Base description which applies to whole site

36. Kennis en Innovatie

Algemene doelstelling

Op basis van het door de minister van EL&I goedgekeurde Strategisch Plan 2011–2014 Wageningen UR (Wageningen Universiteit en Research, 2011) is in 2011 door Dienst Landbouwkundig onderzoek (DLO) funderend (kennisbasis) onderzoek uitgevoerd. Dit sluit aan op internationale samenwerkingsprojecten en -programma’s in EU-verband (7e kaderprogramma). Een hoogwaardig en international kenniscentrum voor het agrofoodcomplex en de groene ruimte wordt daarmee gecontinueerd. Voor een bijdrage aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken is door DLO onderzoek uitgevoerd op onder andere de gebieden duurzaam produceren en consumeren, klimaat, diergezondheid, dierenwelzijn en voedselveiligheid. Bij instellingen buiten DLO zijn onderzoeksopdrachten uitgevoerd onder andere op het gebied van kweekvlees, antibioticaresistentie, nieuwe Nederlanders en hun voeding. Via Small Business Innovation Research (SBIR) hebben midden- en kleinbedrijf (MKB) ondernemers en andere doelgroepen innovatieve producten en diensten ontwikkeld op gebied van eiwitten, natuurvriendelijk werken en recreatie. Daarnaast zijn de stimulansen voor samenwerkingsverbanden en strategische speerpuntprogramma’s bij onderzoekinstellingen gericht op verbeteren van de kennisinfrastructuur en het innovatief vermogen van het bedrijfsleven gecontinueerd. Het betreft drie projecten (Aviaire Influenza, Towards Biosolar Cells en Technologisch Topinstituut Groene Genetica) die werden voortgezet en het project Transitie duurzame landbouw dat werd afgerond. Ook zijn middelen ingezet om innovaties in het kennisbeleid zelf (methoden en infrastructuur) te ondersteunen. Voorbeelden zijn maatschappelijk verantwoord innoveren (via NWO) en vaccinimpuls (via Universiteit van Utrecht). Het InnovatieNetwerk heeft concepten ontwikkeld en naar de praktijk gebracht voor grensverleggende innovaties.

In aansluiting op maatschappelijke behoeften op het gebied van personeelsvoorziening en kennisverspreiding voor de groene sector is de bekostiging van het groen onderwijs uitgevoerd en geactualiseerd. Dit in overeenstemming met wetgeving en in afstemming met het Ministerie van OCW. Er zijn subsidies verstrekt aan onderwijs ondersteunende instellingen voor ontwikkelen van leermiddelen (Ontwikkelcentrum), verzorgen van onderwijskundige begeleiding (Landelijke Pedagogische Centra), vernieuwing van examens VMBO in aansluiting op competentiegericht MBO en toetsing (CITO) en dienstverlening vernieuwing groen onderwijs. In verband met onder meer kleinschaligheid van onderwijsinstellingen en een groot deel van de bedrijven in de groene sector zijn afzonderlijk middelen beschikbaar gesteld voor praktijkleren in gesimuleerde bedrijfssituaties. Subsidieregelingen algemeen onderwijsbeleid voor onderwijsvernieuwing onder andere op de gebieden maatschappelijke stage, professionalisering en functiemix zijn voor het groen onderwijs beschikbaar gesteld. Er zijn stimulansen gegeven voor een Center voor biobased economy, kwaliteitsimpuls Hoger Agrarisch Onderwijs en benutten van culturele diversiteit. Binnen de Groene Kennis Coöperatie, het samenwerkingsverband van groen onderwijs, onderzoek, en praktijkwereld, is via vraaggestuurde kennisprogramma’s aansluiting gezocht bij de kennisvraag en arbeidsbehoeften vanuit de sector. Via de regeling Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs heeft het groen onderwijs innovatieve projecten uitgevoerd.

Binnen het kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit (OBN) zijn maatregelen ontwikkeld om negatieve gevolgen van verdroging, vermesting en verzuring tegen te gaan met doel positieve effecten voor natuur en leefgebied. Door middel van kennisverspreidingsprojecten heeft het Ministerie van EL&I ingezet op een betere ontsluiting van ontwikkelde kennis gericht op duurzame ontwikkeling, ook in ontwikkelingslanden. Voorbeelden zijn smaaklessen voor het basisonderwijs en bedrijfsnetwerken biologische landbouw. Via Natuur- en milieueducatie is basiskennis over groen, dierenwelzijn en gezonde voeding via regionale arrangementen onder de bevolking gebracht.

Realisatie meetbare gegevens bij de algemene doelstelling

Indicator

Basis-waarde

Peil-

datum

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Streefwaarde 2011

Outcome

           

Positie Nederland op basis citatie-impactscore; het aantal wetenschapsvelden waarbinnen WU tot de top 5 van de wereld behoort

1

2009

1

2

1

2

Bron: ISI Web of Knowledge van The Thomson Corporation, gegevens per eind 2011.

           

Kwaliteitsniveau groen onderwijs

79%

2009

79%

88%

82%

81%

Bron: Inspectie van het Onderwijs, gegevens beschikbaar gesteld in 2012.

           

Aandeel niet-westerse allochtonen in het groen onderwijs

4,1%

2008

4,5%

4,4%

5,0%

5,5%

Bron: DUO, gegevensbestand beschikbaar gesteld 2012.

           

De streefwaarde «Positie Nederland op basis citatie impactscore» is niet gehaald. Wageningen Universiteit stond eind 2011 met «Landbouwwetenschappen» op een 4e plaats. De wetenschapsvelden «Omgeving en ecologie» en «Plant en dierwetenschappen» scoren wel hoog (respectievelijk 6e en 7e plaats) maar niet in de top 5. Behalve taakstellingen op het onderzoek zijn opkomende kenniseconomieën (de Chinese Academy of Sciences is Wageningen Universiteit op het gebied van Omgeving en ecologie en Plant en dierwetenschappen voorbijgestreefd) een belangrijke reden.

Met uitzondering van het Wetenschappelijk onderwijs zijn niet westerse allochtonen ondervertegenwoordigd in het groen onderwijs. Voor een voldoende instroom van gekwalificeerde beroepsbeoefenaren in de groene sector is meer instroom ook vanuit deze groep gewenst. De streefwaarde is niet gehaald. Er is wel sprake van een stijging (van 4,4 % in 2010 naar 5 % in 2011). In onderstaande tabel zijn voor 2011 de percentages niet westerse allochtonen per sector aangegeven.

Onderwijssector

groen

Techniek

Economie

Zorg en welzijn

VO

5,3

14,6

36,0

20,8

MBO

2,9

11,4

25,9

15,8

HBO

3,4

13,3

20,0

9,1

WO

15,1

14,4

16,2

13,3

Budgettaire gevolgen van beleid

36 Kennis en Innovatie (bedragen x € 1 000)
 

Realisatie

Vastge-stelde begroting 2011

Verschil

 

2008

2009

2010

2011

   

Verplichtingen

1 030 041

1 032 653

1 042 130

949 231

963 326

– 14 095

Uitgaven

984 949

1 016 534

1 012 003

996 498

979 039

17 459

Programma-uitgaven

970 681

1 002 263

999 562

984 451

968 637

15 814

36.15 Kennisontwikkeling en innovatie

194 177

184 157

182 396

170 737

150 132

20 605

Kennisontwikkeling t.b.v. maatschappelijke vraagstukken

           

– DLO onderzoeksprogramma's

110 715

94 678

91 251

80 188

59 226

20 962

– DLO wettelijke onderzoekstaken

54 250

52 414

51 484

51 016

52 020

– 1 004

– Niet-DLO onderzoeksprogrammering

3 559 

4 142

2 944

3 276

6 106

– 2 830

Ontsluiten van kennis via groen onderwijs voor bedrijfsleven en samenleving

           

– Groene Kenniscoöperatie

3 348

4 335

4 950

5 545

3 899

1 646

– School als kenniscentrum

5 000 

5 000

5 000

5 000

4 219

781

– Regeling Kennisverspreiding Innovatie Groen Onderwijs

4 672

5 407

3 762

5 567

7 150

– 1 583

Bevorderen van innovaties bij stakeholders

           

– Bijdrage InnovatieNetwerk

2 840

3 102

3 630

3 671

4 033

– 363

– Innovatieopdrachten en subsidies

789

5 181

5 945

2 904

551

2 353

– Kenniskringen/lerende netwerken

2 155

1 672

2 688

2 671

1 585

1 086

– Kennisverspreidingsprojecten

5 674

3 930

5 242

5 949

6 197

– 248

– Natuur en milieueducatie

1 175

4 296

5 500

4 950

5 146

– 196

             

36.16 Waarborgen en vernieuwen onderzoek en onderwijs

774 483

818 106

817 166

813 714

818 505

– 4 791

– Bekostiging DLO Kennisbasis

48 286

44 378

43 993

43 321

45 343

– 2 023

– Bekostiging WU

154 283

159 589

157 397

162 177

158 291

3 886

– Bekostiging HBO-groen

59 960

63 453

64 654

67 472

66 455

1 017

– Bekostiging MBO-groen

140 813

149 601

144 677

146 364

126 229

20 135

– Bekostiging VOA

9 010

9 102

9 275

11 364

9 402

1 962

– Wachtgelden

   

12 514

12 333

12 500

– 167

– Bekostiging VMBO-groen

293 247

292 916

287 927

278 649

311 931

– 33 282

– Bekostiging Aequor

7 829

8 125

8 010

7 180

6 577

603

– Basisfinanciering overige

– kennisinstellingen

– 1 651

1 029

581

613

1 966

– 1 353

– Subsidies ondersteunings-structuur

9 034

10 981

9 395

9 144

6 859

2 285

– Praktijkleren

21 501

28 628

26 435

25 523

32 234

– 6 711

– Vernieuwing onderzoeksinfrastructuur

11 820

11 636

11 910

16 481

15 492

989

– Ontwikkeling kennisbeleid

5 416

7 938

13 704

7 603

5 991

1 612

– OCW-conforme onderwijs subsidies

14 935

30 730

26 694

25 490

19 234

6 256

Apparaatsuitgaven

14 267

14 271

12 441

12 047

10 402

1 645

36.21 Apparaat

13 030

12 570

11 812

10 772

9 685

1 087

36.22 Bijdrage Baten- lastendiensten

1 237

1 701

629

1 275

717

558

             

Ontvangsten

45 391

27 375

21 854

14 488

10 441

4 047

Rente en aflossing over de verstrekte lening aan de Stichting DLO inzake aankoop van grond en gebouwen

8 989

8 989

8 989

10 279

8 802

1 477

FES-ontvangsten

14 289

13 672

10 028

     

Overige ontvangsten

22 113

4 714

2 837

4 209

1 639

2 570

Toelichting op de verplichtingen

Enerzijds is er een lagere realisatie doordat de opdracht aan DLO voor 2012 maar voor 2/3 verleend kon worden. Het niet verleende deel betreft de onderzoekscapaciteit bij DLO die beschikbaar is gesteld aan de topsectoren Agrofood en Tuinbouw en Uitgangsmaterialen. De benutting van de onderzoekscapaciteit daarvoor wordt bepaald door zogenaamde Innovatiecontracten, die eind 2011 nog niet geheel waren ingevuld (€ 51 mln). Anderzijds waren er in 2011 aanvullende verplichtingen voor additionele DLO projecten 2011 (€ 18,2 mln), wettelijke bekostiging van het onderwijs (€ 6,7 mln) en in het kader van de Vaccinimpuls (€ 12 mln).

Toelichting op de programmauitgaven

Operationele doelstelling 36.15: Kennisontwikkeling en innovatie

De hogere uitgavenrealisatie voor DLO-onderzoeksprogramma’s houdt verband met uitvoering van diverse projecten waarvoor bij eerste- en tweede suppletoire wet budgetten vanuit betrokken begrotingsartikelen en -onderdelen zijn overgeheveld naar DLO-onderzoeksprogramma’s.

DLO onderzoeksprogramma’s (bedragen x € 1 000)
 

Uitgaven

Begroting 2011

Verschil

Verduurzaming Agrosector en visserij

51 396

35 928

15 468

Voedselkwaliteit, diergezondheid en consument

7 845

3 670

4 175

Internationale samenwerking

7 685

6 394

1 291

Natuur, landschap en platteland

12 008

12 954

– 946

Kennis

1 254

280

974

Totaal

80 188

59 226

20 962

Meeruitgaven bij Agroketens en Visserij waren onder andere voor Ondersteuning Taskforce multifunctionele landbouw, Evaluatie meststoffenwet, Systeeminnovatie diervriendelijke stallen en Kenniskringen visserij. Op het gebied van Voedsel, dier en consument werd onder andere meer besteed in het kader van onderzoek Rift Valley Fever en Voedselbalans. Op het gebied van Internationale samenwerking was er een belangrijke meerbesteding in het kader van de ontwikkeling van de agrarische sector in Afghanistan.

De lagere uitgavenrealisatie voor niet-DLO onderzoeksprogramma’s houdt verband met verwerking van de subsidietaakstelling (€ 2,2 mln) en uitvoering van diverse projecten waarvoor bij eerste- en tweede suppletoire wet budgetten zijn overgeheveld naar het onderdeel Innovatieopdrachten en subsidies binnen dit begrotingsartikel (€ 2,8 mln).

Indicator

Basiswaarde

Peildatum

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Streefwaarde 2011

Outcome

           

Plant Breeders Index

32%

2009

32 %

32 %

 

>32%

Bron: CPVO, Annual report 2009, 2010 en Annual report 2010, 2011

           

Aantal octrooien in de agrarische verwerkende industrie

7,3%

2008

6,8%1

   

7,3%

Bron: NL-Octrooicentrum, Octrooi-informatie als indicator voor Innovatie in Food & Agri, 2011

           

Mate van vraagsturing van onderzoek door maatschappelijke actoren (% kennisbenutting)

77%

2008

85 %

86 %

 

80 %

Bron: PROSU, kennisbenutting meting 2009 en 2010 en kennisbenutting meting 2010

           

Beschikbaarheid van NME-voorzieningen2

45%

2009

45 %

45 %

51 %

60%

Bron: NME-programmabureau, gegevens beschikbaar gesteld in 2012

           
1

Het aandeel van Nederland in aangevraagde octrooien voor de agrarische verwerkende industrie was in 2009 (voorlopig cijfer), het jaar waarover in maart 2012 gegevens beschikbaar zijn gesteld, lager dan in 2008. De vierde plaats van Nederland in de rangorde van octrooiaanvragende landen bleef echter wel gehandhaafd. In verband met bescherming Octrooi-informatie stelt NL Octrooicentrum deze informatie met vertraging beschikbaar. De gegevens over 2010 worden in april 2013 gepubliceerd.

2

De streefwaarde «Beschikbaarheid van NME voorzieningen» is niet gehaald. Er is echter wel sprake van een aanzienlijke stijging ten opzichte van voorgaande jaren. Er zijn sinds de nulmeting in 2009 25 locaties met beperkte voorzieningen en 29 locaties met uitgebreide voorzieningen (alle thema’s voor alle doelgroepen) bijgekomen.

Operationele doelstelling 36.16: Waarborgen en vernieuwen onderzoek en onderwijs

De hogere uitgavenrealisatie op Bekostiging MBO wordt veroorzaakt door stijgende leerlingaantallen MBO-groen, die nog niet meerjarig in de budgetten waren verwerkt. De meeruitgaven worden gedekt uit minderuitgaven voor het VMBO-groen.

De lagere uitgavenrealisatie op Bekostiging VMBO-groen wordt voor € 27,5 mln veroorzaakt door dalende leerlingaantallen VMBO-groen. Die daling was nog niet meerjarig in de budgetten verwerkt. Daarnaast is een minderbesteding van € 5,8 mln veroorzaakt door overboeking naar het budget OCW-conforme subsidies, omdat de betreffende regelingen lopen via dit onderdeel.

Bekostigde aantallen binnen het groene onderwijs en uitgaven (x € 1000) in 2011

Instrument

Type studenten/ getuigschriften/ promoties

Aantallen

Prijs

Bedrag

Totale uitgaven

Bekostiging WU

Inschrijvingen

3 524

5 591

19 704

 
 

Graden onderwijs

1 186

5 591

6 631

 
 

Graden onderzoek bachelor

457

3 602

1 646

 
 

Graden onderzoek master

729

7 205

5 252

 
 

Promoties

196

93 408

18 308

 
 

Vaste componenten

   

110 636

162 177

Bekostiging HBO-groen

Inschrijvingen hoog

6 654

6 183

41 139

 
 

Inschrijvingen laag

4

4 830

19

 
 

Graden hoog

1 396

6 183

8 631

 
 

Graden laag

3

4 830

14

 
 

Vaste componenten

   

17 669

67 472

Bekostiging MBO-groen

Studenten beroepsopleidende leerweg

17 713

5 967

105 704

 
 

Studenten

       
 

beroepsbegeleidende leerweg

11 732

3 466

40 660

146 364

Bekostiging VOA

Leerlingen niveau 1

2 610

1 997

5 212

 
 

Leerlingen niveau 2

7 708

799

6 157

11 364

Wachtgelden

Vaste component

     

12 333

Bekostiging VMBO-groen

Expl. leerlingen VMBO/VBO

18 500

6 998

129 463

 
 

Expl. leerlingen VMBO/LWOO

13 500

10 606

143 181

 
 

Vaste component

   

6 005

278 649

De lagere uitgavenrealisatie op Praktijkleren wordt veroorzaakt door minder op de betreffende regeling gebaseerde toekenningen aan instellingen (€ 4,9 mln) en vrijstelling van BTW-plicht (€ 1,8 mln).

De hogere uitgavenrealisatie bij OCW-conforme onderwijssubsidies is een gevolg van een technische verschuiving van eerder aan bekostigingsmiddelen VO en MBO toegevoegde middelen die besteed zijn binnen het onderdeel OCW-conforme subsidies. Het betreft middelen voor onder andere kwaliteitsagenda VO, functiemix en gratis lesmateriaal.

Indicator

Basiswaarde

Peildatum

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Streefwaarde 2011

Oordeel visitatiecommissies en indruk kenniskamers

100%

2009

100%

100%

100%

100%

Bron: Visitatiecommissies, visitatierapporten, betreft in de periode 2006 t/m 2011 uitgevoerde visitaties.

           

Voortijdig schoolverlaten

4,7%

2009

4,7%

4,4%

4,6%

3,9%

Bron: DUO, gegevens schooljaar 2010–2011, bestand geleverd in 2012.

           

Doorstroom MBO-BOL4 naar hoger onderwijs

41%

2008

39%

46%

 

44%

Bron: ROA, Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2010, 2011.

           

Adequaat aanbod aan de vraag op de arbeidsmarkt

48%

2009

48 %

 

1 %

51%

Bron: ROA, De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2016, 2011.

           

% afgestudeerden dat minimaal werkt op niveau van opleiding

BOL-4 76% HBO 76%

WO 72%

2008

BOL-4 72% HBO 79%

WO 64%

BOL-4 76% HBO 76%

WO -

 

70 à 80%

Bron: ROA, Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2010, 2011.

           

Aantal groene maatschappelijke stageplaatsen

8 148

2009

8 148

13 269

 

10 600

Bron: Senter Novem, De praktijk leert, 2009.

Aantal leerlingen VMBO-groen dat maatschappelijke stage heeft gevolgd

9 864

2009

9 864

8 000

 

Alle VMBO groen leerlingen

Bron: AOC-raad, 2009.

           

Aantal studenten uit ontwikkelingslanden opgeleid door het groene onderwijs 2)

720

2008

797

876

857

805

Bron: DUO, gegevens schooljaar 2010–2011, bestand geleverd in 2012.

           

De streefwaarde «Voortijdig schoolverlaten» is niet gehaald. De gerealiseerde voor 2011 (voorlopig cijfer) waarde ligt ook lager dan die over het schooljaar 2009–2010. De waarde is echter nog steeds lager dan die voor het OCW-onderwijs. Daar werd over het schooljaar 2010–2011 5,6 % gerealiseerd.

Voor de indicator «adequaat aanbod aan de vraag op de arbeidsmarkt» wijkt het resultaat sterk af van de streefwaarde. In de agrarische beroepsklasse zullen op de middellange termijn (grote) problemen ontstaan om voldoende vakkrachten, vertegenwoordigers en bedrijfshoofden te vinden. Voor 99 % van de werkenden in de agrarische beroepen worden nu knelpunten gezien, waarvan bij 54 % grote tot zeer grote knelpunten. Onderstaand overzicht geeft aan dat de situatie bij de agrarische beroepen zich de afgelopen 2 jaren ten opzichte van andere beroepsgroepen relatief ongunstig heeft ontwikkeld. In 2009 werd voor 52 % van de werkenden in agrarische beroepen slechts beperkte knelpunten voorzien.

Percentage met (vrijwel) geen knelpunten

Beroepsklasse

2009

2011

Verandering

Medische en paramedische beroepen

0

0

0

Agrarische beroepen

48

1

– 47

Transportberoepen

10

4

– 6

Technische en industrieberoepen

27

8

– 19

Verzorgende en dienstverlenende beroepen

10

10

0

Pedagogische beroepen

23

15

– 8

Openbare orde- en veiligheidsberoepen

7

42

35

Creatieve beroepen

87

46

– 41

Sociaal culturele beroepen

79

78

– 1

Economische en administratieve beroepen

80

87

7

Informaticaberoepen

71

100

29

Totaal

41

38

– 3

Bron: ROA, De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2014 (2009) en ROA, De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2016 (2011).

Het bevorderen van de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt (door opstellen human capital agenda’s, instellen centra voor innovatief vakmanschap, inzet op loopbaanoriëntatie), het interesseren van nieuwe potentiële leerlinggroepen (aanboren culturele diversiteit), het tegengaan van voortijdig schoolverlaten en het vergroten van doorstroom naar hogere opleidingsniveaus zijn ingezet als middelen om het verwachte tekort te beperken.

Omdat de streefwaarde van het voorgaande kabinet al in 2010 werd gehaald en het nieuwe kabinet zich op dit punt geen doel heeft gesteld zijn er in 2011 geen gegevens over het aantal groene maatschappelijke stageplaatsen verzameld.

Omdat de maatschappelijke stage in 2011 verplicht is voor alle VO-leerlingen zijn voor de indicator «aantal leerlingen VMBO-groen dat maatschappelijke stage heeft gevolgd» in 2011 geen gegevens verzameld. Vanwege de verplichtheid hebben alle relevante leerlingen in 2011 de stage gevolgd.

Toelichting op de apparaatsuitgaven

De hogere uitgavenrealisatie bij de baten-lastendienst Dienst Regelingen wordt grotendeels veroorzaakt door hogere uitvoeringskosten. Er is meer opgedragen in het kader van uitvoering Regeling Praktijkleren en Groene plus.

Toelichting op de ontvangsten

Hogere ontvangsten zijn een gevolg van het aflopen van een aflossingsvrije periode voor een lening aan DLO en ontvangen projectbijdragen, onder andere voor een onderwijsopbouwproject in Afghanistan.

Overzicht afgeronde onderzoeken

Er zijn in 2011 geen onderzoeken afgerond. Er is één onderzoek gestart.

Soort onderzoek

Onderzoek onderwerp

OD

Start

Afgerond

Vindplaats

Overig evaluatieonderzoek

Evaluatie Natuur- en milieueducatie (NME) en Leren voor Duurzame ontwikkeling

36.15

2011

2013

 
Licence