2.4.1 Coördinatie van het algemeen regeringsbeleid
In 2010 zijn naast de uitvoering van de reguliere taken de accenten gericht geweest op de activiteiten in het kader van de kabinetsformatie waaronder mede verstaan een wijziging van het stelsel van onderraden, in Europees verband de deelname aan de G20 en inkomende en uitgaande bezoeken, de staatkundige herinrichting van de Nederlandse Antillen (RTC) die in oktober 2010 is gerealiseerd en het kwartiermaken van het programma Nederland 200 jaar Koninkrijk. Daarnaast zijn door het Kabinet van de Minister-President (KMP), het secretariaat van de ministerraad, het secretariaat van de rijksministerraad en het secretariaat van de onderraden van de minister- en rijksministerraad gevoerd. Het KMP levert voorts ondersteuning aan de (plv.) voorzitter van de ministerraad, de minister-president en de viceminister-president.
2.4.2 Operationele doelstelling: Coördinatie van het algemeen communicatiebeleid
De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) ondersteunt de minister-president in zijn coördinerende rol op het terrein van de overheidscommunicatie, en ondersteunt de Voorlichtingsraad (VoRa). De VoRa, onder voorzitterschap van de DG RVD, is het ambtelijke adviesorgaan van het kabinet op het gebied van de overheidscommunicatie. Veel activiteiten in het kader van de coördinatie van de overheidscommunicatie zijn samengebracht in het Jaarprogramma Gemeenschappelijke Communicatie (JGC) van de VoRa, dat wordt uitgevoerd door de RVD.
Het Jaarprogramma heeft als doel om de gemeenschappelijke communicatieactiviteiten te financieren (zoals het Continu Onderzoek Burgerperspectieven, de Postbus 51-informatiedienst en contracten voor zaken als hosting van websites). Daarnaast bevat het Jaarprogramma een budget voor de vernieuwing van de communicatie. Zo is er in 2010 onder meer een uitlegvideo over de kabinetsformatie gemaakt en ontsloten via de formatiewebsite en het YouTube-kanaal van de Rijksoverheid. Daarnaast is gestart met de implementatie van de missie van de Rijksoverheid. Deze missie vormt in combinatie met de rijksbrede huisstijl een belangrijke basis voor de uniforme communicatie en beeldvorming van de Rijksoverheid.
Algemeen herkenbare presentatie van de rijksoverheid (1 Logo)
Het doel van de invoering van één rijksbreed logo en één rijksbrede huisstijl is het zorgen voor meer eenheid en herkenbaarheid in de communicatie van de Rijksoverheid. Het in 2008 gestarte project 1Logo heeft in 2010 de implementatie van de rijkshuisstijl succesvol afgerond. De organisaties van de Rijksoverheid hebben hun huisstijldragers, zoals correspondentiemateriaal en digitale toepassingen, omgezet. De kennis en expertise op het gebied van de huisstijl is geborgd in de huisstijlwebsite. Eind 2010 is ook de beheerorganisatie geformaliseerd. Het operationeel beheer van de rijksbrede huisstijl is ondergebracht bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij het Ministerie van Algemene Zaken is het beleidsmatig beheer belegd.
Beheer en ontwikkeling gemeenschappelijke diensten
In 2010 is het project Overheidscommunicatie Nieuwe Stijl (ONS) succesvol afgerond. De resultaten zijn in beheer gegeven bij de Dienst Publiek en Communicatie (DPC). ONS maakt onderdeel uit van het programma Vernieuwing Rijksdienst (VRD). Het project ONS werkte sinds 2008 aan de inrichting van vier gemeenschappelijke diensten: één website voor de Rijksoverheid, waarin alle departementale websites opgaan (rijksoverheid.nl), één intranet voor alle rijksambtenaren (Rijksportaal), digitale nieuwsvoorziening voor alle medewerkers van de Rijksoverheid (Alert) en één gemeenschappelijke pool van communicatiemedewerkers.
2010 was voor ONS het jaar waarin de eindproducten zijn opgeleverd. Vanaf 16 december 2010 is alle informatie van de ministeries te vinden op Rijksoverheid.nl. Eind 2010 zijn de eerste ministeries – AZ en BZ – ingestapt op het Rijksportaal. De uitrol naar de andere departementen vindt in 2011 plaats. Via het Rijksportaal kunnen zij zich abonneren op de digitale nieuws- en informatievoorziening Alert en hun persoonlijke voorkeuren instellen. De Communicatiepool bestaat uit 40 externe communicatieprofessionals (communicatieadviseurs en woordvoerders). De Communicatiepool zorgt ervoor dat op kostenefficiënte wijze kwaliteit behouden blijft in tijden van krimp. De ministeries kunnen de professionals uit de Communicatiepool snel inzetten bij «piek en ziek». De kennis die de adviseurs en woordvoerders opdoen, delen zij binnen de pool en met de directies Communicatie. In aanvulling op de vier gemeenschappelijke diensten heeft ONS gewerkt aan de clustering van campagnes in vijf herkenbare thema’s: gezondheid, veiligheid, duurzaamheid, welvaart en maatschappelijke samenhang.
Publiekscommunicatie
Effectieve en efficiënte publiekscommunicatie is en blijft een belangrijk onderdeel van de communicatie van de Rijksoverheid. In 2010 is gezocht naar de kansen die sociale media bieden om op een innovatieve manier informatie aan te bieden op plekken waar burgers aanwezig zijn. Gedurende twee maanden is bijvoorbeeld dagelijks het antwoord op de meest gestelde vragen aan Postbus 51 geplaatst op Twitter. Daarnaast zijn op Marktplaats advertenties gekoppeld aan de voor die doelgroep relevante pagina’s. In 2011 wordt bezien op welke manier de structurele inzet van social media voor het ontsluiten van publieksinformatie gevolg kan krijgen. De prestaties van de Postbus 51 Informatiedienst worden verantwoord in paragraaf 7 (Dienst Publiek en Communicatie).
Uitvoering communicatiebeleid
Voor de communicatiediscipline is de uitvoering belegd bij DPC. DPC is verantwoordelijk voor taken op het gebied van campagnemanagement, publieksvoorlichting, communicatieadvies en -onderzoek, media-inkoop, professionalisering en centrale distributie. In 2010 is invulling gegeven aan verdere versterking van de rijksbrede inkoop op het gebied van communicatie (categoriemanagement). DPC heeft in overleg met de VoRa afspraken gemaakt over de categorieën waarvoor gemeenschappelijke raamovereenkomsten worden gehanteerd. Daarnaast is in 2010 de media-inkoop en -administratie van de Rijksoverheid opnieuw aanbesteed.
Burgerbrieven
In 2010 heeft het ministerie van Algemene Zaken 1903 burgerbrieven ontvangen. De gemiddelde behandeltijd bedroeg 15 dagen (tegen 18 dagen in 2009). Daarnaast waren er 6076 telefonische contacten en 3826 ontvangen e-mails via de Postbus 51 Informatiedienst.
2010 | 2009 | |
---|---|---|
< 3 weken | 72% | 62% |
3 weken > < 6 weken | 22% | 29% |
> 6 weken | 6% | 9% |
Wob-verzoeken, bezwaar- en klaagschriften
In 2010 heeft het ministerie van Algemene Zaken 31 verzoeken om informatie op grond van art. 3 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) in behandeling genomen. Op deze 31 verzoeken zijn in 2010 28 besluiten genomen. Een tweetal verzoeken is doorgezonden (al dan niet deels op grond van art. 4 Wob). De beslissing op 12 verzoeken werd verdaagd (art. 6, tweede lid, Wob. Op 3 verzoeken werd buiten de al dan niet verdaagde termijn besloten. Tegen 6 besluiten werd bezwaar gemaakt (art. 6:4, eerste lid, Awb). In 2010 werden op deze bezwaarschriften 5 besluiten genomen. De beslissing op bezwaar werd in 3 gevallen verdaagd. Op 3 bezwaarschriften werd buiten de al dan niet verdaagde termijn besloten.
Tot slot werden 3 ingebrekestellingen ontvangen. Deze ingebrekestellingen betroffen elk beschikkingen die tijdig werden gegeven. Derhalve waren geen dwangsommen verschuldigd (art. 4:17, zesde lid, onder c, Awb).
2.4.3 Het leveren van bijdragen aan de langere-termijn beleidsontwikkeling van het regeringsbeleid
Algemeen
De WRR neemt door zijn onafhankelijkheid, multidisciplinaire samenstelling en wettelijke taak een bijzondere plaats in in het geheel van wetenschappelijke instituten binnen de overheid. De WRR heeft de ambitie om fundamentele maatschappelijke vraagstukken op wetenschappelijke wijze te identificeren, te analyseren vanuit een langetermijnperspectief en er toekomstgericht over te adviseren. De raad levert met zijn adviezen een inhoudelijke bijdrage aan de algemene ontwikkeling van het regeringsbeleid, o.m. door tijdig te wijzen op tegenstrijdigheden en te verwachten knelpunten, probleemstellingen te formuleren en beleidsalternatieven aan te dragen ten aanzien van grote vraagstukken.
Werkprogramma
In 2010 is gewerkt aan de lopende onderzoeksthema’s van het WRR Werkprogramma 2008–2010. Daarnaast is een start gemaakt met nieuwe thema’s voor het Werkprogramma 2010–2012, dat inmiddels is vastgesteld in het kabinet.
Er zijn twee Rapporten aan de regering uitgebracht: Minder pretentie, meer ambitie: ontwikkelingshulp die verschil maakt, en Aan het buitenland gehecht: over verankering en strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Voorts zijn er twee Verkenningen gepubliceerd: Het gezicht van de publieke zaak: openbaar bestuur onder ogen, en Uit zicht: toekomstverkennen met beleid.
Bijdrage aan beleidsdialoog
Rapporten en Verkenningen van de raad leveren direct of indirect een bijdrage aan de beleidsdialoog. Het Rapport Minder pretentie, meer ambitie vormt bijvoorbeeld de leidraad voor een aantal fundamentele keuzes in het Nederlandse beleid voor ontwikkelingssamenwerking (OS), zoals vastgelegd in het Regeerakkoord en vervolgens uitgewerkt in de OS-basisbrief van november 2010. De Verkenning Uit zicht: toekomstverkennen met beleid heeft methodologische input geleverd voor de Rijksbrede Kennisagenda, Fase 1 (Trends en ontwikkelingen).
De raadsthema’s resulteren behalve in adviezen aan de regering en zelfstandig gepubliceerde, inhoudelijke verkenningen en webpublicaties, ook in expertmeetings en conferenties in binnen- en buitenland en in tientallen artikelen in uiteenlopende media en wetenschappelijke vaktijdschriften. Een voorbeeld is de internationale conferentie die in samenwerking met Netspar, Tiber en het ministerie van Financiën is georganiseerd over het thema Policy changes of behavioral science research, mede naar aanleiding van de WRR-verkenning uit 2009 over dit onderwerp (De menselijke beslisser. Over de psychologie van keuze en gedrag). Met deze Verkenning en via dergelijke conferenties en voordrachten voor beleidsdirecties heeft de WRR het thema «keuzearchitectuur» voor beleid geagendeerd. Zo heeft het Ministerie van EL&I mede dankzij deze impuls een nader onderzoek uitgezet naar de implicaties van keuzearchitectuur voor (de richting van) beleid rond de consumptie van duurzaam en gezond voedsel.
De jaarlijkse WRR-lecture voor een breed publiek van beleidsmakers en wetenschappers droeg dit jaar bij aan de discussie over toekomstverkennen en maakbaarheid, onder de titel De crises voorbij.
De WRR blijft op verschillende manieren een bijdrage leveren aan het beter benutten van de mogelijkheden van het kennis- en adviesstelsel. In 2010 is dit o.a. gebeurd door het organiseren van bijeenkomsten met de voorzitters van de strategische adviescolleges. Tijdens de bijeenkomsten in 2010 zijn vier verbindende thema’s voor de lange termijn aangereikt aan de Minister-president: Europa, Toekomstige allocatie van collectieve middelen mede in het licht van economische ontwikkelingen, Internet/sociale media 2.0, en Krimp en ontgroening. Voorts neemt de WRR deel aan het overleg van secretarissen van de strategische adviesorganen en aan het Strategieberaad Rijksbreed. Deze samenwerking heeft een succesvolle uitwisseling van kennis en expertise voor de wetenschappelijke staf opgeleverd over raadsoverstijgende adviesthema’s als De deskundige burger, Krimpgebieden en Sociale media. Hiernaast vindt periodiek overleg plaats met de adviserende leden van het Sociaal Cultureel Planbureau, het Centraal Planbureau, het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Planbureau voor de leefomgeving.
Internationalisering
De raadsadviezen over ontwikkelingssamenwerking en Nederlands buitenlands beleid gaan direct over internationale vraagstukken. Hiernaast heeft elk rapport een internationaal vergelijkende component en/of een analyse van het krachtenveld binnen de EU.
Begroting 2010 | Realisatie 2010 | |
---|---|---|
Rapporten aan de regering | 3 | 2 |
Verkenningen | 4 | 2 |
Webpublicaties | 8 | 12 |
Conferenties | 6 | 7 |
WRR-lecture | 1 | 1 |
Overige publicaties | 2 | 2 |