Zoals voorzien bij Miljoenennota 2021 leiden de hogere uitgaven en lagere inkomsten tot een tekort. Het EMU-saldo bedroeg in 2021 ‒ 2,5 procent van het bbp, zoals figuur 1.3.5 laat zien. Bij Miljoenennota 2021 werd er nog gerekend op een tekort van 5,5 procent van het bbp. Het overheidssaldo is daarmee 3 procentpunt positiever gebleken dan bij Miljoenennota 2021 werd verwacht. Dit komt voornamelijk door hogere inkomsten en een beter economisch herstel dan eerder geraamd. Daarnaast verbetert het saldo door onderuitputting op de begrotingen en hogere ontvangen dividenden van financiële staatsdeelnemingen. Door dit EMU-tekort blijft Nederland in 2021 binnen de Europese grenswaarde van 3 procent van het bbp.
Figuur 1.3.5 Ontwikkeling van het overheidssaldo1 (in procenten bbp)
Het EMU-saldo is ook minder negatief dan de ‒ 5,1 procent van het bbp dat bij Najaarsnota 2021 werd geraamd. De verbetering ten opzichte van deze raming wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat de uitgaven aan coronasteun lager uitvallen dan verwacht. De mutaties sinds de Miljoenennota 2021 met gevolgen voor het EMU-saldo worden in tabel 1.3.2 uiteengezet.
(+ is saldoverbeterend) | Miljoenen euro | Procenten bbp |
EMU-saldo MN 2021 | ‒ 44.897 | ‒ 5,5% |
Noemereffect | 0,2% | |
Belasting en premie-inkomsten | 29.320 | 3,4% |
Coronamaatregelen (uitgaven op kasbasis) | ‒ 18.799 | ‒ 2,2% |
Loon- en prijsbijstelling | ‒ 626 | ‒ 0,1% |
Niet-beleidsmatige mutatie WW en bijstand | 3.220 | 0,4% |
Reguliere uitgaven onder het uitgavenplafond | ‒ 3.923 | ‒ 0,5% |
Dividend financiële staatsdeelnemingen | 438 | 0,1% |
Ontvangsten ETS | 524 | 0,1% |
Nationaal Groeifonds | 968 | 0,1% |
EMU-saldo lokale overheden | 2.914 | 0,3% |
Overige uitgaven niet-relevant voor het uitgavenplafond | 7.637 | 0,9% |
Kastransactieverschillen coronamaatregelen | ‒ 760 | ‒ 0,1% |
Storting in begrotingsreserves en risicovoorzieningen | ‒ 338 | 0,0% |
Overig | 2.434 | 0,3% |
EMU-saldo Financieel Jaarverslag Rijk 2021 | ‒ 21.888 | ‒ 2,5% |
Bij de overschrijding van het uitgavenplafond gaat het om enkele mutaties die nader worden toegelicht in paragraaf 2.1.