1. Inleiding
Financiën besteedt op een gestructureerde wijze aandacht aan de bedrijfsvoering. Op basis van de periodieke informatie over de beleids- en bedrijfsvoeringsprocessen en de risico’s die daarbij aan het licht treden, wordt systematisch bewaakt of het ministerie zijn doelstellingen op doelmatige en rechtmatige wijze realiseert. Waar nodig wordt bijgestuurd.
Over het bereiken van de doelstellingen van Financiën over 2010 wordt in het jaarverslag bij de beleidsartikelen verantwoording afgelegd. In deze bedrijfsvoeringsparagraaf (die betrekking heeft op IXA, IXB en het BTW compensatiefonds) wordt ingegaan op de bedrijfsvoeringsvraagstukken die zich gedurende het begrotingsjaar hebben voorgedaan en waarvan informatieverstrekking voor het inzicht en de oordeelsvorming door de Staten Generaal van belang is.
2. Kredietcrisis
Kapitaalinjecties in Z-share (ABN/AMRO)
Via RFS Holdings heeft de Staat na separatie nog een 33,8%-belang in de Z-share. De rechten en plichten van de Staat ten aanzien van de Z-share zijn vastgelegd in de restated consortium shareholders agreement. Met de andere consortiumleden is afgesproken dat de resterende belangen in de Z-share worden verkocht en/of worden verrekend. Aangezien de verplichtingen op de passivazijde mogelijk eerder verrekend worden dan dat de activa verkocht worden, kan er nog steeds een situatie ontstaan waarin de Z-share tijdelijk ondergekapitaliseerd is. Om een dergelijke situatie te voorkomen hebben de consortiumleden besloten de Z-share tijdelijk – tot volledige liquidatie – tot het niveau van de verplichtingen te kapitaliseren, zie de tabel budgettaire gevolgen van beleid van beleidsartikel 3. Naarmate activa verkocht worden zullen de consortiumleden, waaronder de Staat, kapitaal gerepatrieerd krijgen. Het is in 2011 de verwachting dat er een flinke stap richting de volledige afwikkeling van de Z-share kan worden gemaakt.
Beoordeling Europese Commissie
De Europese Commissie beoordeelt op dit moment nog een aantal transacties omtrent de verwerving en herkapitalisaties van Fortis Bank Nederland en ABN Amro (nu ABN AMRO). Omdat de Europese Commissie nog uitspraken moet doen, geeft dat onzekerheid ten aanzien van de risico’s die hier aan de orde zouden kunnen zijn. De risico’s worden echter klein geacht.
Claims
Met betrekking tot de verwerving van de Nederlandse onderdelen van Fortis en ABN AMRO door de Staat, is door een aantal (voormalige) aandeelhouders gesteld dat zij hierdoor schade hebben geleden. Zij hebben de Staat aansprakelijk gesteld en gerechtelijke procedures opgestart. Het ministerie van Financiën is van mening dat de Staat een sterke positie heeft en acht de kans op toewijzing van de claim klein.
Ageas
Tussen de Staat en Ageas bestaat een aantal geschillen over de afwikkeling van de transactie van 3 oktober 2008. Het gaat hierbij om de verrekening van financiële instrumenten (mandatory convertible securities, financieringsprefs van Fortis Capital Company), een bij de verkoop afgegeven vermogensgarantie en niet-geleverde preferente aandelen in Fortis Bank Nederland (Holding) N.V. Het is vooralsnog niet mogelijk gebleken een schikking te treffen voor deze geschillen. Over de FCC-prefs en de MCS lopen inmiddels verschillende rechtszaken; over de vermogensgarantie en de preferente aandelen zullen procedures worden ingeleid. Gezien de betwiste bedragen – over en weer enkele miljarden – mag worden verwacht dat deze jaren kunnen gaan duren.
3. Belastingdienst
Algemene Rekenkamer over Jaarverslag IXB Financiën 2009
In 2010 is veel aandacht besteed aan de onvolkomenheden in de bedrijfsvoering die door de Algemene Rekenkamer zijn geconstateerd in het Rapport bij het Jaarverslag IXB 2009:
• Logische toegangsbeveiliging: begin 2011 is software in gebruik genomen dat het proces van toekenning en intrekking van autorisaties ondersteunt. Gestart is met het geleidelijk aan koppelen van deze software aan de primair processystemen en het invoeren van autorisatieprofielen door de bedrijfsonderdelen. Dit zal overigens nog geruime tijd vergen.
• Dossiervorming: de belastingregio’s hebben in 2010 extra aandacht besteed aan de kwaliteit van de verslaglegging. Hoewel kan worden geconstateerd dat over 2010 duidelijk een opgaande lijn is ingezet, is ultimo 2010 de verslaglegging voor de omzetbelasting en loonheffing nog niet op voldoende niveau. Voor 2011 worden maatregelen getroffen om dit voldoende niveau voor de omzetbelasting en loonheffing alsnog te realiseren en voor de andere belastingmiddelen om dit niveau te handhaven.
• Toeslagen: de Belastingdienst heeft ervoor gekozen om het nieuwe toeslagensysteem beheerst te implementeren. De conversie (het overzetten van de gegevens van de huidige systemen naar het nieuwe systeem) is goed verlopen. Vervolgens is begonnen met de volgende stap, het synchroniseren van de bestaande systemen met het nieuwe systeem. Tijdens het proces van synchronisatie van de huidige toeslagsystemen en het nieuwe toeslagensysteem kwamen bevindingen aan het licht die het niet verantwoord maakten met het nieuwe systeem in productie te gaan. Hierover is de Kamer geïnformeerd in de 7e halfjaarsrapportage Belastingdienst (Kamerstukken II 2010/11, 31 066, nr. 98). Het systeem wordt in 2011 verder afgebouwd en getest. Voor het live gaan van het nieuwe systeem wordt in de loop van 2011 een besluit genomen.
• Beheersing ICT-uitgaven: eind 2010 heeft de Belastingdienst voor de IV-keten de beschikking over standaard kostenrapportages, waarin kosten en investeringen op eenduidige wijze zijn opgenomen. De systemen die het portfoliomanagement ondersteunen, worden in 2011 verbeterd.
• Testen van systemen: in 2010 is een start gemaakt met het implementeren van de in 2009 nieuw ontwikkelde testmethode.
Hierna wordt verder ingegaan op enkele andere specifieke bedrijfsvoeringsvraagstukken, die zich gedurende het begrotingsjaar 2010 hebben voorgedaan.
Awb-conform werken
Het proces afhandelen bezwaarschriften bij belastingregio’s is nog niet op orde. Hierdoor is het percentage tijdig afgedane bezwaarschriften met 84% over 2010 achtergebleven bij de norm (95–98%). Over 2010 zijn enkele productiestoringen opgetreden waardoor het afdoen van bezwaren is opgehouden. Daar komt bij dat in de zomer de laatste stap is gezet van de overgang naar een nieuw systeem voor de aanslagbelastingen. Om deze migratie gecontroleerd te laten verlopen, is de aangiftestroom een tijd stilgelegd. Daardoor zijn ook de gedurende die tijd ingediende bezwaren pas later ter behandeling op de belastingregio’s door het systeem aangeboden. Wat de uitvoeringspraktijk tot slot parten speelt is het niet tijdig beschikbaar zijn van de juiste managementinformatie waarmee het proces kan worden gestuurd. Ook hiervan zijn ICT-problemen de oorzaak. In 2010 is een nieuw systeem in gebruik genomen waarmee de ingekomen bezwaren worden gedigitaliseerd en geregistreerd, en waarmee de termijnen van afdoening beter kunnen worden gevolgd. Dit systeem wordt gefaseerd ingevoerd bij de belastingregio’s.
Vorig jaar is het proces van afhandeling bezwaren fundamenteel onder de loep genomen. De aanbevelingen die daaruit zijn voortgekomen, zijn in uitvoering. Zo komen er per belastingregio speciale bezwarenteams. Verder is in 2010 het bellen bij bezwaar gemeengoed geworden binnen de Belastingdienst. Dit leidt in de praktijk tot intrekken of direct afhandelen van het bezwaar.
Door deze veranderingen in proces en ICT-ondersteuning is de verwachting dat de snelheid van afhandeling zal toenemen. Toch zal het nog enige tijd duren voordat de tijdigheid van afhandeling van bezwaarschriften bij de belastingregio’s conform de norm is.
In de zesde (Kamerstukken II 2009/10, 31 066, nr. 90) en de zevende halfjaarsrapportage (Kamerstukken II 2009/10, 31 066, nr. 98) is hierover gerapporteerd.
Informatievoorziening (IV)-voortbrengingsorganisatie
Begin 2009 heeft een externe doorlichting van de IV-keten plaatsgevonden. De conclusies bevestigden het beeld dat de prestaties van de IV-keten achterbleven en dat de IV-keten nog niet alle waarborgen bood om met voldoende zekerheid de doelstellingen van grote projecten als Toeslagen en ETM (invordering) en aanpassingen in het aangiftebelastingensysteem (ABS) te kunnen realiseren.
In de aanbiedingsbrief van de staatssecretaris van 14 mei 2009 bij de vierde halfjaarsrapportage (Kamerstukken II 2008/09, 31 066, nr. 71) is de besluitvorming door de Belastingdienst naar aanleiding van de uitkomsten van de externe doorlichting van de Informatievoorzieningketen (IV-keten) gemeld. De hieruit voortkomende maatregelen hadden betrekking op de herinrichting van de IV-organisatie, op de professionaliteit van management en medewerkers, en op de wijze waarop de Belastingdienst omgaat met architecturen en met applicatieontwikkeling. De gestelde prioriteiten waren ten eerste waarborgen van de continuïteit, daarna implementeren van wetgeving, en ten slotte innoveren.
In september 2009 is het programma Transformatie IV-keten gestart. Het doel van de transformatieperiode was een stevige basis te leggen voor de ontwikkeling van een effectieve en efficiënte IV-keten. Daartoe zijn de aanbevelingen uit de externe doorlichting vertaald in concrete verbeteractiviteiten op de terreinen IV-strategie, governance, architectuur, applicatieontwikkeling en -onderhoud en infrastructuur. Op alle terreinen zijn, soms ingrijpende, verbeteringen doorgevoerd. Daarmee is de beoogde basis voor de ontwikkeling van een effectieve en efficiënte IV-keten gelegd. In de periode na 2010 wordt de volwassenheid van de organisatie op deze basis uitgebouwd. Dat zal een operatie zijn die nog verscheidene jaren vergt.
Een aantal verbeteractiviteiten van het programma Transformatie IV-keten vraagt in 2011 nog aanvullende aandacht omdat zij nog niet zijn afgerond. In het bijzonder gaat het over de verbetering van het portfoliomanagement, het borgen van het gebruik van businesscases en over het toepassen en monitoren van kwaliteitseisen, met name ten aanzien van de overdracht van producten en diensten tussen opeenvolgende schakels in de IV-keten. Afgezien van de hiervoor genoemde aandachtsgebieden en een aantal restactiviteiten zijn de geformuleerde doelstellingen overeenkomstig of grotendeels overeenkomstig onze ambitie gerealiseerd.
In de zesde (Kamerstukken II 2009/10, 31 066, nr. 90) en de zevende halfjaarsrapportage (Kamerstukken II 2009/10, 31 066, nr. 98) is over het programma Transformatie IV-keten nader gerapporteerd.
4. Rechtmatigheid van de begrotingsuitvoering IX-B
Op basis van de mij beschikbare informatie bevatten:
– de departementale verantwoordingsstaat over 2010 met de financiële toelichtingen daarbij;
– de samenvattende verantwoordingsstaat over 2010 betreffende de diensten die een baten-lastenstelsel voeren met de toelichting daarbij;
– de departementale saldibalans per 31 december 2010 met de toelichting daarbij;
– het overzicht van personele topinkomens over 2010
geen zodanige onrechtmatigheden en/of onzekerheden, dat deze op grond van de rapporteringstoleranties of vanwege in het bijzonder te signaleren risico’s vermeld dienen te worden, behoudens de hieronder genoemde punten.
EFSF
Onder invloed van de bijzondere omstandigheden op de financiële markten is in Europees verband op 9 mei 2010 besloten om een Europees stabiliseringmechanisme op te richten. Dit mechanisme bestaat uit een communautair deel aangevuld met middelen via een zogenoemd special purpose vehicle (SPV) van maximaal € 440 mld. Aan dit SPV liggen pro rata garanties van de deelnemende lidstaten ten grondslag welke voor Nederland maximaal € 26 mld. bedragen. Op 11 mei heeft de Tweede Kamer steun uitgesproken voor deelname van Nederland aan de faciliteit en het Nederlandse aandeel in de garantie-verplichting.
Op 7 juni is de European Financial Stability Facility (EFSF) opgericht als een rechtspersoon onder Luxemburgs recht met een geautoriseerd kapitaal van € 30 mln. Het Nederlands aandeel in het EFSF beloopt 5,71%. De Comptabiliteitswet (artikel 34 lid 5) schrijft voor dat een deelneming door de Staat in een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, van ten minste 5% van het geplaatste aandelenkapitaal gedurende 30 dagen dient te worden voorgehangen bij de Kamer. Aangezien er in de Kamer brede steun was voor Nederlandse deelname aan de EFSF en er voor alle lidstaten een dringende noodzaak was om zo snel mogelijk tot feitelijke oprichting van EFSF over te gaan, kon de wettelijke termijn in dit geval niet worden aangehouden. De minister van Financiën heeft de Kamer hier op 8 juni 2010 schriftelijk over geïnformeerd (Kamerstukken II 2009/10, 21 501-07, nr. 739).
Huurtoeslag
De betalingen voor de huurtoeslag worden door WWI verantwoord op beleidsartikel 03 (betaalbaarheid van het wonen) van het begrotingshoofdstuk XVIII Wonen, Wijken en Integratie.
De Comptabiliteitswet en onderliggende regelgeving schrijven voor dat, indien de tolerantiegrenzen op het begrotingshoofdstuk worden overschreden, in de bedrijfsvoeringparagraaf expliciet verantwoording wordt afgelegd over de naleving van wet- en regelgeving. Voor 2010 is de tolerantiegrens voor de voorschotten huurtoeslag vastgesteld op 1,37% in het geval van fouten.
De conclusie voor de uitbetaalde voorschotten huurtoeslag 2010 luidt dat deze tolerantiegrens met circa € 10 mln. (circa 0,38%) is overschreden.
Het totaalbedrag van de onrechtmatigheden in de uitbetaalde voorschotten komt daarmee op circa € 45 mln. De afwijkingen worden vooral veroorzaakt door systeemtechnische beperkingen van het huidige toeslagensysteem. Voor de huurtoeslag is de vastgestelde afwijking bij het definitief toekennen 2008/2009 (circa € 21 mln.) wel binnen de tolerantiegrenzen gebleven.
Rechtmatigheid van de begrotingsuitvoering IX-A
Agentschap
Het afgelopen jaar heeft bij het Agentschap een fraude plaatsgevonden bij de behandeling van verjaarde waarden. Het proces verjaarde waarden is herzien en er zijn bijeenkomsten geweest om de cultuur aan te scherpen. Daarnaast is er een start gemaakt om alle betaalprocessen bij het ministerie door te lichten.
5. Financieel- en materieel beheer IX-B, IX-A en het BTW-Compensatiefonds
Op basis van de mij beschikbare informatie zijn er, naast de hiervoor onder punt 3 Belastingdienst behandelde vraagstukken van financieel beheer, geen vermeldenswaardige bevindingen.
6. Totstandkoming van niet-financiële beleidsinformatie IX-B
Op basis van de mij beschikbare informatie zijn er geen belangrijke tekortkomingen geconstateerd die vermelding behoeven in de bedrijfsvoeringparagraaf met betrekking tot de totstandkoming van de niet-financiële beleidsinformatie.
7. Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Betaalgedrag
Het vorige kabinet heeft besloten de betalingstermijn voor de Nederlandse overheid op dertig dagen te stellen. Doel is om 90% van de nota’s op tijd te betalen.
Het betaalgedrag van het Ministerie is conform de eis die gesteld wordt: 93,28% van de facturen wordt op tijd (binnen 30 dagen) betaald.
Conclusie
Bij het Ministerie van Financiën is, afgezien van de hiervoor genoemde punten, sprake geweest van ordelijk en beheerst verlopen bedrijfsprocessen, welke tevens voorzien in waarborgen voor een rechtmatige begrotingsuitvoering, inclusief een toereikend beleid ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik. Hierin zijn begrepen de bedrijfsprocessen die samenhangen met de kredietcrisis die, binnen de context van de omstandigheden, ook ordelijk en beheerst zijn verlopen.Wat betreft de genoemde uitzonderingen zijn maatregelen getroffen om de bedrijfsvoering te verbeteren.