Base description which applies to whole site

7.3 Saldibalans per 31 december 2011 van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) en de bij die saldibalans behorende toelichting.

Activa:

 

Bedrag

Passiva

 

Bedrag

           

Begrotingsuitgaven

11 208 993 867,16

Begrotingsontvangsten

69 919 444,18

           

Liquide middelen

380,00

Rekening-courant RHB

10 996 427 049,15

           

Intra-comptabele vorderingen

8 856 902,10

Intra-comptabele schulden

48 316 670,47

           

Extra-comptabele vorderingen

34 141 175,11

Tegenrek. extra-comptabele vorderingen

34 141 175,11

           

Leningen u/g

6 645 157,48

Tegenrek. leningen u/g

6 645 157,48

           

Voorschotten

7 032 740 910,69

Tegenrek. voorschotten

7 032 740 910,69

           

Tegenrek. openstaande verplichtingen

3 614 749 175,22

Openstaande verplichtingen

3 614 749 175,22

           

Tegenrek. garantie-verplichtingen

149 206 615,45

Openstaande garantieverplichtingen

149 206 615,45

           
     

Sluitrekening Infrastructuurfonds

103 187 985,46

Totaal-activa

22 055 334 183,21

Totaal-passiva

22 055 334 183,21

7.3.1 Inleiding

Samenstelling

Als een minister meer dan één begroting beheert, in dit geval Infrastructuur en Milieu (voorheen Verkeer en Waterstaat) (XII), het Infrastructuurfonds en het Waddenfonds, wordt per begroting een saldibalans opgesteld. Daarom zijn er drie overzichten opgesteld. Hierbij is gebruik gemaakt van de in de begrotingsadministratie van het SAP vastgelegde gegevensstructuur, waarin voor iedere begroting afzonderlijk een hoofdstuknummer is opgenomen.

De administratie voor de begroting Waddenfonds, waarvoor een aparte rekening-courantverhouding met het ministerie van Financiën wordt aangehouden, is afzonderlijk gevoerd. Het Jaarverslag Waddenfonds is opgenomen als onderdeel in het Jaarverslag Infrastructuur en Milieu (XII). Voor de begroting van Hoofdstuk XII en het Infrastructuurfonds wordt geen gescheiden administraties gevoerd waardoor posten die niet zonder meer toewijsbaar zijn aan een bepaalde begroting, zijn opgenomen in de saldibalans van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII).

Daarmee is de saldibalans volgens het gestelde in de RDB samengesteld.

Uitzonderingen daarop zijn de leningen u/g en de openstaande garantieverplichtingen. Hoewel deze een onderdeel vormen van de extra-comptabele vorderingen respectievelijk de openstaande verplichtingen zijn deze omwille van de inzichtelijkheid afzonderlijk gepresenteerd.

7.3.2 Activa
7.3.2.1 Begrotingsuitgaven € 11 208 993 867,16

Grondslag

De begrotingsuitgaven van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) sluiten aan op de Rekening. Ze zijn artikelsgewijs verdeeld in kolom 2 (realisatie) van de Rekening van het ministerie welke Rekening als verantwoordingsstaat bij de financiële verantwoording behoort.

7.3.2.2 Liquide middelen € 380,00

Grondslag

De rekening liquide middelen is samengesteld uit de kassaldi van de kasbeheerders en de aan de kasvoorschothouders verstrekte gelden.

7.3.2.3 Intra-comptabele vorderingen € 8 856 902,10

De cijfers

Tabel 1 geeft een nadere detaillering in aantallen en openstaande bedragen per 31 december 2011 verdeelt naar ouderdom. Daarnaast is een meerjarig perspectief gegeven door de jaren 2009 en 2010 te vermelden.

De toename van de aantallen en de bedragen in 2011 worden onder meer veroorzaakt door de integratie van vhVROM onderdelen.

Tabel 1: Intra-comptabele vorderingen (bedragen x € 1 000)

Openstaand

 

2011

 

2010

 

2009

 

aantal

bedrag

aantal

bedrag

aantal

bedrag

posten ⩽ 1 jaar

255

6 935

65

1 430

60

5 282

posten > 1 jaar

120

1 922

155

874

130

2 334

Totaal

375

8 857

220

2 304

190

7 616

Toelichting

Alle intra-comptabele vorderingen zijn als direct opeisbaar beschouwd.

7.3.2.4 Extra-comptabele vorderingen € 34 141 175,11

De cijfers

Tabel 2 geeft een nadere detaillering in aantallen en openstaande bedragen per 31 december 2011 verdeelt naar ouderdom. Daarnaast is een meerjarig perspectief gegeven door de jaren 2009 en 2010 te vermelden.

De toename van de aantallen en de bedragen in 2011 worden onder meer veroorzaakt door de integratie van vhVROM onderdelen.

Tabel 2: Extra-comptabele vorderingen (bedragen x € 1 000)

Openstaand

 

2011

 

2010

 

2009

 

aantal

bedrag

aantal

bedrag

aantal

bedrag

posten ⩽ 1 jaar

155

8 183

40

877

45

7 127

posten > 1 jaar

565

25 958

530

22 523

550

18 634

Totaal

720

34 141

570

23 400

595

25 761

Toelichting

De extra-comptabele vorderingen zijn grotendeels direct opeisbaar. Daar waar sprake is van dubieuze vorderingen of op termijn opeisbare vorderingen, is dat expliciet vermeld.

Artikel 36 Bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving, gegeven de toename van mobiliteit

De omvang van het aantal vorderingen wordt voornamelijk bepaald doordat bij het directoraat-generaal Rijkswaterstaat circa 500 vorderingen van geringe omvang uitstaan met een gezamenlijk bedrag van circa € 15 mln. welke voornamelijk betrekking hebben op het Progis-project. Noemenswaardig is een tweetal vorderingen in dat kader. Een op Bouwcombinatie dB-2000 V.O.F. (circa € 11 mln.) en één op BAM-Wilma (circa € 4 mln.) door onenigheid.

Artikel 54 Duurzaam produceren

Op de vennootschap Basilisk S.A. de C.V. uit Mexico is een vordering ingesteld voor de sleep-, verblijf- en saneringskosten die Staat tegen de achtergrond van de Europese Verordening overbrenging afvalstoffen (EVOA) heeft gemaakt met betrekking tot de chemicaliëntanker de TS Otapan. De rechtbank Amsterdam heeft bij vonnis van 16 maart 2011 de vennootschap bij verstek veroordeeld om deze kosten van ruim € 4,3 mln., te vermeerderen met de proces- en rentekosten van circa € 0,6 mln., aan de Staat te vergoeden.

7.3.2.5 Leningen u/g € 6.645.157,48

Grondslag

De door IenM verstrekte geldleningen (niet zijnde voorschotten) zijn afzonderlijk weergegeven. Deze leningen zijn, gezien het specifieke karakter, zowel op korte termijn opeisbare vorderingen, als op lange termijn opeisbare vorderingen beschouwd.

De cijfers

Tabel 3 geeft de openstaande bedragen van de verstrekte geldleningen per geldnemer weer.

Tabel 3: Leningen u/g (x € 1 000)

Naam

Bedrag

Luchtverkeersleiding Nederland

6 645

Totaal

6 645

Toelichting

Bij de verzelfstandiging per 1 januari 1993 van de directie Luchtverkeersbeveiliging, vanaf 2000 LVNL geheten, is onder meer afgesproken, dat het saldo van de over te dragen activa en passiva wordt gefinancierd door een door de Staat der Nederlanden aan de LVNL te verstrekken lening. Deze lening was opgebouwd uit drie onderdelen. Echter met het oog op een maximale kostenbesparing voor de LVNL is in 1998 overgegaan tot een vervroegde aflossing van twee van de drie onderdelen.

Nu resteert nog slechts het derde onderdeel met een bedrag van circa € 7 mln. Dit onderdeel is niet rentedragend, niet aflosbaar en direct opeisbaar bij een voorgenomen opheffing, overname of fusie van de LVNL.

7.3.2.6 Voorschotten € 7.032.740.910,69

Grondslag

De voorschotten betreffen betalingen waarvan nog niet is vastgesteld dat aan alle relevante voorwaarden is voldaan en gaat met name om subsidies en bijdragen.

De cijfers

Tabel 4 geeft een nadere detaillering in aantallen en openstaande bedragen per 31 december 2011 verdeelt naar ouderdom. Daarnaast is een meerjarig perspectief gegeven door de jaren 2009 en 2010 te vermelden.

De toename van de aantallen en de bedragen in 2011 worden onder meer veroorzaakt door de integratie van vhVROM onderdelen.

Tabel 4: Voorschotten (bedragen x € 1 000)

Openstaand

 

2011

 

2010

 

2009

 

aantal

bedrag

aantal

bedrag

aantal

bedrag

posten ⩽ 1 jaar

515

4 573 721

240

383 196

295

4 183 518

posten > 1 jaar

655

2 459 020

275

4 644 551

445

1 528 519

Totaal

1 170

7 032 741

515

5 027 747

740

5 712 037

Tabel 5 verstrekt informatie over de in 2011 afgerekende voorschotten.

Tabel 5: Afgerekende voorschotten (x € 1 000)

Stand per 1 januari 20111

7 419 009

In 2011 vastgelegde voorschotten

2 294 588

 

9 713 597

In 2011 afgerekende voorschotten

–2 680 856

Openstaand per 31 december 2011

7 032 741

1

De beginstand sluit aan op de saldi opgenomen in de saldibalansen 2010 van de Hoofdstukken XI en XII.

Toelichting

Artikel 31 Integraal waterbeleid

In het kader van integraal waterbeleid zijn aan diverse organisaties voorschotten van circa € 26 mln. verstrekt om de doeltreffendheid en doelmatigheid van de bestuurlijke organisatie en het instrumentarium van het waterbeleid te verbeteren. Zo zijn vanaf 2005 voorschotten verstrekt aan het agentschap EVD voor het programma Partners voor Water ruim € 19 mln. en is in 2011 aan het Waterschap Brabantse Delta een voorschot van ruim € 5 mln. verstrekt. Afrekeningen worden in 2012 verwacht.

Aan Deltares zijn als gevolg van activiteiten op het gebied van beleidsvoorbereiding en -evaluatie en voor projecten samenhangende met integraal waterbeleid voor circa € 5 mln. aan voorschotten verstrekt. Afwikkeling zal vermoedelijk in 2012 plaatsvinden.

Artikel 32 Het bereiken van optimale veiligheid in of als gevolg van mobiliteit

In het kader van de reductie van verkeersslachtoffers is ter verbetering van de verkeersveiligheid een gezamenlijk bedrag van circa € 22 mln. verstrekt aan onder andere het CBR, de RDW, de SWOV en VVN.

Artikel 34 Betrouwbare netwerken, voorspelbare reistijden en een goede bereikbaarheid

In het kader van de verbetering en bereikbaarheid van de personenvervoermarkt zijn met de inwerkingtreding van de vervoerconcessies, subsidiebeschikkingen verleend aan de Nederlandse Spoorwegen en Syntus B.V. om niet rendabele treindiensten te exploiteren. Vanaf 2005 is voor een totaalbedrag van circa € 275 mln. aan voorschotten verstrekt waarvan de afwikkeling in 2012 wordt verwacht.

Om een goede bereikbaarheid binnen de economische kerngebieden te realiseren, de bereikbaarheid van deur tot deur te verbeteren en te zorgen dat bedrijven en burgers in staat zijn zelf in hun mobiliteitsbehoefte te voorzien zijn aan diverse lagere overheden en vervoersaanbieders voor ruim € 14 mln. aan voorschotten verstrekt. Dit voor onder andere het Taxiconvenant, Mobiliteitsmanagement, Gratis internet in de trein en Tunnelveiligheid.

Artikel 35 Mainports en logistiek

Vanaf 2002 is een gezamenlijk bedrag van circa € 38 mln. verstrekt aan de luchthaven Maastricht Aachen Airport voor het afkopen van de jaarlijkse bijdrage in de tekorten in de exploitatiebegroting en in drie tranches een investeringssubsidie welke in 2015 worden afgerekend.

Daarnaast zijn voorschotten verstrekt aan Groningen Airport Eelde (circa € 29 mln.) en Enschede Airport Twente (€ 2 mln.). Indien de voorschotten niet binnen vijf jaar worden aangewend voor de realisatie van een baanrenovatie en een afwateringssysteem, moet tot terugbetaling worden overgegaan. De afwikkeling vindt vermoedelijk in 2015 plaats.

Aan het NLR zijn in de jaren 2009 en 2011 voorschotten verstrekt van ruim € 11 mln. als bijdragen in de exploitatie- en investeringenkosten. Naar verwachting vindt de afwikkeling in 2012 plaats. Daarnaast zijn vanaf 2004 voorschotten verstrekt aan de NLR met een gezamenlijk bedrag van circa € 9 mln. omdat is bijgedragen aan de financiering van een sociaalplan. Afrekening vindt plaats nadat het sociaalplan is voltooid.

Ook zijn sinds 2008 diverse voorschotten verstrekt voor een gezamenlijk bedrag van circa € 14 mln. voor bereikbaarheidsbevorderende en mobiliteitsgeleidende maatregelen aan onder andere het Maritiem Research Instituut Nederland (MARIN), aan Nederland Maritiem Land (NML), Agentschap NL (voorheen Senter Novem) en aan de Stichting Nederland is Logistiek. De verwachting bestaat dat deze voorschotten uiterlijk in 2012 worden afgewikkeld.

Artikel 36 Bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving, gegeven de toename van mobiliteit

Om de CO2 uitstoot te beperken zijn voor diverse programma’s, zoals Het Nieuwe Rijden, het CO2-reductieplan en roetfilters voor bussen, voorschotten verstrekt voor circa € 16 mln., aan onder andere het Agentschap NL.

Aan de Stichting Bodemsanering Nederlandse Spoorwegen is in 2011 in het kader van leefomgeving spoorwegen een bedrag van ruim € 9 mln. verstrekt voor de landelijke aanpak van bodemverontreiniging in NS percelen. Afwikkeling wordt in 2012 verwacht.

Om duurzame luchtvaart te bewerkstelligen en in stand te houden zijn voorschotten verstrekt van circa € 12 mln. aan onder andere de Stichting Bevordering Kwaliteit Leefomgeving Schipholregio (€ 10 mln.) door het ondertekenen van het convenant Omgevingskwaliteit. Doel van het convenant is om de leefkwaliteit van gebieden waar de hinder van luchtvaartactiviteiten aanwezig is in stand te houden dan wel te verbeteren.

Aan de Stichting Mainport en Groen zijn voorschotten verstrekt voor een gezamenlijk bedrag van circa € 5 mln. vanwege de groenvoorziening van Schiphol Afwikkeling vindt in 2012 plaats.

Artikel 39 Bijdrage Infrastructuurfonds en BDU

Op grond van de Wet Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer, die als doel heeft om op decentraal niveau maatwerk oplossingen mogelijk te maken voor verkeer- en vervoervraagstukken, zijn tot en met 2011 voorschotten verstrekt.

In totaal is circa € 4 174 mln. verstrekt aan onder andere de provincies (€ 1 655 mln.), Stadsregio Amsterdam voorheen Regionaal Orgaan Amsterdam (ROA) (€ 896 mln.), de Stadsregio Rotterdam (€ 539 mln.), het Stadsgewest Haaglanden (€ 314 mln.), het Bestuur Regio Utrecht (€ 294 mln.), het samenwerkingsverband KAN (€ 205 mln.), de regio Eindhoven (€ 147 mln.) en de regio Twente (€ 120 mln.).

Afwikkeling vindt vermoedelijk in de jaren 2012 tot en met 2013 plaats nadat de goedkeurende accountantsverklaringen zijn ontvangen.

Artikel 41 Ondersteuning functioneren IenM

Voor diverse wachtgelduitkeringen zijn aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) in 2008 tot en met 2011 voor ruim € 55 mln. aan voorschotten verstrekt. Deze worden, eerst nadat de goedkeurende accountantsverklaringen zijn ontvangen, vermoedelijk in 2012 of 2013 afgewikkeld.

Aan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is voor het onderzoeksprogramma Duurzame bereikbaarheid Randstad een voorschot verstrekt van circ € 5 mln. waarvan de afwikkeling in 2012 wordt verwacht.

Artikel 51 Optimalisering van de ruimtelijke afwegingen

Aan diverse organisaties zijn voorschotten verstrekt met een gezamenlijk bedrag van circa € 16 mln. voor de ontwikkeling en exploitatie van basisregistraties en ontsluiting van geo-data. Zo heeft het Kadaster voor de Basisregistratie Topografie (BRT) en voor het beheer en exploitatie van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) circa € 11 mln. ontvangen.

Artikel 52 Realisatie Nationaal Ruimtelijk Beleid

Voorschotten met een totaalbedrag van circa € 478 mln. zijn verstrekt met betrekking tot projecten voor gebiedsontwikkeling. Het betreft onder andere projecten voor de programma’s Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) (ruim € 181 mln.) Nieuwe Sleutelprojecten (NSP) (ruim € 171 mln.) en Nota Ruimtebudget (circa € 113 mln.. Afwikkeling vindt pas in latere jaren plaats.

In de jaren 2004/2008 heeft de vraag naar groen en recreatieruimte en het handhaven van de open ruimten tussen de steden geresulteerd in het inzetten van het instrument Bufferzones. Hiermee zijn gronden aangekocht waarbij de provincies verantwoordelijk zijn voor het opstellen van ontwikkelingsplannen voor regionale parken. Een bedrag van ruim € 134 mln. aan voorschotten staat open en zal na afronding en verantwoording worden afgewikkeld.

In het kader van het innovatieprogramma Mooi Nederland zijn voorschotten verstrekt aan diverse organisaties van circa € 11 mln. waarvan de afwikkeling naar verwachting in 2012/2013 zullen plaatsvinden.

Artikel 53 Klimaat en Luchtkwaliteit

Aan provincies en gemeenten zijn in het kader van het Nationaal Samenwerkingsverband Luchtkwaliteit in de jaren 2006/2011 voorschotten betaald van ruim € 243 mln. ter verbetering van de lokale luchtkwaliteit. Met betrekking tot het Klimaatbeleid zijn aan de Nederlandse Emissie Autoriteit (NEA) ter uitvoering van haar taken en het programma Schoon en Zuinig bedragen verstrekt van circa € 13 mln. Voor het programma Milieutechnologie (PROMPT), waarvan de uitvoering van het programma loopt via AgNL, zijn vanaf 2006 voorschotten betaald van circa € 10 mln. De verwachting is dat deze voorschotten in de jaren 2012 tot en met 2014 worden afgewikkeld.

Artikel 54 Duurzaam produceren

Ten laste van dit artikel staan verstrekte voorschotten open uit de jaren 2007 tot en met 2011 ten bedragen van circa € 433 mln. Zo is aan de Stichting Afvalfonds voor de aanpak van verpakkings- en zwerfafval circa € 410 mln. betaald waarvan de afwikkeling in 2012/2013 wordt verwacht.

In de afgelopen jaren zijn voorschotten verstrekt van circa € 12 mln. in het kader van de Subsidieregeling Maatschappelijke Organisaties en Milieu (SMOM). De projecten zijn volop in uitvoering en worden vermoedelijk in 2012 afgewikkeld.

Artikel 56 Risicobeleid

Voor de uitvoering van de saneringsregeling astbestwegen zijn aan de Dienst Landelijk Gebied en aan de provincie Overijssel voorschotten verstrekt van respectievelijk circa € 89 mln. en ruim € 29 mln.

Voor de subsidieregeling Programmafinanciering EV-beleid voor andere overheden zijn aan provincies bedragen toegekend van circa € 97 mln.

Als voortvloeisel van het gesloten Amoniak convenant is aan DSM Agro voor de beeindiging van de amoniaktransporten een schadevergoeding verstrekt van circa € 48 mln. Ook is een vergoeding verstrekt aan de Sociale Verzekeringsbank van circa € 7 mln. in het kader van de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachoffers met mesothelioom (TNS).

Aan de regionale brandweer Zuid-Holland zuid is ruim € 15 mln. verstrekt voor de spoorzone Drechtsteden. Hiermee worden maatregelen op het gebied van veiligheid, zoals calamiteitenbestrijdings-, waarschuwings- en commmunicatiesystemen, gerealiseerd. De hiergenoemde voorschotten worden naar verwacht in de jaren 2012/2015 afgewikkeld.

Voor het onderzoeksprogramma Elektromagnetische velden wat wordt uitgevoerd door ZonMw zijn voorschotten verstrekt van circa € 10 mln. waarvan de afwikkeling in latere jaren zal plaatsvinden.

Op het beleidsterrein Verantwoorde toepassing van genetisch gemodificeerde organismen zijn voorschotten verstrekt van ruim € 10 mln. aan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) voor het Ecologisch Onderzoekdprogramma Biotechnologie. Afwikkeling vindt in 2012 plaats.

Artikel 57 Versterken van het internationale milieubeleid

De openstaande voorschotten op dit artikel (ruim € 146 mln.) wordt met name verklaard door de circa € 143 mln. die in de jaren 2001 tot en met 2003 zijn betaald als gevolg van het Kyoto-protocool waarin Nederland de verplichting heeft om de nationale broeikasgasemissies te reduceren. Door middel van het Clean Development Mechanism (CDM) instrument wordt dit gerealiseerd. De afwikkeling vindt pas in latere jaren plaats.

Artikel 60 Leefomgevingskwaliteit

Voor het realiseren van een duurzaam gebruik van bodem, ondergrond en grondwater zijn op grond van de Wet Bodemsanering voorschotten verstrekt van ruim 162 mln. Zo is voor de uitvoering van de bodemsanering aan provincies en gemeenten ruim € 135 mln. en aan de Nederlandse Spoorwegen ruim € 27 mln. betaald. Toekenning vindt plaats voor een periode van vijf jaar op grond van door bevoegde gezagen ingediende programma’s. Aan de Stichting Bosatex, gespecialiseerd in saneringen op verontreinigingen in de textielverzorgingsbranche, zijn bedragen verstrekt van ruim € 33 mln. De verwachting is dat bovengenoemde voorschotten in de jaren 2012/2015 worden afgewikkeld.

In het kader van de sanering van geluidslawaai zijn aan het Bureau Sanering Verkeerslawaai voorschotten van circa € 80 mln. verstrekt om de geluidsbelasting veroorzaakt door verkeer (waaronder ook luchtvaart) en bedrijvigheid te verminderen. Afwikkeling zal vermoedelijk in 2012 plaatsvinden.

Voorschotten met een gezamelijk bedrag van circa € 50 mln. zijn verstrekt voor de onderzoeksprogramma’s Kennis voor Klimaat (circa € 26 mln.), Klimaat voor Ruimte (circa € 9 mln.) en voor Klimaatbufferprojecten (circa € 7 mln.) In de jaren 2012/2014 worden deze vermoedelijk afgewikkeld.

Om andere overheden instaat te stellen op gebiedsniveau te komen tot de gewenste kwaliteit van de leefomgeving zijn in de jaren 2008–2010 bijdragen aan het ministerie van EL&I verstrekt voor het Inversteringsbudget Landelijk Gebied van circa € 30 mln. voor het uitvoeren van projecten.

Voorschotten van ruim € 6 mln. zijn verstrekt aan de Commissie voor de Milieueffectrapportage die het bevoegd gezag adviseert over de inhoud en kwaliteit van milieueffectrapporten.

Artikel 61 Algemeen

Door de ontwikkeling naar kerndepartementen is de beleidsuitvoering uitbesteed aan externe uitvoeringsorganisaties waardoor voorschotten, verstrekt in de jaren 2006 tot en met 2008, nog open staan op het Agentschap NL circa € 57 mln. en op het RIVM ruim € 28 mln. Afwikkeling vermoedelijk in 2012.

Aan het ministerie van BZK zijn vergoedingen verstrekt voor diverse verzameluitkeringen met een gezamenlijk bedrag van circa 18 mln. Hiervan is circa € 14 mln. verstrekt in het kader van de verzameluitkering zwerfafval.

Op het Kadaster staan voorschotten open van circa € 16 mln. welke in 2009 en 2010 zijn betaald ten behoeve van het beheer en exploitatie van geo-data systemen. Naar verwachting worden deze in de jaren 2012 tot en met 2014 afgewikkeld.

Voorschotten van circa € 6 mln. zijn verstrekt aan de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB) die adviezen verstrekt aan rechtbanken en bestuursrechters in geschillen op het gebied van onder meer milieu, ruimtelijke ordening, water en natuur. Afwikkeling in 2012 na ontvangst accountantsverklaring.

7.3.2.7 Tegenrekeningen € 3 763 955 790,67

Grondslag

Voor de extra-comptabele rekeningen aan de passiva-zijde worden uit het oogpunt van het evenwichtsverband verscheidene tegenrekeningen gebruikt.

Deze tegenrekeningen hoeven geen nadere toelichting.

7.3.3 Passiva
7.3.3.1 Begrotingsontvangsten € 69 919 444,18

Grondslag

De begrotingsontvangsten van het ministerie sluiten aan op de Rekening. Deze zijn artikelsgewijs verdeeld in kolom 2 (realisatie) van de Rekening van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII), welke Rekening als verantwoordingsstaat bij de financiële verantwoording behoort.

7.3.3.2 Rekening-courantverhouding RHB € 10 996 427 049,15

Grondslag

Deze rekening geeft de vordering-/schuldverhouding weer tussen de ministeries van Financiën en IenM. Door de integratie tussen de ministeries van vhVenW en vhVROM zijn beide rekeningen-courant in 2011 gehandhaafd. De saldi zijn gelijk aan de Saldobiljetten per 31 december 2011, welke met een brief van het ministerie van Financiën, d.d. 27 januari 2012, kenmerk BZ/2012/10 M, aan het ministerie kenbaar is gemaakt.

7.3.3.3 Intra-comptabele schulden € 48.316.670,47

De cijfers

Tabel 6 geeft een nadere detaillering in aantallen en openstaande bedragen per 31 december 2011 verdeelt naar ouderdom. Daarnaast is een meerjarig perspectief gegeven door de jaren 2009 en 2010 te vermelden. De toename van het saldo wordt onder meer veroorzaakt door de integratie van vhVROM onderdelen.

Tabel 6: Intra-comptabele schulden (bedragen x € 1 000)

Openstaand

 

2011

 

2010

 

2009

 

aantal

bedrag

aantal

bedrag

aantal

bedrag

posten ⩽ 1 jaar

175

48 026

332

33 939

175

31 690

posten > 1 jaar

5

291

13

175

20

1 878

Totaal

180

48 317

345

34 114

195

33 568

Toelichting

Indien niet expliciet vermeldt, zijn de intra-comptabele schulden als op korte termijn opeisbare schulden beschouwd.

Noemenswaardige bedragen zijn de ingehouden loonheffing op de salarissen en het werknemersdeel pensioenpremie over de maand december 2011. Deze bedragen, respectievelijk ruim € 22 mln. en circa € 14 mln., zijn in januari 2012 aan de Belastingdienst en het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds afgedragen. Daarnaast is een Europese subsidie ontvangen van ruim € 9 mln. voor het binnenvaartproject Maasroute waarvan de afwikkeling in 2012 zal plaatsvinden.

7.3.3.4 Openstaande verplichtingen € 3.614.749.175,22

Grondslag

Het saldo openstaande verplichtingen per 31 december 2011 is opgebouwd uit de in het dienstjaar 2011 aangegane verplichtingen en de in voorgaande jaren aangegane en nu nog lopende verplichtingen, welke niet tot een kaseffect in het dienstjaar 2011 hebben geleid.

De cijfers

Tabel 7 geeft de samenstelling van de openstaande betalingsverplichtingen weer.

Tabel 7: Openstaande verplichtingen (x € 1 000)

Stand per 1 januari 20111

4 118 515

Aangegaan in 2011

10 923 543

 

15 042 058

Negatieve bijstellingen

– 218 315

 

14 823 743

Tot betaling gekomen in 2011

– 11 208 994

Openstaand per 31 december 2011

3 614 749

1

Beginstand toegenomen ten opzichte van 2010 door de integratie van de ministeries vhVROM en vhVenW.

De verklaring van het bedrag bij de «Negatieve bijstellingen» bestaat uit de volgende redenen. Als gevolg van de decentralisatie van middelen richting het Gemeente- en Provinciefonds is een aantal reeds aangegane verplichtingen in de administratie afgeboekt (circa € 186 mln.). Ook zijn verplichtingen die door het Agentschap NL namens IenM waren aangegaan afgeboekt (circa € 27 mln.). Daarnaast heeft een correctie plaatsgevonden die onder andere betrekking heeft op een BTW-afdracht (circa € 5 mln.). Om alsnog inzicht te geven in het volume van de aangegane verplichtingen is de verplichtingenstand hiervoor bijgesteld.

In de Rijksbegrotingsvoorschriften wordt ingegaan op de zogenoemde «Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen» (NUBBBV), bijvoorbeeld in geval van door het Rijk gesloten bestuursovereenkomsten of -convenanten met decentrale overheden. Dergelijke bestuurlijke verplichtingen kunnen niet altijd als juridische verplichtingen worden aangemerkt en maken daardoor geen deel uit van de openstaande verplichtingen, zoals opgenomen in de saldibalans.

Dit is ook bij IenM het geval. Met name in het kader van infrastructurele werken op het terrein van regionale en lokale infrastructuur, maar ook op het terrein van het waterbeheer, het hoofdwegen- en spoorwegennet worden bestuurlijke afspraken gemaakt. Deze afspraken staan in het MIRT Projectenboek, welke jaarlijks als bijlage bij de begroting Infrastructuurfonds wordt uitgebracht.

In het kader van de NUBBBV zijn de bestuurlijke afspraken geïnventariseerd voor zover al niet deel uitmakend van de juridische verplichtingen, zoals opgenomen in de financiële administratie. Deze bestuurlijke afspraken zijn zeer divers in aard en omvang. Soms zijn bestuurlijke afspraken enkel samenwerkingsafspraken, soms in meer of mindere mate concrete afspraken over te realiseren projecten of beleidsdoelstellingen, waarvoor het financieel belang nog niet is gekwantificeerd, ofwel sprake is van een raming, dan wel een maximum of van een zeker bedrag. Gezien de bestuurlijke toezeggingen in financiële termen in hardheid verschillen zijn deze niet optelbaar. Hierdoor is geen totaalbedrag aan bestuurlijke toezeggingen te geven. Indien sprake is van een zekere hardheid – en bovendien juridisch gebonden – worden deze toezeggingen als aangegane verplichting in de financiële administratie opgenomen.

7.3.3.5 Openstaande garantieverplichtingen € 149.206.615,45

Grondslag

In situaties waarbij geen bijdrage wordt verleend voor ondersteuning van op zichzelf wel wenselijk geachte activiteiten, verleent het ministerie garanties aan instellingen of particulieren. Met deze staatsgarantie achter zich, zijn deze in staat leningen af te sluiten en kunnen bepaalde zaken worden gefinancierd.

Toelichting

Door de integratie van vhVenW en vhVROM is de stand toegenomen.

Een drietal wijzigingen heeft in 2011 plaatsgevonden. Ten eerste is het rekening-courant krediet van de Rijksdienst Wegverkeer met ingang van 1 januari 2011 verlaagd van € 23 mln. naar € 5 mln. Deze overeenkomst heeft een looptijd tot 1-1-2018. Ten tweede is het rekening-courant krediet van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) met ingang van 1 januari 2011 verhoogd van € 5 mln. naar € 12 mln. Deze overeenkomst heeft een looptijd tot 1-1-2012. Ten derde is in 2011 een garantie verstrekt voor een lening (€ 0,015 mln.) conform het Besluit Borgstelling Midden en Klein Bedrijfskredieten (MKB).

De cijfers

Tabel 8 geeft de samenstelling van het uiteindelijke risico weer, op grond van de uitstaande garantieverplichtingen per 31 december 2011.

Tabel 8: Garantieverplichtingen (x € 1 000)

Jaar

Looptijd

Organisatie

Aard garantstelling

Bedrag

2005

n.n.b.

LVNL

RC krediet

10 000

2005

n.n.b.

CBR

RC krediet

5 000

2009

n.n.b.

MKB

Lening

53

2010

n.n.b.

MKB

Lening

592

2011

n.n.b.

MKB

Lening

15

2009

n.n.b.

Kadaster

RC krediet

60 000

2009

n.n.b.

LVNL

RC krediet

30 000

2010

n.n.b.

Dienst Zuid-As

Lening

2 547

2010

2028

LVNL

Lening

29 000

2011

2018

RDW

RC krediet

5 000

2011

2012

CBR

RC krediet

7 000

   

Openstaand per 31 december 2011

149 207

Tabel 9 geeft de mutaties in het verantwoordingsjaar weer.

Tabel 9: Mutaties Garantieverplichtingen (x € 1 000)

Stand per 1 januari 20111

160 191

Nieuw verstrekt in 2011

7 016

 

167 207

Afname van het risico in 2011

– 18 000

Openstaand per 31 december 2010

149 207

1

De beginstand sluit aan op de saldi opgenomen in de saldibalansen 2010 van de Hoofdstukken XI en XII.

7.3.3.6 Tegenrekeningen € 7 073 527 243,28

Grondslag

Voor extra-comptabele rekeningen aan de activa-zijde worden uit het oogpunt van het evenwichtsverband verscheidene tegenrekeningen gebruikt, zoals de tegenrekeningen extra-comptabele vorderingen, deelnemingen, leningen u/g en voorschotten. Deze tegenrekeningen hoeven geen nadere toelichting.

7.3.3.7 Sluitrekening Infrastructuurfonds € 103 187 985,46

Grondslag

Deze rekening dient als sluitrekening met de saldibalans, behorend tot de begroting van het Infrastructuurfonds, omdat voor dit fonds géén gescheiden administratie wordt gevoerd.

Licence