VROM | Kern | Rgd | Nea | Dienst van de Huurcommissie | |
---|---|---|---|---|---|
Programma- en apparaatskosten | |||||
1. Interim-management | 1 431 | 335 | 1 080 | 16 | |
2. Organisatie- en Formatieadvies | 2 028 | 1 448 | 556 | 24 | |
3. Beleidsadvies | 9 394 | 8 410 | 984 | ||
4. Communicatieadvisering | 716 | 644 | 72 | ||
Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4) | 13 569 | 10 837 | 2 620 | 96 | 16 |
5. Juridisch Advies | 964 | 626 | 284 | 54 | |
6. Advisering opdrachtgevers automatisering | 13 660 | 10 677 | 1 785 | 1 176 | 42 |
7. Accountancy, financiën en adminstratieve organisatie | 3 614 | 2 726 | 841 | 47 | |
(Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7) | 18 258 | 14 029 | 2 910 | 1 277 | 42 |
Uitzendkrachten (formatie & piek) | 27 116 | 12 699 | 3 999 | 1 818 | 8 600 |
Ondersteuning bedrijfsvoering | 27 116 | 12 669 | 3 999 | 1 818 | 8 600 |
Totaal uitgaven inhuur externen (A) | 58 943 | 37 565 | 9 529 | 3 191 | 8 658 |
Totaal uitgaven ambtelijk personeel (B) | 257 630 | 178 768 | 70 085 | 2 426 | 6 351 |
Percentage inhuur externen (A)/ (A+B)x 100% | 18,6% | 17,4% | 12,0 % | 56,8% | 57,7% |
Toelichting
In de brief van 24 juni 2009 (Kamerstukken II, 2008–2009, 31 701, nr. 21) wordt inzicht gegeven in het nieuwe sturingsinstrument voor externe inhuur. Kern daarvan is een norm voor externe inhuur van 13 % van de totale personele kosten. Overschrijding van deze norm vraagt om een verantwoording door de betreffende minister («comply or explain»). Er kunnen immers plausibele verklaringen ten grondslag liggen aan de overschrijding. Verantwoording over deze overschrijding zal plaatsvinden in het jaarverslag.
In de brief wordt ook aangegeven dat met name ministeries die in 2008 meer hebben uitgegeven aan externe inhuur dan de norm van 13 % in 3 jaar naar die «comply or explain» norm toegroeien. De uitgaven voor inhuur in 2008 bedroegen 17,2 % van de totale personele uitgaven. Voor 2009 en 2010 gelden dan ook normpercentages van respectievelijk 15,8 % en 14,4% van de totale personele uitgaven.
In 2010 is door het ministerie, inclusief de onder het ministerie ressorterende Baten/Lasten-diensten € 58,9 mln uitgegeven aan inhuur. Dit komt neer op een percentage van 18,6 %, waarmee de normpercentage van 14,4 % niet is gerealiseerd. Dit is terug te voeren op een beperkt aantal concrete posten.
Kerndepartement
Inhuur bij directie informatievoorziening
vhVROM heeft hoge uitgaven voor inhuur van ICT-ondersteuning. De ICT-kolom heeft sinds 2006 sterk geanticipeerd op de bezuinigingen, de leegloop was beduidend groter dan de taakstelling. Omdat het werk toch moest plaatsvinden is er zolang dat nodig was capaciteit ingehuurd. De inhuur heeft niet plaatsgevonden om zo de effecten van de personele taakstelling weg te nemen. Voor een ander deel betrof het uitgaven die samenhangen met omvangrijke en tijdelijke ICT-projecten, zoals het project Basisregistratie Adressen en gebouwen (BAG) en het project Wet Algemene bepalingen Omgevingsrecht (WABO). Voor deze projecten is er onvoldoende capaciteit en specifieke deskundigheid binnen VROM/WWI beschikbaar. Het gaat om tijdelijke projecten die inmiddels zijn dan wel op korte termijn worden afgerond.
Transitie-uitgaven
Als gevolg van departementale herverkavelingen naar aanleiding van het Regeerakkoord stond VROM/WWI voor een stevige transitieopgave. Met name op het terrein van «accountancy, financiën en administratieve organisatie» bleek het noodzakelijk om voor de laatste maanden van 2010, de periode waarin altijd sprake is van een piekbelasting, extra capaciteit in te huren. Mede hierdoor is VROM/WWI in staat geweest om tijdig de budgetten en de financiële administratie naar de departementen BZK, I&M en EL&I over te dragen en daarnaast de medewerkers op te leiden voor hun nieuwe werkomgeving. De tijdelijke contracten worden in het eerste kwartaal 2011 beëindigd.
Baten/Lasten-diensten
Rijksgebouwendienst:
De Rijksgebouwendienst (Rgd) is een dienstonderdeel dat voor alle departementen werkt. Extra opdrachten vanuit de departementen leiden veelal tot extra inhuur, waarop vanuit VROM/WWI slechts in beperkte mate gestuurd kan worden. Binnen de Rgd waren in 2010 tal van diverse (grotere) projecten gestart en in uitvoering die gepaard gingen met meerkosten van de inhuur. De inzet van externe capaciteit voor het primaire proces van de Rgd (bouwkundigen etc.) is niet opgenomen in deze tabel. Dit is in lijn met de voorschriften en de gebruikelijke wijze van rapportage. Het gaat om een bedrag van € 24,9 mln.
NEa
De inhuur wordt met name veroorzaakt door diverse grote projecten in 2010. Als deze project inhuur buiten beschouwing wordt gelaten dan is het percentage 30%. Dit percentage is nog aan de hoge kant, maar in 2010 is het nieuwe Organisatie- en Formatierapport van kracht geworden en is begonnen met werven van nieuwe vaste medewerkers. In 2011 zal de externe inhuur daardoor dalen.
De Dienst van de Huurcommissie
De Dienst van de Huurcommissie heeft ingehuurd op formatieplaatsen en ten behoeve van het project Innovatie om de invoering van het nieuwe bedrijfssoftwarepakket Themis te faciliteren en begeleiden. Deze inhuur is allemaal als uitzendkracht vastgelegd. De inhuur bedroeg 57,7% van de totale personele kosten.
De Dienst van de Huurcommissie heeft gekozen voor een flexibele formatie. Hierdoor is het mogelijk om sneller te anticiperen op een afwijkend aanbod van de werkvoorraad. Omdat de Dienst van de Huurcommissie nu nog in de opbouwfase van de organisatie zit, is er ook nog sprake van bovenmatige inhuur, vanwege het nog niet ingevuld zijn met vast personeel van alle daarvoor beoogde formatieplaatsen. Daarnaast bestond het project Innovatie uit externe inhuur, vanwege de specifieke ICT-kennis die daarvoor nodig was/is.