4.5.1 Algemene beleidsdoelstelling
Het bieden van mogelijkheden voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en investeringen in het buitenland ter aanvulling op de markt.
Doelbereiking en maatschappelijke effecten
De exportkredietverzekeringsfaciliteit die door de Staat wordt aangeboden bevordert de Nederlandse export doordat dekking kan worden geboden wanneer de markt dit niet kan. Hiermee komt export tot stand waarvoor anders geen krediet zou zijn vrijgekomen. Periodiek wordt er op basis van informatie vanuit de verzekeringsmarkt vastgesteld in welke gevallen (uit hoofde van marktfalen) dekking voor betalingsrisico’s kan worden aangevraagd bij de Staat. Er worden uitsluitend voor de Staat aanvaardbare risico’s geaccepteerd. Begrotingsrisico’s worden door middel van het Risk Management Framework (RMF) in kaart gebracht. Hierbij zijn o.a. risicolimieten opgesteld voor landen en debiteuren en is er een model ontwikkeld dat het portefeuillerisico meet.
De exportkredietverzekeringsfaciliteit bestond in 2011 uit de volgende instrumenten: exportkredietverzekeringen46 (EKV) en de regeling investeringsgaranties (RIV). In 2011 zijn 106 verzekeringspolissen en zijn er geen investeringsverzekeringen uitgereikt. Dit is een toename ten opzichte van 2010 toen er slechts 64 verzekeringspolissen zijn uitgereikt. Exporteurs hebben aangegeven naar aanleiding van de kredietcrisis nieuwe markten aan te boren waarbij meer behoefte is aan exportkredietverzekeringen.
Onderstaande figuur geeft het gebruik van de EKV en de RIV door middel van het cumulatief uitstaand obligo weer.
Cumulatief uitstaand obligo
In de grafiek is een onderscheid gemaakt tussen definitieve verzekeringen (polissen) en voorlopige verzekeringen (dekkingstoezeggingen). De eerste categorie is in 2011 ten opzichte van 2010 licht gedaald, terwijl de categorie dekkingstoezeggingen in dezelfde periode significant gestegen is.
Externe factoren
Het behalen van de doelstelling hangt onder andere af van de ontwikkelingen in de private verzekeringsmarkt, afspraken die worden gemaakt in de verschillende internationale fora en de financiële resultaten.
Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Algemene beleidsdoelstelling: Het bieden van mogelijkheden voor verzekering van betalingsrisico's die zijn verbonden aan export en investeringen in het buitenland ter aanvulling op de markt. | Realisatie | Vastgestelde begroting incl. ISB | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2011 | 2011 | |
Verplichtingen | 2 293 936 | 5 108 936 | –4 970 709 | 1 161 667 | 1 099 920 | 11 950 136 | –10 850 216 |
waarvan betalingsverplichtingen: | 20 545 | 33 886 | 15 367 | 16 672 | 12 032 | 14 080 | –2 048 |
waarvan kostenvergoeding Atradius DSB | 12 898 | 12 688 | 11 512 | 10 212 | 10 557 | 0 | 10 557 |
waarvan garantieverplichtingen: | 2 273 391 | 5 075 050 | –4 986 076 | 1 144 995 | 1 087 888 | 11 936 056 | –10 848 168 |
EKV | 2 340 391 | 5 304 050 | –5 051 312 | 1 198 639 | 1 118 144 | 11 332 276 | –10 214 132 |
RIV | –67 000 | –229 000 | 50 000 | –49 220 | –19 752 | 453 780 | –473 532 |
MIGA | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 150 000 | –150 000 |
Omzetpolissen | 0 | 0 | 15 236 | –4 424 | –10 504 | 0 | –10 504 |
Uitgaven | 31 936 | 40 936 | 272 595 | 93 563 | 30 030 | 134 580 | –104 550 |
Programma-uitgaven | 15 299 | 27 204 | 259 976 | 82 267 | 18 100 | 120 500 | –102 400 |
Doelstelling 1 Het creëren en handhaven van een gelijk speelveld voor bedrijven. | |||||||
Schade-uitkering EKV | 11 391 | 7 049 | 255 986 | 76 137 | 17 909 | 120 000 | –102 091 |
Schade-uitkering RIV | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 500 | –500 |
Schade-uitkering MIGA | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Schade-uitkering Omzetpolissen | 0 | 0 | 0 | 218 | 90 | 0 | 90 |
Uitgaven Seno-Gom | 0 | 0 | 3 990 | 5 912 | 101 | 0 | 101 |
Uitgaven risicobeheer | 3 908 | 20 155 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Apparaatsuitgaven | 16 637 | 13 732 | 12 619 | 11 296 | 11 930 | 14 080 | –2 150 |
Personeel en materieel | 1 139 | 1 044 | 1 107 | 1 084 | 1 373 | 1 474 | –101 |
Kostenvergoeding Atradius DSB | 12 898 | 12 688 | 11 512 | 10 212 | 10 557 | 12 606 | –2 049 |
Uitvoeringskosten EXIM | 2 600 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 225 853 | 209 904 | 223 489 | 158 374 | 141 642 | 104 050 | 37 592 |
Programma-ontvangsten | 225 853 | 209 904 | 223 489 | 158 116 | 141 142 | 104 050 | 37 092 |
Doelstelling 1 Het creëren en handhaven van een gelijk speelveld voor bedrijven. | |||||||
Premies EKV | 53 973 | 78 442 | 36 190 | 25 382 | 55 106 | 40 000 | 15 106 |
Premies RIV | 1 113 | 997 | 791 | 723 | 563 | 1 250 | –687 |
Premies omzetpolissen | 0 | 0 | 44 | 330 | 88 | 0 | 88 |
Schaderestituties EKV | 170 767 | 130 465 | 182 474 | 125 769 | 84 834 | 62 800 | 22 034 |
Ontvangsten Seno-Gom | 0 | 0 | 3 990 | 5 912 | 551 | 0 | 551 |
Overige ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 258 | 500 | 0 | 500 |
Bij het opstellen van dit jaarverslag kon nog geen gebruik worden gemaakt van de definitieve, van een accountantsverklaring voorziene, jaarrekening van betrokken verzekeraars voor de TASK-regeling.
Toelichting bij tabel budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen
In de ontwerpbegroting zijn stelpostramingen opgenomen voor de maximaal te verstrekken garanties (verplichtingenplafond). De realisatie van de verplichtingen betreft het saldo van verleende en vervallen garanties.
Garantieverplichting exportkredietverzekering (– € 10,2 mld.)
Het garantieplafond voor de EKV bedraagt in 2011 € 11,33 miljard. In 2011 is er voor € 6,8 mld. aan nieuwe verplichtingen aangegaan en is € 5,7 mld. aan verplichtingen vervallen. In 2011 bedraagt het saldo van nieuwe en vervallen garanties € 1,1 miljard. Deze mutatie betreft het afboeken van het restant deel van het verplichtingenplafond.
Garantieverplichting Regeling Investeringen (– € 473,5 mln.)
Het jaarlijkse plafond voor de Regeling Investeringen bedraagt € 453,8 mln. In 2011 zijn er geen nieuwe verplichtingen aangegaan en is € 19,8 mln. aan verplichtingen vervallen. In 2011 bedraagt het saldo van nieuwe en vervallen garanties – € 19,8 mln. Deze mutatie betreft het afboeken van het restant deel van het verplichtingenplafond.
Garantieverplichting Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA) (– € 150,0 mln.)
Het jaarlijkse plafond voor de MIGA bedraagt € 150,0 mln. In 2011 is er geen beroep gedaan op de MIGA faciliteit.
Garantieverplichting Omzetpolissen (– € 10,5 mln.)
Ultimo 2010 stonden er nog verplichtingen open voor de omzetpolissenregeling47. Deze verplichtingen zijn in 2011 geheel komen te vervallen.
Uitgaven
Schade-uitkering EKV (– € 102,1 mln.)
Ondanks de voortzetting van de kredietcrisis zijn de schadeuitkeringen aanzienlijk lager uitgevallen dan de raming. De schade-dreigingen hebben zich in 2011 niet gematerialiseerd, maar zijn nog niet verdwenen voor het komende jaar.
Uitgaven Seno-Gom (+ € 0,1mln.)
In het kader van het afbeheren van de Seno-Gom portefeuille is voor € 0,1 mln. uitgekeerd aan schade. Deze uitgaven worden gedekt uit de opbrengsten uit premies en recuperaties in het kader van de Seno-Gom. Per 2011 is besloten om niet langer het batig saldo van uitgaven/ontvangsten in het kader van de Seno-Gom af te storten in de begrotingsreserve.
Ontvangsten
Premies EKV (+ € 15,1 mln.)
In 2011 is de vraag naar exportkredietverzekeringen weer aangetrokken. Dit heeft ertoe geleid dat er meer premie-inkomsten zijn gerealiseerd dan verwacht.
Schaderestituties EKV (+ € 22,0 mln.)
Doordat de economie zich minder ongunstig heeft ontwikkeld dan geanticipeerd hebben er meer schaderestituties plaatsgevonden. Sommige schaderegelingen blijven echter kwetsbaar in de huidige kredietcrisis.
Ontvangsten Seno-Gom (+ € 0,6 mln.)
In 2011 is voor € 0,4 mln. ontvangen aan premies en voor € 0,2 mln. ontvangen uit recuperaties.
4.5.2 Operationele doelstelling: Het creëren en handhaven van een gelijk speelveld voor bedrijven.
Doelbereiking
Door middel van actieve deelname aan internationale fora (EU, OESO en in minder mate WTO) wordt er gewerkt aan kaders waarbinnen Nederlandse exporteurs internationaal kunnen concurreren op een gelijk speelveld. Om concurrentieverstoringen zoveel mogelijk te beperken zijn er internationaal regels opgesteld o.a. ten aanzien van minimum premies, looptijden en kostendekkendheid. Een belangrijke ontwikkeling in 2011 is de invoering van een nieuw minimum premiestelsel, waarbij afspraken over de debiteurenrisicopremie zijn opgenomen. Voorheen waren er uitsluitend afspraken over de landenrisicopremie.
Het aandeel van het MKB binnen de totale portefeuille van de exportkredietverzekeringfaciliteit is relatief klein. In 2011 is daarom in overleg met het bedrijfsleven de MKB-exportversneller gelanceerd. De bij de EKV behorende aanvraagprocedures is voor het MKB een naar verhouding grotere belasting op de bedrijfsvoering. De MKB-exportversneller is een versimpeling van de aanvraagprocedure o.a. door betere samenwerking tussen de bank en Atradius DSB voor transacties tot maximaal € 5 miljoen en aspirant verzekerden met een jaarlijkse groepsomzet van maximaal € 50 miljoen.
Binnen de internationaal vastgestelde kaders is nog ruimte om zelf invulling te geven aan beleid. Daarom zijn er meetinstrumenten opgenomen die aangeven hoe de Nederlandse faciliteit presteert ten opzichte van belangrijke concurrenten (benchmark) en de mate van klantvriendelijkheid (doorlooptijd) meet. De bepaling van de kostendekkendheid geeft aan in hoeverre de Nederlandse Staat zelf voldoet aan deze internationaal vastgestelde voorwaarde.
Meetinstrumenten
Benchmark
-
• Er wordt door middel van een benchmark bijgehouden hoe de Nederlandse exportkredietverzekeringfaciliteit zich verhoudt tot gelijksoortige overheidsgesteunde faciliteiten in de 12 meest concurrerende landen. Uit de benchmark-excercitie over 2010 die is uitgevoerd in 2011 blijkt dat de Nederlandse faciliteit gemeten over de gehele linie in de middenmoot valt. Er is sprake een lichte verbetering ten opzichte van het voorgaande jaar, maar er wordt gestreefd naar verdere vooruitgang.
Doorlooptijden
-
• De doorlooptijd bestaat ten eerste uit de behandelduur van een transactie door de uitvoeringsorganisatie Atradius DSB en de Staat en ten tweede uit de informatienavraag (wachttijd voor de informatie afkomstig van de aspirant verzekerde en het posttraject). In 2011 is de gemiddelde doorlooptijd uitgekomen op 65 werkdagen, een verbetering ten opzichte van 2010. Hiermee wordt de dalende trend van het voorgaande jaar voortgezet. De toenemende economische onzekerheid en mate van complexiteit van transacties (o.a. door nieuwe financieringsstructuren) leidt ertoe dat er meer en actuelere informatie nodig is voor het beoordelen van de risico’s. Steeds vaker wordt door exporteur en financiers een verzekeringsaanvraag ingediend terwijl essentiële informatie nog niet beschikbaar is. Dit heeft tot gevolg dat er meer tijd nodig is voor informatienavraag dan voorzien is in de streefwaarde. Eind 2011 is daarom besloten om in voorkomende gevallen in overleg met aspirant verzekerden de formele behandeling pas te starten wanneer er voldoende informatie beschikbaar is.
Kostendekkendheid
-
• De totale exportkredietverzekeringfaciliteit van de Staat dient kostendekkend te zijn op lange termijn. Dit is vastgelegd in het kader van de WTO en de OESO. De kostendekkendheid wordt in Nederland bepaald aan de hand van een hiertoe speciaal ontwikkeld model bedrijfseconomische resultaatbepaling (BERB). Over de periode 1999–2011 is er een cumulatief positief resultaat behaald van € 142 mln. Dit is een toename van € 19 mln. ten opzichte van het cumulatieve resultaat in 2010.
Realisatie meetbare gegevens bij de operationele doelstelling
Indicatoren | Realisatie 2007 | Realisatie 2008 | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Streefwaarde 2011 | Realisatie 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|
Behandelduur | 37 | 35 | 43 | 39 | 34 | 35 |
Informatienavraag | 34 | 23 | 34 | 33 | 14 | 30 |
Doorlooptijden van verzekeringsaanvragen | 71 | 58 | 77 | 72 | 48 | 65 |
Bron: doorlooptijden worden door Atradius DSB gemeten en op maandelijkse basis gerapporteerd aan de Staat.
4.5.3 Overzicht afgeronde onderzoeken
Type Onderzoek | Onderzoekonderwerp | AD of OD | Start | Afgerond | Vindplaats |
---|---|---|---|---|---|
Beleidsdoorlichting | |||||
Effectenonderzoek ex post | Kostendekkendheid (BERB) | OD | 2011 | 2011 | Zie toelichting |
Overig evaluatieonderzoek | Benchmark | OD | 2011 | 2011 | Zie toelichting |
Toelichting tabel
De in de tabel opgenomen evaluatieonderzoeken zijn jaarlijks terugkerende onderzoeken ten behoeve van het meten van de doelmatigheid van de faciliteit. Er is geen openbare vindplaats. De resultaten uit de onderzoeken zijn vermeld bij de betreffende meetinstrumenten.