatieve beleidsarme ontwikkeling in 2014 zien, vanwege een lager energieverbruik in 2014 ten opzichte van 201323. Ten slotte vallen ook de ontvangsten uit de bankbelasting in 2014 lager uit. Het balanstotaal van banken is het afgelopen jaar gedaald, enerzijds door het afstoten van onderdelen en anderzijds doordat de omvang van het vreemd vermogen (niet gedekte schulden) is afgenomen.
2014 | |
---|---|
Kostprijsverhogende belastingen | 0,8% |
Omzetbelasting | 0,7% |
Belasting op personenauto's en motorrijwielen | – 4,5% |
Accijnzen | 3,1% |
Overdrachtsbelasting | 45,4% |
Motorrijtuigenbelasting | – 1,5% |
Belastingen op een milieugrondslag | – 9,3% |
Bankbelasting | – 10,6% |
Overige kostprijsverhogende belastingen | 5,1% |
Belastingen op winst, inkomen en vermogen en premies volksverzekeringen | 0,9% |
Loon- en inkomensheffing | – 0,7% |
Dividendbelasting | 13,3% |
Vennootschapsbelasting | 11,3% |
Overige belastingen op inkomen, winst en vermogen (m.n. schenk- en erfbelasting) | – 7,5% |
Belastingen en premies volksverzekeringen (VVZ) in totaal | 0,8% |
Premies werknemersverzekeringen | 0,5% |
Belastingen en premies VVZ en premies WNVZ in totaal | 0,8% |
Nominale groei bbp | 1,8% |
Bij de directe belastingen was in 2014 sprake van een positieve (beleidsarme) ontwikkeling van de inkomsten van 0,9 procent ten opzichte van een jaar eerder. Dit is een saldo van positieve en negatieve ontwikkelingen.
Zo was vorig jaar sprake van een negatieve ontwikkeling van de ontvangsten uit de loon- en inkomensheffing (– 0,7 procent) door een daling van het arbeidsvolume met 0,4 procent bij een beperkte brutoloonontwikkeling van 0,7 procent.
De ontvangsten uit de vennootschapsbelasting (vpb) zijn in 2014 met 11,3 procent gestegen. Dat heeft allereerst te maken met hogere bedrijfswinsten in 2014 ten opzichte van 201324. Ook vallen de ontvangsten uit voorgaande belastingjaren flink hoger uit dan in 2013 het geval was.
De dividendbelasting laat een toename van 13,3 procent zien ten opzichte van 2013. Dat is in lijn met de hogere bedrijfswinsten, waarmee dividenduitkeringen immers samenhangen. De daling van 7,5 procent bij de overige belastingen op inkomen, winst en vermogen zit met name in de schenk- en erfbelasting. In 2013 kwamen incidenteel meer ontvangsten binnen, doordat de Belastingdienst hoge werkvoorraden in het heffingsproces voor de erf- en schenkbelasting uit 2012 wegwerkte. Dat leidde tot een incidentele piek in de ontvangsten in 2013, waardoor de ontvangsten in 2014 lager uitkomen. Ten slotte zijn de ontvangsten uit de premies werknemersverzekeringen met 0,5 procent toegenomen in 2014 ten opzichte van een jaar eerder. Dit betreft met name hogere ontvangsten uit de zorgpremies door een hogere grondslag waarover de inkomensafhankelijke zorgpremie wordt geheven.