Veel landen in de wereld maakten in 2021 een vergelijkbaar economisch herstel door. Een internationale vergelijking laat zien dat de Nederlandse economie wel relatief snel een bbp bereikte boven het niveau van voor de crisis. Dit gebeurde al in het derde kwartaal, terwijl veel landen dit niveau pas in het vierde kwartaal bereikten. De Nederlandse economie groeide weliswaar minder hard in 2021, namelijk met 4,8 procent tegenover het Europese gemiddelde van 5,2 procent, maar kreeg ook relatief een minder harde klap in 2020. De krimp van de Nederlandse economie bedroeg in 2020 ‘slechts’ 3,8 procent, tegenover een gemiddelde krimp van 6,2 procent in de Europese Unie.
Figuur 1.2.1 Bbp-ontwikkeling Nederland en voornaamste handelspartners
Bron: CBS en Eurostat
De coronacrisis zorgde voor een grote schok in de internationale handel. Dit terwijl de uitvoer van goederen en diensten een belangrijke inkomstenbron is voor de Nederlandse economie. De schok in de Nederlandse handel volgde de internationale ontwikkeling, maar was relatief iets minder hard. In maart en april van 2020 was de waarde van de Nederlandse handel ongeveer 20 procent lager dan een jaar eerder, terwijl de handel van OESO-landen gemiddeld meer dan 25 procent daalde. De handel leefde gedurende 2021 wel weer sterk op, zowel voor Nederland als voor belangrijke handelspartners. In het voorjaar van 2021 was de totale waarde van de handel bijna 50 procent meer dan in het voorjaar van 2020. De oplevende handel droeg daarmee in belangrijke mate bij aan het economisch herstel in Nederland.
Figuur 1.2.2 Ontwikkeling handel in Nederland en OESO-landen (in procenten, jaar-op-jaar)
Bron: CBS en OESO
De overheidsschulden zijn in Europa en de rest van de wereld fors toegenomen als gevolg van de coronacrisis. De gemiddelde overheidsschuld van landen in de Eurozone bedroeg 99,3 procent in 2021 ten opzichte van 86,1 procent in het eerste kwartaal van 2020, voor de coronacrisis. In een vergelijking van gemiddelde schulden over het geheel van 2020 en 2021 is de stijging beperkt, omdat de economie een groot deel van de klap in 2020 te verwerken kreeg, en veel Europese landen in 2021 zich economisch herstelden.
Figuur 1.2.3 EMU-schulden in 2020 en 2021
Bron: Europese Commissie
Tegelijkertijd zijn de rentes op de schulden nog steeds laag. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft ook in 2021 ondersteunend monetair beleid gevoerd om de financiële gevolgen van de coronacrisis te beperken. Aan de trendmatige daling van de rentes van afgelopen jaren lijkt nu echter een einde te komen, mede doordat de inflatie toeneemt. Dit kan komen door de hogere schuldenniveaus, en kan vooral in landen met hogere schuldenniveaus dan Nederland een economisch risico vormen. Nederland heeft nog steeds een relatief laag renteniveau: de rente op de 10-jaars-staatsobligaties was ‒ 0,53 procent in januari 2021 en ‒ 0,32 procent in december 2021. In Italië was de rente 0,62 procent in januari 2021 en steeg deze naar 1,05 procent in december 2021.
Figuur 1.2.4 Lange-termijn rente op staatsobligaties
Bron: Eurostat