Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2010
Oorspronkelijke vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2009 | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Opbrengst moederdepartement | 124 400 | 111 747 | – 12 653 | 120 935 |
Opbrengsten inzake programmafacturen instandhouding | 137 600 | 133 826 | – 3 774 | 145 882 |
Opbrengsten huisvesting | 11 060 | 9 737 | – 1 323 | 8 714 |
Opbrengsten overige departementen | 802 | 802 | 517 | |
Opbrengsten derden | 29 | 29 | 57 | |
Mutatie onderhanden werk | 2 904 | 2 904 | 5 592 | |
Rentebaten | 200 | 0 | -200 | 5 |
Rentebaten huisvestingsactiviteiten | 0 | 0 | 0 | |
Vrijval uit voorzieningen | 682 | 682 | 3 654 | |
Bijzondere baten | 838 | 838 | 556 | |
Totaal baten | 273 260 | 260 565 | -12695 | 285 912 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | ||||
– personele kosten | 101 524 | 97 955 | – 3 569 | 99 450 |
– uitbesteding | 1 000 | 3 705 | 2 705 | 3 640 |
– materiële kosten | 16 855 | 14 012 | – 2 843 | 13 400 |
– programmagelden instandhouding | 137 600 | 134 864 | – 2 736 | 146 917 |
Rentelasten investeringen DVD | 1 393 | 1 368 | – 25 | 1 474 |
Rentelasten huisvestingsactiviteiten Defensie | 8 317 | 6 683 | -1634 | 6 074 |
Rentelasten rekening-courant | 0 | 225 | 225 | 0 |
Afschrijvingskosten | ||||
– materieel | 2 657 | 1 519 | – 1 138 | 1 501 |
– materieel huisvestingsactiviteiten | 2 743 | 2 806 | 63 | 2 475 |
– immaterieel | 0 | 0 | 0 | |
Overige lasten | ||||
– dotaties voorzieningen | 1 000 | 498 | – 502 | 4 694 |
– bijzondere lasten | 1 778 | 1 778 | 3 251 | |
Totaal lasten | 273 089 | 265 413 | – 7 676 | 282 876 |
Saldo van baten en lasten | 171 | – 4 848 | – 5 019 | 3 036 |
Algemeen
De interne jaarrekening over 2010 wordt afgezet tegen de begroting voor 2010 zoals die in 2009 is opgesteld. In dit jaar zijn de cijfers van de DBV als onderdeel van de nieuw op te richten Defensie Beveiliging- en Bewakingsorganisatie (DBBO) voor het laatst opgenomen. Besloten is dat DBBO per 1 januari 2011 onderdeel gaat vormen van de Bedrijfsgroep Beveiliging en Vastgoed, voorlopig als kas/verplichtingeneenheid.
Het tegenvallende resultaat ten opzichte van de begroting is veroorzaakt door besluiten van het moederdepartement en bezuinigingen. Hierdoor is minder omzet gerealiseerd. Bovendien was er sprake van hogere operationele kosten. Dit wordt slechts deels gecompenseerd door een beter resultaat van DBV.
Opbrengsten huisvesting
Door de vertraging in uitvoering van de leenfaciliteit projecten zijn de opbrengsten lager dan begroot.
Opbrengsten overige departementen/derden
De opbrengsten overige departementen en opbrengsten derden zijn vanwege de geringe omvang in de begroting 2010 bij de begrote opbrengst moederdepartement gevoegd.
Mutatie onderhanden werk
In de begroting is deze post op nihil gesteld. De positieve mutatie onderhanden werk hangt nauw samen met een toename van lopende (deel)opdrachten Nieuwbouw aan het eind van het boekjaar.
Rentebaten
De sterke daling van de rentebaten naar een rentelast is het gevolg van het feit dat Dienstverleningsovereenkomsten laat zijn afgesloten, de voorfinanciering van de voorgeschoten Nieuwbouw programmageld en geen rente over het positieve saldo van het ministerie van Financiën rekening-courant.
Vrijval uit voorzieningen
Ten opzichte van de begroting is een klein deel van de voorziening vrijgevallen omdat een deel van de wachtgeldverplichting is afgekocht.
Bijzondere baten
De bijzondere baten zijn opbrengsten uit de normale bedrijfsvoering van voorgaande boekjaren. De belangrijkste posten hierin worden gevormd door vrijval van transitoria en diverse kleinere posten.
Uitbesteding
De realisatie is € 2,7 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt verklaard doordat in de begroting voor € 1,2 miljoen aan directe projectkosten niet is meegenomen, tevens is voor een aantal nieuwbouwprojecten de projectvoering uitbesteed.
Rentelasten huisvestingsactiviteiten Defensie
De rente die verschuldigd is voor de leningen ten behoeve van de investeringen inclusief de bouwrente voor de in aanbouw zijnde huisvesting en de opgeleverde gebouwen en terreinen.
Afschrijvingskosten materieel (inclusief huisvestingsactiviteiten)
Op automatiseringsmiddelen, transportmiddelen en gebouwen is minder afgeschreven dan voorzien was in de begroting. De voorgenomen vervangingsinvesteringen zijn later in het jaar gerealiseerd dan begroot of zijn uitgesteld naar volgend jaar.
Dotaties aan voorzieningen
In 2010 zijn dotaties aan voorzieningen geboekt voor garantieverplichtingen (€ 0,1 miljoen) en ten behoeve van wachtgeld voorziening (€ 0,4 miljoen).
Bijzondere lasten
Dit zijn lasten van de gewone bedrijfsuitoefening uit voorgaande boekjaren. Het betreft reserveringen voor oude nog te factureren c.q. te crediteren bedragen die niet meer kunnen worden verrekend en posten waarvan onvoldoende kostenreserveringen zijn gedaan.
Balans per 31 december 2010
Omschrijving | Balans 2010 | Balans 2009 |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële activa | 0 | 0 |
Materiële activa | ||
– grond en gebouwen | 129 826 | 118 848 |
– gebouwen in aanbouw | 62 508 | 45 795 |
– transportmiddelen | 3 058 | 3 620 |
– overige | 651 | 783 |
Vlottende activa | ||
Onderhanden werk | 17 790 | 14 885 |
Debiteuren | 272 | 308 |
Vorderingen op moederdepartement | 327 | 503 |
Overlopende activa | 54 752 | 30 447 |
Liquide middelen | 3 222 | 32 362 |
Totaal activa | 272 406 | 247 551 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
– exploitatiereserve | 13 139 | 10 103 |
– verplichte reserve | 0 | 0 |
– onverdeeld resultaat | – 4 848 | 3 036 |
Leningen bij het ministerie van Financiën | 190 613 | 163 609 |
Voorzieningen | 7 987 | 11 395 |
Crediteuren | 15 593 | 13 258 |
Schulden aan moederdepartement | 7 231 | 395 |
Overlopende passiva | 42 691 | 45 755 |
Totaal passiva | 272 406 | 247 551 |
Onderhanden werk
Het onderhanden werk omvat de kosten van lopende projectfasen van nieuwbouwprojecten waarvan nog geen opbrengst is genomen. De stijging van € 2,9 miljoen ten opzichte van 2009 wordt vooral veroorzaakt door vertraging in de goedkeuring van een groot aantal nieuwbouwprojectfasen.
Overlopende activa
De post overlopende activa bedraagt ultimo 2010 € 54,8 miljoen. In 2009 was dat € 30,4 miljoen. De stijging wordt deels veroorzaakt door een toename van nog niet aan het moederdepartement in rekening gebrachte programmagelden voor nieuwbouw met € 26,7 miljoen. In 2010 was dit € 42,4 miljoen, in 2009 was dit € 15,8 miljoen. Op 12 november 2010 is de kas voor nieuwbouw bij het moederdepartement gesloten.
Eigen vermogen
Het saldo van baten en lasten wordt toegevoegd aan het eigen vermogen. Op basis van vijf procent van de gemiddelde jaaromzet van de afgelopen drie jaar bedraagt het maximaal toelaatbaar eigen vermogen € 13,1 miljoen. De stand aan het eind van 2010 bedraagt € 8,3 miljoen.
De schuld aan het moederdepartement bedraagt € 7 miljoen. Het betreft een salarisfactuur die door het moederdepartement is voorgeschoten maar nog niet is terugbetaald vanwege te weinig liquide middelen.
Voorzieningen
De verloopstaat van de voorzieningen
| Stand 31-12-2009 | Dotaties 2010 | Vrijval 2010 | Onttrekkingen 2010 | Stand 31-12-2010 |
---|---|---|---|---|---|
Garantieverplichtingen | 490 | 86 | – 19 | – 434 | 123 |
Wachtgelduitkeringen | 8 342 | 412 | – 662 | – 1 590 | 6 502 |
FPU 57+ voorziening | 2 563 | – 1 201 | 1 362 | ||
Totaal aan voorzieningen | 11 395 | 498 | – 681 | – 3 225 | 7 987 |
Toelichting voorzieningen
De voorziening garantieverplichtingen dient ter dekking van aansprakelijkheidsrisico’s met inbegrip van de beroepsaansprakelijkheid. Conform de «Regeling van de Verhouding tussen Opdrachtgever en adviserend Ingenieursbureau» (RVOI) is de DVD in bepaalde gevallen aansprakelijk te stellen tot de hoogte van het honorarium van het betreffende project.
De voorziening wachtgelduitkering dient ter dekking van de verplichtingen voortvloeiend uit de wachtgeldaanspraken van voormalige medewerkers. In 2010 zijn twee personeelsleden als nieuwe herplaatsers aangemeld.
Met de defensiebrede reorganisatie is in 2004 aan medewerkers van 57 jaar en ouder de mogelijkheid geboden om onder betaalde voorwaarden Defensie te verlaten. De onttrekking betreft de daadwerkelijke uitgaven FPU/57+ regeling.
Voor de gehele voorziening is € 0,9 miljoen langlopend en € 7,1 miljoen kortlopend. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde.
Leningen bij het ministerie van Financiën
Stand 31-12-2010 | Stand 31-12-2009 | |
---|---|---|
Leningen bij het ministerie van Financiën | ||
Vermogensconversielening | 9 101 | 5 615 |
Investeringsleningen | 181 512 | 157 994 |
Totaal leningen | 190 613 | 163 609 |
Toelichting leningen
Met de leningen van het ministerie van Financiën worden de materiële vaste activa gefinancierd. De looptijden van de leningen worden afgesloten in overeenstemming met de economische levensduur van de materiële vaste activa. De vermogensconversielening loopt tot 2 038 met een rente van vijf procent. De overige leningen hebben een looptijd variërend van drie jaar tot circa 50 jaar tegen rentepercentages variërend van 1,7 tot 5,6.
Overlopende passiva
Stand 31-12-2010 | Stand 31-12-2009 | |
---|---|---|
Aflossing leningen ministerie van Financiën | 4 406 | 4 618 |
Vooruit ontvangen bedragen | 1 542 | 480 |
Met betrekking tot huidig boekjaar te betalen | 32 945 | 36 304 |
Te betalen vakantiegelden | 1972 | 2 181 |
Betalingen onderweg | 0 | |
Te betalen vakantiedagen | 1 826 | 2 172 |
Totaal overlopende passiva | 42 691 | 45 755 |
De post «Met betrekking tot huidig boekjaar te betalen bedragen» bestaat onder andere uit te betalen programmagelden en te betalen apparaatskosten. De daling ten opzichte van 2009 wordt met name verklaard doordat de salariskosten in 2009 onder deze post waren opgenomen en in 2010 onder de schulden moederdepartement.
De reservering voor gratificaties in het kader van ambtsjubilea van € 0,2 miljoen is ook opgenomen in deze post.
Kasstroomoverzicht 2010
Oorspronkelijke vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2010 + stand depositorekeningen | 55 693 | 32 357 | – 23 336 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 3 571 | – 24 576 | – 28 147 |
Totaal investeringen (-/-) | – 34 500 | – 31 625 | 2 875 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 150 | 302 | 152 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 34 350 | – 31 323 | 3 027 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | – 5 400 | – 4 618 | 782 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 34 500 | 31 382 | – 3 118 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 29 100 | 26 764 | – 2 336 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2010+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 54 014 | 3 222 | – 50 792 |
Kasstroom uit operationele activiteiten
De liquiditeit uit operationele activiteiten is gedaald ten opzichte van het plan. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de effecten van het niet in 2010 kunnen doorbelasten van vooruitbetaalde Nieuwbouw programmagelden (zie toelichting overlopende activa).
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Het betreft hier met name investeringen in gebouwen en voor een gering deel investeringen in voertuigen.
Het grote verschil tussen begroting en realisatie wordt veroorzaakt door de lage afroep van de leenfaciliteit in verband met vertraging van het project Hoger Onderhoud Woensdrecht.
In 2010 is voor het project Gilze Rijen € 0,6 miljoen, het project CKmar Opleidingscentrum € 3,7 miljoen en voor het project CKmar Schiphol € 0,267 miljoen aan investeringen geboekt.
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
De mutaties in de kasstroom uit financieringsactiviteiten zijn als gevolg van een kleiner beroep op de leenfaciliteit voor investeringen lager dan geraamd.
Het saldo van de aflossingen is deels opgenomen onder kasstroom uit financiële activiteiten en deels onder kasstroom uit operationele activiteiten (onderdeel van overlopende passiva «Aflossingen leningen van het ministerie van Financiën»). In 2010 is € 4,6 miljoen afgelost.
Doelmatigheidsparagraaf
| 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
---|---|---|---|---|
Vte'n totaal | 1 150,8 | 1 120,5 | 1 161,3 | 1 405,7 |
– waarvan in eigen dienst | 1 014,2 | 1 008 | 1 020,5 | 1 297,7 |
– waarvan inhuur | 136,6 | 112,5 | 140,8 | 108 |
Saldo van baten en lasten (%) | 0,4% | -1,9% | 1,1% | -2,0% |
Omschrijving specifiek deel | ||||
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Kostprijzen per product(groep) DVD | ||||
Expertise &advies | n.v.t. | n.v.t | 77,06 | 76,69 |
Verwerving & Afstoting excl. COVO | n.v.t. | n.v.t | 74,06 | 73,24 |
COVO | n.v.t. | n.v.t | 64,07 | 62,17 |
Instandhouding | n.v.t. | n.v.t | 60,93 | 59,67 |
Gemiddelde kostprijs product | n.v.t. | n.v.t | 65,94 | 65,18 |
Tarieven | zie kostprijzen per product | |||
Omzet per productgroep (pxq) in K€ | ||||
Expertise &advies | n.v.t. | n.v.t | 10 160 | 8 219 |
Verwerving & Afstoting excl. COVO | n.v.t. | n.v.t | 31 482 | 28 011 |
COVO | n.v.t. | n.v.t | 7 130 | 4 310 |
Instandhouding | n.v.t. | n.v.t | 47 833 | 45 226 |
Beveiliging | n.v.t. | n.v.t | 29 014 | 28 141 |
Overig | n.v.t. | n.v.t | 1 482 | 1 230 |
Servicelevels (norm = 80%) | 71% | 77% | 88% | 85% |
Productiviteit (omzet K€ per directe medewerker) | 90,5 | 92,4 | 94,4 | 87,9 |
Projecttevredenheid (norm = 90%) | 82% | 80% | 77% | 94% |
De kostprijzen en omzetten per product(groep) zijn voor de jaren 2007 en 2008 niet opgenomen in verband met het feit dat er in 2009 een wijziging in de product(groepen) is geweest. Hierdoor is een goede vergelijking met de jaren vóór 2009 niet mogelijk.
Kostprijzen per product(groep)
De kostprijzen per productgroep of de tarieven per uur laten in 2010 gemiddeld een lagere kostprijs zien ten opzichte van 2009. Het verschil heeft te maken met de verschillende mix van de salarisschalen en de inhuurschalen die benodigd is om de producten uit te voeren.
Omzet per product
De producten instandhouding, verwerving en afstoting genereren meer dan de helft van de omzet (88 procent). Ten opzichte van 2009 is de omzet gedaald, dit is voornamelijk veroorzaakt door minder opdrachten vanuit het moederdepartement.
VTE
In tegenstelling tot het jaar 2009 is in 2010 in de begroting en realisatie ook de cijfers van de Dienst Beveiliging Vastgoed meegenomen.
Een aandachtspunt voor DVD is de doelmatigheid van de inzet van middelen in relatie tot de output. Uitgangspunt is daarbij dat de kwaliteit van de dienstverlening minimaal overeind blijft. In dit doelmatigheidsstreven in combinatie met de kwaliteit wordt gewerkt langs de volgende sporen:
– de periodieke uitvoering van benchmarkonderzoeken;
– het voortdurend nastreven van productiviteitsgroei;
– de sturing op serviceniveaus, project- en klanttevredenheid (kwaliteitsindicatoren).
Benchmarkonderzoeken
Naar aanleiding van de gehouden benchmark in 2008 naar de marktconformiteit van de tarieven voor de producten «Instandhouding» en «Nieuwbouw» is een nieuw besturingsmodel ingevoerd. Daarnaast is in de loop van 2009 een nieuwe blauwdruk vastgoed opgesteld. Deze blauwdruk vormt de randvoorwaarde voor de verdere groei van de doelmatigheid in de komende planperiode, onder andere door de verdere verbetering van zowel de primaire als de ondersteunende processen. In 2010 en verder zal deze blauwdruk worden geïmplementeerd bij DVD.
Productiviteit
De productiviteit is het quotiënt van de omzet (inclusief mutatie onderhanden werk en exclusief programmagelden instandhouding en huisvestingsactiviteiten) en de hiervoor benodigde directe VTE’n. Door de daling van de bouwmarktprijzen in 2010 van ongeveer 12 procent is de omzet van DVD afgenomen (een deel van de dienstverlening is gebaseerd op een percentage van het bouwvolume van projecten).
(Kwaliteits)indicatoren
DVD werkt een aantal jaren met een pakket aan indicatoren waarmee de kwaliteit van de dienstverlening gemeten wordt. Op basis van de uitkomsten wordt de dienstverlening indien nodig aangepast (onderdeel dienstverleningsovereenkomsten). De doelstelling van de DVD is een voortdurende toename van de kwaliteit van de dienstverlening.
Naast een jaarlijks uit te voeren klanttevredenheidsonderzoek worden diverse servicelevels bijgehouden: de snelheid van reageren op en het opheffen van defecten en storingen en de snelheid waarmee een behoefte wordt omgezet in een daadwerkelijke raming of offerte. Nader beschouwing van deze indicator heeft tot de conclusie geleid dat de 2010-norm niet realistisch is. In 2010 is deze norm gewijzigd in 80 procent. De norm is in overleg met de klanten verlaagd. Het niveau van de dienstverlening is bewust en ook in overleg met de klanten neerwaarts bijgesteld. Wel is een continue verbetering van de servicelevels waar te nemen.
In 2010 is de projecttevredenheid wederom afgenomen ten opzichte van het voorgaande jaar. Nadere beschouwing van deze indicator heeft geleid tot de conclusie dat de 2010-norm niet realistisch is. Daarom is deze norm voor 2010 gewijzigd in »90 procent van de metingen heeft een score van 6 of hoger». De norm is in overleg met de klanten verlaagd. Het niveau van de dienstverlening is bewust en ook in overleg met de klanten neerwaarts bijgesteld.
Samenvatting
De bezuinigingen bij Defensie hebben geleid tot een verlaging van het beschikbare budget voor de batenlastendienst DVD. Hierbij kwam ook nog een daling van de BDB-marktindicator (forse positieve aanbestedingsresultaten) overheen. Dit heeft via de omzet zijn weerslag gekregen in een financieel verlies in 2010. De omzet is immers gekoppeld aan het aanbestedingsresultaat. Ook heeft dit de productiviteit negatief beïnvloed omdat de productiviteit wordt gedefinieerd als de omzet per directe VTE. Desondanks is DVD in staat gebleven om de kwaliteit van de dienstverlening te handhaven c.q. te verbeteren ten opzichte van de voorgaande jaren.