DEBET | 31-12-2016 | 31-12-2015 | CREDIT | 31-12-2016 | 31-12-2015 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
OMSCHRIJVING | € mln. | € mln. | OMSCHRIJVING | € mln. | € mln. | |||
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 231.086 | 246.282 | 12 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 233.411 | 244.525 | |
2 | Vorderingen buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen) | 14.878 | 14.494 | 13 | Schulden buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden) | 34.829 | 36.102 | |
3 | Liquide Middelen | 1.307 | 276 | 14 | Saldi begrotingsfondsen | 13 | 19 | |
4 | Saldo geldelijk beheer van het Rijk | 24.037 | 22.684 | 15 | Saldi begrotingsreserves | 3.055 | 3.089 | |
Totaal intra-comptabele posten | 271.308 | 283.736 | Totaal intra-comptabele posten | 271.308 | 283.736 | |||
5 | Openstaande rechten | 20.790 | 20.428 | 16 | Tegenrekening openstaande rechten | 20.790 | 20.428 | |
6 | Vorderingen (extra-comptable vorderingen) | 53.853 | 53.446 | 17 | Tegenrekening vorderingen | 53.853 | 53.446 | |
7 | Tegenrekening schulden | 346.664 | 342.808 | 18 | Schulden (extra-compatabele schulden) | 346.664 | 342.808 | |
8 | Voorschotten | 131.783 | 128.114 | 19 | Tegenrekening voorschotten | 131.783 | 128.114 | |
9 | Tegenrekening andere verplichtingen | 113.821 | 97.280 | 20 | Andere verplichtingen | 113.821 | 97.280 | |
10 | Deelnemingen | 47.496 | 50.860 | 21 | Tegenrekening deelnemingen | 47.496 | 50.860 | |
11 | Tegenrekening garantieverplichtingen | 172.239 | 204.557 | 22 | Garantieverplichtingen | 172.239 | 204.557 | |
Totaal extra-comptabele posten | 886.646 | 897.494 | Totaal extra-comptabele posten | 886.646 | 897.494 | |||
TOTAAL-GENERAAL | 1.157.954 | 1.181.230 | TOTAAL-GENERAAL | 1.157.954 | 1.181.230 |
Toelichting op de saldibalans van het Rijk.
Met ingang van dit jaar is de opzet van de saldibalans van het Rijk gewijzigd ten opzichte van de voorgaande jaren. Conform de departementale saldibalansen is de benaming van de posten deels aangepast. Tevens wordt naast het saldo ultimo van het verantwoordingsjaar ook het saldo ultimo van het vorige verantwoordingsjaar weergegeven.
De saldibalans van het Rijk is een optelling van de goedgekeurde saldibalansen van de afzonderlijke begrotingshoofdstukken, die geconsolideerd wordt met de saldibalans van de centrale administratie van ’s Rijks Schatkist. Door het optellen van de afzonderlijke saldibalansen komen ook onderlinge schuldverhoudingen tussen begrotingshoofdstukken tot uiting in de saldibalans van het Rijk. Voor een nadere toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de jaarverslagen van de ministeries of de begrotingsfondsen.
Ad 1) Uitgaven ten laste van de begroting
Onder de post uitgaven ten laste van de begroting worden de gerealiseerde uitgaven van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen.
Ad 2) Vorderingen buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)
Onder vorderingen buiten begrotingsverband worden de uitgaven geboekt die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend. Onder deze post staan alleen de vorderingen waarvan wordt verwacht dat binnen een afzienbare termijn verrekening zal plaatsvinden.
Ad 3) Liquide middelen
De totaalstand van de liquide middelen bestaat uit het saldo bij de banken en de contante gelden.
Ad 4) Saldo geldelijk beheer van het Rijk
De post saldo geldelijk beheer van het Rijk bevat de door Financiën overgenomen uitgaven en ontvangsten binnen begrotingsverband van afgesloten begrotingsjaren. De definitieve afsluiting van een begrotingsjaar vindt plaats nadat de Staten-Generaal de Slotwet hebben aangenomen. Nadat de Staten-Generaal de Slotwet hebben aangenomen worden de eindbedragen voor de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op het afgesloten begrotingsjaar overgeboekt op de post saldo geldelijk beheer van het Rijk. Het saldo geldelijk beheer is hiermee een meerjarige optelling van alle door het parlement goedgekeurde uitgaven en ontvangsten van het rijk tot en met het laatst afgesloten boekjaar.
Ad 5 en 16) Openstaande rechten
Onder openstaande rechten wordt verstaan: vorderingen die niet voortvloeien uit met derden te verrekenen begrotingsuitgaven, maar op andere wijze ontstaan. Rechten kunnen ontstaan doordat conform wettelijke regelingen vastgestelde aanslagen aan derden worden opgelegd (bijvoorbeeld belastingen, college- en schoolgelden) of op grond van doorberekening van de kosten van verleende diensten of geleverde goederen. Rechten zijn een voorfase van de ontvangsten.
Ad 6 en 17) Vorderingen (extra-comptabel)
Vorderingen die zijn voortgevloeid uit uitgaven ten laste van de begroting. Het gaat dan om reeds verrichte uitgaven welke binnen begrotingsverband zijn geboekt en waarvoor op termijn nog een verrekening met derden dan wel met een ander onderdeel van het Rijk zal plaatsvinden. Tevens zijn hierin begrepen uitgaven die in eerste instantie op derdenrekeningen zijn geboekt, maar waarvan de verrekening met derden dan wel een ander onderdeel van het Rijk niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden, terwijl verrekening wel mogelijk is.
Ad 7 en 18) Schulden
Schulden die zijn voortgevloeid uit ontvangsten ten gunste van de begroting. Net als bij extra-comptabele vorderingen gaat het om reeds verrichte ontvangsten welke geboekt zijn binnen begrotingsverband en waarvoor nog op termijn een verrekening plaats zal vinden. Ook uitgegeven leningen worden onder de post schulden opgenomen.
Ad 8 en 19) Voorschotten
Onder de post voorschotten worden de bedragen opgenomen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op een later definitief vast te stellen c.q. af te rekenen bedrag.
Ad 9 en 20) Andere verplichtingen
De post andere verplichtingen vormt een saldo van aangegane verplichtingen en hierop verrichte betalingen. Het saldo heeft zowel betrekking op de binnen als buiten begrotingsverband geboekte verplichtingen.
Ad 10 en 21) Deelnemingen
Onder de post deelnemingen worden alle deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen opgenomen. De waardering van de deelnemingen geschiedt op basis van de oorspronkelijke aankoopprijs. In enkele gevallen geschiedt de waardering tegen de nominale waarde van het aandeel in het gestort en opgevraagd kapitaal.
Ad 11 en 22) Garantieverplichtingen
Onder de post garanties worden de bedragen opgenomen die de hoofdsommen vormen van de garanties. Een afgegeven garantie wordt gezien als een verplichting en moet ook op dezelfde manier in de administratie worden verwerkt. Er is dus geen verschil in de registratie van garantieverplichtingen en andersoortige verplichtingen. Een verschil tussen een garantie en een andere verplichting is wel dat de hoofdsom van een garantie veelal niet of slechts gedeeltelijk tot uitbetaling zal leiden.
Ad 12) Ontvangsten ten gunste van de begroting
Onder de post ontvangsten ten gunste van de begroting worden de gerealiseerde ontvangsten van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen.
Ad 13) Schulden buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)
Onder schulden buiten begrotingsverband worden de ontvangsten geboekt die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend.
Ad 14) Saldi begrotingsfondsen
Onder saldi begrotingsfondsen worden saldi van het betreffende begrotingsjaar opgenomen. Het betreft de saldi van het Diergezondheidsfonds, het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.
Ad 15) Saldi begrotingsreserve
Onder de saldi begrotingsreserve worden de interne reserves van de ministeries opgenomen. Het gaat hier om de volgende reserves:
-
– Museaal Aankoopfonds en Risicopremie garantstelling onderwijsinstellingen (OCW);
-
– O&S Landbouw, O&S Visserij, Borgstellingsfonds, Groeifaciliteit, ECN verstrekte leningen, MKB-faciliteit, Apurement, Garantieregeling Geothermie, BMKB, Duurzame energie, Groen onderwijs, Scheepsbouwgarantie en Garantie ondernemingsfinanciering (EZ);
-
– Export kredietverzekeringen, SENO faciliteit en garantie Tennet (Financiën);
-
– Nationale Hypotheekgarantie en Woningcorporaties (Wonen en Rijksdienst);
-
– Asiel (V&J);
-
– Fonds opkomende markten (FOM) en Finance for international business (FIB) (Buitenlandse Zaken);
-
– DGGF, DRIVE en DTIF (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking);