Algemene beleidsdoelstelling
EL&I streeft naar een duurzaam agrocomplex. Deze beleidsdoelstelling richt zich op de verduurzaming van het agrocomplex in Nederland, waarbij zoveel mogelijk de Europese kaders worden gevolgd. De verduurzaming geldt niet alleen voor de milieuaspecten, maar ook voor de sociale en economische aspecten (bedrijfsontwikkeling en ondernemerschap). Hierbij staan de volgende doelen centraal:
Stimuleren van een breed aanbod van voedsel
EL&I heeft in 2011 in samenwerking met de agrofoodsector gewerkt aan de verduurzaming van voedsel. Samen met convenantpartijen is ingezet op een stijging van de aankoop van duurzame dierlijke producten in supermarkt en bedrijfsrestaurants van jaarlijks 15%. In 2009 en 2010 heeft dit geresulteerd in een stijging van ongeveer 90% per jaar. Voor 2011 komen de halfjaarcijfers nog steeds boven de 50% uit.
De consumentbestedingen voor biologische producten hebben tot 2010 jaarlijks meer dan 10% stijging laten zien. Vanaf 2010 is sprake van een stijging onder de 10% per jaar. Het areaal voor biologische landbouw groeit nog steeds. Vanaf 2010 is de groei afgenomen tot onder de 5% per jaar.
Verduurzaming productie en handel in agrarische producten
Nederland en het Nederlandse bedrijfsleven nemen sinds vele jaren een blijvend toonaangevende internationale positie in de internationale handel in duurzame agroproducten in. Vanaf 2002 bezet Nederland de tweede plaats op de ranglijst van landen met een netto handelsoverschot voor agrarische producten zoals groenten, vlees en zuivel.
Productie en verwerking van voedsel in balans met wensen van de samenleving
Doel van het beleid is om een balans te vinden waarbij zo goed mogelijk wordt voldaan aan de wensen van de samenleving enerzijds en waarbij anderzijds de concurrentiekracht van bedrijven zo sterk mogelijk is.
Uit de maatschappelijke appreciatiescore blijkt dat de gemiddelde waardering voor de agrarische sector van de Nederlanders in 2011 wederom ruim voldoende scoort, namelijk 7,5. De helft van de Nederlanders geeft zelfs een 8 of hoger. Kritiekpunten op de agrarische sector hebben vooral betrekking op megastallen en massaproductie, weinig aandacht voor dierenwelzijn en een te laag inkomen voor boeren.
Ecologische verantwoord beheer van visbestanden
EL&I werkt mee aan het Europese visserijbeleid, dat is gericht op een duurzaam gebruik van de natuurlijke hulpbronnen. Maatregelen en acties in de lange termijnstrategie van het operationele programma 2007–2013 bij het Europese Visserij Fonds (EVF) voor de visserijsector zijn gericht op de transitie van de visserijsector naar een duurzame sector. In 2011 is er een midterm evaluatie uitgevoerd en is geconcludeerd dat het bereiken van de formele doelstellingen op schema ligt. Tot en met 2011 is het volgende gerealiseerd:
-
– Er zijn meerdere innovatieprojecten afgerond gericht op de ontwikkeling van meer duurzame vistechnieken (zoals de puls- en sumwing-methode), wat vervolgens ondernemers aanzette om op eigen kosten te investeren in deze technieken. Op dit moment is de inschatting dat sinds 2009 circa 40% van de boomkorvloot is omgeschakeld naar meer duurzame technieken.
-
– Zeker 115 meerjarige projecten zijn goedgekeurd om te experimenteren met nieuwe technieken, samenwerking in de keten en samenwerking tussen vissers. Hiervan zijn tot nu toe 22% van de projecten gerealiseerd. Door het organiseren van de kenniskringen is het ook gemakkelijk toegankelijk voor allen werkzaam in de sector.
-
– Binnen de aquacultuur zijn twintig uitbreidingsprojecten en twintig moderniseringsprojecten gericht op mosselzaadinvanginstallaties gerealiseerd.
-
– Meer dan 22 projecten zijn goedgekeurd en deze dragen bij aan het verminderen van de economische afhankelijkheid van visserijgemeenschappen van de visser. Hier leveren de provincies een belangrijke bijdrage in.
Ontwikkelen van biobased economy
In 2011 is in de transitie naar een biobased economy een aantal belangrijke resultaten behaald. Door veel topteams binnen het topsectorenbeleid is biobased economy als kansrijk thema genoemd. In het kader van de Green Deals zijn 10 biobased gerelateerde deals ingediend. Daarnaast is de samenwerking met preferred «BBE-landen» verder vormgegeven en is bijgedragen aan de totstandkoming van de EU-visie op de biobased economy. Via het Biorenewables Business Platforms is een viertal grotere businesscases ontwikkeld. Als belangrijk communicatieinstrument in het netwerk van bedrijfsleven, wetenschap, maatschappelijke organisaties en overheden is de interactieve website www.biobasedeconomy.nl gelanceerd. Verder is een inventarisatie uitgevoerd van problemen ten aanzien van belemmerende en/of botsende wet- en regelgeving. In dit kader zijn oplossingen geformuleerd.
Stimuleren van innovatiekracht van de agrosector
EL&I stimuleert de innovatiekracht van de agrosector. Doelstelling in 2011 was om bij minimaal 14% van de bedrijven in de agrosector innovaties te doen plaatsvinden. Het realisatiecijfer 2010 bedraagt 14,1%, dit komt dus boven de raming voor 2011 uit. Het realisatiecijfer voor 2011 is pas najaar 2012 beschikbaar.
Vermindering van regeldruk
Voor het agrodomein zijn generieke maatregelen genomen, zoals de uniformering van het loonbegrip en maatregelen die door andere departementen worden genomen, zoals het terugbrengen van het aantal omgevings- en watervergunningen als gevolg van het invoegen van agrarische activiteiten in het Activiteitenbesluit. Daarnaast wordt regeldrukvermindering voor de agrarische sector ook gerealiseerd door stroomlijning van de export van mest, vereenvoudiging in de toepassingsvereisten van het vervoersbewijs dierlijke mest, aanpassing van het handelsdocument voor vervoerders van dierlijke bijproducten, en het vervallen van de meldplicht in het Traces systeem van de Europese Unie voor de import van verwerkte mest en verwerkte eiwitten van categorie 3-materiaal.
Indicator | Referentie waarde | Peil- datum | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Raming 2011 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verhouding duurzame investeringen ten opzichte van totale investeringen1 | LEI | ||||||
1. Totaal investeringen | € 4 mld | 2007 | € 3,1 mld | € 3,4 mld | n.n.b. | € 4 mld | |
2. Totaal duurzame investeringen | € 2 mld | 2007 | € 0,9 mld | € 1,2 mld | n.n.b | € 2 mld | |
3. Verhouding | 0,50 | 2007 | 0,29 | 0,36 | n.n.b. | 0,50 | |
Maatschappelijke appreciatiescore | 7,7 | 2009 | 7,7 | 7,7 | 7,5 | 7,9 | TNS-Nipo |
Toelichting
Verhouding duurzame investeringen totale investeringen
In 2010 zijn de totale investeringen in productiemiddelen 13% gestegen ten opzichte van 2009, vooral door hogere investeringen in gebouwen, glasopstanden en installaties. De stijging van de duurzame investeringen was veel sterker (+39%) en kwam uit op ruim € 1,2 mld in 2010. Die toename kwam geheel voor rekening van de landbouwsector, die ruim € 400 mln meer investeerde in duurzame productiemiddelen, voor een groot deel in duurzame stallen. Hierbij gaat het om meerkosten boven de norminvesteringen van de stallen. De investeringen in duurzame stallen waren het hoogst op varkens- en pluimveebedrijven. Die sectoren moeten in 2013 voldoen aan strengere milieu- en welzijnseisen. De duurzame investeringen in de tuinbouw daalden opnieuw, nu met 20% tot circa € 270 mln in 2010.
Maatschappelijke appreciatiescore
De gemiddelde waardering voor de agrarische sector van de Nederlander is in 2011 wederom ruim voldoende, een 7,5. Dit is een iets lagere waardering dan de vorige jaren. Kritiekpunten op de agrarische sector hebben betrekking op megastallen en massaproductie, weinig aandacht voor dierenwelzijn en een te laag inkomen voor boeren.
Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Vastgestelde begroting 2011 | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |||
Verplichtingen | 455 256 | 395 417 | 453 518 | 414 643 | 301 001 | 113 642 |
– waarvan garanties | 14 704 | 52 014 | 58 738 | 0 | 58 738 | |
Uitgaven | 404 192 | 286 924 | 289 898 | 322 486 | 277 871 | 44 615 |
Programma-uitgaven | 197 897 | 92 375 | 98 846 | 142 175 | 130 688 | 11 487 |
31.11 Verbeteren van ondernemerschap en ondernemersklimaat | 51 967 | 26 981 | 32 251 | 28 464 | 13 129 | 15 335 |
– Jonge agrariërs | 2 666 | 4 294 | 4 002 | 4 778 | 2 919 | 1 859 |
– Ondernemerschap | 1 439 | 17 084 | 24 688 | 20 016 | 5 388 | 14 628 |
– Bilaterale Economische Samenwerking | 5 603 | 3 561 | 3 670 | 4 822 | – 1 152 | |
– Interne begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit | 47 862 | |||||
31.12 Bevorderen van maatschappelijk geaccepteerde productievoorwaarden en dierenwelzijn | 10 747 | 12 992 | 20 404 | 38 296 | 25 137 | 13 159 |
– Verbetering dierenwelzijn | 4 981 | 4 982 | 8 165 | 23 288 | 9 650 | 13 638 |
– Mestbeleid | 1 381 | 440 | 3 627 | 5 775 | 9 287 | – 3 512 |
– Fytosanitair beleid | 2 785 | 3 027 | 5 181 | 3 032 | 2 450 | 582 |
– Gewasbeschermingsbeleid | 1 600 | 2 336 | 2 445 | 3 229 | 2 687 | 542 |
– Agrobiodiversiteit | 149 | 63 | 86 | |||
– Agrologistiek | 2 207 | 986 | 2 823 | 1 000 | 1 823 | |
31.13 Bevorderen van duurzame productiemethoden en bedrijfssystemen w.o. biologische landbouw | 72 547 | 42 885 | 35 056 | 62 245 | 85 408 | – 23 163 |
– Glastuinbouw | 18 097 | 19 291 | 14 187 | 16 767 | 38 034 | – 21 267 |
– Energie-efficiency VGI (MJA) | 2 011 | 65 | 295 | 295 | ||
– Biobased Economy | 2 755 | 4 914 | 6 048 | 14 438 | – 8 390 | |
– Biologische landbouw | 3 139 | 4 186 | 2 998 | 2 741 | 2 556 | 185 |
– Duurzame veehouderij | 5 473 | 9 306 | 7 582 | 10 757 | 17 021 | – 6 264 |
– Open teelten | 2 227 | 1 686 | 1 292 | 3 063 | 2 718 | 345 |
– Overige sectoren | 5 796 | 481 | 162 | 1 186 | 0 | 1 186 |
– Innovatie en Samenwerking duurzame landbouw | 5 526 | 1 625 | 1 367 | 5 788 | 1 841 | 3 947 |
– Multifunctionele landbouw | 286 | 1 280 | 1 936 | 2 599 | 2 300 | 299 |
– ICT-beleidsprogramma’s | 264 | 553 | 1 001 | 500 | 501 | |
– VAMIL | 12 000 | 6 000 | 6 000 | |||
– Interne begrotingsreserve Landbouw | 32 003 | |||||
31.14 Bevorderen duurzame vangst en kweek van vis en schelpdieren | 57 149 | 9 517 | 11 135 | 13 170 | 7 014 | 6 156 |
– Duurzame visserijmethoden (EVF as 1) | 19 326 | 165 | 79 | 2 | 2 | |
– Aquacultuur, binnenvisserij, verwerking en afzet (EVF as 2) | 861 | 1 158 | 1 014 | 1 014 | ||
– Innovatieve proefprocjecten (EVF as 3) | 517 | 3 524 | 5 011 | 5 350 | 3 900 | 1 450 |
– Gebiedsgerichte activiteiten (EVF as 4) | ||||||
– Technische bijstand (EVF as 5) | 51 | 146 | 400 | – 254 | ||
– Innovatie, Kennisontwikkeling en Verspreiding | 7 613 | 4 967 | 4 836 | 6 658 | 2 714 | 3 944 |
– Regeling garantstelling visserij | ||||||
– Interne begrotingsreserve Visserij | 29 693 | |||||
31.15 Bevorderen van duurzame ketens | 5 487 | |||||
– Bilaterale economische samenwerking | 1 905 | |||||
– Agrologistiek | 736 | |||||
– ICT Beleidsprogramma’s | 854 | |||||
– Energie en Overig | 1 572 | |||||
– Biobased Economy | 420 | |||||
Apparaatsuitgaven | 206 295 | 194 549 | 191 051 | 180 311 | 147 183 | 33 128 |
31.21 Apparaat | 22 158 | 22 597 | 12 434 | 12 485 | 8 656 | 3 829 |
31.22 Bijdrage baten-lastendiensten | 184 137 | 171 952 | 178 617 | 167 826 | 138 527 | 29 299 |
– Dienst Regelingen | 93 345 | 77 049 | 16 296 | |||
– Dienst Landelijk Gebied | 365 | 172 | 193 | |||
– Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit | 62 701 | 53 898 | 8 803 | |||
– Rijksrederij | 11 415 | 7 408 | 4 007 | |||
Ontvangsten | 93 479 | 27 866 | 37 246 | 30 979 | 11 966 | 19 013 |
Ontvangsten Visserij (o.a. FIOV) | 8 061 | 4 993 | 3 068 | |||
Overige ontvangsten | 22 918 | 6 973 | 15 945 |
Toelichting op de verplichtingen
De hogere verplichtingenrealisatie wordt onder andere veroorzaakt door de hogere uitvoeringskosten van de baten-lastendiensten (Dienst Regelingen, Dienst Landelijk Gebied, Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit, Rijksrederij). Een toelichting is opgenomen onder de «toelichting op de apparaatsuitgaven».
Daarnaast lopen de in 2011 afgegeven garantieverplichtingen (€ 58,7 mln) mee in de verplichtingenrealisatie. Deze garantieverplichtingen waren in de vastgestelde begroting niet meegenomen.
Toelichting op de programma-uitgaven
Operationele doelstelling: 31.11 Verbeteren van ondernemerschap en ondernemersklimaat
De hogere uitgaven worden met name veroorzaakt door:
-
– In het kader van de Investeringsregeling Jonge Agrariërs is in 2011 € 2 mln toegevoegd aan de interne begrotingsreserve Landbouw ter dekking van het amendement Snijder-Hazelhoff en Koopmans (ophoging budgetplafond Investeringsregeling Jonge Agrariërs met € 2,5 mln) 76.
-
– Als gevolg van de economische crisis hebben banken op basis van de garantiestelling borgstellingsfaciliteit een hoger bedrag aan verliesdeclaraties bij EL&I gedeclareerd dan in voorgaande jaren. Om deze verliesdeslaraties te kunnen financieren is € 9,2 mln aan de interne begrotingsreserve borgstellingsfaciliteit onttrokken.
-
– In het kader van de herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt een aantal proefprojecten uitgevoerd. In het kader van deze pilots ontvangen samenwerkingsverbanden van agrariërs in een bepaald gebied een vergoeding voor verleende diensten op het vlak van landschaps- en waterbeheer. Het gaat om 4 gebieden: Oost-Groningen, Noordelijke Friese Wouden, Laag Holland (boven Amsterdam) en rond Winterswijk. De ervaringen worden gebruikt bij de discussie over het EU-landbouwbeleid en de resultaten van deze pilots worden meegenomen bij de herziening van het GLB. Hiervoor is in 2011 € 1,4 mln uitgegeven.
In de oorspronkelijke LNV-begroting voor 2011 waren drie indicatoren opgenomen op het gebied van regeldruk. Het regeldrukbeleid is sinds het aantreden van het nieuwe kabinet vernieuwd. Er is geen aparte administratieve lasten of toezichtlasten reductiedoelstelling meer voor 2011. De rijksbrede doelstelling voor administratieve lasten is nu een netto reductie van 10% in 2012 ten opzichte van begin 2011. Het kabinet heeft de reductiedoelstelling voor nalevingskosten eveneens vernieuwd. Dit betekent dat vanaf begin 2011 niet meer is gemonitord op de doelstellingen, zoals die zijn opgenomen in de LNV-begroting voor 2011.
Operationele doelstelling: 31.12 Bevorderen van maatschappelijk geaccepteerde productievoorwaarden en dierenwelzijn
Verbetering dierenwelzijn
In 2009 en 2010 zijn ter stimulering van de economie middelen beschikbaar gesteld voor verduurzaming van de agrarische sector. Doel is onder meer de ontwikkeling van en investering in duurzame stallen te versnellen. Voor overlopende verplichtingen (uit 2009 en 2010) is in 2011 circa € 14 mln meer uitgegeven dan oorspronkelijk geraamd.
Nieuw mestbeleid
In het kader van het mestbeleid is er in 2011 budget (€ 2,1 mln) overgeheveld naar artikel 36 (kennis en innovatie) ten behoeve van aanvullende onderzoeks-, monitoring- en evaluatieactiviteiten (onder andere Relatie fosfaatbemesting en fosfaattoestand, Pilots mineralenconcentraat, Emissies bouwland, landbouwkundige en milieukundige mineralenconcentratie, vrijloopstallen fase 3/Koe en wij 2011). Daarnaast is € 0,4 mln ingezet ter dekking van het opdrachtenpakket van de baten-lastendienst DR (zie toelichting op de apparaatsuitgaven).
Agrologistiek
In het kader van Agrologistiek is € 1,8 mln meer uitgegeven. Hiervan is € 0,85 mln extern uitgegeven, het restant is toegevoegd aan de interne begrotingsreserve landbouw.
Indicator | Basis waarde | Peil datum | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Raming 2011 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|
% bedrijven dat voldoet aan wettelijke eisen dierenwelzijn | 70% | 2006 | 64%–89% | 64%– 86% | 80% | WUR | |
Realisatie normen fosfaat | 78 mln kg | 2002 | 27 mln kg | 37 mln kg (1) | nnb | Evenwicht | CBS |
Realisatie normen stikstof | 420 mln kg | 2002 | 351 mln kg. | 365 mln kg (1) | nnb | 360 mln kg | CBS |
Milieubelastingspunten gewasbescherming | 82% (NMI-3) | 2006 | onbekend | onbekend | 85% (NMI-3) | 95% | PBL |
Kilometerreductie | 250 000 km | 2006 | onbekend | 4 000 000 km | Onbekend | 14 000 000 km | Buck Consultants International |
% integraal duurzame stallen | nulmeting | 2008 | 2,2% | 2,6% | 4,7% | 5% | WUR |
Wettelijke eisen dierenwelzijn
Het «% bedrijven dat voldoet aan de wettelijke eisen dierenwelzijn» laat in 2011 – net als voorgaande jaren – een gedifferentieerd beeld zien over verschillende sectoren. Het varieert van 64% tot 86%. De hoogste naleving is te vinden bij de bedrijfsmatig gehouden honden (86%). In de varkenssector fluctueert de naleving. Er is een sterke stijging te zien sinds 2009, de naleving is in 2011 (66%) iets lager dan in 2010 (> 70%). In de legkippensector is in 2011 geen a-selecte steekproef uitgevoerd. Wel zijn er gerichte controles uitgevoerd, vooral op scharrelbedrijven. Het nalevingsbeeld dat daaruit ontstaat is 64%. In de kalversector zijn er – mede gezien de goede resultaten in 2009 (89%) en 2010 (88%) – minder controles uitgevoerd, waardoor geen betrouwbaar nalevingcijfer gegeven kan worden over 2011.
Ten algemene moet worden opgemerkt dat ook indien men niet voldeed aan één van de eisen uit de besluiten de controle als niet-akkoord wordt gescoord. Elke niet-naleving, hoe gering ook, leidt dus tot een algehele niet-naleving op bedrijfsniveau.
Mestbeleid, normen fosfaat en stikstof
De indicatoren «realisatie normen fosfaat» en «realisatie normen stikstof» geven de bodemoverschotten voor beide stoffen op Nederlandse landbouwgronden weer. Zij zijn een maat voor het verlies aan mineralen naar landbouwgrond, na aftrek van de opname door landbouwgewassen en vervluchtiging van stikstof.
Voor zowel stikstof als voor fosfaat is het gerealiseerde overschot in 2010 (op basis van voorlopige cijfers) lager dan de raming in de rijksbegroting van 2010 (raming stikstofoverschot 390 mln kg, raming fosfaatoverschot 55 mln kg). Ten opzicht van 2009 is, op basis van de voorlopige cijfers over 2010, de omvang van beide overschotten gestegen. Redenen zijn een toename van het gebruik van stikstof en fosfaat uit dierlijke mest en een lagere afvoer van deze stoffen met landbouwgewassen ten opzichte van het voorgaande jaar.
De verwachting is dat het bodemoverschot voor fosfaat in 2011 lager zal zijn dan in 2010. Deze verwachting is gebaseerd op lager gebruik van fosfaat als gevolg van lagere fosfaatgebruiksnormen in 2011 ten opzichte van 2010. Of de raming voor fosfaat voor 2011 wordt gehaald, is nu moeilijk aan te geven. Dit zal in sterke mate afhangen van de mate waarin landbouwers de gebruiksruimte voor fosfaat op hun land benut hebben voor fosfaatbemesting en anderzijds de afvoer van fosfaat met gewasopbrengsten.
Milieubelastingspunten gewasbescherming
In 2011 is in het kader van de eindevaluatie van deze nota een reductiepercentage berekend van 85% met behulp van nutriënten management instituut (NMI versie3). In de nieuwe versie van de NMI zijn belangrijke bronnen als glastuinbouw en drainage van landbouwgronden, die in de eerdere versie ontbraken, wel meegenomen in de berekeningen. Berekening van de milieubelasting in 2006 met de nieuwe versie van de NMI levert een reductie van 82% op. Dat betekent dat in de periode 2006–2011 wel een vermindering heeft plaatsgevonden van de milieubelasting, maar beperkt ten opzichte van de periode daarvoor.
Voor de zomer 2012 zal het Nationale Actie Programma duurzame gewasbescherming aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Hierin zal het beleid voor de komende periode worden aangegeven.
Kilometerreductie
Van de door het Platform Agrologistiek ondersteunde projecten is naar schatting tot 4 miljoen kilometerreductie gerealiseerd. Het actieplan Opschaling Agrologistiek (2008–2010) sprak nog van een potentiële besparing van 14 miljoen wegkilometers in 2011. De snelheid van realisatie wordt aan de sector zelf overgelaten. Er wordt geen jaarlijkse raming opgesteld.
% integraal duurzame stallen
Op 1 januari 2011 waren er in Nederland ruim 88 000 stallen. Het aandeel gerealiseerde duurzame stallen bedraagt in totaal 3,4%. Tussen de sectoren zijn er relatief grote verschillen: het percentage loopt uiteen van 2,3% in de melkveehouderij tot 5,1% in de varkenshouderij en 8,6% in de pluimveehouderij.
Het aantal duurzame stallen vertoont een stijgende trend. Het aandeel duurzame stallen in aanbouw bedraagt thans 1,3% van het totaal aantal stallen. Als deze stallen allemaal gerealiseerd worden, bedraagt het aandeel integraal duurzame stallen 4,7 % in 2011. Definitieve cijfers per 1 januari 2012 worden in april 2012 gepubliceerd.
Operationele doelstelling: 31.13 Bevorderen van duurzame productiemethoden en bedrijfssystemen w.o. biologische landbouw
Glastuinbouw
In het kader van de voorjaarsbesluitvorming 2011 heeft binnen de EL&I begroting een herprioritering van middelen plaatsgevonden. Een groot deel hiervan is verwerkt op de Regeling MarktintroductieEnergieInnovatie (MEI). Er is € 11,6 mln minder uitgegeven voor deze regeling dan oorspronkelijk geraamd. Een groot deel hiervan is gebruikt om het opdrachtenpakket voor de baten-lastendiensten te financieren.
Daarnaast is er budget (€ 1,8 mln) overgeheveld naar artikel 36 (kennis en innovatie) ten behoeve van aanvullend onderzoek op het gebied van energietransitie en Kas als Energiebron.
Tevens is € 7,5 mln minder uitgegeven in het kader van de geplande energienetwerken, omdat hiervoor geen Brusselse goedkeuring verkregen is. Tenslotte is € 2,7 mln ingezet ter dekking van de kosten van de Floriade en van de schadevergoedingen die de telers bij Moerdijk hebben ontvangen na de ramp bij Chemiepack.
Biobased Economy
De lagere realisatie op dit onderdeel wordt veroorzaakt doordat het programma Biobased Economy vertraging heeft opgelopen. Dit heeft voor een belangrijk deel te maken met de staatssteunmelding procedure die nog in Brussel loopt voor de Bioproces Pilot Facility TU Delft.
Duurzame veehouderij
In 2009 en 2010 zijn ter stimulering van de economie middelen beschikbaar gesteld voor verduurzaming van de agrarische sector. Deze worden onder meer ingezet voor de investeringsregeling luchtwassers. Voor overlopende verplichtingen (uit 2009 en 2010) is in 2011 circa € 6,2 mln meer uitgegeven dan oorspronkelijk geraamd. Hiertegenover staat ruim € 1,3 mln is overgeheveld naar artikel 36 (kennis en innovatie) ten behoeve van aanvullend onderzoek op het gebied van intensieve veehouderij (onder andere toiletstal), melkveehouderij, fijnstof en luchtkwaliteit. Het restant (ruim € 11,1 mln) is ingezet ter dekking van de tekorten op de baten-lastendiensten.
Overige sectoren
De realisatie 2011 betreft uitgaven voor tegemoetkoming in de zogenaamde sneeuwdrukschade. Hiermee was in de begroting geen rekening gehouden.
Innovatie en samenwerking duurzame landbouw
De hogere realisatie wordt vooral veroorzaakt doordat de vaststelling van de subsidie 2010 ten behoeve van het Uitvoeringsprogramma Innovatie Landbouw Noord-Nederland (UILNN) is uitgesteld naar 2011, terwijl hiervoor op de begroting 2011 geen budget gereserveerd was.
VAMIL
Voor de jaren 2010–2013 is 4 x € 6 mln toegevoegd aan de EL&I-begroting voor vergoedingen in het kader van de Vrijwillige Afschrijving Milieu-investeringen (VAMIL). Ondernemers die kunnen aantonen dat zij in 2007 of 2008 hebben geïnvesteerd in duurzame kassen of stallen en schade hebben geleden, omdat ze de verruiming in de vervroegde en willekeurige afschrijving milieu-investering (Vamil) niet hebben kunnen toepassen, komen – na een toets op de gegevens en de berekening – in aanmerking voor vergoeding van het geleden (rente)nadeel.
Omdat de eerste toekenningen van vergoedingen aan ondernemers niet in 2010 hebben plaatsgevonden, zijn de bijbehorende betalingen (€ 6 mln) doorgeschoven naar 2011. Deze middelen 2011 ad € 12 mln zijn toegevoegd aan de interne begrotingsreserve Landbouw. Deze middelen blijven zo beschikbaar voor dit doel.
Indicator | Basis-waarde | Peildatum | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Raming 2011 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Outcome | |||||||
Aandeel duurzame energie in glastuinbouw t.o.v. totaal energiegebruik (in de glastuinbouw) | 0,55% | 2003 | 1,5% | 1,6% | 4% | LEI | |
Jaarlijkse groei consumentenbestedingen – biologische landbouw | € 583,4 mln | 2008 | 10,8% € 646,6 mln | 11,7% (€ 722,5 mln) | 20%2 | € 776,5 mln | WUR |
Jaarlijks 5% groei in biologisch areaal | 47 000 ha | 2007 | 3% 51 911 ha | 3,9% 53 948 ha | 2,3% 55 182 ha | 57 100 ha | WUR |
Percentage innoverende agrarische bedrijven | 11,6% | 2006 | 17,6% | 14,1% | nnb | 15% | LEI |
Aandeel duurzame energie in glastuinbouw
De realisatie aandeel duurzame energie in de glastuinbouw loopt achter op de raming van 4%. Dit wordt vooral veroorzaakt door de financiële crisis en de daarmee samenhangende verminderde investeringsbereidheid.
Groei consumentenbestedingen en areaal biologische landbouw
De biologische keten blijft groeien, zowel in areaal als in consumentenbestedingen. In 2010 waren de bestedingen aan biologisch voedsel € 722,5 mln. De verwachting voor het jaar 2011 is dat dit zal stijgen met circa 20% tegen een lichte stijging van de totale voedselbesteding (circa 2%). De definitieve cijfers worden in april 2012 gepubliceerd.
Het biologische areaal is in 2011 toegenomen met 2,3% van 53 948 hectare naar 55 182 hectare. Dit betekent dat er sprake is van een groeivertraging gedurende de laatste jaren.
Percentage innoverende agrarische bedrijven
In vergelijking met 2009 is het «percentage innoverende agrarische bedrijven» (bedrijven dat product- of procesinnovaties heeft doorgevoerd in het betreffende jaar) in 2010 gedaald. De daling heeft hoogstwaarschijnlijk te maken met de gevolgen van de financiële crisis en de lastiger rond te krijgen financiering. Wel is binnen de 14,1% de categorie eerste innovatoren van 1% in 2009 gestegen naar 3,2% in 2010. Het realisatiecijfer 2010 komt wel boven de raming voor 2010 (13%) uit. Het realisatiecijfer voor 2011 is pas in 2012 beschikbaar.
Operationele doelstelling: 31.14 Bevorderen van duurzame vangst en kweek van vis en schelpdieren
Aguacultuur, binnenvisserij, verwerking en afzet (Europees Visserij Fonds As 2)
Innovatieve proefprojecten (Europees Visserij Fonds As 3)
De hogere uitgavenrealisatie komt door de afronding van de projecten die grotendeels in 2009 zijn gestart. Het betreft hier met name de projecten van de regelingen Investering Aquacultuur en Investering mosselzaadinvanginstallaties onder As 2 en de projecten Collectieve Acties en Innovatie in de visketen onder As 3.
Innovatie, Kennisontwikkeling en verspreiding
De uitgaven voor Innovatie, Kennisontwikkeling en verspreiding zijn hoger dan oorspronkelijk gepland omdat in de loop van 2011 enkele budgetten zijn toegevoegd. Het verschil wordt met name veroorzaakt door:
-
– In het kader van de innovatie, kennisontwikkeling en verspreiding zijn in 2011 projecten uitgevoerd, die niet in aanmerking komen voor Europese cofinanciering, zoals onderzoek Pulskor, garnalenonderzoek en ontwikkelen Aquaculture Stewardship Council-keurmerk ASC. Hiervoor is € 2 mln onttrokken aan de interne begrotingsreserve visserij.
-
– In 2011 is een vangstverbod ingesteld voor paling en wolhandkrab in gebieden waar de paling en de wolhandkrab teveel voor de volksgezondheid schadelijke dioxine en dioxineachtige PCB’s (Polychloorbifenylen) bevat en die op basis van voedselveiligheidsnormen niet in de handel mag worden gebracht.
-
– Aan de Tweede Kamer is toegezegd 79 om de aalvissers, die getroffen zijn door de sluiting van de met dioxine vervuilde gebieden, langs drie sporen tegemoet te komen. In 2011 zijn de financiële gevolgen van spoor 2 verwerkt.
-
– Spoor 2 betreft het verlenen van een tegemoetkoming voor met het oog op de visserij gedurende de huurtijd gemaakte kosten, die wegens de vroegere beëindiging van de huur niet meer uit de opbrengsten van de visserij kunnen worden goedgemaakt. In 2011 is € 1,6 mln uitgekeerd.
Indicator: getallen in tonnen | Basiswaarde | Peildatum | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Raming 2011 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Outcome | |||||||
Voorzorgsniveau Schol | 205 000 | 2005 | 385 900 | 460 700 | 522 891 | 230 000 | ICES |
Voorzorgsniveau Tong | 41 000 | 2005 | 34 700 | 35 200 | 36 550 | 35 000 | ICES |
Hoeveelheid alternatief gewonnen mosselzaad | 2 000 | 2006 | 9 350 | 10 050 | 12 000 | Bureau Marinx |
Voorzorgsniveau schol en tong
De realisatie van de voorzorgsniveaus voor tong en vooral schol vertonen een zeer gunstige ontwikkeling. De positieve werking van de meerjarige beheerplannen wordt in deze cijfers zichtbaar. De ontwikkeling van het tongbestand blijft zorgelijk laag op 90% van het bestand van 2005.
De cijfers voor 2011 betreffen voorlopige cijfers uit juni advies 2011. Definitieve cijfers van de International Council for the Exploration of the Sea (ICES) volgen medio 2012.
Hoeveelheid alternatief gewonnen mosselzaad
In 2011 is 10 050 ton ingevangen. Dit is lager dan de verwachting (de raming voor dit jaar bedroeg 12 000 ton). De lagere hoeveelheid is vooral te wijten aan zeesterrenvraat.
Toelichting op de apparaatsuitgaven
Apparaat
De hogere uitputting van de apparaatsuitgaven houdt voornamelijk verband met een herschikking van de budgetten ambtelijk personeel op basis van de toegestane formatie en de daarbij behorende genormeerde budgetten.
Baten-lastendiensten
De hogere bijdragen aan baten-lastendiensten wordt veroorzaakt door:
-
– Het uitvoeringsbudget op basis van de ontwerpbegroting Dienst Regelingen (DR) bleek ontoereikend om het noodzakelijk uit te voeren opdrachtenpakket DR voor 2011 te dekken. Gedurende het jaar is gezocht naar compensatie voor deze hogere uitgaven (€ 16,3 mln). Deze extra benodigde middelen zijn gedekt door een herschikking van budgetten in de tweede suppletoire begrotingswet. Deze herschikking van budgetten was noodzakelijk doordat bij een aantal subsidieregelingen de uitvoering was vertraagd ten opzichte van de geraamde kasprognose waardoor uitbetaling niet meer in 2011 kon plaatsvinden.
-
– De bijstelling op het DR opdrachtenpakket betreft onder andere uitvoeringskosten in verband met de uitvoering van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) 1e pijler de zogenaamde inkomenssteun en uitvoering van het mestbeleid. DR verricht daarnaast werkzaamheden ten behoeve van grondkamers. De uitvoeringskosten hiervan worden gedekt uit leges. Daarnaast is budget (€ 0,5 mln) onttrokken aan de interne begrotingsreserve borgstellingsfaciliteit ten behoeve van uitvoeringskosten van DR voor de garantieregeling borgstelingsfaciliteit.
-
– De hogere uitgaven bij de Dienst Landelijk Gebied (DLG) zijn het gevolg van het verlenen van een opdrachtenpakket 2011 waarbij het uitvoeringsbudget beschikbaar bij de ontwerpbegroting niet toereikend was om het opdrachtenpakket te dekken. Compensatie met een bedrag ad € 193 000 heeft daarom gedurende het jaar plaatsgevonden.
-
– De hogere bijdrage aan de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) ad € 8,8 mln wordt vooral veroorzaakt door extra uitgaven voor de ontwikkeling en de implementatie van het Programma Client Export (€ 5,4 mln). Ook zijn extra uitgaven gedaan voor het toezicht op diertransporten (€ 0,9 mln), de fytosanitaire inspecties op export naar Rusland (€ 0,6 mln), toezicht op maatregelen ex artikel 68 GLB (€ 0,3 mln), ontwikkeling van de fytosanitaire Q-bank (€ 0,3 mln) en het project analyse van de EU-ondergrens bij het toezicht van de NVWA (€ 0,1 mln). Voorts bestaat het bedrag voor € 1,2 mln uit betalingen die via de NVWA verlopen.
-
– De uitgaven voor de Rijksrederij zijn in 2011 € 4 mln hoger dan geraamd omdat, conform afspraken in het convenant Rijksrederij en EL&I, er een efficiëntere bevoorschottingswijze is ingevoerd. Vanaf 2012 wordt er in plaats van maandelijkse bevoorschotting overgegaan naar een kwartaalbevoorschotting. Bij Voorjaarsnota is € 1,1 mln overgemaakt, in december 2011 heeft de bevoorschotting plaatsgevonden voor het eerste kwartaal van 2012 (€ 2,4 mln). Tenslotte heeft een afrekening plaatsgevonden van de brandstofkosten (€ 0,5 mln).
-
– Bij alle baten-lastendiensten is budget toegevoegd ten behoeve van de loonbijstelling 2010 (totaal € 0,5 mln).
Toelichting op de ontvangsten
Ontvangsten visserij
Er is € 2 mln onttrokken aan de interne begrotingsreserve visserij voor de uitvoering van projecten in het kader van de innovatie, kennisontwikkeling en verspreiding. Hiermee was in de begroting geen rekening gehouden.
Er is ruim € 1 mln meer ontvangen uit onder andere de huur van mosselpercelen. Deze meerinkomsten zijn ingezet voor uitvoeringskosten van de Rijksrederij.
De verhoging van de ontvangstenraming heeft voor het grootste deel de volgende oorzaken:
-
– Onttrekking van € 9,7 mln aan de interne begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit voor de uitbetaling van verliesdeclaraties en de uitvoering daarvan door Dienst Regelingen.
-
– Onttrekking van € 2 mln aan de interne begrotingsreserve Visserij voor de uitvoering van visserijprojecten.
Overige ontvangsten
De hogere ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op:
-
– Onttrekking van € 2,2 mln aan de interne begrotingsreserve Landbouw voor de betaling van schadeclaims van telers die getroffen zijn door de PSTVd, voor een uitkering aan boomkwekers in de regio Boskoop in verband met kosten van extra inspecties in het kader van de bestrijding van de Boktor die verplicht zijn vanuit de EU en voor programma’s in het kader van de ontwikkeling van multifunctionele landbouw.
-
– Onttrekking van € 9,7 mln aan de interne begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit voor de uitbetaling van verliesdeclaraties op de regeling garantstelling voor de landbouw en voor uitvoeringskosten door Dienst Regelingen.
-
– Provisie-inkomsten voor de garantstelling borgstellingsfaciliteit van € 2,2 mln (ter financiering van de uitbetaling van verliesdeclaraties op Operationele Doelstelling 31.11).
Interne begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit
Stand 1/1/2011 | 54 875 020 |
+ bijschrijving rente | + 484 226 |
+ storting Flankerend beleid pelsdierhouders | + 2 000 000 |
+ storting ten behoeve van garantstellingsregeling visserij | + 1 450 000 |
+ overige mutaties | + 113 864 |
– onttrekking garantstelling borgstellingsfaciliteit | – 9 236 716 |
– onttrekking uitvoeringskosten DR borgstellingsfaciliteit | – 500 000 |
Stand 31/12/2011 | 49 186 394 |
Als gevolg van de economische crisis hebben banken op basis van de garantiestelling borgstellingsfaciliteit een hoger bedrag aan verliesdeclaraties bij EL&I gedeclareerd dan in voorgaande jaren. Om deze verliesdeclaraties te kunnen financieren is € 9,2 mln aan de begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit onttrokken. Verder is er € 0,5 mln onttrokken aan de interne begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit voor de uitvoeringskosten van deze regeling voor Dienst Regelingen.
Interne begrotingsreserve Landbouw
Stand 1/1/2011 | 18 586 168 |
+ bijschrijving van rente | + 166 705 |
+ storting VAMIL | + 12 000 000 |
+ storting Investeringsregeling duurzame stallen | + 5 556 000 |
+ storting SBIR biobased/agrologistiek | + 946 000 |
+ storting MEI | + 9 000 |
+ storting Luchtwassers | + 1 825 000 |
+ storting Precisielandbouw | + 63 000 |
+ storting Jonge Agrariërs | + 2 000 000 |
– onttrekking tbv schadeclaims PSTVd | – 2 235 045 |
Stand 31/12/2011 | 38 916 828 |
Stortingen:
VAMIL
Een toelichting bij deze storting is opgenomen onder de Operationele Doelstelling 31.13.
Investeringsregeling duurzame stallen
In 2009 is in het kader van het Aanvullend Beleids Akkoord (ABA) 2 x € 10 mln (2009 en 2010) toegevoegd aan de EL&I-begroting ter intensivering van de investeringen in duurzame stallen. Omdat hiervoor eerst een regeling moest worden gemaakt en de betrokken agrariërs 3 jaar de tijd kregen om de met de subsidie samenhangende investering te realiseren, is het grootste gedeelte (€ 17,5 mln) van deze € 20 mln doorgeschoven naar 2011. Omdat de agrariërs ook in 2012 nog vaststellingsverzoeken kunnen indienen is € 5,6 mln in de interne begrotingsreserve Landbouw gestort ter dekking van de betalingen in 2012.
Biobased Economy en Agrologistiek/Regeling Marktintroductie Energie Innovatie/Investeringsregeling Luchtwassers/Precisielandbouw
In 2012 en 2013 vindt nog uitfinanciering plaats van de reeds aangegane verplichtingen in het kader van investeringen in Biobased Economy en Agrologistiek, eerdere openstellingen van de Regeling Marktintroductie Energie Innovatie, de Investeringsregeling Luchtwassers en projecten in het kader van Precisielandbouw.
In 2011 zijn hiervoor middelen toegevoegd aan de interne begrotingsreserve Landbouw. Deze middelen worden in 2012 en 2013 weer toegevoegd aan de begroting om zodoende de betalingen te kunnen doen.
Jonge Agrariërs
In het kader van de Investeringsregeling Jonge Agrariërs is in 2011 € 2 mln toegevoegd aan de interne begrotingsreserve Landbouw ter dekking van de extra uitgaven die samenhangen met het goedgekeurde amendement Snijder-Hazelhoff/Koopmans ter verhoging van het subsidieplafond van de Subsidieregeling Jonge Agrariërs.
Onttrekking
Voor de betaling van schadeclaims van telers die getroffen zijn door de Potato spindle tuber viroid (PSTVd), voor een uitkering aan boomkwekers in de regio Boskoop in verband met kosten van extra inspecties in het kader van de bestrijding van de Boktor die verplicht zijn vanuit de EU en voor programma’s in het kader van de ontwikkeling van multifunctionele landbouw is € 2,2 mln onttrokken aan de interne begrotingsreserve Landbouw.
Interne begrotingsreserve Visserij
Stand 1/1/2011 | 27 675 704 |
+ bijschrijving van rente | + 244 218 |
+ storting Schade dioxine vervuilde paling | + 923 000 |
– onttrekking visserijprojecten | – 1 971 957 |
Stand 31/12/2011 | 26 870 965 |
De storting is bestemd voor de tegemoetkoming van de aalvissers die getroffen zijn door de sluiting van de met dioxine vervuilde gebieden (zie ook de toelichting onder Operationele Doelstelling 31.14). Omdat een deel van deze tegemoetkoming pas in 2012 wordt uitbetaald, is in 2011 € 0,9 mln toegevoegd aan begrotingsreserve Visserij. Deze middelen worden in 2012 weer onttrokken uit de reserve om de betalingen te kunnen verrichten.
Er is circa € 2 mln onttrokken aan de interne begrotingsreserve Visserij voor de uitvoering van projecten in het kader van de innovatie, kennisontwikkeling en verspreiding. Hiermee was in de begroting geen rekening gehouden.
Soort onderzoek | Onderzoek onderwerp1 | Nummer AD of OD | Start | Afgerond | Vindplaats |
---|---|---|---|---|---|
Effectenonderzoek ex-post | Evaluatie investeringsregeling Jonge agrariërs | 31.11 | 2010 | 2011 | Eindrapport Bureau Bartels (10 januari 2011) |
Regeling Bedrijfsadviesdiensten | 31.11 | 2011 | 2011 | LEI | |
Regeling Beroepsopleiding en voorlichting2 | 31.11 | 2010 | 2010 | Intern LEIrapport (juni 2010) | |
Meststoffenwet 2011 | 31.12 | 2011 | 2012 | ||
Evaluatie Nota duurzame gewasbescherming | 31.12 | 2010 | 2012 | TK, 27 858 nr. 102 | |
Regeling marktintroductie energie transities2 | 31.12 | 2012 | 2012 | ||
Regeling investeringen in energiebesparing2 | 31.12 | 2012 | 2012 | ||
Overig evaluatieonderzoek | |||||
Ex-ante evaluatie landbouw en Kader Richtlijn Water3 | 31.12 | 2010 | 2011 | Planbureau voor de Leefomgeving, Bilthoven 2011 | |
Evaluatie Koopmansgelden melkveehouderij2 | 31.13 | 2012 | 2012 | ||
Tussentijdse evaluatie Europees Visserij Fonds | 31.14 | 2010 | 2011 | Bureau Bos en Witteveen, mei 2011 | |
Tussentijdse evaluatie schelpdiervisserijbeleid3 | 31.14 |