Ministerie van Buitenlandse Zaken (V)
x EUR 1 000 | x EUR 1 000 | ||||
---|---|---|---|---|---|
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 10 983 448 | 2 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 706 504 |
3 | Liquide middelen | 43 426 | 4a | Rekening-courant RHB | 10 322 218 |
5 | Intra-comptabele vorderingen | 12 924 | 6 | Intra-comptabele schulden | 11 076 |
Intra-comptabele activa | 11 039 798 | Intra-comptabele passiva | 11 039 798 | ||
8 | Extra-comptabele vorderingen | 1 187 286 | 8a | T.r. extra-comptabele vorderingen | 1 187 286 |
10 | Voorschotten | 5 135 267 | 10a | T.r. voorschotten | 5 135 267 |
11a | T.r. garantieverplichtingen | 2 342 584 | 11 | Garantieverplichtingen | 2 342 584 |
12a | T.r. openstaande verplichtingen | 10 493 957 | 12 | Openstaande verplichtingen | 10 493 957 |
13 | Deelnemingen | 69 101 | 13a | Tegenrekening deelnemingen | 69 101 |
Extra-comptabele activa | 19 228 195 | Extra-comptabele passiva | 19 228 195 | ||
Totaal activa | 30 267 993 | Totaal passiva | 30 267 993 |
II Inleiding
1. Algemeen
De saldibalans is een financiële staat waarop de standen van de intra- en extracomptabele rekeningen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken worden verantwoord.
Het intracomptabele deel van de saldibalans geeft inzicht in de kasstromen. Het gaat hier voornamelijk om de uitgaven en ontvangsten van dienstjaar 2010, die nog met het Ministerie van Financiën moeten worden verrekend. Na goedkeuring van de Rijksrekening vindt de verrekening plaats. De tegenrekening van de uitgaven en ontvangsten is de post «Rijkshoofdboekhouding» (RHB), de rekening-courant tussen de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Financiën. Onder het intracomptabele deel zijn ook de liquide middelen van het Ministerie opgenomen. De uitgaven en ontvangsten buiten begrotingsverband, die met derden zullen worden verrekend en niet ten laste c.q. ten gunste van de begroting zijn gebracht, zijn verantwoord onder de intracomptabele vorderingen en schulden.
Het extracomptabele deel van de saldibalans geeft enerzijds inzicht in de standen van de uitstaande vorderingen en voorschotten die in het verleden tot kasstromen hebben geleid (ten laste c.q. ten gunste van de begrotingen van voorgaande jaren). Anderzijds bevat dit deel van de saldibalans de post openstaande verplichtingen. Deze post geeft inzicht in de toekomstige kasstromen. Openstaande verplichtingen kunnen leiden tot uitgaven ten laste van begrotingen van volgende jaren. De extracomptabele rekeningen worden met behulp van diverse tegenrekeningen in evenwichtsverband geboekt.
2. Waarderingsgrondslagen
De uitgaven en verplichtingen in vreemde valuta worden gedurende het jaar met behulp van een vaste koers (corporate rate) omgerekend. Voor wat betreft de uitgaven in 2010 is 89% gerealiseerd in Euro, 8% in US dollar en 3% in ruim 100 andere vreemde valuta.
De corporate rate 2010 van de USD was vastgesteld op 1 USD = 0,715 EUR. Voor 2011 is dit 0,80 EUR.
De balansposten per 31 december worden gewaardeerd tegen de corporate rate van het volgende boekjaar. Intracomptabel betreft dit de liquide middelen, extracomptabel betreft het de vorderingen, voorschotten en openstaande verplichtingen. De herwaardering die hieruit voortvloeit wordt verwerkt in de kas- en verplichtingenstroom van het afgelopen jaar.
Voor de geconditioneerde vorderingen geldt de historische waarde of de lagere (meest recent bekende) assetwaarde.
De overige in de saldibalans en de toelichting opgenomen bedragen zijn gewaardeerd tegen de historische waarde.
III Toelichting op de saldibalans per 31 december 2010 (in EUR 1 000)
1 Uitgaven ten laste van de begroting (debet 10 983 448 x EUR 1 000)
Onder deze post zijn de gerealiseerde uitgaven in het jaar 2010 opgenomen. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag verevend met het Ministerie van Financiën.
Het verschil tussen de werkelijke uitgaven en de realisatie volgens de departementale jaarrekening 2010 wordt veroorzaakt door de in deze rekening gehanteerde afrondingsregels.
2 Ontvangsten ten gunste van de begroting (credit 706 504 x EUR 1 000)
Onder deze post zijn de gerealiseerde ontvangsten in het jaar 2010 opgenomen. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag verevend met het Ministerie van Financiën.
3 Liquide middelen (debet 43 426 x EUR 1 000)
De liquide middelen omvatten girale en chartale gelden, alsmede gelden onderweg en hebben betrekking op het departement en de vertegenwoordigingen in het buitenland. Het treasurybeleid is er, met betrekking tot de gelden van Hoofdstuk V van de Rijksbegroting, op gericht te komen tot een optimale beheersing van de geldomvang en een kostenminimalisatie ten aanzien van bankkosten en rentederving. Hierbij spelen aspecten als liquiditeitenbeheer, valutarisicobeheer, debiteuren- en crediteurenbeheer een grote rol.
Specificatie x EUR 1 000 | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
---|---|---|
3.1 Kassaldi | 3 493 | 3 093 |
3.2 Banksaldi | 43 552 | 34 257 |
3.3 Girosaldi | 1 | 1 |
3.4 Gelden onderweg | – 3 620 | – 1 332 |
Totaal | 43 426 | 36 019 |
3.1 Kassaldi (debet 3 493 x EUR 1 000)
Uit oogpunt van een adequaat liquiditeitenbeheer wordt ernaar gestreefd de hoogte van de kassaldi zoveel mogelijk te beperken. Naast de normale kassaldi worden op 34 vertegenwoordigingen contanten in voorraad gehouden in verband met eventuele calamiteiten. Per 31 december 2010 bedroegen deze noodreserves EUR 1,9 mln. Enkele vertegenwoordigingen worden regelmatig voorzien van contanten, omdat giraal bankverkeer niet mogelijk is. Het merendeel van de kassaldi wordt in vreemde valuta aangehouden.
3.2 Banksaldi (debet 43 552 x EUR 1 000)
Specificatie x EUR 1 000 | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
---|---|---|
Banksaldi buitenland | 43 552 | 33 843 |
Banksaldi binnenland | 0 | 414 |
Totaal | 43 552 | 34 257 |
Van de in het buitenland aanwezige bankgelden bedroeg het tegoed in euro’s EUR 18,4 mln en het equivalent van het saldo in vreemde valuta EUR 25,1 mln. De toename ten opzichte van vorig jaar is te verklaren doordat de opbrengsten van de residentie van Bagdad, als gevolg van liquiditeitsproblemen bij de betreffende bank, nog niet konden worden doorgesluisd naar Nederland. Dit veroorzaakte een hoger saldo bij de betreffende budgethouder. Ook waren er posten die begin 2011 grote betalingen moesten doen en als gevolg daarvan een relatief hoog saldo aanhielden op hun lokale rekeningen. Verder heeft Bujumbura eind 2010 nog voor 2,3 miljoen aan OS-betalingen verricht welke in 2011 van de bank zijn afgeschreven. Hiervoor werd saldo op de bank aangehouden. De betalingen zijn nog niet in 2010 afgeschreven hetgeen ook het relatief hoge saldo op de gelden onderweg rekening verklaart.
De daling van de binnenlandse banksaldi komt doordat het saldo op de debiteurenrekening van de Royal Bank of Scotland op 31 december 2009 niet automatisch werd afgeroomd naar het Ministerie van Financiën. Eind 2010 zijn alle rekeningen wel afgeroomd.
3.4 Gelden onderweg (credit 3 620 x EUR 1 000)
Specificatie x EUR 1 000 | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
---|---|---|
Kruisposten | 0 | 0 |
Betalingsopdrachten Vertegenwoordigingen | – 3 620 | – 1 332 |
Totaal | – 3 620 | – 1 332 |
Betalingsopdrachten vertegenwoordigingen betreft uitgegeven cheques die per 31 december nog niet zijn afgeschreven van de bankrekeningen van de Vertegenwoordigingen.
4a Rekening-courant RHB (credit 10 322 218 x EUR 1 000)
Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Het verschuldigde saldo op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is in overeenstemming met de opgave van de RHB.
5 Intra-comptabele vorderingen (debet 12 924 x EUR 1 000)
Onder deze post zijn de vorderingen opgenomen, die zijn ontstaan als gevolg van uitgaven ten behoeve van derden.
Specificatie x EUR 1 000 | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
---|---|---|
5.1 Ministeries | 7 504 | 13 738 |
5.2 Persoonlijke rekeningen | 425 | 397 |
5.3 Externe debiteuren | 2 398 | 4 514 |
5.4 Overige vorderingen | 2 597 | 3 370 |
Totaal | 12 924 | 22 019 |
Onderstaand overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intra-comptabele vorderingen en de ouderdom.
Specificatie x EUR 1 000 | Totaal | 2010 | 2009 | 2008 | 2007 en ouder |
---|---|---|---|---|---|
– Direct opeisbaar ministeries | 7 504 | 7 503 | 0 | 1 | 0 |
– Direct opeisbaar persoonlijke rekeningen | 173 | 134 | 31 | 8 | 0 |
– Direct opeisbaar externe debiteuren | 2 282 | 674 | 40 | 188 | 1 380 |
– Direct opeisbaar overige vorderingen | 2 493 | 2 412 | 80 | 1 | 0 |
Totaal direct opeisbare vorderingen | 12 452 | 10 723 | 151 | 198 | 1 380 |
Op termijn opeisbare vorderingen | 116 | ||||
Geconditioneerde vorderingen | 356 | ||||
Totaal | 12 924 |
5.1 Ministeries (debet 7 504 x EUR 1 000)
Specificatie x EUR 1 000 | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
---|---|---|
Ingevorderd | 6 900 | 11 316 |
In te vorderen | 604 | 2 422 |
Totaal | 7 504 | 13 738 |
Het ingevorderde bedrag per 31 december 2010 betreft de volgende debiteuren:
– Defensie | 2 833 |
– Economische Voorlichtingsdienst | 1 125 |
– Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 656 |
– Overige ministeries | 2 286 |
Totaal | 6 900 |
Het nog in te vorderen bedrag per 31 december 2010 betreft de volgende ministeries:
– Defensie | 493 |
– Overige ministeries | 111 |
Totaal | 604 |
5.3 Externe debiteuren (debet 2 398 x EUR 1 000)
Deze categorie vorderingen heeft betrekking op derden zoals particulieren, bedrijven en dergelijke. Het betreft onder meer vorderingen die ontstaan zijn met betrekking tot uitgaven in het kader van dienstverlening. Deze vorderingen ontstaan zowel op het departement als op de vertegenwoordigingen in het buitenland.
Specificatie x EUR 1 000 | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
---|---|---|
In te vorderen | 519 | 2 331 |
Ingevorderd | 1 879 | 2 183 |
Totaal | 2 398 | 4 514 |
5.4 Overige vorderingen (debet 2 597 x EUR 1 000)
Onder deze categorie worden vorderingen opgenomen die niet in de overige categorieën vallen. Hieronder vallen ook vorderingen ontstaan naar aanleiding van een uitgave, die ter plaatse op de vertegenwoordiging verrekend wordt.
Specificatie x EUR 1 000 | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
---|---|---|
Te vorderen BTW | 1 729 | 1 753 |
Ter plaatse te verrekenen uitgaven buitenland | 462 | 1 218 |
Diverse vorderingen | 406 | 399 |
Totaal | 2 597 | 3 370 |
6 Intra-comptabele schulden (credit 11 076 x EUR 1 000)
Hieronder vallen schulden ontstaan door ontvangsten en inhoudingen die met derden verrekend zullen worden.
Specificatie x EUR 1 000 | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
---|---|---|
Nog af te dragen loonheffing en premies Af te lossen ICC-lening | 8 682 0 | 22 553 1 425 |
Ter plaatse te verrekenen | 669 | 754 |
Diverse overige schulden | 1 725 | 1 200 |
Totaal | 11 076 | 25 932 |
De afdrachten voor de maanden november en december 2009 werden in 2010 gedaan waardoor het saldo van de nog af te dragen loonheffingen vorig jaar hoger was ten opzichte van eerdere jaren.
De afdrachten voor 2010 hebben wel in 2010 plaatsgevonden waardoor het saldo dit jaar aanzienlijk lager is.
Aan het International Criminal Court (ICC) is door het Ministerie van Financiën een lening beschikbaar gesteld van EUR 200 mln met een looptijd van 30 jaar. Middels periodieke afroepen wordt dit bedrag door het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan het ICC uitbetaald.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken betaalt een rentevergoeding aan het Ministerie van Financiën over de lening van EUR 200 mln. Dit percentage bedraagt momenteel 3,56%. Over het beschikbare depot wordt door het Ministerie van Financiën een rentevergoeding betaald van hetzelfde percentage. Het ICC betaald een vast rentepercentage van 2,5% over het geleende bedrag. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken vergoedt middels een rentesubsidie het verschil tussen de «te betalen rente aan het Ministerie van Financiën» (over de lening) en de «te ontvangen rente van het Ministerie van Financiën» (over het depot).
Het verschil tussen de verstrekte lening en het depot bij ICC is opgenomen onder de intra-comptabele schulden als schuld aan het Ministerie van Financiën.
In 2010 heeft ICC de reeds opgenomen lening terugbetaald omdat via andere kanalen voldoende gelden waren aangetrokken. Het saldo van de lening is derhalve nul.
Stand per 1 januari 2010 | 1 425 |
Bij: Lening ICC | 0 |
Af: Depot ICC | 1 425 |
Stand per 31 december 2010 | 0 |
Het bedrag van de schuld van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan het ministerie van Financiën inzake de verstrekte lening is gelijk aan de openstaande vordering ICC welke is opgenomen onder 5.3 Externe debiteuren.
Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intra-comptabele schulden en de ouderdom.
Specificatie x EUR 1 000 | Totaal | 2010 | 2009 | 2008 en ouder |
---|---|---|---|---|
Direct opeisbare schulden | 11 076 | 9 661 | 1 415 | 0 |
8 Extra-comptabele vorderingen (debet 1 187 286 x EUR 1 000)
Dit betreffen vorderingen die reeds ten laste van de begroting zijn gebracht en extra-comptabel worden bewaakt. Deze vorderingen hebben vaak een langdurig karakter.
Specificatie x EUR 1 000 | 31 december 2010 | 31 december 2009 |
---|---|---|
Te ontvangen aflossingen op begrotingsleningen | 261 390 | 268 139 |
Massif fonds | 284 208 | 265 755 |
IDF (voorheen MOL fonds) | 203 512 | 165 468 |
NIO begrotingslening | 200 000 | 0 |
Verrichte garantiebetalingen NIO | 64 476 | 62 820 |
Diverse extra-comptabele vorderingen | 173 700 | 133 421 |
Totaal | 1 187 286 | 895 603 |
Op 17 november 2010 heeft de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de Minister van Financiën, de aandelen van de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingssamenwerking N.V. (NIO) overgenomen.
De uitstaande leningen van NIO aan ontwikkelingslanden zijn gegarandeerd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het Ministerie van Economische Zaken en het Kabinet van Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken.
Rentesubsidie, renteloze leningen en apparaatskosten zijn voor rekening van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De administratie van de uitstaande leningen is per 17 november 2010 uitbesteed aan Atradius.
De extra-comptabele vorderingen met betrekking tot IDF (voorheen MOL fonds) en het Massif-programma staan uit bij de FMO en betreffen roulerende fondsen. De betaalde IDF fondsen staan per 31/12/2013 en de Massiffondsen per 31/12/2015 ter beschikking van de Minister en zijn als geconditioneerde vordering opgenomen. Vóór 2008 stonden deze verstrekte bedragen opgenomen in de voorschottenstand van het Ministerie.
Als waarde van de fondsen zijn de verstrekte bedragen opgenomen, in tegenstelling tot 2009 waar de asset waarde ten behoeve van de fondsen waren weergegeven. De reden hiervan is dat ultimo 2009 de assetwaarde lager was dan de destijds door het Ministerie van Buitenlandse Zaken verstrekte bedragen aan de fondsen. De assetwaarde van IDF tot en met 2010 bedraagt EUR 194,5 miljoen. Voor het Massif fonds is dit EUR 272 miljoen. De genoemde assetwaardes zijn voorlopige cijfers zoals bekend bij het opstellen van de saldibalans, het zijn dus nog geen definitieve cijfers. Deze zullen uit de jaarrekening 2010 van het FMO blijken.
Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de extra-comptabele vorderingen en de ouderdom.
Specificatie x EUR 1 000 | Totaal | 2010 | 2009 | 2008 | 2007 en ouder |
---|---|---|---|---|---|
– Op termijn opeisbaar aflossing begrotingsleningen | 261 390 | 0 | 0 | 0 | 261 390 |
– Op termijn opeisbaar begrotingslening | 200 000 | 200 000 | 0 | 0 | 0 |
– Op termijn opeisbaar overige vorderingen | 2 491 | 0 | 0 | 0 | 2 491 |
Totaal op termijn opeisbare vorderingen | 463 881 | 200 000 | 0 | 0 | 263 881 |
– Direct opeisbaar garantiebetalingen | 64 476 | 738 | – 762 | 1 510 | 62 990 |
– Direct opeisbaar overige vorderingen | 24 146 | 6 237 | 2 714 | 2 091 | 13 104 |
Totaal direct opeisbare vorderingen | 88 622 | 6 975 | 1 952 | 3 601 | 76 094 |
Geconditioneerde vorderingen | 634 783 | ||||
Totaal | 1 187 286 |
Te ontvangen aflossingen op begrotingsleningen
Saldo per 1 januari 2010 | 268 139 |
Bij: Consolidaties 2010 | 0 |
Af: Aflossingen in 2010 | 6 749 |
Af: Kwijtscheldingen | 0 |
Saldo per 31 december 2010 | 261 390 |
De begrotingsleningen zijn voornamelijk met OS-landen afgesloten. Overeenkomstig het in de leningovereenkomsten vastgestelde aflossingsschema zal het saldo per 31 december 2010 in de volgende jaren worden afgelost. Hierbij is geen rekening gehouden met eventuele toekomstige kwijtscheldingen en nog op te nemen begrotingsleningen (consolidaties).
2011 | 20 731 |
2012 | 14 191 |
2013 | 18 589 |
2014 | 22 986 |
2015 | 22 987 |
Na 2015 | 161 906 |
261 390 |
Verrichte garantiebetalingen Ned. Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO)
Saldo per 1 januari 2010 | 62 820 |
Bij: Overmakingen aan de NIO (garanties) in 2010 | 1 735 |
Af: Ontvangsten van de NIO (garanties) in 2010 | 79 |
Af: Kwijtscheldingen in 2010 | 0 |
Af: Consolidaties | 0 |
Saldo per 31 december 2010 | 64 476 |
Diverse extra-comptabele vorderingen
De post diverse extra-comptabele vorderingen bestaat uit:
TCX Currency Exchange Fund | 50 000 |
AEF Fund | 43 069 |
Lening PIDG | 22 800 |
Stichting ECDPM (einddatum verlengd tot 31 december 2011) | 18 378 |
Te ontvangen rente op begrotingsleningen en garantiebetalingen (NIO) | 18 269 |
EBRD lening | 9 500 |
Ingevorderde voorschotten (inclusief restfondsen bij VN en Wereldbank) | 4 283 |
Vorderingen RSS | 2 491 |
(Huur) Waarborgsommen | 2 917 |
Buiteninvordering gestelde vorderingen | 398 |
Overige | 1 595 |
Saldo per 31 december 2010: | 173 700 |
10 Extra-comptabele voorschotten (debet 5 135 267 x EUR 1 000)
Dit betreffen nog openstaande voorschotten, waarvan de uitgaven reeds ten laste van de begroting zijn gebracht. Afwikkeling vindt plaats op basis van ontvangen verantwoordingen.
Ouderdomsanalyse | 31 december 2010 (EUR x 1 000) | 31 december 2009 (EUR x 1 000) |
---|---|---|
Verstrekt in 2002 of eerder | 604 | 2 110 |
Verstrekt in 2003 | 2 313 | 5 487 |
Verstrekt in 2004 | 10 665 | 26 825 |
Verstrekt in 2005 | 5 003 | 37 794 |
Verstrekt in 2006 | 69 556 | 238 483 |
Verstrekt in 2007 | 330 964 | 676 188 |
Verstrekt in 2008 | 564 401 | 1 823 318 |
Verstrekt in 2009 | 1 467 459 | 2 803 668 |
Verstrekt in 2010 | 2 684 302 | 0 |
Totaal | 5 135 267 | 5 613 873 |
De opbouw van stand per ultimo 2009 naar ultimo 2010 is als volgt:
Stand per 31 december 2009 | 5 613 873 |
Bij: Verstrekte voorschotten 2010 | 2 759 468 |
Af: Verantwoord in 2010 | 3 447 173 |
Bij: Herwaardering naar corporate rate 2011 | 209 099 |
Stand per 31 december 2010 | 5 135 267 |
Ten opzichte van 2009 is de voorschottenstand gedaald met EUR 479 mln (8,53%).
Herwaardering vindt plaats over de openstaande voorschotten in vreemde valuta. Van het openstaande saldo van EUR 5,1 miljard staat het equivalent van EUR 2,1 miljard uit in vreemde valuta. Dit betreft grotendeels USD voorschotten (tegenwaarde in EUR: 1,7 miljard).
11 Openstaande garantieverplichtingen (credit 2 342 584 x EUR 1 000)
Dit betreffen door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingssamenwerking (NIO) onder staatsgarantie verstrekte kapitaalmarktleningen aan ontwikkelingslanden. Met ingang van 2008 is de garantstelling met betrekking tot de niet volgestorte aandelen bij de regionale ontwikkelingsbanken African Development Bank (AFDB), Asian Development Bank (ASDB) en Inter-American Development Bank (IDB) in de administratie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken opgenomen. Voorheen stonden deze bij het Ministerie van Financiën.
In 2002 is als gevolg van de vijfde kapitaalsuitbreiding van de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa het bedrag waarvoor Nederland garant staat toegenomen tot EUR 119,3 miljoen. De ophoging is deels een overheveling uit de reserves van de Bank. Voorgaande jaren stond dit bedrag onder de niet uit de saldibalans blijkende verplichtingen.
Opbouw garantieverplichtingen:
Garantieverplichtingen per 1 januari 2010 | 1 090 099 |
Bij: Aangegane verplichtingen in 2010 | 1 254 220 |
Af: Tot betaling gekomen verplichtingen 2010 | 1 735 |
Garantieverplichtingen per 31 december 2010 | 2 342 584 |
Specificatie:
ASDB | 1 095 820 |
IDB | 260 514 |
AFDB | 593 314 |
Garantie Indonesië | 148 580 |
Raad van Europa | 119 338 |
Overige garanties ontwikkelingslanden | 125 018 |
Garantieverplichtingen per 31 december 2010 | 2 342 584 |
12 Openstaande verplichtingen (credit 10 493 957 x EUR 1 000)
Opbouw openstaande verplichtingen:
Openstaande verplichtingen per 1 januari 2010 | 9 909 445 |
Bij: Aangegane verplichtingen in 2010 | 11 566 224 |
Af: Tot betaling gekomen verplichtingen 2010 | 10 981 712 |
Openstaande verplichtingen per 31 december 2010 | 10 493 957 |
In de verplichtingenstand per 31 december 2010 is een bedrag begrepen ter waarde van EUR 80 miljoen voor toekomstige betalingen voor rentesubsidie aan de NIO. Door herfinanciering van het kapitaal van de NIO zal het bedrag voor rentesubsidie lager uitvallen dan de genoemde 80 miljoen, maar vanwege het nog niet beschikbaar zijn van een nauwkeurige schatting door NIO heeft nog geen decommittering plaatsgehad.
13 Deelnemingen (debet 69 101 x EUR 1 000)
Dit betreft het gestorte aandelenkapitaal bij de regionale ontwikkelingsbanken ASDB, AFDB, IDB en IIC. Tot 2008 was dit op de balans van het Ministerie van Financiën opgenomen.
Niet uit de saldibalans blijkende verplichtingen:
– Rente/Aflossing leningenportefeuille NIO
De NIO financiert haar leningenportefeuille met opgenomen obligatieleningen, onderhandse leningen en «Medium Term Notes». De Staat der Nederlanden heeft zich garant gesteld voor de betaling van rente en aflossing. De nominale waarde hiervan bedroeg per 31 december 2010 EUR 354 miljoen (31 december 2009 EUR 396 miljoen). Deze verplichting is niet in de saldibalans opgenomen aangezien de door de NIO verstrekte leningen en de toekomstige rentesubsidies reeds als garantieverplichting respectievelijk als acute verplichting zijn opgenomen.
– Verdragsmiddelen Suriname
Het restant van de verplichting uit hoofde van de Verdragsmiddelen Suriname Schenkingen bedraagt per 31 december 2010 EUR 0,3 miljoen (EUR 0,5 miljoen per 31 december 2009).
– Huisvesting OPCW
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken staat sedert 1998 garant voor een deel van de huisvesting OPCW. De garantie beloopt per ultimo 2010 circa EUR 2,59 miljoen en duurt nog 2 jaar.
– Convenant Ministerie van Defensie
In 2009 is een convenant getekend met het Ministerie van Defensie inzake de inzet van KMAR bij de beveiliging van Nederlandse vertegenwoordigingen met een hoog risico op veiligheid. Het betreft de overheveling van budget voor een bedrag van EUR 48,4 miljoen over 3 jaar. Deze periode wordt ieder jaar stilzwijgend verlengd, tenzij een van de partijen schriftelijk het stilzwijgen doorbreekt. In 2010 heeft budgetoverheveling naar het ministerie van Defensie van EUR 16,1 miljoen plaatsgevonden.