Base description which applies to whole site

BATEN-LASTENDIENST DIENST VAN DE HUURCOMMISSIE

Inleiding

Het werkterrein van de Huurcommissie wordt gevormd door het gereguleerde deel van de markt voor huurwoonruimte. Als huurders en verhuurders er onderling niet uitkomen, doet de Huurcommissie op verzoek uitspraken in geschillen tussen huurders en verhuurders omtrent de hoogte van huurprijzen en servicekosten. Duidelijke informatie over de huurprijswetgeving kan verschillen van mening tussen huurders en verhuurders in een vroeg stadium oplossen en zo procedures bij de Huurcommissie voorkomen. Via vernieuwde brochures, de internetsite en de telefonische helpdesk heeft de Huurcommissie die informatie in 2011 verschaft. Daarnaast beantwoordt de Huurcommissie verzoeken van de Belastingdienst over de redelijkheid van huurprijzen in het kader van de uitvoering van de huurtoeslag door de Belastingdienst.

De Huurcommissie is sinds 1 april 2010 één landelijk functionerend ZBO. Dit ZBO wordt ondersteund door de Dienst van de Huurcommissie, die met ingang van 1 januari 2010 de status van baten-lastendienst heeft verkregen. Hierdoor wordt het mogelijk om het verband te leggen tussen de kostprijzen enerzijds en de kwantiteit en kwaliteit van de diensten anderzijds.

In 2011 is veel energie gestoken in de invoering van een nieuw ICT-systeem dat de primaire processen ondersteunt. Dit nieuwe systeem maakt het mogelijk om de werkzaamheden doelmatiger te verrichten en de sturing hierop te verbeteren, waardoor de doorlooptijden verkort kunnen worden.

Exploitatie

Baten-lastendienst DHC
Gespecificeerde verantwoordingstaat 2011
Bedragen x € 1 000
 

(1)

(2)

(3)=(2)–(1)

(4)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting (incl ISB)

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2010

Baten

       

Omzet moederdepartement

17 504

15 078

– 2 426

17 008

Omzet overige departementen

0

0

0

0

Omzet derden

2 708

954

– 1 754

322

Rentebaten

0

2

2

0

Vrijval voorzieningen

0

804

804

1 185

Bijzondere baten

2 632

2 434

– 198

4 122

Totaal baten

22 844

19 272

– 3 572

22 637

         

Lasten

       

Apparaatskosten

19 749

14 785

– 4 964

16 508

– personele kosten

11 711

8 382

– 3 329

11 119

– materiële kosten

8 038

6 403

– 1 635

5 389

Afschrijvingskosten

1 372

1 205

– 167

721

– immaterieel

569

949

380

198

– materieel

803

256

– 547

523

Overige lasten

2 758

2 693

– 65

6 002

– dotaties voorzieningen

0

0

0

603

– rentelasten

126

0

 – 126

31

– bijzondere lasten

2 632

2 693

61

5 368

Totaal lasten

23 879

18 683

– 5 196

23 231

         

Saldo van baten en lasten

– 1 035

589

1 624

– 594

Toelichting op de staat van baten en lasten

Baten

Opbrengst moederdepartement

De voornaamste bate van de Dienst van de Huurcommissie bestaat uit de vergoeding door de opdrachtgevende WBI-beleidsdirectie voor het aantal gerealiseerde zaken. Deze vergoeding wordt bepaald door de gerealiseerde aantallen geschilzaken respectievelijk redelijkheiduitspraken te vermenigvuldigen met het tarief per soort zaak.

Over 2011 is de opbrengst als volgt berekend:

Soort zaak

aantal zaken

tarief

vergoeding

Huurprijsgeschillen

5 235

€ 1 621

€ 8 485 935

Servicekostengeschillen

3 093

€ 1 686

€ 5 214 798

Huurverhogingsgeschillen

587

€ 1 621

€ 951 527

Redelijkheid huurprijzen

458

€ 930

€ 425 940

Totaal

9 373

 

€ 15 078 200

Het negatieve verschil tussen de begrote en gerealiseerde vergoeding is voornamelijk het gevolg van een lagere productie dan geraamd (9 373 in plaats van 14 850) wat weer veroorzaakt is door een lagere instroom van verzoeken dan verwacht (9 149 in plaats van 14 850).

Opbrengst derden

De opbrengst van de leges is aanzienlijk lager dan bij de begroting de inschatting was. Dit is veroorzaakt door enerzijds de eerder genoemde lagere productie als gevolg van een lagere instroom en anderzijds een gemiddeld genomen lagere legesopbrengst per uitspraak dan verwacht.

Vrijval voorzieningen

De voorziening voor uitgaven ten behoeve van medewerkers die de dienst gaan of hebben verlaten, kon neerwaarts bijgesteld worden. Zie verder de toelichting bij de balanspost «Voorzieningen».

Bijzondere baten

Ten behoeve van kosten van een aantal specifieke projecten heeft het moederdepartement een specifieke bijdrage toegezegd en betaald. De hoogte van deze bijdrage wordt bepaald op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten.

Lasten

Apparaatskosten: personele kosten

De personele kosten waren in 2011 aanzienlijk lager dan begroot. Een voorname oorzaak hiervan was een lagere inhuur van externe medewerkers in samenhang met de lagere instroom van verzoeken dan verwacht.

Apparaatskosten: materiële kosten

Ook deze kosten waren aanzienlijk lager dan begroot. Deels hangt dit samen met de lagere instroom van verzoeken dan verwacht, deels is dit het gevolg van in 2011 getroffen doelmatigheids- en versoberingsmaatregelen alsmede meevallende kosten waarop de Huurcommissie geen invloed heeft.

Bijzondere lasten

In 2011 zijn kosten gemaakt voor de invoering van een nieuw ICT-systeem, voor het aanpassen van de systemen en processen in verband met het introduceren van het energielabel in het woningwaarderings-systeem, voor herplaatsingkosten en medewerkers die in samenhang met de reorganisatie in 2009 de dienst hebben verlaten.

Saldo van baten en lasten

Over 2011 is een positief exploitatieresultaat behaald van € 0,589 mln.

Balans

Baten-lastendienst DHC
Balans per 31 december 2011
Bedragen x € 1 000
 

Balans 2011

Balans 2010

Activa

 

 

Immateriële activa

3 773

3 609

Materiële activa

203

362

– grond en gebouwen

0

0

– installaties en inventarissen

139

92

– overige materiële vaste activa

64

270

Voorraden

3 357

3 664

Debiteuren

777

210

Nog te ontvangen

70

70

Liquide middelen

8 679

3 340

Totaal activa

16 859

11 255

     

Passiva

   

Eigen Vermogen

3 895

406

– exploitatiereserve

3 306

1 000

– onverdeeld resultaat

589

– 594

Voorzieningen

786

1 590

Leningen bij het MvF

0

0

Crediteuren

100

74

Nog te betalen

12 078

9 185

Totaal passiva

16 859

11 255

De Dienst van de Huurcommissie stelt voor om het bedrijfsresultaat ad € 0,589 mln. ten gunste van de exploitatiereserve te brengen.

Toelichting op de balans

Activa

Immateriële activa

De immateriële activa bestaan uit aangeschafte software en het Themis bedrijfssoftwarepakket dat in opdracht van de Huurcommissie door derden in 2010 is ontwikkeld en in januari 2011 in gebruik is genomen. Op bedragen van de post Themis wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname, dus vanaf 2011.

Materiële activa

De materiële activa bestaan uit inventaris, hardware, installaties en verbouwingen die in de afgelopen jaren zijn gedaan aan het kantoor Den Haag van de Huurcommissie. De Huurcommissie huurt haar kantoorruimten, deze panden staan daarom niet op de balans als activa.

Het grootste deel van de activa is begin deze eeuw aangeschaft waardoor de restwaarde beperkt is. Veel activa worden nog gebruikt terwijl ze inmiddels afgeschreven zijn.

Voorraden

Dit betreft het onderhanden werk.

Passiva

Eigen vermogen

Het eigen vermogen wordt gevormd door enerzijds de exploitatiereserve en anderzijds het onverdeeld resultaat over 2011. De exploitatiereserve is gevormd door de beginstand per 1 januari 2011 ad € 0,406 mln. en de eenmalige bijdrage van het moederdepartement ad € 2,9 mln. ter versterking van het eigen vermogen. Deze bijdrage is beschikbaar gesteld omdat het de verwachting was dat per ultimo 2011 de voorzieningen met een gelijk bedrag verhoogd zou moeten en kunnen worden met het oog op reorganisatiekosten en kosten in verband met aanpassing van systemen. Bij nader inzien is gebleken dat de in 2011 genomen besluiten terzake volgens de verslagleggingsregels onvoldoende basis bieden voor het treffen van de beoogde voorzieningen; daartoe waren de besluiten te generiek van aard.

Doordat wél de bijdrage van het moederdepartement is ontvangen, maar niet de beoogde dotatie aan de voorzieningen heeft plaatsgevonden, bedraagt het eigen vermogen € 3,895 mln..

Daarmee is het maximum van 5% van de gemiddelde jaaromzet van 2010 en 2011 zoals bepaald in de Regeling baten-lastendiensten 2011 overschreden. In 2012 zal het bestuur van de Huurcommissie zodanig specifieke besluiten inzake reorganisatie en systemen nemen, dat in overeenstemming met de verslagleggingsregels de benodigde voorzieningen getroffen zullen worden. Als gevolg daarvan zal het eigen vermogen per ultimo 2012 weer op of onder het maximum van 5% komen.

Leningen bij het Ministerie van Financiën

In 2011 is bij het Ministerie van Financiën in afwijking van het voornemen geen initiële lening opgenomen ter financiering van de betaling aan het moederdepartement voor de overgenomen activa. Evenmin is een lening opgenomen ter financiering van de investeringen, deze konden gefinancierd worden uit de beschikbare liquide middelen.

Voorzieningen

De voorziening die op de balans staat betreft herplaatsingskosten en maatwerkafspraken in het kader van de in 2009 afgeronde reorganisatie. De hoogte van de herplaatsingskosten is berekend aan de hand van de te verwachten loonkosten van desbetreffende medewerkers die ultimo 2011 de status van herplaatser hebben voor de periode dat ze aan deze status rechten kunnen ontlenen.

De maatwerkafspraken betreffen kosten voor personeelsleden die in het kader van de reorganisatie van 2009 vervroegd zijn uitgetreden. Deze kosten staan vast. Uitbetaling zal tot en met 2012 plaatsvinden.

Overzicht voorzieningen per 31 december 2011 Bedragen x € 1 000

Stand per 1-1-2011

Onttrekking

Vrijval

Dotatie

Saldo per 31-12-2011

Herplaatsers

530

0

– 73

0

457

Maatwerkafspraken

1 060

0

– 731

0

329

Totaal

1 590

0

– 804

0

786

De kosten voor de posten Herplaatsers en Maatwerkafspraken zijn in 2011 vergoed door het moederdepartement conform in het verleden gemaakte afspraken, zodat geen onttrekking heeft plaatsgevonden. De verlaging van de voorziening als vrijval komt via de verlies- en winstrekening ten goede aan het resultaat.

Op de balans is geen voorziening voor jubilea opgenomen, omdat dit niet doelmatig is.

Crediteuren

Dit betreft in 2011 ontvangen maar per ultimo 2011 nog niet betaalde facturen voor gemaakte kosten die betrekking hebben op 2011.

Nog te betalen

Deze post bestaat uit nog te ontvangen facturen, legesvoorschotten, vooruitontvangen vergoedingen door de opdrachtgever en het moederdepartement, alsmede verplichtingen jegens het personeel.

Onder deze post is ook de schuld aan het moederdepartement voor de overgenomen activa opgenomen.

Kasstroomoverzicht

Baten-lastendienst DHC
Kasstroomoverzicht per 31 december 2011
Bedragen x € 1 000
   

Oorspronkelijk vastgestelde begroting (incl ISB) (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (3)=(2)–(1)

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2011

0

3 340

3 340

2.

Totaal operationele kasstroom

1 372

3 649

2 277

 

Totaal investeringen (–/–)

– 1 372

– 1 210

162

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 1 372

– 1 210

162

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

2 900

2 900

 

Aflossingen op leningen (–/–)

– 1 372

0

1 372

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

1 372

0

– 1 372

4.

Totaal financieringskasstroom

0

2 900

2 900

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2011 (=1+2+3+4)

0

8 679

8 679

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Ten tijde van het opstellen van de begroting is verondersteld dat de reguliere bedrijfsvoering de liquide middelen zou genereren die nodig zijn voor het aflossen van de lening die in 2011 zou worden opgenomen bij het Ministerie van Financiën. In 2011 is evenwel geen beroep gedaan op de leenfaciliteit, en was er derhalve ook geen sprake van aflossingen. De uitgaven voor de investeringen konden gefinancierd worden uit de liquide middelen.

Het saldo liquide middelen is ten opzichte van de beginbalans gestegen. Dit is veroorzaakt door de eenmalige bijdrage van het moederdepartement ter versterking van het eigen vermogen, de vergoeding voor nog te ontvangen facturen (kosten die al wel gemaakt zijn maar nog niet betaald) en voortuitontvangen bedragen voor productie en projecten.

Doelmatigheid

Doorlooptijden

Voor de doorlooptijden van geschilbeslechting staat in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte een termijn van vier maanden. Zoals hiervoor is aangegeven, is in 2011 een nieuw ICT-systeem ingevoerd met behulp waarvan de doorlooptijden verkort kunnen worden. De in de begroting vermelde streefwaarden voor 2011 zijn gerealiseerd.

 

Begroting

Realisatie

% huurprijsgeschillen afgerond binnen 6 maanden

80%

92%

% servicekostengeschillen afgerond binnen 7 mnd

80%

83%

% huurverhogingsgeschillen afgerond binnen 6 mnd

80%

93%

Integrale kostprijzen

Op basis van de werkelijke kosten over 2011 en de werkelijke aantallen afgehandelde zaken, zijn de integrale kostprijzen per product bepaald.

Integrale kostprijzen (x € 1)

Begroting

Realisatie

Geschil huurprijs

1 433

1 677

Geschil servicekosten

1 600

1 870

Verklaring redelijkheid huurprijs

645

979

De integrale kostprijzen zijn hoger dan begroot omdat het aantal afgewikkelde zaken in 2011 minder was dan was verondersteld ten tijde van het opstellen van de begroting. De kosten zijn eveneens lager dan begroot, maar de zogenaamde vaste kosten (de kosten die niet beïnvloed worden door het aantal afgewikkelde zaken) moeten aan een lager aantal afgewikkelde zaken toegerekend worden, als gevolg waarvan de kostprijs per zaak stijgt.

Ingroeimodel

Voor de Begroting 2013 zal bezien worden welke doelmatigheidsindicatoren toegevoegd kunnen worden, rekening houdend met het bijzondere karakter van de werkzaamheden van de Huurcommissie.

Licence