Base description which applies to whole site

B1. BELEIDSPRIORITEITEN 2010

Inleiding

In 2010 heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verschillende doelstellingen gerealiseerd. Een voorbeeld daarvan is de verlichting van administratieve lasten voor burgers met 25%. Daarmee is deze doelstelling een jaar eerder bereikt dan gepland. Ook trad de Wet «maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast» in werking. Door de demissionaire status van de regering vanaf februari konden echter niet alle beleidsvoornemens ten uitvoer worden gebracht. Voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties betekende dit onder meer dat de doorontwikkeling van het politiebestel en het Wetsvoorstel «Inrichting verkiezingsproces» «on hold» stonden.

Na het aantreden van het kabinet Rutte-Verhagen in oktober werden aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de beleidsvelden Vreemdelingenzaken en Wonen, Wijken en Integratie en de uitvoeringsorganisatie Rijksgebouwendienst toegevoegd.

Het directoraat-generaal Veiligheid en de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid zijn van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar het ministerie van Veiligheid en Justitie gegaan.

De laatste maanden van 2010 is gewerkt aan de uitvoering van bestaand beleid, aan de ambities van het nieuwe kabinet en aan het vormgeven van het nieuwe ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Om de onderlinge samenhang duidelijk te maken zijn de ambities van het kabinet geclusterd in de thema’s: compacte overheid; bestuurlijke inrichting; bouw- en woningmarkt; integratie, cohesie en burgerschap en immigratie en asiel.

Naast de resultaten op de beleidsvelden openbaar bestuur, bedrijfsvoering Rijk en Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), wordt in dit beleidsverslag nog stilgestaan bij de resultaten op het gebied van veiligheid waar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in 2010 aan heeft gewerkt.

De beleidsresultaten van de terreinen Wonen, Wijken en Integratie (WWI) en Immigratie en Asiel worden in het zelfstandige jaarverslag WWI respectievelijk het jaarverslag van het ministerie van Veiligheid en Justitie behandeld.

Beleidsresultaten 2010

Kwaliteit en functioneren Rijksdienst

Het Rijk bevordert voortdurend de kwaliteit van de organisatie en het personeel. Ook het kabinet Rutte-Verhagen benoemt dit als een belangrijke doelstelling voor deze kabinetsperiode. In februari 2011 is het uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II, 2010–2011, 31 490, nr. 54). Daarin staan de plannen uit het regeerakkoord uitgewerkt. De concentratie van Rijkskantorenlocaties maakt daar onder andere onderdeel van uit.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vervult in de bedrijfsvoering van het Rijk een rijksbrede, coördinerende voortrekkersrol. In 2010 is, samen met de andere departementen, verder gewerkt aan een rijksbrede bundeling van de bedrijfsvoering. Dit omvat onder andere inkoop, huisvesting en facilitaire dienstverlening. Zo namen zeven departementen de rijkspas in gebruik. De overige departementen volgen in 2011. Ook sloten eind 2010 acht ministeries aan op de dienstverlening van P-Direkt en is het nieuwe functiegebouw Rijk vastgesteld. Door minder differentiatie in functies bevordert het Rijk de flexibiliteit en uitwisselbaarheid van de ambtenaren.

Het streven van het Rijk om koploper te zijn in duurzame bedrijfsvoering kreeg invulling met projecten, zoals de invoering van de milieucriteria, de invoering energiebesparingprogramma huisvesting, de ontwikkeling van duurzame kaders voor de huisvesting en verduurzaming van de mobiliteit, waaronder de voorbereiding van praktijkproeven met elektrisch vervoer.

Op het gebied van klanttevredenheid gaven gebruikers van overheidsdiensten in 2010 voor de totale overheidsorganisatie gemiddeld een 6,7. De score voor de dienstverlening is daarmee gelijk met 2009. Daarmee is de ambitie van het vorige kabinet om minimaal een 7 voor overheidsdienstverlening te krijgen nagenoeg bereikt.

In 2010 bereidde het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de oprichting en opstart van de baten-lastendienst Doc-Direkt voor en is de baten-lastendienst 4FM bij het ministerie ondergebracht. Doc-Direkt is de rijksbrede baten-lastendienst die voor de rijksoverheid onder meer de bestaande archiefachterstanden zal wegwerken. 4FM behartigt het facilitair management voor de ministeries van Buitenlandse Zaken, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voormalig Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en voormalig Verkeer en Waterstaat (nu Infrastructuur en Milieu).

Administratieve Lastenverlichting

De administratieve lasten voor burgers namen tot en met 2010 af met 25%. De doelstelling is daarmee een jaar eerder dan gepland gehaald. Formulieren en het taalgebruik van overheidsorganisaties zijn duidelijker gemaakt, waardoor de kosten voor burgers afnamen met 24% en de bestede tijd met 29%. Ook de aanpak van de 10 belangrijkste knelpunten was eind 2010 klaar. Gebleken is dat gezinnen en uitkeringsgerechtigden het meeste merken van de maatregelen.

Ook bij de vermindering van administratieve lasten van de professionals in de domeinen veiligheid, sociale zekerheid, (jeugd)zorg en onderwijs is in 2010 vooruitgang geboekt. Uit onderzoek in 2010 blijkt dat 80% van de (voor)genomen maatregelen volgens de professionals zullen bijdragen aan merkbare lastenvermindering.

Zo voerden in 2010 bijna alle politiekorpsen best practices in die voortkwamen uit inventarisatie bij de korpsen zelf. Een daarvan, die als een pilot in politieregio Hollands-Midden heeft gedraaid, wordt vanaf 2011 landelijk uitgerold. Het gaat hier om het systeem van Frontoffice- Backoffice (administratieve afhandeling vindt plaats door een administratieve backoffice in plaats van door de agent op straat). Hiermee lijkt een administratieve lastenverlichting van 20% over een geheel korps haalbaar.

Rijkspersoneel

In het project Vernieuwing Rijksdienst is onder andere ingezet op een kleinere overheid. De uitvoering hiervan ligt op koers, 2011 is het laatste uitvoeringsjaar. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is in 2010 binnen de gestelde norm gebleven. In het tweede kwartaal van 2011 wordt een laatste voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer gezonden. Daarin wordt ook de rijksbrede voortgang toegelicht.

Een evenwichtig samengesteld personeelsbestand is van belang voor een effectieve overheid. In 2010 resulteerde de aanpak van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een stijging van het aandeel vrouwen in de Algemene Bestuursdienst (inclusief Top Managementgroep) naar 25,9%. Daarmee is de doelstelling om 24% van de integrale management- en strategische concernfuncties binnen het Rijk door vrouwen te vervullen gerealiseerd. Het streefpercentage aan personeel met een biculturele achtergrond is niet gehaald. Belangrijkste reden daarvoor is de uitstroom onder deze groep.

Functioneren openbaar bestuur

De bestuursakkoorden met Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Interprovinciaal Overleg (IPO) fungeerden ook in 2010 als basis voor constructief partnerschap. Het overleg van fondsbeheerders en provincies over de toekomstige financiële verhouding leidde in 2010 tot een (tijdelijke) aanpassing van de verdeling in het provinciefonds voor 2011. Het is nu aan de fondsbeheerders om te komen tot een definitieve verdeling van het provinciefonds voor 2012 en verder.

Daarnaast bleef het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties betrokken bij het versterken van de bestuurskracht van decentrale overheden, het vergroten van decentrale beleidsvrijheid en het verminderen van verantwoordingslasten ten opzichte van het Rijk.

Financieel toezicht

Binnen de provincies Noord Brabant en Limburg werd met enkele gemeenten ervaring opgedaan om de toezichtlasten te verminderen. Hiermee wordt beoogd het horizontale toezicht te versterken. De overige tien provincies hebben hun toezicht op gemeenten de afgelopen jaren meer risico georiënteerd ingericht. In 2011 wordt hieraan verder gewerkt.

In 2010 (verantwoordingsjaar 2009) is ook het principe van Single information en Single audit (SiSa) verder aangescherpt, waardoor de verantwoordings- en controlelasten voor zowel medeoverheden als het Rijk nog verder zijn afgenomen.

Herziening interbestuurlijk toezicht

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in 2010 voorbereidingen getroffen voor de herziening van het interbestuurlijk toezicht. Dit mede naar aanleiding van rapport van de Commissie Oosting (Kamerstukken II, 2007–2008, 31 200 VII nr. 8). Mede door de demissionaire status van het vorige kabinet gaat de herziening van het interbestuurlijke toezicht in per 1 januari 2012 en niet per 1 januari 2011.

Burgerschapsvorming en Grondwet

Op 30 september 2010 vond de formele oprichting van het Huis van de Democratie en Rechtstaat plaats. Het Huis moet de kennis over en de deelname aan de democratie vergroten.

Op 11 november 2010 werd het advies van de staatscommissie Grondwet aangeboden aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie.

Het traject handvest Verantwoordelijk Burgerschap is na de val van het kabinet door de Tweede Kamer controversieel verklaard.

Verbeteren kwaliteit Gemeentelijke Basisadministratie

De kwaliteit van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) steeg in 2010 ten opzichte van 2009 (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 444, nr. 7).

In samenwerking met de VNG en gemeenten verbeterde de betrouwbaarheid van de GBA door uitvoering van het programma Modernisering GBA. Zo zijn onderdelen van het nieuwe gemeentelijke burgerzakensysteem ontworpen. Eind 2010 is aan de Tweede Kamer een voortgangsrapportage gezonden (Kamerstukken II, 2010–2011, 27 859, nr. 39).

Bevolkingskrimp

Ten aanzien van bevolkingsdaling voerde het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in 2010 het Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling Krimpen met Kwaliteit uit. Daarvoor zijn onder meer 22 experimenten gestart op gebieden die samenhangen met bevolkingsdaling. Ook maken verschillende regio's, die nog geen grote bevolkingsdaling kennen, alvast beleid om de te verwachten bevolkingsdaling tegen te gaan. Voor de zomer van 2011 ontvangt de Tweede Kamer hierover een voortgangsrapportage.

Veiligheid

Veilige publieke taak

Uit de in 2010 gehouden tussentijdse meting blijkt dat het aantal slachtoffers van agressie en geweld onder werknemers met een publieke taak stabiliseert. Dat is zo over alle overheidssectoren (openbaar bestuur, onderwijs, politie, defensie). In enkele sectoren (rijk, gemeenten en politie) tekent zich zelfs een daling af. In 2011 zal een nieuwe effectmeting worden gehouden.

De aanpak van het programma Veilige Publieke Taak kent drie sporen: grenzen stellen, aanpakken van de daders en ondersteunen van werkgevers. Op al deze onderdelen heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zich in 2010 ingezet. Er heeft een campagne plaatsgevonden over wat burgers zelf kunnen doen wanneer zij agressie of geweld opmerken. Daarnaast zijn in 2010 vijf grote werkgevers met een publieke taak, zoals de Belastingdienst en Jeugdzorg, ondersteund bij de verbetering van de dadergerichte maatregelen. Voorbeelden hiervan zijn het registreren van incidenten, het reageren naar de dader, het verhalen van de schade en het doen van aangifte. Ook zijn de eenduidige landelijke afspraken voor politie en Openbaar Ministerie in werking getreden. Hiermee is de strafrechtelijke behandeling van voorvallen voor heel Nederland geüniformeerd.

Dreigingen en risico’s voor de nationale veiligheid

In 2010 werd de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in toenemende mate geconfronteerd met een verdere internationalisering en globalisering van dreiging en het toenemende gebruik van steeds geavanceerdere technologie. Zo stelde de AIVD met eigen onderzoek vast dat het aantal gevallen van digitale spionage, het stelen van vertrouwelijke informatie, en (pogingen tot) ontwrichting van de digitale infrastructuur toeneemt.

In 2010 gaf de AIVD prioriteit aan het tijdig onderkennen van de jihadistisch-terroristische dreiging. Hierbij lag de nadruk op exogene jihadistische dreiging vanuit internationale groeperingen en netwerken.

Door de internationalisering van de dreiging was het voor de AIVD van essentieel belang om de samenwerking met diensten uit andere landen verder te intensiveren. In 2010 is de internationale positionering van de AIVD dan ook versterkt en is de eigen informatiepositie in en ten opzichte van het buitenland uitgebreid.

De AIVD heeft in 2010 de Nederlandse regering, veiligheidspartners en andere belanghebbenden kunnen voorzien van eigen geverifieerde en gevalideerde inlichtingeninformatie. Hiermee leverde de AIVD een substantiële bijdrage aan de (inter)nationale veiligheid.

Overlast en Verloedering

Samen met partners, zoals andere departementen, gemeenten en politie, zette het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zich ook in 2010 voor een veiliger Nederland. De uitvoering van het programma «Veiligheid begint bij voorkomen» is een voorbeeld waarin zichtbaar wordt dat een veiliger Nederland niet door één partij wordt gerealiseerd. De eindrapportage Veiligheid begint bij Voorkomen is al aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II, 2009–2010, 28 684, nr. 276).

Resultaat van deze samenwerking is een veiliger Nederland. De zichtbare criminaliteit, met uitzondering van overvallen, nam af en het aantal geweldsdelicten ook. Het kabinetsdoel om fietsendiefstal terug te dringen met 100 000 was al in 2009 behaald. Het kabinet Rutte-Verhagen zet de aanpak van overlast en criminaliteit voort om Nederland veiliger te maken. Daarbij zal waar mogelijk geleerd worden van de beleidsresultaten van de afgelopen jaren.

De beleidsresultaten zijn opgenomen in onderstaande tabel. De cijfers zijn ontleend aan de op 1 maart 2011 aan de Tweede Kamer aangeboden Integrale Veiligheidsmonitor 2010 (Kamerstukken II, 2010–2011, 28 684, nr. 306).

 

Overall doelstelling 2010 t.o.v. 2002

Doelstelling vanaf 2006

Eindresultaat eind 2010

Geweld

25%

20%

12%

Vermogen

25%

6%

27%

Overlast

25%

17,5%

0%

Verloedering

25%

18,5%

7%

Fietsdiefstal

100 000 t.o.v. 2006

100 000

215 000

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voerde in 2010 de maatregelen uit het Actieplan Overlast en Verloedering verder uit. Daarbij ging de aandacht vooral naar het beperken van overlast van dronken mensen op straat, drugsoverlast en overlast door groepen jongeren. Daarvoor zijn gemeenten ondersteund met onder meer de inzet van praktijkteams bij de aanpak van jeugdoverlast door overmatig alcoholgebruik. In 2010 waren totaal zeven praktijkteams actief, waarin lokale en landelijke experts samenwerken, waarvan één zich specifiek richt op Marokkaans- Nederlandse jongeren. Bij de aanpak van jeugdoverlast door alcoholgebruik is overigens een onderdeel van de aanpak controversieel verklaard door de Tweede Kamer. Het gaat om de wijziging van de Drank- en Horecawet.

Voor de bestrijding van overlast trad op 1 september 2010 de Wet Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast in werking. Tegelijk heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een handreiking aan gemeenten aangeboden hoe deze wet gebruikt kan worden. De wet geeft burgemeesters en officieren van justitie meer bevoegdheden om overlast aan te pakken. De wet is reeds een aantal malen door gemeenten en het Openbaar Ministerie toegepast bij voetbalwedstrijden en tijdens de jaarwisseling.

Ook is afgelopen jaren gebleken dat de praktijk op sommige terreinen weerbarstig is. De doelstelling om de ervaren sociale overlast en fysieke verloedering met 25% te laten dalen ten opzichte van 2002 is niet gerealiseerd. De oorzaken die het veiligheidsgevoel beïnvloeden zijn divers, zoals overlast door zwerfvuil en graffiti, maar ook overlast door jongeren.

In 2010 heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mede naar aanleiding hiervan met 40 gemeenten het Manifest bestrijding overlast en verloedering ondertekend. De gemeenten hebben naar aanleiding hiervan ten minste vijf specifieke maatregelen ter bestrijding van overlast en verloedering getroffen en zij hebben meegedaan aan de landelijke schoonmaakdag in het voorjaar van 2010. Gemeenten wisselden succesvolle maatregelen uit op bijeenkomsten die het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hiervoor organiseerde. Ook in 2011 lopen de afspraken uit het manifest door.

Voor het realiseren van een leefbare woonomgeving en een verhoging van het oplossingspercentage bij misdrijven zijn ook in 2010 extra wijkagenten en forensisch assistenten aangesteld. De doelstelling om eind 2011 500 extra wijkagenten en forensisch assistenten aan te stellen ligt op koers.

Eind 2010 zijn reeds 478 wijkagenten extra aangesteld. Hiermee is de doelstelling voor eind 2011 bijna gerealiseerd. Eind 2010 zijn er 355 forensisch assistenten exra aangesteld. De realisatie van 500 aanstellingen is daarmee nog niet gerealiseerd.

Bestuurlijke aanpak

Met behulp van de Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC) is in 2010 de bewustwording van gemeenten ondersteund op verwevenheid tussen onder- en bovenwereld en bij de toepassing van de wet Bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB). Van de 431 gemeenten sloot inmiddels ongeveer 70% zich aan bij de RIEC.

In Europees verband vond het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de samenwerking in een informeel netwerk voor bestuurlijke aanpak met andere lidstaten en de Europese Commissie. Over de bestuurlijke aanpak van criminaliteit en andere bestuursrechtelijke maatregelen in andere Europese lidstaten is de Tweede Kamer reeds geïnformeerd (Kamerstukken II, 2009–2010, 23 490, nr. 599).

Polarisatie en radicalisering

In 2010 voerde het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het derde operationeel actieplan Polarisatie en Radicalisering uit. In totaal zijn 85 gemeenten door een (gedeelde) decentralisatie-uitkering in staat gesteld specifiek beleid te voeren op het voorkomen van polarisatie en radicalisering binnen hun gemeentegrenzen. Daarmee loopt het totaal aantal bereikte gemeenten op tot 148 sinds de inwerkingtreding van het Actieplan.

Op basis van de evaluatie van de gestarte projecten is geconcludeerd dat de ingezette instrumenten doeltreffend zijn. Daarnaast is de herkenning van polarisatie en radicalisering bij professionals en gemeenten en de kennis over de aanpak daarvan toegenomen. De voortgangsrapportage 2010 en het operationeel plan 2011 worden voor de zomer van 2011 aan de Tweede Kamer gestuurd.

Veiligheidsregio’s

De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid constateerde eind 2009 dat de Veiligheidsregio’s veel investeren in crisisbeheersing en rampenbestrijding. De werkwijze en de organisatie zijn verbeterd. In 2010 ondersteunde het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de verdere voorbereiding van de regio’s op de nieuwe wetgeving. Na inwerkingtreding van de Wet Veiligheidsregio’s op 1 oktober 2010, hebben de regio’s een jaar om te voldoen aan de vereisten uit de wet.

De Wet Veiligheidregio’s moet de slagvaardigheid van de partijen die betrokken zijn bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing verbeteren. De wet brengt de organisatie van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie. Ook is in 2010 de Landelijk Operationele Staf ingesteld. Deze levert operationeel advies bij nationale crisis.

Doorontwikkeling politiebestel

Het wetsvoorstel tot wijziging van de Politiewet 1993 is in 2010 controversieel verklaard, waardoor de meeste activiteiten zijn bijgesteld of gestaakt. In het regeerakkoord van het kabinet Rutte-Verhagen staat dat er een nationale politie komt onder verantwoordelijkheid van de Minister van Veiligheid en Justitie. In december 2010 informeerde de Minister van Veiligheid en Justitie de Tweede Kamer hierover (Kamerstukken II, 2010–2011, 29 628, nr. 239).

Wel is verder gewerkt aan een efficiëntere bedrijfsvoering voor de politie. Voor het Politiedienstencentrum zijn de business cases uitgewerkt en is de houtskoolschets voor de nieuwe organisatie vastgesteld. Ook is de verplichte bovenregionale samenwerking van de politiekorpsen verder uitgewerkt. Politie en Openbaar Ministerie startten in 2010 met de uitwerking van de samenwerking op zeven verschillende opsporingsonderwerpen.

De Tweede Kamer ging in november 2009 op voorstel van de minister van Binnenlandse Zaken akkoord met het sturen op de operationele sterkte van de politie. Op 31 december 2010 bedroeg de operationele sterkte 49 745 fte.

Overzicht budgetrealisatie van de beleidsprioriteiten

Nummer en omschrijving kabinetsdoelstelling/ project

Nummer relevant beleidsartikel

Financieel belang 2010 (x 1 000)

Behaalde eindresultaat in 2010

49) Veilige publieke taak

35

€ 6 489

De doelstelling om eind 2011 het geweld tegen mensen met een publieke taak terug te brengen naar van 66% naar 51% is nog niet binnen bereik. In 2011 zal een nieuwe effectmeting worden gehouden.

50) – 25% criminaliteit

51) 100 000 minder fietsendiefstallen

52) – 25% overlast en verloedering

55) Aanpak overmatig alcoholgebruik jongeren

Project Veiligheid begint bij Voorkomen

25

€ 1 000

De doelstellingen minder criminaliteit en fietsendiefstal zijn deels gerealiseerd.

De doelstelling om de overlast en verloedering met 25% te laten dalen ten opzichte van 2002 is niet gerealiseerd.

De wijziging van de Drank- en Horecawet is controversieel verklaard door de Tweede Kamer.

53) 500 extra wijkagenten

23

€ 26 156

Eind 2010 zijn reeds 478 wijkagenten aangesteld.

59) Tegengaan radicalisering

25 en 27

€ 5 300

In 2010 is het derde Operationeel Actieplan Polarisatie en Radicalisering uitgevoerd. In totaal zijn 85 gemeenten met behulp van een (gedeelde) decentralisatie-uitkering in staat gesteld specifiek beleid te voeren op het voorkomen van polarisatie en radicalisering binnen hun gemeentegrenzen.

61) Samenwerkingsverbanden binnen veiligheidsorganisatie versterken met betrokkenheid van de burger

21

€ 6 289

Burgernet is eind 2010 in 50 gemeenten operationeel. De doelstelling is daardoor een jaar eerder dan gepland gerealiseerd.

63) Veiligheidsregio’s en rampenbestrijding

23

€ 117 921

Na inwerkingtreding van de wet Veiligheidsregio’s op 1 oktober 2010 hebben de regio’s een jaar om te voldoen aan de vereisten uit de wet. Evaluatie vindt plaats begin 2012.

64) Betere overheid met minder mensen

37

Zie toelichting

In het tweede kwartaal van 2011 zal een laatste voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer worden gezonden.

65) divers personeelsbestand

35 en 37

€ 1 300

Eind 2010 was het percentage vrouwen in ABD-functies 25,9%, streefcijfer voor 2010 was 24%.

67) Burgerschapsvorming en Grondwet

31

€ 2 744

Op 11 november 2010 is het advies van de staatscommissie Grondwet in ontvangst genomen. Ook heeft de formele oprichting van het Huis van de Democratie plaatsgevonden.

Het traject handvest Verantwoordelijk Burgerschap is controversieel verklaard.

68) Uitvoeren bestuursakkoorden

31

€ 2 215

Tussen het Rijk en de medeoverheden zijn aanvullende bestuurlijke afspraken geformuleerd tegen de gevolgen van de economische crisis. Het overleg van fondsbeheerders en provincies over de toekomstige financiële verhouding heeft geleid tot een (tijdelijke) aanpassing van de verdeling in het provinciefonds voor 2011.

De inwerkingtreding van het herziene interbestuurlijk toezicht is verschoven van 1 januari 2011 naar 1 januari 2012. In 2010 is het principe van Single information en Single audit (SiSa) verder aangescherpt.

69) vermindering administratieve lasten

33

€ 8 071

De administratieve lasten op rijksniveau voor burgers zijn 25 verminderd. De kosten voor burgers zijn met 29% afgenomen en de bestede tijd met 25%. De dienstverlening kreeg in 2010 een 6,9 (doel was een 7).

Algemene Toelichting

De bedragen in deze tabel illustreren het financieel belang van een kabinetsdoel. De begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is ingericht op beleidsartikelen en niet op kabinetsdoelen. Deze bedragen zijn daarom indicatief en niet 1 op 1 uit de departementale administratie te herleiden.

De afgelopen jaren werd het beleidsverslag opgebouwd aan de hand van de kabinetsdoelstellingen van het kabinet Balkenende IV. Met de val van dit kabinet en het aantreden van het huidige kabinet komt deze indeling te vervallen. Het begrotingsjaar 2010 kende het grootste deel van het jaar een demissionair kabinet. Alleen de eerste zeven weken regeerde het vorige kabinet missionair. Concreet betekent dit dat de initiatieven die waren aangekondigd in de beleidsagenda 2010 niet volledig tot uitvoering zijn gebracht. De afspraak om de begroting en het jaarverslag aan elkaar te spiegelen blijft echter overeind. Om toch op hoofdlijnen informatie te verschaffen over de afloop van het vorige kabinetsprogramma wordt bovenstaande tabel toegepast.

Toelichting doelstelling 50, 51, 52, 55:

Voor de doelstellingen «25% criminaliteitsreductie», «100 000 minder fietsendiefstallen», «aanpak overmatig alcoholgebruik jongeren» en «afname overlast en verloedering met 25%» geldt dat deze doelstelling vanuit verschillende programmabudgetten en bronnen (departementen) wordt gefinancierd. De financiële omvang van de kabinetsdoelstellingen op het gebied van criminaliteit en overlast en verloedering is om die reden geclusterd. Het genoemde bedrag is exclusief de inzet van de zogenaamde van Montfransmiddelen (vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties circa € 32 mln.) in 2010. Uitkering daarvan vond via het Gemeentefonds plaats.

Toelichting doelstelling 64:

Voor de doelstelling «betere overheid met minder mensen» is voor de periode 2008–2011 een taakstellingbedrag vastgesteld ad € 538 mln. in totaal voor alle departementen. Als gevolg van de crisismaatregelen is € 100 mln. afgeroomd van dit budget. Er is verder € 120 mln. toebedeeld aan het sociaal flankerend beleid en € 318 mln. aan innovatieprojecten die moeten leiden tot verbetering en afslanking van de rijksdienst. Deze budgetten zijn inmiddels allemaal overgeheveld naar de desbetreffende departementale begrotingen.

Licence