Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien verlenging van de Specifieke Uitkering Ventilatie in Scholen (SUVIS) die in deze incidentele suppletoire begroting 2022 is opgenomen in het belang van het Rijk is, en niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregel starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. Voor de indiening van deze incidentele suppletoire begroting is uw Kamer op 14 januari geïnformeerd via de «Stand van zakenbrief Covid-19» en door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de Kamerbrief «Incidentele suppletoire begroting Specifieke Uitkering Ventilatie in Scholen».
Voor de maatregelen voor de Subsidie Verduurzaming en Verbetering Groningen wordt in deze incidentele suppletoire begroting geen beroep gedaan op lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. Hierbij zal gewacht worden op formele autorisatie van de Staten-Generaal. Over deze maatregelen is de Kamer geïnformeerd op 14 januari door de Staatssecretaris Mijnbouw via de Kamerbrief «Benutting budget woningverbeteringssubsidie».
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
Mede namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot