Base description which applies to whole site

Saldibalans per 31 december 2011 en toelichting

Ministerie van Buitenlandse Zaken (V)

I Saldibalans per 31 december 2011
   

x EUR 1 000

   

x EUR 1 000

1

Uitgaven ten laste van de begroting

11 014 545

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

887 559

3

Liquide middelen

28 582

6a

Rekening-courant RHB

10 156 059

8

Intra-comptabele vorderingen

13 128

9

Intra-comptabele schulden

12 637

 

Intra-comptabele activa

11 056 255

 

Intra-comptabele passiva

11 056 255

           

11

Extra-comptabele vorderingen

1 198 685

11a

T.r. extra-comptabele vorderingen

1 198 685

12a

T.r. extra comptabele schulden

330

12

Extra comptabele schulden

330

13

Voorschotten

4 268 280

13a

T.r. voorschotten

4 268 280

14a

T.r. garantieverplichtingen

2 150 392

14

Garantieverplichtingen

2 150 392

15a

T.r. openstaande verplichtingen

9 131 016

15

Openstaande verplichtingen

9 131 016

16

Deelnemingen

63 760

16a

Tegenrekening deelnemingen

63 760

 

Extra-comptabele activa

16 812 463

 

Extra-comptabele passiva

16 812 463

       
 

Totaal activa

27 868 718

 

Totaal passiva

27 868 718

II Inleiding

1. Algemeen

De saldibalans is een financiële staat waarop de standen van de intra- en extracomptabele rekeningen van het ministerie van Buitenlandse Zaken worden verantwoord.

Het intracomptabele deel van de saldibalans geeft inzicht in de kasstromen. Het gaat hier voornamelijk om de uitgaven en ontvangsten van dienstjaar 2011, die nog met het ministerie van Financiën moeten worden verrekend. Na goedkeuring van de Rijksrekening vindt de verrekening plaats. De tegenrekening van de uitgaven en ontvangsten is de post «Rijkshoofdboekhouding» (RHB), de rekening-courant tussen de ministeries van Buitenlandse Zaken en Financiën. Onder het intracomptabele deel zijn ook de liquide middelen van het ministerie opgenomen. De uitgaven en ontvangsten buiten begrotingsverband, die met derden zullen worden verrekend en niet ten laste c.q. ten gunste van de begroting zijn gebracht, zijn verantwoord onder de intracomptabele vorderingen en schulden.

Het extracomptabele deel van de saldibalans geeft enerzijds inzicht in de standen van de uitstaande vorderingen en voorschotten die in het verleden tot kasstromen hebben geleid (ten laste c.q. ten gunste van de begrotingen van voorgaande jaren). Anderzijds bevat dit deel van de saldibalans de post openstaande verplichtingen. Deze post geeft inzicht in de toekomstige kasstromen. Openstaande verplichtingen kunnen leiden tot uitgaven ten laste van begrotingen van volgende jaren. De extracomptabele rekeningen worden met behulp van diverse tegenrekeningen in evenwichtsverband geboekt.

2. Waarderingsgrondslagen

De uitgaven en verplichtingen in vreemde valuta worden gedurende het jaar met behulp van een vaste koers (corporate rate) omgerekend. Voor wat betreft de uitgaven in 2011 is 89 procent gerealiseerd in Euro, 8 procent in US dollar en 3 procent in 108 andere vreemde valuta.

De corporate rate 2011 van de USD was vastgesteld op 1 USD = 0,80 EUR.

De balansposten per 31 december worden gewaardeerd tegen de corporate rate van het volgende boekjaar. Intracomptabel betreft dit de liquide middelen, extracomptabel betreft het de vorderingen, voorschotten en openstaande verplichtingen. De herwaardering die hieruit voortvloeit wordt verwerkt in de kas- en verplichtingenstroom van het afgelopen jaar.

Voor de geconditioneerde vorderingen geldt de historische waarde of de lagere (meest recent bekende) assetwaarde.

De overige in de saldibalans en de toelichting opgenomen bedragen zijn gewaardeerd tegen de historische waarde.

III Toelichting op de saldibalans per 31 december 2011 (in EUR 1 000)

1 Uitgaven ten laste van de begroting (debet 11 014 545 x EUR 1 000)

Onder deze post zijn de gerealiseerde uitgaven in het jaar 2011 opgenomen. Na goedkeuring van de Slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag verevend met het ministerie van Financiën.

Het verschil tussen de werkelijke uitgaven en de realisatie volgens de departementale jaarrekening 2011 wordt veroorzaakt door de in deze rekening gehanteerde afrondingsregels.

2 Ontvangsten ten gunste van de begroting (credit 887 559 x EUR 1 000)

Onder deze post zijn de gerealiseerde ontvangsten in het jaar 2011 opgenomen. Na goedkeuring van de Slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag verevend met het ministerie van Financiën.

3 Liquide middelen (debet 28 582 x EUR 1 000)

De liquide middelen omvatten girale en chartale gelden, alsmede gelden onderweg en hebben betrekking op het departement en de vertegenwoordigingen in het buitenland. Het treasury beleid is er, met betrekking tot de gelden van Hoofdstuk V van de Rijksbegroting, op gericht te komen tot een optimale beheersing van de geldomvang en een kostenminimalisatie ten aanzien van bankkosten en rentederving. Hierbij spelen aspecten als liquiditeitenbeheer, valutarisicobeheer, debiteuren- en crediteurenbeheer een grote rol.

Specificatie x 1 000 EUR
 

31 december 2011

31 december 2010

3.1 Kassaldi

3 623

3 493

3.2 Banksaldi

25 687

43 553

3.4 Gelden onderweg

– 728

– 3 620

Totaal

28 582

43 426

3.1 Kassaldi (debet 3 623 x EUR 1 000)

Specificatie x 1 000 EUR
 

31 december 2011

31 december 2010

Reguliere kassaldi

1 597

1 550

Noodreserve posten

2 026

1 943

Totaal

3 623

3 493

Uit oogpunt van een adequaat liquiditeitenbeheer wordt ernaar gestreefd de hoogte van de kassaldi zoveel mogelijk te beperken. Naast de normale kassaldi worden op 47 vertegenwoordigingen contanten in voorraad gehouden in verband met eventuele calamiteiten.

Enkele vertegenwoordigingen worden regelmatig voorzien van contanten, omdat giraal bankverkeer niet mogelijk is. Het merendeel van de kassaldi wordt in vreemde valuta aangehouden.

3.2 Banksaldi (debet 25 687 x EUR 1 000)

Specificatie x 1 000 EUR
 

31 december 2011

31 december 2010

Banksaldo

25 687

43 553

Van het in het buitenland aanwezige banksaldo stond een bedrag van EUR 17,7 miljoen uit in vreemde valuta en 8 miljoen in euro’s.

Het actieve beheer op de banksaldi heeft geresulteerd in een laag uitstaand banksaldo. Er hebben zich dit jaar ook geen bijzondere gevallen voorgedaan wat in 2010 nog wel het geval was.

3.4 Gelden onderweg (credit 728 x EUR 1 000)

Specificatie x 1 000 EUR
 

31 december 2011

31 december 2010

Kruisposten

44

0

Betalingsopdrachten vertegenwoordigingen

– 772

– 3 620

Totaal

– 728

– 3 620

Betalingsopdrachten vertegenwoordigingen betreft uitgegeven cheques die per 31 december nog niet zijn afgeschreven van de bankrekeningen van de vertegenwoordigingen.

6a Rekening-courant RHB (credit 10 156 059 x EUR 1 000)

Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weergegeven. Het verschuldigde saldo op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is in overeenstemming met de opgave van de RHB.

8 Intra-comptabele vorderingen (debet 13 128 x EUR 1 000)

Onder deze post zijn de vorderingen opgenomen, die zijn ontstaan als gevolg van uitgaven ten behoeve van derden.

Specificatie x 1 000 EUR
 

31 december 2011

31 december 2010

8.1 Ministeries

7 343

7 504

8.2 Persoonlijke rekeningen

409

425

8.3 Externe debiteuren

2 313

2 398

8.4 Overige vorderingen

3 063

2 597

Totaal

13 128

12 924

Onderstaand overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intra-comptabele vorderingen en de ouderdom.

Specificatie x 1 000 EUR
   

Totaal

2011

2010

2009

2008 en ouder

Direct opeisbaar ministeries

7 343

7 343

0

0

0

Direct opeisbaar persoonlijke rekeningen

247

236

9

2

0

Direct opeisbaar externe debiteuren

2 212

614

27

28

1 543

Direct opeisbaar overige vorderingen

2 993

2 912

66

2

13

Totaal direct opeisbare vorderingen

12 795

11 105

102

32

1 556

Op termijn opeisbare vorderingen

101

       

Geconditioneerde vorderingen

232

       

Totaal

13 128

       

8.1 Ministeries (debet 7 343 x EUR 1 000)

Specificatie x 1 000 EUR
 

31 december 2011

31 december 2010

Ingevorderd

6 177

6 900

In te vorderen

1 166

604

Totaal

7 343

7 504

Het ingevorderde bedrag per 31 december 2011 betreft de volgende debiteuren:

Defensie

2 115

Agentschap NL

1 195

EL&I

1 071

Overige ministeries

1 796

Totaal

6 177

Het nog in te vorderen bedrag per 31 december 2011 betreft de volgende ministeries:

Defensie

348

LNV

329

EVD

237

Overige ministeries

252

Totaal

1 166

8.3 Externe debiteuren (debet 2 313 x EUR 1 000)

Deze categorie vorderingen heeft betrekking op derden zoals particulieren, bedrijven en dergelijke. Het betreft onder meer vorderingen die ontstaan zijn met betrekking tot uitgaven in het kader van dienstverlening. Deze vorderingen ontstaan zowel op het departement als op de vertegenwoordigingen in het buitenland.

Specificatie x 1 000 EUR
 

31 december 2011

31 december 2010

In te vorderen

577

519

Ingevorderd

1 736

1 879

Totaal

2 313

2 398

8.4 Overige vorderingen (debet 3 063 x EUR 1 000)

Onder deze categorie worden vorderingen opgenomen die niet in de overige categorieën vallen. Hieronder vallen ook vorderingen ontstaan naar aanleiding van een uitgave, die ter plaatse op de vertegenwoordiging verrekend wordt.

Specificatie x 1 000 EUR
 

31 december 2011

31 december 2010

Te vorderen BTW

2 064

1 729

Ter plaatse te verrekenen uitgaven buitenland

700

462

Diverse vorderingen

299

406

Totaal

3 063

2 597

9 Intra-comptabele schulden (credit 12 637 x EUR 1 000)

Hieronder vallen schulden ontstaan door ontvangsten en inhoudingen die met derden verrekend zullen worden.

Specificatie x 1 000 EUR
 

31 december 2011

31 december 2010

Nog af te dragen loonheffing en premies

8 573

8 682

Af te lossen ICC-lening

0

0

Ter plaatse te verrekenen

848

669

Silent partnerships

2 404

1 687

Diverse overige schulden

812

38

Totaal

12 637

11 076

Aan het International Criminal Court (ICC) is door het ministerie van Financiën een lening beschikbaar gesteld van EUR 200 miljoen met een looptijd van 30 jaar. Door middel van periodieke afroepen wordt dit bedrag door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan het ICC uitbetaald.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken betaalt een rentevergoeding aan het ministerie van Financiën over de lening van EUR 200 miljoen. Dit percentage bedraagt 3,56 procent. Over het beschikbare depot wordt door het ministerie van Financiën een rentevergoeding betaald van hetzelfde percentage. Het ICC betaald een vast rentepercentage van 2,5 procent over het geleende bedrag. Het ministerie van Buitenlandse Zaken vergoedt middels een rentesubsidie het verschil tussen de «te betalen rente aan het ministerie van Financiën» (over de lening) en de «te ontvangen rente van het ministerie van Financiën» (over het depot).

Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intra-comptabele schulden en de ouderdom.

Specificatie x 1 000 EUR
 

Totaal

2011

2010

2009

en ouder

Direct opeisbare schulden

12 637

10 951

1 673

13

11 Extra-comptabele vorderingen (debet 1 198 685 x EUR 1 000)

Dit betreffen vorderingen die reeds ten laste van de begroting zijn gebracht en extra-comptabel worden bewaakt. Deze vorderingen hebben vaak een langdurig karakter.

Specificatie x 1 000 EUR
 

31 december 2011

31 december 2010

Te ontvangen aflossingen op begrotingsleningen

241 114

261 390

Massif fonds

284 208

284 208

IDF (voorheen MOL fonds)

218 995

203 512

NIO begrotingslening

200 000

200 000

Verrichte garantiebetalingen NIO

66 258

64 476

Diverse extra-comptabele vorderingen

188 110

173 700

Totaal

1 198 685

1 187 286

De extra-comptabele vorderingen met betrekking tot Infrastructure Development Fund (IDF, voorheen MOL fonds) en het Massif-programma staan uit bij de FMO en betreffen roulerende fondsen. De betaalde IDF fondsen staan per 31/12/2013 en de Massiffondsen per 31/12/2015 ter beschikking van de Minister en zijn als geconditioneerde vordering opgenomen.

Als waarde van de fondsen zijn de verstrekte bedragen opgenomen, in tegenstelling tot 2009 waar de asset waarde ten behoeve van de fondsen waren weergegeven. De reden hiervan is dat ultimo 2009 de assetwaarde lager was dan de destijds door het ministerie van Buitenlandse Zaken verstrekte bedragen aan de fondsen.

De asset waarde van IDF tot en met 2011 bedraagt EUR 227,4 miljoen. Voor het Massif fonds is dit EUR 287,1 miljoen. De genoemde asset waardes zijn voorlopige cijfers zoals bekend bij het opstellen van de saldibalans, het zijn dus nog geen definitieve cijfers. Deze zullen uit de jaarrekening 2011 van het FMO blijken.

Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de extra-comptabele vorderingen en de ouderdom.

Specificatie x 1 000 EUR
 

Totaal

2011

2010

2009

2008

en ouder

Op termijn opeisbaar aflossing begrotingsleningen

241 114

     

241 114

Op termijn opeisbaar begrotingslening

200 000

 

200 000

   

Op termijn opeisbaar overige vorderingen

2 360

     

2 360

Totaal op termijn opeisbare vorderingen

443 474

0

200 000

0

243 474

Direct opeisbaar garantiebetalingen

66 258

1 782

738

– 762

64 500

Direct opeisbaar overige vorderingen

32 311

9 124

5 966

2 580

14 641

Totaal direct opeisbare vorderingen

98 569

10 906

6 704

1 818

79 141

Geconditioneerde vorderingen

656 642

       

Totaal

1 198 685

       
Te ontvangen aflossingen op begrotingsleningen

Saldo per 1 januari 2011

261 390

Bij: Consolidaties 2011

0

Af: Aflossingen in 2011

20 276

Af: Kwijtscheldingen

0

Saldo per 31 december 2011

241 114

De begrotingsleningen zijn voornamelijk met OS-landen afgesloten. In overeenstemming met het in de lening overeenkomsten vastgestelde aflossingsschema zal het saldo per 31 december 2011 in de volgende jaren worden afgelost. Hierbij is geen rekening gehouden met eventuele toekomstige kwijtscheldingen en nog op te nemen begrotingsleningen (consolidaties).

Te ontvangen aflossingen op begrotingsleningen op jaarbasis

2012

14 646

2013

18 589

2014

22 986

2015

22 986

2016

22 986

Na 2016

138 921

Totaal

241 114

Verrichte garantiebetalingen Ned. Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO)

Saldo per 1 januari 2011

64 476

Bij: Overmakingen aan de NIO (garanties) in 2011

1 782

Af: Ontvangsten van de NIO (garanties) in 2011

0

Af: Kwijtscheldingen in 2011

0

Af: Consolidaties

0

Saldo per 31 december 2011

66 258

Diverse extra-comptabele vorderingen

De post diverse extra-comptabele vorderingen bestaat uit:

TCX Currency Exchange Fund

54 500

AEF Fund

47 539

Lening PIDG

22 750

Stichting ECDPM

18 378

Te ontvangen rente op begrotingsleningen en garantiebetalingen (NIO)

20 203

EBRD lening

6 879

Ingevorderde voorschotten (inclusief restfondsen bij VN en Wereldbank)

10 020

Vorderingen RSS

2 360

(Huur) Waarborgsommen

2 799

Buiteninvordering gestelde vorderingen

593

Overige

2 089

Saldo per 31 december 2011

188 110

12 Extra-comptabele schulden (credit 330 x EUR 1 000)

Specificatie x 1 000 EUR
 

31 december 2011

31 december 2010

Diverse extracomptabele schulden

330

0

De extra comptabele schuld bestaat uit het te verrekenen bedrag uit de reis en vertaalenveloppe van het EU Raadsbudget.

13 Extra-comptabele voorschotten (debet 4 268 280 x EUR 1 000)

Dit betreffen nog openstaande voorschotten, waarvan de uitgaven reeds ten laste van de begroting zijn gebracht. Afwikkeling vindt plaats op basis van ontvangen verantwoordingen.

Ouderdomsanalyse (x 1 000 EUR)
 

31 december 2011

31 december 2010

Verstrekt in 2002 of eerder

377

604

Verstrekt in 2003

2 313

2 313

Verstrekt in 2004

8 182

10 665

Verstrekt in 2005

4 269

5 003

Verstrekt in 2006

36 949

69 556

Verstrekt in 2007

131 698

330 964

Verstrekt in 2008

197 671

564 401

Verstrekt in 2009

555 946

1 467 459

Verstrekt in 2010

1 121 356

2 684 302

Verstrekt in 2011

2 209 519

 

Totaal

4 268 280

5 135 267

De opbouw van stand per ultimo 2010 naar ultimo 2011 is als volgt:

Stand per 31 december 2010

5 135 267

Bij: Verstrekte voorschotten 2011

2 475 157

Af: Verantwoord in 2011

3 137 161

Af: Herwaardering naar corporate rate 2011

204 983

Stand per 31 december 2011

4 268 280

Ten opzichte van 2010 is de voorschottenstand gedaald met EUR 866 miljoen (17 procent).

De afname van de voorschotstand heeft twee belangrijke oorzaken. Allereerst zijn er, mede door de bezuinigingen, duidelijk minder voorschotten verstrekt dan in voorgaande jaren (EUR 474 miljoen). Daarnaast heeft de herwaardering van de voorschotstand ook voor een afname van EUR 205 miljoen gezorgd en is er de afgelopen jaren extra toezicht geweest op het rechtmatig verantwoorden van openstaande voorschotten.

Herwaardering vindt plaats over de openstaande voorschotten in vreemde valuta. Van het openstaande saldo van EUR 4,2 miljard staat het equivalent van EUR 1,7 miljard uit in vreemde valuta. Dit betreft grotendeels USD voorschotten (tegenwaarde EUR 1,3 miljard).

14 Openstaande garantieverplichtingen (credit 2 150 392 x EUR 1 000)

Dit betreffen door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingssamenwerking (NIO) onder staatsgarantie verstrekte kapitaalmarktleningen aan ontwikkelingslanden. In 2011 is naast het bedrag voor de kapitaalmarktlening ook het bedrag aan nog te ontvangen rente (EUR 59 miljoen) opgenomen in de garantieverplichting van de NIO.

Met ingang van 2008 is de garantstelling met betrekking tot de niet volgestorte aandelen bij de regionale ontwikkelingsbanken African Development Bank (AFDB), Asian Development Bank (AsDB) en Inter-American Development Bank (IDB) in de administratie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken opgenomen. Voorheen stonden deze bij het Ministerie van Financiën.

In 2002 is als gevolg van de vijfde kapitaalsuitbreiding van de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa het bedrag waarvoor Nederland garant staat toegenomen tot EUR 119,3 miljoen. De ophoging is deels een overheveling uit de reserves van de Bank.

Opbouw garantieverplichtingen:

Garantieverplichtingen per 1 januari 2011

2 342 584

Bij: Aangegane verplichtingen in 2011

–/– 190 410

Af: Tot betaling gekomen verplichtingen 2011

1 782

Garantieverplichtingen per 31 december 2011

2 150 392

Specificatie:

Asian Development Bank

951 183

IDB Inter-American Development Bank

227 949

African Development Bank

556 067

Raad van Europa

119 338

NIO

191 094

Garantie Indonesië

104 761

Garantieverplichtingen per 31 december 2011

2 150 392

15 Openstaande verplichtingen (credit 9 131 016 x EUR 1 000)

Opbouw openstaande verplichtingen:

Openstaande verplichtingen per 1 januari 2011

10 493 957

Bij: Aangegane verplichtingen in 2011

9 649 821

Af: Tot betaling gekomen verplichtingen 2011

11 012 762

Openstaande verplichtingen per 31 december 2011

9 131 016

16 Deelnemingen (debet 63 370 x EUR 1 000)

Dit betreft het gestorte aandelenkapitaal bij de regionale ontwikkelingsbanken AsDB. AfDB, IDB en de Inter-American Investment Corporation. Tot 2008 was dit op de balans van het Ministerie van Financiën opgenomen.

Niet uit de saldibalans blijkende verplichtingen:

  • Rente/Aflossing leningenportefeuille NIO

    De NIO financiert haar leningenportefeuille met opgenomen obligatieleningen, onderhandse leningen en «Medium Term Notes». De Staat der Nederlanden heeft zich garant gesteld voor de betaling van rente en aflossing. De nominale waarde hiervan bedroeg per 31 december 2011 EUR 113 miljoen (31 december 2010 EUR 154 miljoen5). Deze verplichting is niet in de saldibalans opgenomen aangezien de door de NIO verstrekte leningen en de toekomstige rentesubsidies reeds als garantieverplichting respectievelijk als acute verplichting zijn opgenomen.

  • Verdragsmiddelen Suriname

    Het restant van de verplichting uit hoofde van de Verdragsmiddelen Suriname Schenkingen bedraagt per 31 december 2011 EUR 0,7 miljoen (EUR 0,3 miljoen per 31 december 2010).

  • Huisvesting OPCW

    Het Ministerie van Buitenlandse Zaken staat sedert 1998 garant voor een deel van de huisvesting OPCW. De garantie beloopt per ultimo 2011 circa EUR 1,30 miljoen en duurt nog 1 jaar.

  • Convenant Ministerie van Defensie

    In 2009 is een convenant getekend met het Ministerie van Defensie inzake de inzet van Koninklijke Marechaussee bij de beveiliging van Nederlandse vertegenwoordigingen met een hoog risico op veiligheid. Het betreft de overheveling van budget voor een bedrag van EUR 48,4 miljoen over 3 jaar. Deze periode wordt ieder jaar stilzwijgend verlengd, tenzij een van de partijen schriftelijk het stilzwijgen doorbreekt. In 2011 heeft budgetoverheveling naar het Ministerie van Defensie van EUR 16,1 miljoen plaatsgevonden.

5

saldibalans 2010 gaf een saldo van 354 miljoen. Dit was inclusief 200 miljoen begrotingslening welke wel reeds was opgenomen in de administratie van Buitenlandse Zaken.

Licence