Base description which applies to whole site

2.2.3. Nederlandse overheidsfinanciën in Europees perspectief

De Nederlandse overheidsfinanciën staan er beter voor dan gemiddeld in de eurozone, zoals figuur 2.2.4 laat zien. De gemiddelde overheidsschuld in de eurozone bedraagt 89,2 procent van het bbp. De schuld van de Nederlandse collectieve sector ligt, zoals eerder belicht, bijna 26 procentpunt lager op 62,3 procent van het bbp. Weinig landen binnen de eurozone noteren net als Nederland een overschot over vorig jaar. Het overschot van 0,4 procent van het bbp is bijna 2 procentpunt hoger dan het gemiddelde EMU-tekort binnen de eurozone van 1,5 procent.

Figuur 2.2.4 EMU-saldo en EMU-schuld lidstaten in de eurozone

Figuur 2.2.4 EMU-saldo en EMU-schuld lidstaten in de eurozone

Bron: Eurostat

Tabel 2.2.3 Structureel EMU-saldo (in procenten bbp)
 

MN 2016

FJR 2016

Feitelijk EMU-saldo

– 1,5%

0,4%

Af: conjuncturele component / incidentele componenten

– 0,2%

– 0,1%

Structureel EMU-saldo

– 1,3%

0,6%

De bekendste eisen uit het zogenoemde Stabiliteits- en Groeipact (SGP) zijn dat de lidstaten een maximale schuld van 60 procent van het bbp mogen hebben en maximaal een feitelijk tekort van 3 procent van het bbp. Naast grenzen aan het tekort en de schuld stelt het SGP nog andere eisen waaraan de begrotingen van lidstaten moeten voldoen. Een begroting moet ook beoordeeld worden op de hoogte en de ontwikkeling van het structureel saldo.

De correctie voor de conjunctuur in de economie is 0,1 procentpunt kleiner dan de correctie waarmee de begroting 2016 rekening hield, zoals tabel 2.2.3 laat zien. Zodoende komt het structureel saldo van de Nederlandse overheid in 2016 uit op een structureel overschot van 0,6 procent van het bbp. Nederland blijft dus weg bij de middellangetermijndoelstelling van een maximaal tekort van 0,5 van het bbp, zoals figuur 2.2.5 toont.

Figuur 2.2.5 Structureel saldo (in procenten bbp)

Figuur 2.2.5 Structureel saldo (in procenten bbp)

Bron: Centraal Planbureau, bewerking Ministerie van Financiën

Als een land niet voldoet aan de middellangetermijndoelstelling, toetst de Europese Commissie de ontwikkeling van de zogenoemde uitgavenregel. Die schrijft voor dat de gecorrigeerde overheidsuitgaven niet harder mogen stijgen dan de gemiddelde ontwikkeling van de potentiële economische groei. Deze regel is voor 2016 niet relevant voor Nederland, omdat de begroting voldoet aan de middellangetermijndoelstelling.

Licence