Base description which applies to whole site

Algemene toelichting

Per balansdatum 31-12-2011 bedraagt het saldo van de Rekening-courant € 4,8 mln.

Investeringen en desinvesteringen

In 2011 is meer geïnvesteerd in generieke activa dan begroot; dit vanwege de harmonisatie ICT-bedrijfsvoorzieningen binnen EL&I.

In 2011 is een bedrag van € 4,3 mln geïnvesteerd in ICT-gerelateerde materiële vaste activa en € 10,9 mln in immateriële vaste activa (voornamelijk software ontwikkeling).

Aflossingen op leningen

De aflossingen op de leningen is lager dan begroot omdat DICTU in de loop van 2010 heeft besloten om minder te investeren. Dit heeft geleid tot lagere afroep van leningen en resulteert in lagere aflossingen op de leningen.

Doelmatigheidsindicatoren

Omschrijving

2009

2010

2011

1. Kostprijzen per product (groep)

     

a. Basistarief werkplek (gemiddeld per stuk x €)

2 450

2 225

2 420

b. Aantal Werkplekken

9 500

10 000

8 900

c. Infrastructuur (x € 1 000)

19 100

23 844

21 214

d. Productieve uren (norm = I= 77%)

689 000

(74%)

694 000

(80%)

640 000

(82%)

       

2. Tarieven/uur

     

a. Projectleider /Delivery manager

142

138

139

b. Senior medew. (Ontwikkeling en Kwal. begeleiding)

142

132

133

b. Senior medew.

142

132

130

c. Medior medew. (bouw)

117

107

108

d. Junior medew. (test en beheer)

100

97

98

       

3. Omzet per prod.groep (pxq)

     

a. Werkplekservices

22 825

21 793

23 286

b. Infrastructuur

22 757

24 696

22 313

c. Applicatieservices incl. outsourcing

19 437

17 396

18 352

d. Ontwikkeling incl. detachering

32 949

36 742

30 548

e. Overige omzet incl. directe doorbelastingen en vanaf 2010 incl. werkplekmigratie.

16 359

26 843

17 332

Totaal

114 327

127 470

111 831

       

4. gem. bezetting FTE-totaal (excl. externe inhuur)

297

284

275

       

5. Saldo baten en lasten

0,5%

– 0,1%

0,3%

  • 1) Voor de vergelijkbaarheid van cijfers is hier uitgegaan van het aantal werkplekken voormalig LNV. In 2011 is het aantal werkplekken met ruim 10% gereduceerd. Dit hangt samen met de gerealiseerde krimp op departementsniveau. Eind 2011 is ook het beheer van de werkplekken voormalig EZ ondergebracht bij DICTU.

  • 2) Deze indicator betreft de productiviteit in het primair proces DICTU en zegt iets over de doelmatigheid van de bedrijfsvoering. Hoe hoger het percentage, hoe efficiënter de inzet van beschikbare uren. De gerealiseerde productiviteit is in 2011 verder verbeterd.

  • 3) In 2011 is de ambtelijke formatie DICTU verder teruggebracht. In november 2011 is echter 36 fte ambtelijk personeel overgeheveld naar DICTU; dit in verband met de overkomst ICT-dienstencentrum. Hierdoor is visueel de reductie beperkt.

Dienst Landelijk Gebied (DLG)

Staat van baten en lasten

Bedragen x € 1 000
 

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

 
 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

2011

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2010

Baten

       

Omzet moederdepartement

94 977

107 432

12 455

110 252

Bijzondere bijdrage moederdepartement

0

7 000

7 000

 

Omzet overige departementen

5 806

10 347

4 541

7 515

Omzet derden

25 532

11 603

– 13 929

18 433

Rentebaten

50

14

– 36

0

Vrijval uit voorzieningen

0

104

104

165

Totaal baten

126 365

136 500

10 135

136 365

         

Lasten

       

Apparaatskosten

       

– personeel

82 663

79 830

– 2 833

87 501

– materieel

37 152

36 598

– 554

39 738

–Rentelasten

500

348

– 152

541

Afschrijvingskosten

       

– materieel

1 650

1 267

– 383

1 353

– immaterieel

4 300

2 625

– 1 675

8 867

Overige lasten

       

– dotaties aan voorzieningen

100

15 374

15 274

1 460

– bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

126 365

136 042

9 677

139 460

         

Saldo van baten en lasten

0

458

458

– 3 095

Toelichting op de baten

In 2011 zijn de totale baten van DLG uitgekomen op € 136,5 mln. Ten opzichte van de begroting is er € 10,1 mln meer omzet geboekt. DLG heeft in 2011 een positief resultaat geboekt van € 0,5 mln.

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement is € 12,5 mln hoger dan begroot. Dit houdt verband met hogere kosten als gevolg van onder andere extra opdrachten in het kader van Natura 2000 (€ 4,1 mln) en het project programmatische aanpak stikstof (€ 1,1 mln). Daarnaast is het budget bijgesteld voor uitvoeringskosten ILG (€ 4 mln) en looncompensatie.

Het restant van de vooruit ontvangen bijdrage voor organisatieontwikkeling (€ 1,2 mln) is in 2011 vrijgevallen. Deze middelen hebben betrekking op het transitieproces naar de nieuwe organisatie en maken nu deel uit van de reorganisatievoorziening.

Bijzondere bijdrage moederdepartement

In 2011 heeft DLG eenmalig een bijdrage van € 7,0 mln ontvangen ter dekking van de kosten voor de reorganisatievoorziening. De post is afzonderlijk gepresenteerd van de omzet uit opdrachten.

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen is hoger dan begroot. Dit is het gevolg van meer opdrachten tegen een gemiddeld hoger tarief dan begroot. De belangrijkste opdrachtgevers zijn het ministerie van I&M (€ 4,9 mln) en RWS (€ 2,9 mln).

Omzet derden

De omzet derden is € 13,9 mln lager dan begroot. Hiervan is € 7,4 mln het gevolg van minder omzet uit opdrachten voor provincies. In 2011 bedroegen de opbrengsten voor provincies € 4,7 mln terwijl in 2010 € 10,8 mln aan opdrachten werd gerealiseerd. De provincies zijn in 2011 terughoudend geweest in de opdrachtverstrekking in afwachting van duidelijkheid over het decentralisatieakkoord natuur.

Het resterende verschil van € 6,5 mln heeft betrekking op de geraamde bijdrage van de provincies voor uitvoeringskosten ILG. Deze is deels (€ 4 mln) via het moederdepartement ontvangen.

Toelichting op de lasten

Personele lasten

De personele kosten over 2011 bedragen € 79,8 mln (€ 82,7 mln begroot). Hiervan is € 78,7 mln besteed aan ambtelijk personeel (€ 81,2 mln begroot) en € 1,1 mln aan inhuur (€ 1,5 mln begroot).

De lagere ambtelijke personeelskosten van € 2,5 mln worden met name veroorzaakt door een lagere ambtelijke bezetting dan begroot. DLG hield in de begroting rekening met een gemiddelde ambtelijke bezetting van 1 247 fte. De gemiddelde bezetting over 2011 is uitgekomen op 1 216 fte. Dit leidt tot € 2,0 mln lagere salariskosten. De overige € 0,5 mln wordt veroorzaakt door een lichte afwijking tussen de gemiddelde gerealiseerde en begrote salariskosten.

De inhuur is € 0,4 mln lager dan begroot. DLG streeft er naar de inhuur te beperken. Dit heeft met name geresulteerd in een lagere inhuur met betrekking tot uitzendkrachten.

Materiële lasten

De materiële lasten zijn in 2011 € 0,6 mln lager dan begroot. De voornaamste oorzaak kan worden gevonden in € 0,8 mln lagere kosten voor huisvesting. Eind 2010 is er een voorziening getroffen voor verlieslatende huurcontracten, waardoor de betreffende huurkosten ten laste van de voorziening worden gebracht. Daarnaast zijn de beheerskosten van DICTU € 0,3 mln lager dan begroot.

Daar staat tegenover dat DLG € 0,5 mln hogere kosten voor informatiebeveiliging heeft gemaakt.

Rentelasten

De rentelasten vallen € 0,2 mln lager uit dan begroot. De lagere investeringen in 2010 leiden tot een lagere financieringsbehoefte in 2010 en tot minder en lagere leningen en rentelasten.

Afschrijvingskosten

DLG heeft in 2010 en 2011 de investeringen beperkt gehouden. De afschrijvingskosten zijn in 2011 € 2,1 mln lager dan begroot.

De afschrijvingskosten van immateriële vaste activa bedraagt in 2011 € 2,5 mln tegen een begroting van € 4,3 mln. Dit resulteert in € 1,8 mln lagere afschrijvingslasten. Dit is een direct gevolg van de afwaardering van immateriële vaste activa in 2010 van € 4,6 mln.

Voorzieningen

In 2011 heeft DLG een reorganisatiebesluit genomen. Op basis hiervan is een reorganisatievoorziening getroffen van € 13,6 mln. DLG heeft van het moederdepartement hiervoor een bijdrage van € 7,0 mln ontvangen. De resterende dotatie van € 6,6 mln aan de reorganisatievoorziening draagt DLG zelf bij.

In 2011 is het personeelsbestand met 161 fte afgenomen. Het personeelsbestand zal de komende jaren teruglopen, tot ca. 750 fte in 2015. In 2011 heeft DLG daarom besloten een aantal kantoorlocaties af te stoten of delen van kantoorlocaties vrij te maken. Voor de onvermijdelijke contractuele kosten heeft DLG een voorziening getroffen voor verlieslatende huurcontracten en bijbehorende servicekosten van € 1,8 mln.

Balans per 31 december 2011

Vóór resultaatsbestemming, bedragen x € 1 000
 

31-12-2011

31-12-2010

     

Activa

   

Immateriële vaste activa

983

3 488

Materiële vaste activa

   

– grond en gebouwen

1 714

2 045

– installaties en inventarissen

1 408

1 683

– overige materiële vaste activa

731

672

Voorraden

0

0

Debiteuren

3 496

6 542

Nog te ontvangen

5 292

6 451

Liquide middelen

27 376

8 824

Totaal activa

41 000

29 705

     

Passiva

   

Eigen vermogen

   

– exploitatiereserve

3 045

6 140

– verplichte reserves

0

0

– onverdeeld resultaat

458

– 3 095

Leningen bij het Ministerie van Financiën

5 243

4 969

Voorzieningen

16 109

1 681

Crediteuren

842

2 190

Nog te betalen

15 303

17 820

Totaal passiva

41 000

29 705

Activa

Per 31-12-2011 bedraagt het balanstotaal van DLG € 41 mln. Ten opzichte van 2010 is er sprake van een toename van € 10,3 mln.

Immateriële en materiële vaste activa

De boekwaarde van de activa bedraagt per balansdatum € 4,8 mln (2010: € 7,9 mln). De afname bij de immateriële vaste activa ad € 2,5 mln is het gevolg van de afwaarderingen die op basis van de impairment in 2010 zijn doorgevoerd.

Liquide middelen

De voornaamste oorzaak van de toename is de bijdrage van EL&I van € 7,0 mln ten behoeve van de reorganisatievoorziening. Daarnaast heeft DLG € 2,4 mln ontvangen van het moederdepartement voor de kosten van sociaal flankerend beleid over 2011. Dit bedrag staat grotendeels op de balans als vooruit ontvangen bijdrage, omdat de meeste kosten en premies nog in 2012 worden uitgekeerd.

Daarnaast zijn de debiteuren ten opzichte van 2010 met € 3,0 mln afgenomen en is een positief resultaat geboekt van € 0,5 mln. Dit verklaart voor een groot deel de toename van de liquide middelen. Zie voorts het kasstroomoverzicht.

Passiva

Leningen bij het Ministerie van Financiën

Per 31-12-2011 is de openstaande schuld bij het Ministerie van Financiën met € 0,3 mln toegenomen. In 2011 heeft DLG € 1,8 mln geleend ten behoeve van de inrichting van een nieuw kantoor in Utrecht. Dit pand is kleiner en goedkoper dan de huidige kantoorlocatie en kent een lagere flexfactor (0,8 werkplek per fte). DLG bespaart hiermee meer dan evenredig op zijn huisvestingskosten in relatie tot de krimpende organisatie.

Voorzieningen

DLG heeft per 31-12-2011 de volgende voorzieningen voor een boekwaarde van € 15,6 mln op de balans staan. In 2011 heeft DLG een reorganisatievoorziening van € 13,6 mln en een voorziening voor verlieslatende huurcontracten getroffen.

Het verloop van deze posten is als volgt:

Bedragen x € 1 000
 

Aansprakelijkheid

Reorganisatie Voorziening

Verlieslatende huurcontracten

Boekwaarde 1 januari 2011

152

0

1 529

Dotaties

0

13 613

1 286

Onttrekkingen

– 9

0

– 840

Vrijval1

0

0

– 96

Boekwaarde 31 december 2011

143

13 613

1 879

1

Exclusief vrijval dubieuze debiteuren € 7 000.

Eigen vermogen

De exploitatiereserve is gemaximeerd tot 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar. Dit houdt in dat de maximaal toegestane omvang van de exploitatiereserve € 6,9 mln bedraagt. Inclusief het resultaat over 2011 bedraagt het saldo van de exploitatiereserve € 3,5 mln en blijft daarmee binnen het toegestane maximum. De Secretaris-Generaal besluit na vaststelling van de financiële verantwoording over de resultaatsbestemming.

Kasstroomoverzicht over 2011

Bedragen x € 1 000
   

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2011

5 392

8 824

3 432

2.

Totaal operationele kasstroom

5 950

19 780

13 830

3a.

Totaal investeringen (–/–)

– 9 010

– 840

8 170

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

169

169

3.

Totaal investeringskasstroom

– 9 010

– 672

8 338

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

0

0

4b.

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

4c.

Aflossingen op leningen (–/–)

– 4 938

– 3 333

1 605

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

9 010

2 776

– 6 234

4.

Totaal financieringskasstroom

4 072

– 557

– 4 629

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2011 (=1+2+3+4)

6 404

27 376

20 972

Per balansdatum 31-12-2011 bedraagt het saldo van de Rekening-courant € 27,4 mln.

Operationele kasstroom

Het verschil tussen de begrote en gerealiseerde operationele kasstroom bedraagt € 13,8 mln. De voornaamste oorzaak van de toename van de operationele kasstroom zijn de incidentele bijdragen voor de reorganisatievoorziening en Sociaal Flankerend Beleid van in totaal € 9,0 mln. Daarnaast heeft DLG een resultaat geboekt van € 0,5 mln. Het overige verschil van € 3,9 mln. is het gevolg van de afgenomen schulden en vorderingen, waaronder de debiteuren en crediteuren.

Investeringen en desinvesteringen

DLG heeft er voor gekozen om minder te investeren in gebouwen en systemen. De geplande investeringen in materiële vaste activa van € 5,3 mln is beperkt gebleven tot € 0,4 mln.

In 2011 is er in totaal € 0,8 mln geïnvesteerd in activa. De desinvesteringen bedragen € 0,2 mln voor materiële vaste activa die in 2011 zijn afgevoerd.

Aflossingen op leningen

De aflossingen op de leningen is lager dan begroot omdat DLG in de loop van 2010 heeft besloten om minder te investeren. Dit heeft geleid tot lagere afroep van leningen en resulteert in lagere aflossingen op de leningen.

Beroep op leenfaciliteit

In 2011 is er € 2,8 mln aan financiering bij het Ministerie van Financiën geleend, waarvan € 1,8 mln is bestemd voor de financiering van de verbouwing van de kleinere en goedkopere kantoorlocatie in Utrecht.

Doelmatigheid

De omzet per produktgroep is met € 7,4 mln afgenomen ten opzichte van 2010. De afname concentreert zich met name op de verwerving en vervreemding van gronden en de planvorming.

Het aantal fte dat DLG eind 2011 in dienst had (excl. externe inhuur en 3 directeuren) bedraagt 1 117 fte. Ten opzichte van 2010 is er sprake van een afname van 161 fte. DLG staat de komende jaren voor een krimpopgave. In de loop van 2011 is DLG zogenaamde fase 2 organisatie geworden. In deze fase wordt het voor medewerkers mogelijk om aanspraak te maken op de mogelijkheden die het sociaal flankerend beleid biedt.

DLG hield in de begroting – conform de krimptaakstelling van Balkenende IV – rekening met 1 202 fte ultimo 2011.

Op dit moment zijn de gegevens van het klanttevredenheidsonderzoek niet beschikbaar. De resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek komen naar verwachting in maart 2012 beschikbaar.

Doelmatigheidsindicatoren

Omschrijving generieke deel

2009

2010

2011

Kostprijzen per product (groep)

   

Tarieven/uur

€ 101,22

€ 105,33

103,39

Omzet* per produktgroep (pxq)

     

* excl. additionele opbrengsten

     
       

Verwerving en vervreemding grond

22 644

20 084

15 914

Exploitatie grond

1 523

1 722

1 137

Planvorming

23 094

21 759

17 945

Planuitvoering

41 110

43 577

40 908

Adviezen aanvragen

6 675

3 856

3 334

Uitvoeren subsidie regelingen

10 047

11 019

12 046

Adviezen algemeen en beleid

24 448

26 214

29 689

Informatieverstrekking

1 499

988

809

Totaal

131 040

129 219

121 781

       

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

1 352

1 278

1 117

Saldo van baten en lasten (%)

0,05%

– 2,27%

0,34%

       

Klanttevredenheid

6,9

PM

Dienst Regelingen (DR)

Staat van baten en lasten

Bedragen x € 1 000
 

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

(4)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

2011

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2010

Baten

       

Omzet moederdepartement

107 690

156 171

48 481

160 867

Omzet overige departementen

5 300

2 003

– 3 297

1 551

Omzet derden

16 000

15 002

– 998

17 088

Rentebaten

200

38

– 162

40

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

129 190

173 214

44 024

179 546

         

Lasten

       

Apparaatskosten

       

– personele kosten

65 803

100 555

34 752

95 291

– materiële kosten

47 087

56 488

9 401

64 364

Afschrijvingskosten

       

– immaterieel

14 700

14 105

– 595

16 994

– materieel

600

509

– 91

415

Overige lasten

       

– dotaties voorzieningen

0

0

0

0

– rentelasten

1 000

949

– 51

1 669

– bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

129 190

172 606

43 416

178 733

         

Saldo van baten en lasten

0

608

608

813

Toelichting op de baten

Opbrengst moederdepartement

De opbrengst moederdepartement is bijna € 48,5 mln hoger dan initieel begroot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt, doordat de overeengekomen opdracht hoger lag dan initieel begroot door EL&I (€ 36,5 mln). Dit houdt met name verband met de uitvoering van EU-regelingen. De uitvoering van de subsidieregeling Natuur en Landschap was arbeidsintensiever dan voorzien, dit vanwege de doorwerking hersteloperatie percelen (€ 8,8 mln). Daarnaast is een bijdrage verstrekt voor de uitvoering van twee projecten door DR van het ICT-programma «digitale dienstverlening» (€ 2,5 mln) en is de bijdrage voor de werkzaamheden voor voormalig EZ (€ 0,8 mln) verantwoord als opbrengst moederdepartement (was begroot als opbrengst overige departementen).

Toelichting op de lasten

Personele en materiële kosten

De uitvoering van de opdracht moederdepartement vertaalt zich in hogere personele en materiële kosten dan begroot. De stijging personele kosten betreft vooral inzet van uitzendkrachten.

Saldo van baten en lasten

Het vaststellen van de financiële verantwoording en resultaatbestemming is de verantwoordelijkheid van de Secretaris-Generaal van EL&I, in zijn hoedanigheid van eigenaar van DR. Vooruitlopend op de besluitvorming hieromtrent is het saldo van baten en lasten over het boekjaar 2011 van € 0,6 mln, gerubriceerd onder het eigen vermogen.

Balans per 31 december 2011

Vóór resultaatsbestemming, bedragen x € 1 000
 

31-12-2011

31-12-2010

Activa

   

Immateriële vaste activa

27 082

37 796

Materiële vaste activa

   

– grond en gebouwen

748

759

– installaties en inventarissen

1 404

1 423

– overige materiële vaste activa

0

0

Voorraden

0

0

Debiteuren

3 628

2 051

Nog te ontvangen

13 480

13 137

Liquide middelen

7 317

15 726

Totaal Activa

53 659

70 892

     

Passiva

   

Eigen Vermogen

   

– exploitatiereserve

4 554

3 741

– onverdeeld resultaat

608

813

Voorzieningen

0

0

Leningen bij het MvF

8 098

14 262

Crediteuren

4 020

2 353

Nog te betalen

36 379

49 723

Totaal Passiva

53 659

70 892

Eigen vermogen

De exploitatiereserve is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximaal toegestane omvang van de exploitatiereserve bedraagt voor 2011 € 8,9 mln. Met een eigen vermogen van € 5,2 mln blijft DR ruim binnen dit plafond.

Kasstroomoverzicht over 2011

Bedragen x € 1 000
   

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

   

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2011 + stand depositorekeningen

18 452

15 726

– 2 726

2.

Totaal operationele kasstroom

15 300

2 247

– 13 053

3a.

Totaal investeringen (–/–)

– 15 000

– 3 892

11 108

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

22

22

3.

Totaal investeringskasstroom

– 15 000

– 3 870

11 130

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

0

0

4b.

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

4c.

Aflossingen op leningen (–/–)

– 14 314

– 9 786

4 528

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

15 000

3 000

– 12 000

4.

Totaal financieringskasstroom

686

– 6 786

– 7 472

5.

Rekening-courant RHB

31 december 2011 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

19 438

7 317

– 12 121

Toelichting

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van de baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal. De gerealiseerde operationele kasstroom is € 13,1 mln lager dan begroot. Dit hangt vooral samen met de afname van de kortlopende schulden met € 11,1 mln.

De gerealiseerde investeringen zijn € 11,1 mln lager dan begroot wat voornamelijk wordt veroorzaakt door een neerwaartse bijstelling van de investeringsbegroting en het terughoudend investeringsbeleid dat in 2011 door DR gevoerd is. De investeringen hebben grotendeels betrekking op ICT-systemen (ca 90%).

De financieringskasstroom is hoger dan begroot, omdat meer aflossing heeft plaatsgevonden dan dat er geleend is. Dat de aflossing op leningen lager uitvalt dan begroot, heeft een praktische oorzaak (31 december viel op een zaterdag. Hierdoor zijn een aantal leningen effectief pas op 2 januari 2012 afgelost).

Doelmatigheidsindicatoren
 

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

       

Doelmatigheidsindicatoren

     

Tarieven/uur

     

Voorcalculatorisch integraal uurtarief

€ 93,80

€ 90,50

€ 96,00

Index ten opzichte van 2009 (2009 = 100)

100

96,5

102,3

Omzet per productgroep (x € 1 000) (1)

     

Omzet GLB

 

45 520

42 229

Omzet Programma Beheer

 

30 265

38 245

Omzet NMB

 

17 138

16 801

FTE-totaal

     

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

1 080,8

1 064,5

976,2

Saldo van baten en lasten

     

Saldo van baten en lasten (x € 1 000)

3 291

813

608

Saldo van baten en lasten als % van de totale baten

1,9%

0,5%

0,4%

Productiviteit (2)

     

Facturabele / productieve uren

75,8%

76,8%

76,1%

       

Overzicht kwaliteitsindicatoren

     

Gegrond verklaarde bezwaarschriften (%) (3)

28%

22%

51%

Aandeel digitaal verwerkte aanvragen DR (4)

74%

85%

90%

Betaalschema BTR (5)

86,3%

43%

81%

Klanttevredenheid begunstigden DR (6)

6,8

6,8

6,3

  • 1. Om een goede vergelijking te kunnen maken, zijn in de realisatie de incidentele kosten die samenhangen met het herstel perceelsregister niet meegenomen.

  • 2. Deze indicator betreft de productiviteit van ambtelijke medewerkers en zegt iets over de doelmatigheid van de bedrijfsvoering. Hoe hoger het percentage, hoe efficiënter het omzettingsproces van beschikbare naar productieve uren. De gerealiseerde productiviteit is in 2011 licht gedaald tot 76,1%.

  • 3. Het percentage gegrond verklaarde bezwaarschriften ligt met 51% ruim boven de norm van 25%. Dit is vooral veroorzaakt door het grote aantal gegronde bezwaren gericht tegen de perceelregistratie, de vleeskuikens en het mestbeleid.

  • 4. DR wil de dienstverlening naar de doelgroep optimaliseren door zoveel mogelijk informatie digitaal uit te wisselen. De indicator heeft betrekking op aanvragen die binnen GDI worden ingewonnen. In de begroting was uitgegaan van 80%.

  • 5. Uitbetaling van de BTR vindt plaats binnen de vastgestelde EU-regelgeving. De indicator heeft betrekking op de uitbetaling per 31 december. In de begroting 2011 was rekening gehouden met een percentage van 80%.

  • 6. Het betreft hier de score van een tweejaarlijks klanttevredenheidsonderzoek. Het onderzoek is in 2011 gehouden onder ruim 2 000 relaties.

Agentschap NL (AgNL)

Staat van baten en lasten

Bedragen x € 1 000
 

(1)

(2)

(3)=(2)–(1)

(4)

 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2011

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2010

Baten

       

Omzet moederdepartement

176 343

182 926

6 583

179 864

Bijzondere bijdrage moederdepartement

11 546

11 546

Omzet overige departementen

84 354

67 004

– 17 350

93 404

Omzet derden

6 900

5 251

– 1 649

7 481

Rentebaten

38

38

Vrijval voorzieningen

948

948

61

Bijzondere baten

500

128

– 372

Totaal baten

268 097

267 841

– 256

280 810

         

Lasten

       

Apparaatskosten

       

– personele kosten

180 390

173 960

– 6 430

195 116

– materiële kosten

82 697

75 091

– 7 606

80 725

Afschrijvingskosten

       

– materieel

4 800

4 000

– 800

3 412

– immaterieel

769

769

872

         

Overige lasten

       

– dotaties voorzieningen

11 907

11 907

2 259

– rentelasten

160

128

– 32

21

– buitengewone lasten

1 330

1 330

Totaal lasten

268 047

267 185

– 862

282 405

Saldo van baten en lasten

50

656

606

– 1 595

Toelichting op de opmerkelijke verschillen in de exploitatie

Toelichting op de baten

Algemeen

Bij het opstellen van de begroting 2011 was uitgegaan van een omzetdaling van 8,2% als gevolg van de rijksbrede taakstelling. De gerealiseerde omzet is € 12,4 mln lager dan de begroting door een sterk krimpend opdrachtenpakket.

Omzet moederdepartement

Bij het opstellen van de ontwerpbegroting is geen rekening gehouden met de samenvoeging van de ministeries van Economische Zaken en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tot het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Hierdoor is de omzet van voormalig LNV (€ 5,3 mln) in de ontwerpbegroting onder de omzet van overige departementen opgenomen.

Indien er rekening met de bovengenoemde verschuiving wordt gehouden, is de omzet van het moederdepartement ten opzichte van de oorspronkelijke begroting met € 1,3 mln gestegen. De stijging wordt veroorzaakt door de overgang van een aantal regelingen (zoals Stralingsbescherming en Hybride en Elektrisch Rijden) van het ministerie van Infrastructuur en Milieu naar het moederdepartement. Het aandeel van EL&I in de totale omzet van AgNL bedraagt 71,7%.

Bijzondere bijdrage moederdepartement

Het moederdepartement heeft in 2011 bijgedragen aan de kosten voor dotatie aan de voorziening personeel in verband met de aangekondigde afvloeiing van personeel (€ 10,5 mln) ter voorkoming van een negatief eigen vermogen van Agentschap NL. Daarnaast heeft het moederdepartement bijgedragen in de kosten van het herhuisvestingsproject divisie EVD Internationaal (€ 1 mln).

Omzet overige departementen

De omzet van overige departementen is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting (exclusief LNV) met 15,3% gedaald. De afname van het opdrachtenpakket doet zich bij alle opdrachtgevers voor, behalve bij het ministerie van Buitenlandse zaken. Bij Buitenlandse Zaken is een groei te zien door een intensivering van de bestaande portefeuille en een aantal aanvullende/nieuwe opdrachten zoals Transitiefaciliteit en Water OS. Bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu daalt het opdrachtenpakket door de invulling van taakstellingen sterker dan in de ontwerpbegroting aangenomen is. Daarnaast zijn een aantal regelingen in 2011 overgegaan naar het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Het aandeel in de totale omzet van de overige departementen bedraagt 26,2%.

Omzet derden

De omzet derden betreft de opbrengst die buiten de Rijksoverheid wordt gerealiseerd. De opbrengst derden heeft betrekking op opdrachten voor de Europese Unie en diverse overige opdrachtgevers. De omzet overige opdrachtgevers is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting gedaald met 23,9% doordat de afname van het opdrachtenpakket bij de Europese Unie groter is dan begroot en de uitbreiding van werkzaamheden voor Regionale Uitvoeringsdiensten in 2011 lager is dan oorspronkelijk verwacht was. Het aandeel in de totale omzet bedraagt 2,1%.

Rentebaten

In 2011 is rentevergoeding over het positieve saldo bij de Rijkshoofdboekhouding en de afgesloten deposito’s ontvangen.

Vrijval voorzieningen

De vrijval voorzieningen bedraagt € 0,9 mln en wordt voornamelijk veroorzaakt door de afname van de voorziening debiteuren als gevolg van een lagere inschatting van oninbaarheid van de posten die langer dan 1 jaar open staan.

Bijzondere baten

De medefinanciering van het meerjarenprogramma eDienstverlening (VRD gelden en PRIMA subsidie) loopt via het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en is hierdoor onder de omzet van het moederdepartement gepresenteerd. In de oorspronkelijke begroting waren deze onder de bijzondere baten opgenomen.

De bijzondere bate betreft het nog te ontvangen bedrag van de NIVR inzake de voorziening voor tussentijdse afvloeiing, overgangsregeling VUT en afkoop afschaffing VUT.

Toelichting op de lasten

Algemeen

De lasten zijn 0,3% lager dan begroot.

Personele kosten

De totale personeelskosten zijn ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 3,6% lager. De loonkosten zijn 3,1% lager. Dit wordt veroorzaakt door de lagere omvang van het personeelsbestand als gevolg van de afname van het opdrachtenpakket. De overige personeelskosten zijn 14,8% lager in verband met de lagere realisatie op de opleidingskosten.

Het gemiddelde aantal fte’s is ten opzichte van de begroting (2 235 fte: 1 492 ambtenaar en 743 inhuur) gedaald met 85,6 fte naar 2 149,4 fte (1 502,8 ambtenaar en 646,6 inhuur). Deze daling betreft voornamelijk een lager aantal inhuurkrachten als gevolg van afname van het opdrachtenpakket. De afname van de ambtelijke bezetting is door de tegenvallende natuurlijke uitstroom lager dan begroot. In 2010 waren nog 1 520 fte ambtenaren in dienst.

De gemiddelde loonkosten per fte bedragen in 2011 € 78 275, voor ambtenaren € 75 558 en voor inhuurkrachten € 84 589.

Materiële kosten

De materiële kosten liggen per saldo 9,2% onder de raming. Deze daling wordt vooral veroorzaakt door lagere directe uitvoeringskosten (– € 7,9 mln door afname van het opdrachtenpakket), communicatiekosten (– € 0,7 mln) en kantoorkosten (– € 0,4 mln).

Dotatie voorzieningen

De dotatie aan de voorzieningen bedraagt € 11,9 mln als gevolg van met name de noodzakelijke dotatie aan de voorziening personeel in verband met de aangekondigde afvloeiing van het personeel.

Rentelasten

De rentelasten bedragen € 0,1 mln. Deze betreffen de wettelijke rente.

Agentschap NL heeft geen uitstaande leningen bij het Ministerie van Financiën.

Bijzondere lasten

Als gevolg van het verlieslatende personeelscontract is in 2011 € 1,1 mln aan bijzondere lasten gemaakt. Dit betreft de kosten, die gemaakt zijn voor de afvloeiing van het personeel. Van de bijzondere lasten is € 0,17 mln voor schadeloosstelling aan opdrachtgevers.

Saldo van baten en lasten

Het Agentschap NL sluit het jaar met een positief resultaat van € 0,66 mln.

Balans per 31 december 2011

Vóór resultaatsbestemming, bedragen x € 1 000
 

31-12-2011

31-12-2010

Activa

   

Immateriële vaste activa

710

1 271

Materiële vaste activa

   

– grond en gebouwen

 

– installaties en inventarissen

15 607

15 420

– overige materiële vaste activa

2 268

2 015

Voorraden

Debiteuren

11 201

8 607

Nog te ontvangen

13 088

7 075

Liquide middelen

65 733

56 723

Totaal Activa

108 607

91 111

     

Passiva

   

Eigen vermogen

   

– exploitatiereserve

11 226

12 821

– onverdeeld resultaat

656

–1 595

Leningen bij het MvF

Egalisatierekening

302

487

Voorzieningen

17 713

8 904

Crediteuren

15 045

14 862

Nog te betalen

63 665

55 632

Totaal Passiva

108 607

91 111

Voorzieningen

Bedragen x € 1 000
 

Voorzieningen 1 januari 2011

Dotatie

Onttrekking

Vrijval

Voorzieningen 31 december 2011

Voorziening Ambtsjubilea

5 053

433

– 303

5 183

Voorziening Verlieslatende contracten/personeel

364

9 388

– 62

– 14

9 676

Voorziening Verlieslatende contracten/projecten

1 439

– 455

– 39

945

Voorziening reorganisatie

708

262

– 249

– 217

504

Voorziening Wachtgelden

1 340

275

– 338

1 277

Voorzieningen NIVR postactieven

128

128

Totaal

8 904

10 486

– 1 407

– 270

17 713

De totale dotatie aan de voorzieningen (inclusief te verrekenen met opdrachtgevers en debiteuren) bedraagt € 11,9 mln en de vrijval € 0,9 mln.

Eigen vermogen

De exploitatiereserve is gemaximeerd tot 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen twee jaar. Dit houdt in dat de maximaal toegestane omvang van de exploitatiereserve € 13,4 mln bedraagt. Inclusief het resultaat over 2011 bedraagt het saldo van de exploitatiereserve € 11,9 mln en blijft daarmee binnen het toegestane maximum.

Kasstroomoverzicht over 2011

Bedragen x € 1 000
   

(1)

(2)

(3)=(2)–(1)

   

Oorspronkelijk vastgestelde

begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1.

Rekening courant RHB en overige liquide middelen per 1 januari 2010

36 595

56 723

20 128

2.

Totaal operationele kasstroom

4 910

13 843

8 933

3a.

totaal investeringen (–/–)

– 9 400

– 4 847

4 553

3b.

totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

15

15

3.

Totaal investeringskasstroom

– 9 400

– 4 832

4 568

4a.

eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

– 260

260

4b.

eenmalige storting door moederdepartement (+)

4 250

– 4 250

4c.

aflossingen op leningen (–/–)

– 240

240

4d.

mogelijk beroep op leenfaciliteit (+)

4 800

– 4 800

4.

Totaal financieringskasstroom

8 550

– 8 550

5.

Rekening courant RHB en overige liquide middelen per 31 december (= 1+2+3+4)

40 655

65 733

25 078

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van de baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal. De gerealiseerde operationele kasstroom is € 8,9 mln hoger dan begroot door het hogere saldo van baten en lasten en doordat de bijdrage van het moederdepertement in de dotatie aan voorzieningen personeel als baten is verwerkt.

De gerealiseerde investeringen zijn € 4,6 mln lager dan begroot wat voornamelijk wordt veroorzaakt door de lagere uitgaven voor het herhuisvestingsproject van de divisie NL EVD Internationaal. Daarnaast zijn de voorziene investeringen in de toegangstechniek in het kader van het project Rijkspas uitgesteld naar 2012.

De financieringskasstroom is lager dan begroot. Voor de financiering van de investeringen in huisvesting is geen beroep gedaan op de leenfaciliteit. De begrote éénmalige storting door het moederdepartement is opgenomen onder operationele kasstroom doordat de bijdrage aan de kosten in het staat van baten en lasten is verwerkt.

Doelmatigheidsindicatoren
 

Realisatie 2009

2010

2011

 Inputindicatoren

SN

EVD

OCNL

AGNL

AGNL

Kernindicatoren

         

Verhouding direct/indirect personeel in fte’s

1 504 fte/261 fte

362 fte/93 fte

86 fte/33 fte

2 018 fte/409 fte

1 825,3 fte/ 343,9 fte

           

Verklarende variabelen

         

Loonkosten per fte

€ 75 514

€ 70 295

€ 74 000

€ 78 149

€ 78 275

Totaal aantal fte’s

1 765 fte

479 fte

119 fte

2 451,5 fte

2 169,2 fte

Kosten inhuur externen op basis van PAO-definitie (x 1 000)

€ 54 857

€ 13 930

€ 1 430

€ 76 887

€ 54 697

Outputindicatoren

SN

EVD

OCNL

AGNL

AGNL

Kernindicatoren

         

Uurtarief

2,4% reële tariefstijging

3,4% reële tariefstijging

– 3,6% reële tariefstijging

1% reële tariefstijging

0,7% reële tariefstijging

Aantal declarabele uren per fte en totaal

1 444 uren per fte/2,53 mln uren totaal

1 434 uren per fte/552 090 uren totaal

1 146 uren per fte/136 329 uren totaal

1 468 uren per fte / 2,96 mln uren totaal

1 441 uren per fte / 2,6 mln uren totaal

Aantal werkbare en bruto/netto beschikbare uren

2 032 werkbare uren

2 032 werkbare uren

2 032 werkbare uren

2 040

werkbare uren

2 040

werkbare uren

 

1 656 bruto

1 659 bruto

1 663 bruto

1 671 bruto

1 671 bruto

 

1 568 bruto

1 568 bruto

1 592 bruto

1 579 netto

1 579 netto

           

Verklarende variabelen

         

Bedrijfsresultaat /

omzet (x 1 000)

€ 5 080

€ 168 692

€ 0

€ 42 000

€ 387

€ 16 791

– € 1 595

€ 280 749

€ 656

€ 255 181

Kwaliteitsindicatoren

SN

EVD

OCNL

AGNL

AGNL

Kernindicatoren

         

Klanttevredenheid

7,5

7

7,8

7,3

7,5

Doorlooptijd processen

Verleningen: 86%.

Declaraties <50%: 23 dagen.

Vastgelegd in wettelijke bepalingen

Doorlooptijd handelstransacties: 92%

Doorlooptijd handelstransacties: 92%

Declaraties: 95,5%

Declaraties >50%: 32 dagen

 

Doorlooptijd verleningen: 81,1%

Doorlooptijd verleningen: 88%

     

Doorlooptijd octrooien: 100%

Doorlooptijd octrooien: 100%

Gehonoreerde bezwaarschriften

605 (32,3%)

10 (20%)

83 (<0,1%)

954 (36,3% van het totaal)

773 (30,3% van het totaal)

Aantal klachten

23

3

Nvt

53

24

Medewerker-tevredenheid

7,5

7,6

7,4

7,2

Geen meting

           

Verklarende variabelen

         

Ziekteverzuim %

4,3%

4%

4,3%

4,1%

5,1%

Inputindicatoren

In 2011 heeft de afname van het opdrachtenpakket geleid tot een sterke daling van de omvang van het personeelbestand, voornamelijk zichtbaar in de daling van het aantal inhuurkrachten. De kosten inhuur externen (inclusief de structurele inhuur) zijn hierdoor gedaald naar € 55 mln. Door de genomen maatregelen is de verhouding direct/indirect ten opzichte van vorig jaar verbeterd.

Outputindicatoren

In 2011 is de declarabiliteit lager dan begroot met gemiddeld 1 441 declarabele uren per fte door het hogere ziekteverzuim en krimp van de organisatie. Dit gemiddelde ligt ruimschoots boven de richtlijn volgens de handleiding overheidstarieven van het Ministerie van Financiën (1 372 uur).

Kwaliteitsindicatoren

Het Agentschap streeft naar een zo efficiënt mogelijke afhandeling van aanvragen, betalingen en bezwaarschriften. De doorlooptijd van de verleningen is in 2011 88%; een verbetering van ongeveer 7% ten opzichte van 2010. Op afzonderlijk opdrachtniveau wordt continue gewerkt aan het verbeteren van de doorlooptijd.

De doorlooptijd van de betalingen van de handelstransacties is in 2011, net als in 2010, 92% en ligt hiermee boven de EL&I-norm van 90% betalingen binnen 30 dagen.

De afhandeling van bezwaarschriften ligt in 2011 op het niveau van 2010 (2 554 stuks tegenover 2 626 over 2010). Bij een aantal regelingen werd de verwachte instroom fors overschreden. Het gaat hier met name om de BEW+, MWA, VKB, WBSO en TSI.

Het percentage gehonoreerde bezwaarschriften is 30,3%. Een groot aandeel in dit percentage is te zien bij BEW+ (42%), VKB (54%) en WBSO (36%).

In 2011 zijn er 24 klachten ontvangen (tegenover 53 in 2010). In totaal zijn er 29 klachten afgehandeld, aangezien er nog een aantal klachten uit 2010 in 2011 zijn afgehandeld. Van deze 29 klachten zijn er 22 binnen zes weken afgehandeld, 5 binnen 10 weken en bij 2 klachten is de termijn, na instemmen van de klager, verlengd.

De klanttevredenheid is met 7,5% in 2011 iets hoger dan in 2010. In 2011 is voor 14 programma’s een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd conform het stramien «KTO Agentschap NL».

Agentschap Telecom (AT)

Staat van baten en lasten

Bedragen x € 1 000
 

(1)

(2)

(3) = (2)–(1)

(4)

 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011

Realisatie 2011

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2010

Baten

       

Omzet moederdepartement

11 783

11 885

102

12 395

Omzet overige departementen

0

58

58

470

Omzet derden

20 154

19 803

– 351

21 245

Rentebaten

7

249

242

63

Vrijval voorzieningen

0

4

4

31

Bijzondere baten

305

295

– 10

164

Totaal baten

32 249

32 294

45

34 368

         

Lasten

       

Apparaatskosten

       

– personele kosten

20 434

19 200

–1 234

19 728

– materiële kosten

9 112

9 239

127

8 649

Afschrijvingskosten

       

– immaterieel

0

66

66

7

– materieel

2 295

2 345

50

2 060

Overige lasten

       

– dotaties voorzieningen

300

116

– 184

1 909

– rentelasten

108

73

– 35

140

– bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

32 249

31 039

–1 210

32 493

         

Saldo van baten en lasten

0

1 255

1 255

1 875

Toelichting op de opmerkelijke verschillen in de exploitatie

Toelichting op de baten

Omzet derden

Aan de ene kant is op de categorie Omroep een lagere opbrengst gerealiseerd door een wijziging van de beleidsregel waarin nu is bepaald dat het reële zendvermogen in rekening mag worden gebracht bij Middengolf in plaats van het maximale zendvermogen. Dit heeft geleid tot een opbrengstderving van circa € 0,9 mln.

Bij de categorie Vaste verbindingen is het aantal verlengingen voor straalverbindingen lager geweest dan voorzien. Het effect hiervan was een minderopbrengst van circa € 0,2 mln.

Aan de andere kant was bij de begroting geen rekening gehouden met de opbrengst van ruim € 0,8 mln voor Caribisch Nederland. De opbrengst heeft betrekking op de feitelijke uitvoering van het telecommunicatie- en postbeleid en het toezicht op de telecommunicatie- en postsector in Caribisch Nederland.

Rentebaten

De rentebaten zijn hoger dan oorspronkelijk begroot omdat de resultaten over de afgelopen jaren positiever waren dan voorzien. Daarnaast heeft het moederdepartement relatief lang gewacht met het ophalen van gelden, zoals boetes en dwangsommen, die AT namens haar ontvangt. In 2011 zijn daarover procedureafspraken gemaakt. De extra liquide middelen zijn gebruikt om meer gelden in deposito te zetten.

Bijzondere baten

Onder de bijzondere baten zijn onder meer opgenomen de inruilwaardes van vervangen activa, de opbrengst uit onderverhuur van een aantal parkeerplaatsen en de opbrengst van gedetacheerd personeel.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

Ten eerste was de gemiddelde bezetting in 2011 lager dan begroot. Hierdoor vielen de totale loonkosten lager uit dan voorzien. Daarnaast werd bij de begroting nog rekening gehouden met een loonindexatie van 1,75% (€ 0,3 mln) Tenslotte was bij het opstellen van de begroting geen rekening gehouden met de inhuurgrens van 10%. Agentschap Telecom heeft bij de uitvoering ruim voldaan aan deze inhuurgrens en daarmee € 0,6 mln minder besteed aan inhuur dan begroot.

Materiële kosten

Na het opstellen van de begroting bleek dat de prijzen voor OV-jaarkaarten voor 2011 behoorlijk verhoogd waren. Als gevolg hiervan zijn de reis- en verblijfkosten gestegen met circa € 0,3 mln.

Daarnaast waren de kosten voor Caribisch Nederland ad € 0,6 mln niet begroot.

Saldo van baten en lasten

Het onverdeelde resultaat over 2011 bedraagt € 1,3 mln. Door meevallers in met name de personele kosten is het resultaat positiever uitgevallen dan begroot.

Met een balanswaarde ultimo 2011 van € 1,6 mln heeft de exploitatiereserve het toegestane maximum bereikt. De Secretaris-generaal van EL&I besluit na vaststelling van de financiële verantwoording over de resultaatsbestemming.

Balans per 31 december 2011

Vóór resultaatsbestemming, bedragen x € 1 000
 

31-12-2011

31-12-2010

Activa

   

Immateriële vaste activa

601

332

Materiële vaste activa

   

– grond en gebouwen

0

0

– installaties en inventarissen

1 453

1 818

– overige materiële vaste activa

5 589

6 317

Voorraden

0

0

Debiteuren

3 223

3 126

Nog te ontvangen

9 163

9 453

Liquide middelen

7 717

15 003

Totaal Activa

27 746

36 049

     

Passiva

   

Eigen vermogen

   

– exploitatiereserve

1 550

1 550

– onverdeeld resultaat

1 255

1 875

Voorzieningen

2 387

2 729

Leningen bij het MvF

1 410

1 940

Crediteuren

1 012

2 900

Te verrekenen met vergunninghouders c.a.

5 882

4 650

Nog te betalen

14 250

20 405

Totaal Passiva

27 746

36 049

Eigen vermogen

Per 31 december 2011 bedraagt het eigen vermogen, inclusief het onverdeelde resultaat, € 2,8 mln.

Voorzieningen

Bedragen x € 1 000
 

Boekwaarde

Dotaties

Onttrekkingen

Vrijval

Boekwaarde

 

1-1-2011

     

31-12-2011

Wachtgeld en FLO

2 453

0

– 315

– 4

2 134

Ambtsjubilea

276

19

– 42

0

253

Totaal

2 729

19

– 357

– 4

2 387

Op grond van de best mogelijke inschatting van de risico’s per balansdatum is gedoteerd aan de voorziening Ambtsjubilea, op basis van de contante waarde van de benodigde voorziening.

De voorziening dubieuze debiteuren is niet in de tabel opgenomen, maar verwerkt in de post Debiteuren.

Kasstroomoverzicht over 2011

Bedragen x € 1 000
   

(1)

(2)

(3)=(2)–(1)

   

Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011

Realisatie 2011

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2011+ stand depositorekeningen

3 132

12 128

8 996

2.

Totaal operationele kasstroom

2 453

–1 651

–4 104

3a.

totaal investeringen (–/–)

–3 053

–1 587

1 466

3b.

totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

–3 053

–1 587

1 466

4a.

eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

– 643

– 643

4b.

eenmalige storting door moederdepartement (+)

425

0

– 425

4c.

aflossingen op leningen (–/–)

– 845

– 530

315

4d.

beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

– 420

–1 173

– 753

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2011 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

2 112

7 717

5 605

In 2011 zijn met het moederdepartement afspraken gemaakt over de afdracht van namens hen ontvangen middelen. Dat heeft bijgedragen aan een substantiële afname van de kortlopende schulden, met als gevolg een negatieve operationele kasstroom.

De investeringskasstroom is lager dan begroot. Investeringen in ICT zijn uitgesteld in verband met de overgang naar het Dienstencentrum/Dictu. Daarnaast bleken sommige investeringen in inrichting en elektronische apparatuur niet noodzakelijk in 2011 en zijn deze doorgeschoven naar 2012.

De financieringskasstroom is negatief omdat in 2011 geen leningen zijn afgesloten voor de investeringen en een deel van het resultaat over 2010 is afgedragen aan het moederdepartement.

Doelmatigheidsindicatoren

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

 

Realisatie 2009

realisatie 2010

realisatie 2011

Inputindicatoren

       

Kernindicatoren

       

Verhouding direct/indirect (in fte)

 

175,7 / 90,4

183,0 / 93,6

175,5 / 94,5

Verklarende / achterliggende variabelen

       

Personeelskosten per fte

 

€ 73 316

€ 71 323

€ 71 111

Totaal aantal fte's

 

266,0

276,6

270,0

Kosten inhuur externen (PAO-definitie; x € 1 000)

 

2 479

1 867

1 570

Outputindicatoren

       

Uurtarief (wijziging in reële termen)

 

– 0,01%

2,90%

0,00%

Aantal declarabele uren (per fte en totaal)

 

1 420/1 660

1 429/1 667

1 453/1 667

Aantal werkbare /beschikbare uren:

       

– werkbare uren

 

1 829

1 836

1 836

– bruto beschaikbare uren

 

1 660

1 667

1 667

– netto beschikbare uren

 

1 578

1 588

1 588

Verklarende/achterliggende variabelen

       

Bedrijfsresultaat (x € 1 000)

 

776

1 875

1 255

Omzet

 

32 094

34 368

32 294

Kwaliteitsindicatoren

       

Kernindicatoren

       

Klanttevredenheid:

   

(schaal 5,0)

 

• doelgroep hoog belang

 

niet in 2009

3,8

niet in 2011

• doelgroep midden belang

 

niet in 2009

4,0

niet in 2011

• doelgroep laag belang

 

niet in 2009

4,0

niet in 2011

Doorlooptijd primaire processen:

       

Vergunningaanvragen 95% binnen

8 weken

98%

93%

96%

 

6 weken

97%

89%

 
 

4 weken

95%

83%

 
 

2 weken

89%

63%

 
         

Reactietijd storingsklachten

norm

     

Klachten van levensbelang ≤ 4 uur

100%

100%

100%

98%

Klachten van maatschappelijk belang ≤ 12 uur

98%

98%

97%

95%

Klachten van individueel belang ≤ 3 werkdagen

80%

92%

92%

99%

         

Gegrond verklaarde bezwaarschriften aantal

norm

18

25

21

 

≤ 5%

10,8%

14,3%

11,3%

Aantal klachten

 

7

14

7

Medewerkertevredenheid

 

7

7,6

niet in 2011

Verklarende/achterliggende variabelen

       

Ziekteverzuim

≤ 4,3%

4,7%

4,0%

4,6%

Doorlooptijd primaire processen

Voor 2011 beperkt AT zich tot het melden van de doorlooptijd binnen de wettelijke termijn van 8 weken.

Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA)

Staat van baten en lasten

Bedragen x € 1 000
 

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

(4)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2010

Baten

       

Omzet moederdepartement

99 823

132 073

32 250

132 195

Omzet overige departementen

72 537

73 424

887

81 970

Omzet DGF

500

680

180

4 687

Omzet derden

65 951

61 908

– 4 027

66 091

Bijzondere bijdrage moederdepartement

0

22 500

22 500

0

Rentebaten

0

6

6

46

Vrijval voorzieningen

0

6 318

6 318

204

Bijzondere baten

0

0

0

0

Overige baten

2 000

7 296

5 296

0

Totaal baten

240 811

304 205

63 394

285 193

         

Lasten

       

Apparaatskosten

       

– personele kosten

153 117

198 416

45 299

207 774

– materiële kosten

73 445

72 084

– 1 361

71 869

Afschrijvingskosten

       

– immaterieel

5 547

3 974

– 1 573

3 251

– materieel

6 540

5 820

– 720

6 384

Overige lasten

       

– dotaties voorzieningen

850

22 675

21 825

403

– rentelasten

1 312

976

–336

1 099

– bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

240 811

303 945

63 134

290 780

         

Saldo van baten en lasten

0

259

259

–5 587

Omzet moederdepartement.

De omzet van het moederdepartement is aanzienlijk hoger dan begroot. De omzet kan als volgt worden gespecificeerd:

  • jaarplanbijdrage conform begroting ad € 99,8 mln.

  • dekking frictiekosten ad € 6,0 mln.

  • dekking fusiekosten en exploitatietekort ad € 13,9 mln.

  • financiering niet kostendekkende tarieven ad € 3,4 mln.

  • uitvoering aanvullende opdrachten ad € 8,9 mln. (Programma Cliënt Export, antibioticabeleid, SNL, fytosanitaire inspecties op export Rusland)

Omzet DGF

De opbrengst DGF bedraagt totaal € 0,7 mln. Deze opbrengsten betreft de afhandeling van verdenkingen en uitbraken van dierziekten. De opbrengsten DGF kunnen als volgt worden gespecificeerd:

  • Afhandeling Aviaire Influenza ad € 0,2 mln.

  • Monitoring BSE/TSE ad € 0,1 mln.

  • Overige uitbraken en verdenkingen ad € 0,4 mln.

Omzet derden

De opbrengsten retributie ad € 61,9 mln is € 4,0 mln lager dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door niet kostendekkende tarieven van onder andere de keuring roodvlees. Dit wordt grotendeels gecompenseerd door het ministerie ELI middels de bijdrage voor niet kostendekkende tarieven ad € 3,4 mln. Verder is er sprake van minder omzet bij import/export ivm economische terugval.

Bijzondere baten moederdepartement

In verband met de reorganisatie van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) is een voorziening ad € 22,5 mln getroffen. De voorziening wordt in de komende jaren aangewend ter dekking van de kosten van herplaatsingskandidaten, inclusief de kosten van sociaal flankerend beleid. Aan deze voorziening hebben EL&I (€ 12,5 mln) en VWS (€ 10 mln) bijgedragen. Het totale bedrag ad € 22,5 mln is betaald door EL&I.

Vrijval voorzieningen

De vrijval van voorzieningen is niet in de begroting opgenomen. De vrijval van de voorzieningen ad € 6,3 mln kan als volgt worden gespecificeerd:

  • vrijval voorziening claims inzake ad € 0,9 mln.

  • vrijval voorziening leegstand ad € 5,4 mln.

  • vrijval voorziening personeel ad € 0,05 mln.

Overige baten

De overige baten ad € 7,3 mln zijn € 5,3 mln hoger dan begroot. Deze baten betreffen met name de uitvoering van door derden gefinancierde projecten. Dit betreft grotendeels door de Europese Unie gefinancierde projecten. De opbrengsten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

  • opbrengst verkoop auto’s leaseplan ad € 0,9 mln.

  • doorbelasting ICT kosten aan Plantkeur ad € 0,7 mln.

  • projecten EVD ad € 1,9 mln.

  • projecten Electronische Dienstverlening ad € 0,8 mln.

  • overige projecten derden ad € 3,0 mln.

Personele kosten

De personele kosten zijn hoger dan begroot. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door een bezetting boven de formatie en anderzijds door hogere kosten van inhuur derden.

De bezetting per 1 januari 2011 ad 2 422 FTE was hoger dan de toegestane formatie ad 2 148 FTE. Het bevorderen van de uitstroom was een belangrijk speerpunt in 2011. Tegelijkertijd moest de fusie en de reorganisatie in 2011 worden afgerond. Totaal is de bezetting eind 2011 aanzienlijk gekrompen. Deze uitstroom is grotendeels pas aan het eind van het jaar gerealiseerd middels de inzet van Sociaal Flankerend Beleid. Ondanks deze uitstroom zijn er per 1 januari 2012 van de 2 298 fte nog 152 medewerkers (138 FTE) herplaatsingskandidaten.

De overschrijding op de personele kosten ad € 45,3 mln kan dan ook als volgt worden verklaard.

  • hogere bezetting personeel nVWA en hoger gemiddelde personeelskosten ad € 28,0 mln.

  • hogere kosten inzet practitioners ad € 2,3 mln.

  • inhuur derden ad € 15,0 mln.

De inhuur derden is voor een belangrijk deel ingezet voor het realiseren van de fusie (onder andere programma personeel en huisvesting), voor de uitvoering van de DHT controles (leeftijdsgrenzen), voor ICT en financiën.

Afschrijvingskosten immaterieel.

De afschrijvingskosten immaterieel (software en systeemontwikkeling) zijn € 1,6 mln lager dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de investeringen zowel in 2010 als in 2011 lager zijn dan begroot. Hierdoor zijn de afschrijvingskosten eveneens lager dan begroot.

Afschrijvingskosten materieel

In 2011 is een investering in dienstauto’s ad € 3,5 mln uitgesteld tot 2012. Mede hierdoor zijn de afschrijvingskosten lager dan begroot.

Balans per 31 december 2011

Vóór resultaatsbestemming, bedragen x € 1 000
 

31-12-2011

1-1-2011

Activa

   

Immateriële vaste activa

13 948

10 977

Materiële vaste activa

   

– grond en gebouwen

2 071

2 313

– installaties en inventarissen

5 639

4 876

– overige materiële vaste activa

14 984

16 068

Voorraden

1 238

1 248

Debiteuren

12 418

11 831

Nog te ontvangen

19 924

13 185

Liquide middelen

38 431

34 419

Totaal Activa

108 653

94 918

     

Passiva

   

Eigen vermogen

   

– exploitatiereserve

3 661

9 249

– onverdeeld resultaat

259

– 5 587

Voorzieningen

39 208

24 565

Leningen bij het ministerie van Financiën

20 253

19 806

Crediteuren

6 111

7 124

Nog te betalen

39 161

39 761

Totaal Passiva

108 653

94 918

Voorzieningen

Bedragen x € 1 000

Voorzieningen

Boekwaarde 1-jan-2011

Dotatie

Onttrekking

Vrijval

Boekwaarde 31-12-2011

Claims, geschil, rechtsgeding

1 357

175

– 50

– 875

607

Leegstand gebouwen

22 513

0

– 1 405

– 5 395

15 713

Reorganisatie

0

22 500

0

0

22 500

Personele kosten

357

0

– 10

– 47

300

Projecten

338

0

– 250

0

88

Totaal

24 565

22 675

– 1 715

– 6 317

39 208

Eigen vermogen

De exploitatiereserve is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximaal toegestane omvang van de exploitatiereserve bedraagt € 14,6 mln.

De Secretaris-Generaal besluit na vaststelling van de financiële verantwoording over de resultaatsbestemming. Vooruitlopend op de besluitvorming hieromtrent is het saldo van baten en lasten over het boekjaar 2011 gerubriceerd onder het eigen vermogen.

Kasstroomoverzicht over 2011

(bedragen x € 1 000)
   

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

   

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2011 + stand depositorekeningen

34 419

34 419

0

2.

Totaal operationele kasstroom

11 086

15 272

4 186

3a.

Totaal investeringen (–/–)

– 18 763

– 15 025

3 738

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

2 823

2 823

3.

Totaal investeringskasstroom

– 18 763

– 12 202

6 561

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

0

0

4b.

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

4c.

Aflossingen op leningen (–/–)

– 12 195

– 10 123

2 072

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

18 763

11 065

– 7 698

4.

Totaal financieringskasstroom

6 568

942

– 5 626

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2011 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

33 310

38 431

5 121

Toelichting

De operationele kasstroom bestaat uit het saldo van de baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal. De gerealiseerde kasstroom is positiever dan voorzien met name door de bijzondere bijdrage van € 22,5 mln van het moederdepartement ten behoeve van de voorziening reorganisatiekosten.

De totale investeringen zijn lager dan begroot. Dit is het gevolg van een terughoudend investeringsbeleid met name op de aanschaf van dienstauto’s. Ook de leningen zijn hierdoor lager dan begroot. De afgeroepen leningen zijn ook lager dan de investeringen in 2011. Een deel van de investeringen is gefinancierd uit eigen middelen.

De investeringen hebben betrekking op systeemontwikkeling (€ 6,3 mln), software (€ 0,7 mln) grond en gebouwen (€ 1,7 mln), installaties en inventaris is (€ 2,8 mln) en overige materiële vaste activa (€ 3,6 mln) met name gedaan vervanging van dienstauto’s.

Doelmatigheidsindicatoren
 

Realisatie 2010

Begrotingscijfers

Realisatie 2011

Tarieven

     

Index in reële termen t.o.v. 2011 (2011 = 100)

Nvt

100

100

Omzet per productgroep (x € mln)

     

Klantinteractie en dienstverlening

 

13

19,4

Toezicht

 

164

159

Inlichtingen en opsporing

 

13

11,9

Laboratoriumonderzoek

 

20

20,4

Kennis en expertise

 

10

11,3

FTE

     

Aantal FTE (excl. externe inhuur)

 

2 250

2 347

Verhouding FTE direct/indirect

 

1 800 / 450

1 802 / 545

Personeelskosten per fte

 

€ 70 000

€ 64 869

Saldo van baten en lasten

     

Saldo van baten en lasten als % van de totale baten

 

0 %

0,09%

Productiviteit

     

Declarabele / productieve uren1

 

70 %

73,6%

Kwaliteit

     

Gegrond verklaarde bezwaarschriften (aantal en in %)

 

100 (5%)

50 (18%)1

Aantal klachten over handelen nVWA

 

110

52

Aantal verzoeken, klachten en meldingen

 

40 000

14 5972

Afhandelsnelheid informatieverzoeken, klachten

en meldingen2

 

95 %

96,8%

Aantal boetebeschikkingen per wet

     

– Warenwet

 

2 500

2 275

– Tabakswet

 

1 000

1 382

– Drank en horecawet

 

200

331

– Wet gewasbescherming biociden

 

300

330

– Gezondheid en Welzijnswet voor Dieren

 

50

2183

– Geneesmiddelenwet

 

10

24

Naamsbekendheid

     

–spontaan

 

20 %

17%

–geholpen

 

80 %

75%

1

Inclusief bezwaarschriften tegen bestuurlijke maatregelen VWS/I&M,

Bezwaarschriften geënt op ELI wetgeving n=40 % = 16.

2

Aantal verzoeken, klachten en meldingen en afhandelingsnelheid heeft alleen betrekking op de verzoeken die bij het klantcontactcentrum te Utrecht binnenkomen en worden geregistreerd in Moss.

3

Exclusief dwangsommen. Dwangsommen Warenwet 3, GWWD 1.

Licence