Rijksministerraad, Ministerraad en Onderraden
Het kabinet-Balkenende IV was het grootste deel van 2010 demissionair. In de demissionaire periode zijn de onderraden in 2010 minder vaak bijeen geweest. Het kabinet-Rutte heeft het stelsel van onderraden bij besluit van 15 oktober 2010 op onderdelen gewijzigd en in overeenstemming met het de prioriteiten van diens regeerakkoord gebracht.
Europa
De minister-president heeft als lid van de Europese Raad deelgenomen aan diens vergaderingen. In 2010 is de Europese Raad – soms in informele setting – vaker bijeengeweest in verband met de mondiale financieel-economische crisis in het algemeen en de Euro in het bijzonder. Enerzijds moest een antwoord worden gevonden op de acute crisis die ontstond rond de schuldenpositie van Griekenland en later Ierland, anderzijds was duidelijk dat het instrumentarium om landen te houden aan goed begrotingsbeheer en macro-economisch beleid, verbetering behoefde. Met de steun aan Griekenland, de vorming van het Stabiliteitsfunds (EFSF) en het besluit om een Europees Stabiliteits Mechanisme (ESM) in te stellen is een instrumentarium ontwikkeld om de stabiliteit van de Euro te borgen. Ook is besloten wetgeving tot stand te brengen die in de toekomst een striktere toepassing van het Stabiliteits- en Groeipact door lidstaten afdwingt, onder meer door de toepassing van sancties en is stringenter toezicht op economisch beleid (het zgn. Europees semester) tot stand gekomen. Tevens heeft de Europese Raad besloten het toezicht op de banken, financiële markten en het verzekeringswezen te versterken, door de instelling van onafhankelijke toezichthouders. Eveneens is de 2020 strategie vastgesteld, als opvolger van de Lissabon-strategie, die tot doel heeft de Europese economie te moderniseren en concurrerender te maken. De nieuwe regering heeft in het laatste kwartaal van 2010 aandacht gevraagd voor prioriteiten in de Europese samenwerking op het terrein van begroting, asiel en migratie en veiligheid. Samen met een aantal gelijkgezinde landen is de Commissie opgeroepen in de toekomstige begrotingssoberheid te betonen en tevens is aangegeven dat er een evenwichtiger systeem moet komen voor de berekening van contributies van lidstaten.
Koninkrijksrelaties; staatkundige vernieuwingen Nederlandse Antillen
De minister-president was in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Rijksministerraad en voorzitter van de rondetafelconferentie (RTC) betrokken bij de staatkundige vernieuwing van de Nederlandse Antillen. Op 9 september 2010 vond in de Ridderzaal de slot-RTC plaats, waarbij dit hervormingsproces binnen het Koninkrijk der Nederlanden werd afgerond. Sinds 10 oktober 2010 zijn, onder gelijktijdige opheffing van het land Nederlandse Antillen, Curaçao en Sint Maarten zelfstandige landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Bonaire, Saba, en Sint Eustatius werden bijzondere gemeenten. In dit kader zijn afspraken gemaakt over gezond financieel beheer en over goed bestuur en adequate rechtshandhaving.
Personele taakstelling
Het Ministerie van Algemene Zaken bestaat formatief voor ca. 40% uit de interdepartementale «shared service» Dienst Publiek en Communicatie. Voorts uit het bureau van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, de Rijksvoorlichtingsdienst en het secretariaat Ministerraad (tevens kabinet minister-president). De directe ondersteuning van de Ministerraad en van de minister-president omvat ca. 20% van het geheel. Het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten behoren formatief en budgettair eveneens tot de begroting III van het Ministerie van Algemene Zaken. Dit alles wordt ondersteund door bedrijfsvoeringfuncties.
In de periode 2007–2015 vult het ministerie een personele taakstelling (bezuiniging) in. Gecumuleerd daalt de omvang van ca. 500 fte, bij ongewijzigd beleid, naar ca. 400 fte.
Stroomlijning kennis- en adviesstelsel
Net als in voorgaande jaren is door de voorzitter van de WRR in overleg met het ministerie van AZ bijgedragen aan een meer strategische afstemming van de werkprogramma’s van adviesraden zoals deze aan de ministerraad jaarlijks worden voorgelegd. Hiertoe zijn algemeen verbindende thema’s geïdentificeerd waaraan de adviesraden in de komende jaren aandacht besteden en die verbindingen leggen met bij de genoemde strategische kabinetsthema’s. De werkprogramma’s voor 2011 zijn vanwege het toen nog demissionaire karakter van het kabinet niet zoals gebruikelijk op Prinsjesdag aan de Staten-Generaal toegezonden doch kort na aantreden van het huidige kabinet.
Rijksbrede communicatieprojecten
In 2010 zijn twee rijksbrede communicatieprojecten afgerond, gericht op eenheid in huisstijl (1 Logo) en Overheidscommunicatie Nieuwe Stijl (ONS). De aan deze communicatieprojecten verbonden programma’s dienen, naast meer eenheid en effectievere communicatie, ook een efficiencywinst op te leveren.