Base description which applies to whole site

HOOFDSTUK 2 – LEESWIJZER

Algemeen

In dit departementaal jaarverslag 2011 legt de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verantwoording af over het gevoerde beleid, de bereikte resultaten van dit beleid en de kosten van het beleid in 2011.

In dit departementaal jaarverslag wordt verantwoord over het gevoerde beleid en beheer over het jaar 2011. Daarbij geldt als uitgangspunt dat dit jaarverslag de spiegel is van de begroting.

In oktober van 2010 is het kabinet Rutte-Verhagen aangetreden, hetgeen voor het toenmalige Ministerie van Justitie heeft geresulteerd in een aantal wijzigingen. De beleids- en interdepartementale herkavelingen die de resultante zijn van het Regeerakkoord resulteerden in (inhoudelijke) aanpassingen van de begrotingen. Daaraan is uiting gegeven door het opstellen van de Incidentele Suppletoire begroting (ISB) (TK 32 780, nr. 1). In dit jaarverslag wordt dan ook gekeken naar de realisatiestanden over het jaar 2011 in vergelijking tot de begroting na de wijzigingen voortvloeiend uit de Incidentele Suppletoire Begroting.

Dit jaarverslag valt uiteen in:

  • deel A Algemeen;

  • deel B Beleidsverslag;

  • deel C Jaarrekening;

  • deel D Bijlagen.

Deel A – Algemeen

In deel A zijn opgenomen het verzoek tot dechargeverlening aan de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal en deze leeswijzer.

Deel B – Beleidsverslag

In deel B wordt ingegaan op de beleidsmatige resultaten. Hoofdstuk 3 «Beleidsprioriteiten» geeft inzicht in de voortgang van de kabinetsdoelstellingen. Het begrotingsjaar 2011 is het eerste jaar waarin dit kabinet invulling heeft gegeven aan de in het Regeer- en Gedoogakkoord geformuleerde beleidsprioriteiten en -doelstellingen

Hoofdstuk 4 «Beleidsartikelen» schetst per beleidsartikel de resultaten van het in 2011 gevoerde beleid. Dit op basis van de doelstellingen zoals geformuleerd in de begroting 2011. De realisatie van deze doelstellingen wordt in dit jaarverslag toegelicht.

Hoofdstuk 5 bevat de niet-beleidsartikelen. In deel B is tevens de Bedrijfsvoeringparagraaf (hoofdstuk 6) en het hoofdstuk Raad voor de rechtspraak (hoofdstuk 7) opgenomen.

De indeling van de beleidsartikelen volgt de indeling van de Incidentele Suppletoire Begroting, te weten:

  • 11. Nederlandse rechtsorde

  • 12. Rechtspleging en rechtsbijstand

  • 13. Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding

  • 14. Jeugd

  • 17. Internationale rechtsorde

  • 21. Contraterrorisme- en nationaal veiligheidsbeleid

  • 23. Veiligheidsregio’s en Politie

  • 25. Veiligheid en bestuur

  • 29. Inspectie openbare orde en veiligheid.

Naast deze beleidsartikelen kent Veiligheid en Justitie ook een drietal niet-beleidsartikelen, te weten:

  • 91. Algemeen

  • 92. Nominaal en onvoorzien

  • 93. Geheim

Het beleidsverslag bevat zowel financiële als niet-financiële informatie. Deze zijn aan verschillende kwaliteitsnormen onderhevig. De auditdienst controleert de comptabele rechtmatigheid van de financiële informatie. Zij geeft in de controleverklaring bij het jaarverslag een oordeel over het getrouwe beeld van de financiële informatie. Van de niet-financiële informatie wordt door de auditdienst alleen onderzocht of ze op deugdelijke wijze tot stand is gekomen en of ze niet strijdig is met de financiële informatie.

Deel C – Jaarrekening

Deel C bestaat uit de verantwoordingsstaat van het departement, de departementale saldibalans en de samenvattende verantwoordingsstaat van de baten-lastendiensten. Per baten-lastendienst wordt de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht gepresenteerd. Ook is hier het overzicht van de uit publieke middelen gefinancierde topinkomens opgenomen.

In de beleidsartikelen in deel B is het jaarrekeninggedeelte terug te vinden in de tabellen budgettaire gevolgen van beleid met bijbehorende financiële toelichting. In de toelichtende paragraaf zijn verschillen en mutaties toegelicht die groter zijn dan € 5 miljoen, dan wel politiek of anderszins relevant. Mutaties die in eerdere begrotingsstukken (waaronder suppletoire begrotingen) aan de Tweede Kamer zijn gemeld, zijn in de financiële toelichting op hoofdlijnen toegelicht.

Deel D – Bijlagen

Deel D bevat de volgende bijlagen:

  • Een overzicht toezichtrelatie ZBO/RWT

  • Overzicht niet-financiële informatie over inkoop van adviseurs en tijdelijk personeel

  • Overzicht in 2011 in werking getreden wetsvoorstellen

  • Lijst met afkortingen en

  • Trefwoordenlijst

Tevens zijn als sluitstuk van het jaarverslag stroomschema’s opgenomen voor de strafrechtsketen, voor de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften en voor bestuurlijke boete. Deze schema’s bieden inzicht in de diverse organisatieonderdelen die deel uitmaken van de keten en hun onderlinge relaties.

Afspraken ten aanzien van de begroting 2011

Zoals in de begroting 2011 is vermeld, zijn over een aantal punten specifieke afspraken gemaakt met het Ministerie van Financiën. De afspraken die ook doorwerken in deze verantwoording worden hieronder gememoreerd.

Met het aantreden van het nieuwe Kabinet, in oktober 2010, is de verantwoordelijkheid voor een samenhangend jeugdbeleid overgegaan van de voormalige Minister voor Jeugd en Gezin naar de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Beleidsverantwoordelijkheden die voor de totstandkoming van Jeugd en Gezin behoorden tot de verantwoordelijkheid van andere ministeries dan VWS – zoals beleid rond kinderbescherming en rond inkomensondersteuning van gezinnen – zijn belegd bij de ministeries van Veiligheid en Justitie (VenJ) respectievelijk Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Het onderdeel jeugdbescherming valt sindsdien onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Veiligheid en Justitie. Jeugdbescherming is toegevoegd aan operationele doelstelling 14.1. De formulering van de operationele doelstelling 14.1 «een zorgvuldige uitvoering van en toezicht op interlandelijke adoptie en zaken van internationale kinderontvoering in het licht van de relevante verdragen en Europese verordeningen op dit terrein» is in dit jaarverslag daarop niet aangepast.

Met ingang van diezelfde datum is de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien vreemdelingenzaken, met inbegrip van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en de grensbewaking in vreemdelingenzaken. De Rijkswet op het Nederlanderschap valt sindsdien onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties.

Over de voormalig artikelonderdelen 15.3.1 «DJI-Vreemdelingenbewaring» en 15.3.2 «DJI-Uitzetcentra» wordt in dit jaarverslag verantwoord in het nieuwe artikel-onderdeel 13.7 «Vreemdeligenbewaring en uitzetten».

De aangelegenheden op het terrein van veiligheid, behoudens de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), vallen thans onder verantwoordelijkheid van de Minister van Veiligheid en Justitie. Het betreft de artikelen 21 tot en met 29. Waarbij opgemerkt dat de middelen voor terrorismebestrijding niet langer worden verantwoord op operationele doelstelling 13.6 «terrorismebestrijding» maar onder de nieuwe operationele doelstelling 21.4 «Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding».

De onderdelen van de voormalig BZK-artikelen 21 tot en met 29, die betrekking hebben op apparaat, zijn gecentraliseerd op het artikel 91 «Algemeen».

Positionering apparaatsuitgaven

Alle apparaatsbudgetten van beleids- en stafdirecties zijn – met uitzondering van het apparaatsbudget van de Directie Wetgeving – bij het niet-beleidsartikel 91 «Effectieve besturing van het Justitie-apparaat» ondergebracht. De apparaatsbudgetten van de Directie Wetgeving staan op de artikelen 11 «Nederlandse rechtsorde» en 17 «Internationale rechtsorde».

Subsidies

Bij de tabellen met de budgettaire gevolgen van beleid worden subsidieverplichtingen niet gespecificeerd.

Toelichten van programma- en apparaatsuitgaven met volume- en prijsgegevens

In overleg met het Ministerie van Financiën zijn apparaats- en programma-uitgaven niet toegelicht met volume- en prijsgegevens indien het Ministerie van Veiligheid en Justitie dit niet zinvol acht.

Raad voor de rechtspraak

In de Wet op de rechterlijke organisatie is de verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering geattribueerd aan de gerechten en aan de Raad voor de rechtspraak. Daarmee heeft de Minister van Veiligheid en Justitie geen directe verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering. Wel heeft de Minister een verantwoordelijkheid als toezichthouder.

De bekostigingswijze van de Raad is volledig gebaseerd op outputfinanciering. Over de Raad voor rechtspraak is een apart hoofdstuk opgenomen (deel B, hoofdstuk 7).

Gehanteerde toerekeningssleutels

Het komt voor dat een budgethouder of een organisatie-eenheid een bijdrage levert aan meerdere doelstellingen. Indien geen betere informatie voorhanden is, zijn bij de verantwoording over de begroting van het jaar 2011 de toerekeningssleutels toegepast zoals werden gehanteerd bij de begroting 2011.

Derdeninformatie

Daar waar informatie van derden is opgenomen, wordt dit specifiek in de toelichting bij de betreffende operationele doelstelling vermeld.

Positionering baten-lastendiensten

De bijdragen aan alle uitvoerende diensten, inclusief de baten-lastendiensten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, worden wat betreft de begrotingsindeling aangemerkt als programma-uitgaven.

Overige punten

Het Ministerie van Veiligheid en Justitie draagt aan de diverse baten-lastendiensten (DJI, CJIB, NFI, Dienst Justis, GDI en KLPD) een jaarlijkse bijdrage af. Omdat deze diensten vaak beschikken over meerdere inkomstenbronnen en zij onder andere hun uitgaven ten laste moeten brengen van het jaar waarin de prestatie is geleverd is het niveau van de gerealiseerde uitgaven ten laste van het ministerie (de rijksbijdrage) meestal niet gelijk aan de kosten van het agentschap in het betreffende kalenderjaar. In de begroting en het jaarverslag zijn de (gerealiseerde) rijksbijdragen op de betreffende operationele doelstellingen vermeld. Voor een juist beeld van de kosten en het exploitatieresultaat van de baten-lastendiensten wordt verwezen naar de specifieke verantwoording over de baten-lastendiensten (deel C, hoofdstuk 10).

In dit jaarverslag voor het eerst wordt verantwoord over het KLPD. Dit is het eerste verslagjaar dat deze dienst deel uitmaakt van de begroting van Veiligheid en Justitie. Met ingang van het jaar 2011 wordt de bijdrage voor de IND verantwoord in het departementaal jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Licence