De Nederlandse Emissieautoriteit heeft één opdrachtgever, de directie Klimaat en Luchtkwaliteit (K&L), onderdeel van het voormalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De eigenaar van de Nederlandse Emissieautoriteit is de plaatsvervangende Secretaris-Generaal van het voormalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Naast de reguliere werkzaamheden in 2010 zijn de projecten «Update NOx» en «NOx opt-out» uitgevoerd. Verder heeft de NEa in de loop van 2010 nog een extra opdracht gekregen van de Projectdirectie Biobrandstoffen van het voormalige ministerie van VROM om toezicht te gaan houden op de naleving van de wetgeving op het gebied van biobrandstoffen en extra opdrachten ontvangen voor fraudebestrijding bij de registratie van emissiehandel en voor het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van de allocatie van gratis emissierechten voor de periode 2012–2020 (allocatie fase 3).
Door deze aanvullende opdrachten en nieuwe taken is de werklast in 2010 verder toegenomen. In 2010 is een deel van de nieuwe formatieplaatsen, na aanpassing van het organisatie- en formatierapport van de NEa medio 2010, ingevuld. Mede hierdoor wordt getracht vanaf 2011 de inhuur binnen de NEa te beperken. Van het project Proces Automatisering NEa (PAN) is in 2010 de bouwfase gestart, die zal doorlopen tot in 2011.
Het streven was erop gericht de NEa in het 1e kwartaal van 2010 tot zelfstandig bestuursorgaan om te vormen. Als gevolg van de Kabinetscrisis in februari 2010 zijn die voorbereidingen stil komen te liggen nadat de Tweede Kamer de brief van de voormalige minister van VROM, waarin gemeld werd dat ze er naar streefde het zbo-schap uiterlijk op 1 april 2010 te effectueren, controversieel had verklaard. De huidige verwachting is dat de NEa in de loop van 2011 alsnog tot een zelfstandig bestuursorgaan zal zijn omgevormd.
Omschrijving generieke deel | Prestatie 2007 | Prestatie 2008 | Prestatie 2009 | Prestatie 2010 | Begroting 2010 |
---|---|---|---|---|---|
Kostprijzen per product in €: | |||||
Audits | 7 532 | 6 535 | 6 223 | 7 957 | 7 957 |
Ad hoc onderzoeken | 4 445 | 6 667 | 5 728 | 7 078 | 7 078 |
Diepte- en/of thema onderzoeken 1 | 39 214 | 37 599 | – | – | – |
Vergunningsaanvragen | 12 246 | 11 288 | 4 894 | 4 029 | 4 029 |
Onderhoud dossier | 1 827 | 1 609 | 1 026 | 852 | 852 |
Helpdesk en registeradministratie | 1 001 | 901 | 923 | 924 | 924 |
Tarieven in €: | |||||
Laag | 75 | 75 | 84 | 107 | <80 |
Midden | 120 | 131 | 127 | 136 | <128 |
Hoog | 142 | 144 | 149 | 139 | <150 |
Omzet per productgroep (x € 1 000): | |||||
Reguliere producten en diensten: | |||||
Vergunningsaanvragen | 367 | 339 | 127 | 117 | 413 |
Onderhoud dossier | 554 | 673 | 482 | 399 | 856 |
Audits | 813 | 562 | 517 | 923 | 622 |
Ad-hoconderzoeken | 276 | 520 | 471 | 630 | 575 |
Diepte- en themaonderzoeken | 157 | 150 | 307 | 94 | 166 |
Handhaving | 133 | 169 | 154 | 217 | 186 |
Bezwaren en beroepen | 31 | 47 | 166 | 94 | 47 |
Helpdesk en registeradministratie | 626 | 730 | 878 | 905 | 890 |
Registeronderhoud EU/UN | 784 | 999 | 950 | 769 | 1 331 |
Opstart Kyoto | 269 | ||||
Advisering en beleidsafstemming | 298 | 183 | 186 | 203 | 393 |
Voorbereiding uitvoering nieuwe regelgeving | 325 | ||||
Afsluiten handelsjaar | 180 | ||||
Toewijzing rechten nieuwkomers | 158 | ||||
Overige producten en diensten | 214 | 215 | 351 | 311 | 111 |
Projecten: | |||||
ToVer CO2 | 1 504 | 26 | |||
ToVer NOx | 864 | ||||
Compliance Forum | 98 | ||||
Luchtvaart | 323 | ||||
Nieuwkomers | 98 | ||||
Update NOx | 228 | 1 019 | 670 | ||
NOx opt out/Project NOx opt-out | 13 | 26 | |||
Allocatie fase 3 | 119 | ||||
Biobrandstoffen | 284 | ||||
Totaal omzet | 6 026 | 5 477 | 5 349 | 6 773 | 6 260 |
FTE – totaal (excl externe inhuur) | 26,37 | 25,53 | 27 | 35,84 | 31,8 |
Saldo van baten en lasten (%) | 8,35% | 7,27% | – 5,92% | 6,42% | 0% |
Kwaliteitsindicatoren: | |||||
Validatie en Vergunningverlening: % vergunningen verleend binnen wettelijke termijn | 64% | 86% | 95% | 97% | >99% |
Validatie en Vergunningverlening: % meldingen afgehandeld binnen wettelijke termijn | 60% | 82% | 97% | 88% | >99% |
Validatie en Vergunningverlening: aantal dossiers van bedrijven in onderhoud | 295 | 416 | 474 | 468 | 465 |
Registratie Emissiehandel: register CO2 online | 100% | 91% | 98% | 99,5% | >99% |
Registratie Emissiehandel: register NOx online | 100% | 99% | 100% | 99,7% | >99% |
Klanttevredenheid: tevreden stakeholders | – | – | – | 69% | >65% |
Klanttevredenheid: ontevreden stakeholders | – | – | – | 8% | <10% |
Algemeen: aantal gegronde klachten over uitoefening taken NEa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Algemeen: aantal ongegronde klachten over uitoefening taken NEa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Algemeen: % klachten afgerondbinnen wettelijke termijn | nvt | nvt | nvt | nvt | nvt |
Directe uren primair proces | 50% | 56% | 57% | 63% | >65% |
In zijn algemeenheid kan worden vastgesteld dat de NEa op een doelmatige wijze haar rol als bevoegd gezag voor emissiehandel binnen Nederland vervult. De doelmatigheidsindicatoren in de bovenstaande tabel laten in een aantal gevallen verbeteringen ten opzichte van 2009 zien. De tarieven echter zijn ten opzichte van 2009 gestegen. In de loop van 2010 is het nieuwe O&F rapport van kracht geworden en is begonnen met werven van vaste medewerkers. De tarieven zullen in 2011 dan ook een sterk dalende trend laten zien.
De begrote en geraliseerde omzet per product kan behoorlijk verschillen. Dit is het gevolg van het tijdsverschil tussen begroting en opdrachtverstrekking. Bij het opstellen van de NEa begroting (april) is bij de opdrachtgever nog niet bekend welke producten en diensten zij van de NEa wil afnemen (opdrachtverstrekking in december).
De stijging van de kostprijs van audits en ad hoc onderzoeken komt voort uit het meetellen van de voorbereidingsuren op een onderzoek, deze uren werden in voorgaande jaren ten onrechte niet meegerekend in de kostprijs. Door dit vanaf 2010 wel te doen ontstaat een veel beter zicht in de werkelijke kosten van deze onderzoeken.
De daling van de kostprijzen van de producten «Vergunningsaanvragen» en «Onderhoud dossier» is een gevolg van het project «verbeteringen en werkprocessen meldingen en vergunningen» dat vanaf 2008 en 2009 is doorgevoerd. Dit heeft ertoe geleid dat de werkprocessen bij vergunningverlening en de afhandeling van meldingen efficiënter wordt uitgevoerd.
De daling van het percentage voor vergunningen ten opzichte van de begroting is het gevolg van één te laat afgehandelde aanvraag. De afhandeling van deze aanvraag was afhankelijk van de beantwoording van meerdere gecompliceerde monitoringsvraagstukken.
De daling van het percentage voor de meldingen ten opzichte van de begroting is voor een belangrijk deel veroorzaakt door een administratieve fout. Zestien gelijkluidende meldingen met betrekking tot zestien vestigingen van een bedrijfsketen zijn wel binnen de termijn behandeld, maar de afsluitende brief is in eerste instantie niet verzonden.
Algemene grondslagen voor de waardering
Deze jaarrekening is opgesteld volgens de voorschriften van de Comptabiliteitswet (CW) en de nadere uitwerking hiervan in de Rijksbegrotingvoorschriften (RBV), de Regeling departementale begrotingsadministratie (RDB) en de Regeling Baten-lastendiensten 2011.
(1) | (2) | (3)=(2) – (1) | |
---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2010 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Nederlandse Emissieautoriteit | |||
Totale baten | 6 279 | 6 780 | 501 |
Totale lasten | 6 279 | 6 345 | 66 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 435 | 435 |
Totale kapitaalontvangsten | 0 | 0 | 0 |
Totale kapitaaluitgaven | 41 | 1 206 | 1 165 |
Resultaat
De NEa heeft 2010 afgesloten met een positief resultaat van € 0,4 mln. Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting is het resultaat opgebouwd uit de volgende onderdelen:
• meer opbrengsten opdrachtgever (€ 0,5 mln)
• lagere personele kosten (€ 0,2 mln)
• hogere materiële kosten (€ 0,3 mln)
In de toelichting op de begrotings- en realisatiecijfers wordt het resultaat nader verklaard. Voor de opdrachten van de komende jaren zal de de NEa haar tarieven en kostprijzen nog verder aanscherpen waardoor de resultaten de komende jaren op nihil moeten uitkomen.
31 december 2010 | 31 december 2009 | |
---|---|---|
ACTIVA | ||
Vaste activa | ||
Immateriële vaste activa | 1 155 | 138 |
Materiële vaste activa: | ||
Inventaris | 14 | 28 |
1 169 | 166 | |
Vlottende activa | ||
Voorraden | 9 | 8 |
Overlopende activa | 1 | 1 |
10 | 9 | |
Liquide middelen | 1 353 | 1 193 |
TOTAAL ACTIVA | 2 532 | 1 368 |
PASSIVA | ||
Eigen vermogen | ||
Exploitatiereserve | 237 | 554 |
Onverdeeld resultaat | 435 | – 317 |
672 | 237 | |
Kortlopende schulden | ||
Crediteuren | 315 | 309 |
Overige schulden en overlopende passiva | 1 545 | 822 |
1 860 | 1 131 | |
TOTAAL PASSIVA | 2 532 | 1 368 |
Immateriële vaste activa
De waardering van de immateriële vaste activa wordt bepaald door de historische kostprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. Voor deze posten wordt een lineaire afschrijvingstermijn van vijf jaar aangehouden. De restwaarde van de immateriële activa wordt geschat op nihil. Deze post bestaat uit softwaresystemen die de NEa zelf heeft ontwikkeld en die ondersteunend zijn aan het primaire proces van de NEa. Deze software is in 2010 geheel afgeschreven. De software was gefinancierd middels de leenfaciliteit van het ministerie van Financiën. De lening is in 2010 afgelost.
In 2009 en 2010 is aan een database gewerkt voor informatiegestuurd toezicht (IGT). Deze database zal begin 2011 in gebruik worden genomen en uiteindelijk worden geïntegreerd in PAN. In 2010 is gestart met de bouw van het PAN systeem. Dit is een nieuw informatiesysteem dat het oude informatiesysteem moet gaan vervangen. PAN zal in de loop van 2011 in gebruik worden genomen.
Op het moment van ingebruikname zal voor de financiering een beroep worden gedaan op de leenfaciliteit van het ministerie van Financiën.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen (€ 671 754) bestaat uit het saldo van de exploitatiereserve en het saldo van het onverdeelde resultaat.
In de Regeling baten-lastendiensten 2011 (die terugwerkt tot 1 januari 2010) is opgenomen dat er geen wettelijke reserve meer is toegestaan. Conform de verslaggevingsregels is deze reserve (€ 126 000) per 31 december 2009 toegevoegd aan de exploitatiereserve, hierdoor komt de beginstand per 1 januari 2010 op € 554 000.
Het onverdeelde resultaat over 2009 is toegevoegd aan de exploitatiereserve.
In de Regeling baten-lastendiensten 2011 is aangegeven dat er de mogelijkheid is voor de dienst om een exploitatiereserve op te bouwen. De maximale exploitatiereserve bedraagt 5% van de gemiddelde omzet van de afgelopen 3 jaar. Het maximale eigen vermogen in 2010 bedraagt
€ 294 529,-. Met de eigenaar zullen afspraken worden gemaakt over de bestemming van het overschot van € 377 225,-.
Kortlopende schulden
De kortlopende schulden bestaan enerzijds uit crediteuren, nog te ontvangen facturen, nog te betalen bedragen en overige schulden (totaal € 0,8 mln). Deze posten betreffen voornamelijk facturen voor ingehuurd personeel en onderhoud ICT.
En anderzijds uit het bedrag dat met de opdrachtgever afgerekend moet worden over 2010 (€ 1,0 mln).
Het restant van de lening bij het ministerie van Financiën (€ 0,1 mln) per 31 december 2009 is in 2010 afgelost.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
De huisvesting van de NEa maakt onderdeel uit van de leveringsovereenkomst met de Gemeenschappelijke Dienst van het voormalige ministerie van VROM. Ten behoeve van de NEa is een onderverhuurovereenkomst getekend tussen het voormalige ministerie van LNV/VWA en het voormalige ministerie van VROM. Deze overeenkomst is per 1 augustus 2005 aangegaan voor een periode van 36 maanden. Na afloop van deze periode wordt de overeenkomst telkenmale stilzwijgend verlengd voor de duur van 1 jaar. De gebruiksvergoeding bedroeg in 2010 € 305 506,- per jaar, inclusief de facilitaire voorzieningen en het inbouwpakket. De gebruiksvergoeding wordt jaarlijks per 1 januari aangepast, conform de Consumentenprijsindex.
Met CapGemini (voorheen Getronics PinkRoccade) is op 18 april 2006 een tweejarig contract afgesloten, met als ingangsdatum 1 mei 2006, voor applicatie- en technisch beheer van de NEa systemen. Het contract kan jaarlijks stilzwijgend worden verlengd met een jaar. Het huidige contract loopt tot 1 mei 2011. De kosten bedragen € 331 861,- per 12 maanden. Het contract is jaarlijks opzegbaar.
Met DECC (Department of Energy and Climate Change) is een overeenkomst aangegaan die de service van het GRETA-systeem regelt. Voor deze service worden 73 090,- Britse ponden per jaar berekend.
De NEa ziet uit doelmatigheidsoverwegingen af van de vorming van een voorziening voor jubileumuitkeringen.
x € 1 000 | (1) | (2) | (3)=(2) – (1) | |
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2010 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2009 |
Baten | ||||
Opbrengsten moederdepartement | 6 260 | 6 773 | 513 | 5 349 |
Opbrengsten derden | 0 | 4 | 4 | |
Rentebaten | 19 | 0 | – 19 | 2 |
Bijzondere baten | 0 | 3 | 3 | 0 |
Totaal baten | 6 279 | 6 780 | 501 | 5 351 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten: | ||||
– personele kosten | 4 740 | 4 503 | – 237 | 3 704 |
– materiële kosten | 1 461 | 1 761 | 300 | 1 692 |
Rentelasten | 2 | 4 | 2 | 8 |
Afschrijvingskosten: | ||||
– materieel | 13 | 14 | 1 | 13 |
– immaterieel | 63 | 63 | 0 | 251 |
Totaal lasten | 6 279 | 6 345 | 66 | 5 668 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 435 | 435 | – 317 |
Toelichting op de begrotings- en realisatiecijfers
Opbrengsten moederdepartement
In het «Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2010» staat de omzet per productgroep vermeld. De uiteindelijke realisatie over 2010 was € 0,5 mln hoger dan oorspronkelijk begroot. Dit komt met name door aanvullende opdrachten die in de loop van 2010 zijn verkregen, waardoor uiteindelijk meer producten en diensten zijn geleverd dan oorspronkelijk begroot.
Opbrengsten derden
De opbrengsten derden bestaat uit ontvangsten voor uitlening van een NEa medewerker aan het Nederlands Normalisatie Instituut voor zijn bijdrage aan een NEN-norm.
Apparaatskosten
De personele kosten komen in totaal € 0,2 mln lager uit dan oorspronkelijk begroot. Dit komt onder andere doordat in de begroting rekening is gehouden met het aantreden van het bestuur van de ZBO in 2010, maar de ZBO vorming heeft nog niet plaatsgevonden.
De materiële kosten zijn € 0,3 mln hoger dan oorspronkelijk begroot. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
• de VROM brede kosten zijn € 0,1 mln hoger dan oorspronkelijk begroot;
• de kosten voor de aanvullende opdrachten (onderdeel van de overige materiële kosten) zijn € 0,1 mln hoger dan oorspronkelijk begroot, deze kosten waren niet in de oorspronkelijke begroting opgenomen;
• de organisatie- en ontwikkelingskosten zijn € 0,1 mln hoger dan oorspronkelijk begroot, deze kosten betreffen de begeleiding en opzet van het nieuwe O&F rapport.
(1) | (2) | (3)=(2) – (1) | |||
---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | ||
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2010 | 1 920 | 1 193 | – 727 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 76 | 1 366 | 1 290 | |
3a -/- | Totaal investeringen | 0 | – 1 080 | – 1 080 | |
3b +/+ | Totaal boekwaarde | 0 | 0 | 0 | |
desinvesteringen | |||||
3. | Totaal investeringskasstroom | 0 | – 1 080 | – 1 080 | |
4a -/- | Eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | |
4b +/+ | Eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | |
4c -/- | Aflossingen op leningen | – 41 | – 126 | – 85 | |
4d +/+ | Beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | – 41 | – 126 | – 85 | |
5. | Rekening courant RHB 31 december 2010 | 1 955 | 1 353 | – 602 | |
(=1+2+3+4) | |||||
(maximale roodstand 0,5 mln euro) |
Operationele kasstroom
Bij het bepalen van de operationele kasstroom is uitgegaan van het saldo van baten en lasten, dat is gecorrigeerd voor de afschrijvingen en de mutaties in de balansposten kortlopende activa en passiva.
Investeringskasstroom
Onder de investeringskasstroom vallen de investeringen in immateriële vaste activa (€ 1,1 mln), te weten IGT en PAN.
Financieringskasstroom
Dit betreft de aflossing op de leenfaciliteit bij het ministerie van Financiën.