Base description which applies to whole site

49 Overige inkomensbescherming

Artikel

Zorgdragen voor adequate bescherming zonder activerende voorwaarden tegen de financiële risico’s bij inkomensverlies

Algemene doelstelling

Motivering

Om inkomensbescherming op minimumniveau te bieden. SZW creëert de voorwaarden voor de toekenning van een uitkering of toeslag. SVB en UWV zijn verantwoordelijk voor de uitvoering hiervan in Nederland. Voor de uitvoering in Caribisch Nederland (de eilanden Bonaire, St. Eustatius en Saba) is de Minister van SZW verantwoordelijk.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

Mensen vanaf 65 jaar en nabestaanden ontvangen een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) respectievelijk een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw), gerelateerd aan het minimumloon.

Als een 65-plusser een AOW-uitkering ontvangt waarop een korting is toegepast in verband met niet-verzekerde jaren, kan deze een beroep doen op de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO, voormalig WWB 65+) ingeval het inkomen onder het sociaal minimum komt.

Zieke, arbeidsongeschikte en werkloze werknemers ontvangen een toeslag op grond van de Toeslagenwet tot het relevante sociaal minimum als de betrokkene daar met het gezinsinkomen onder blijft.

Externe factoren

Het behalen van de doelstelling hangt van enkele externe factoren af:

  • de economische omstandigheden die van invloed zijn op de situatie op de arbeidsmarkt;

  • de effectieve uitvoering van de wetten door de uitvoeringsorganisaties, en;

  • de mate van naleving van de verplichtingen uit wet- en regelgeving door uitkeringsgerechtigden.

Realisatie meetbare gegevens

Voor de algemene doelstelling zijn geen aparte indicatoren geformuleerd, omdat op dit aggregatieniveau onvoldoende concrete doelstellingen geformuleerd kunnen worden.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 49.1 Begrotingsuitgaven Artikel 49 (x € 1 000)

artikelonderdeel

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Begroting 2011

Verschil 2011

Verplichtingen

335 281

367 111

386 214

638 552

678 796

690 763

– 11 967

Uitgaven

335 281

367 111

386 214

638 552

678 796

690 763

– 11 967

               

Programma uitgaven

334 516

366 255

385 403

636 710

676 897

688 995

– 12 098

               

Operationele Doelstelling 2

 

 

 

 

 

 

 

Uitkeringslasten AIO (WWB 65+)

0

0

0

205 231

222 916

239 595

– 16 679

Uitvoeringskosten AIO (WWB 65+)

0

0

2 500

12 585

14 673

11 299

3 374

Operationele Doelstelling 3

             

Toeslagenwet Uitkeringslasten

334 516

366 255

382 903

418 894

425 875

420 016

5 859

Operationele Doelstelling 4

           

0

Uitkeringen Caribisch Nederland

0

0

0

0

13 433

18 085

– 4 652

               

Apparaatsuitgaven

765

856

811

1 842

1 899

1 768

131

Personeel en materieel

765

856

811

1 842

1 899

1 768

131

               

Ontvangsten

1 866

2 955

2 410

288

3 801

0

3 801

AIO (Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen)

Toelichting

De AIO betreft de algemene bijstand voor ouderen van wie het inkomen onder de bijstandsnorm ligt en die geen vermogen hebben. De gerealiseerde uitkeringslasten AIO kwamen in 2011 € 17 miljoen lager uit dan begroot. Dit komt doordat de gemiddelde bijstandsuitkering wat lager uitviel dan verwacht.

De uitvoeringskosten AIO zijn € 3 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van een herschikking in de toerekening van uitvoeringskosten aan de door de SVB uitgevoerde regelingen. Als gevolg hiervan zijn in 2011 middelen AOW toegerekend aan de AIO (zie ook toelichting bij uitvoeringskosten AOW). De herschikking leidt per saldo niet tot wijziging van de uitvoeringskosten SVB.

TW (Toeslagenwet)

Op grond van de TW ontvangen uitkeringsgerechtigden die met hun uitkering en het eventuele partnerinkomen niet tot het relevante sociaal minimum komen, een toeslag op de uitkering van de zogeheten moederwetten. De belangrijkste moederwetten zijn de WAO, wet Wajong, wet WIA, WW, ZW en IOW. De uitvoeringskosten voor de Toeslagenwet worden gedragen door de fondsen van de desbetreffende moederwetten.

De uitgaven aan de TW zijn in 2011 € 6 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. Dit komt deels doordat de uitgaven BIA voor 2011 – in het kader van de vereenvoudiging van de administratieve uitvoering – ten laste zijn gebracht van het voor de TW beschikbare budget (€ 3 miljoen; zie ook de toelichting bij de uitkeringslasten BIA in artikel 46). Daarnaast waren de volumes van een aantal eerdergenoemde moederwetten hoger dan verwacht (€ 3 miljoen). Het ging daarbij om de moederwetten WAO/WIA, Wajong en de WW.

Uitkeringen Caribisch Nederland

De regelingen van SZW voor Caribisch Nederland (Bonaire, St. Eustatius en Saba) op het terrein van dit artikel betreffen de Algemene ouderdomsverzekering (AOV) en de Algemene Weduwen- en Wezenverzekering (AWW).

Het eerste jaar van uitvoering van deze sociale zekerheidsregelingen heeft geleid tot lagere uitgaven dan vooraf verwacht (– € 5 miljoen). Zowel de AOV als de AWW zijn lager uitgevallen dan begroot.

Tabel 49.2 Premiegefinancierde uitgaven Artikel 49 (x € 1 000)

artikelonderdeel

realisatie 2007

realisatie 2008

realisatie 2009

realisatie 2010

realisatie 2011

begroting 2011

verschil 2011

Uitgaven

27 084 400

28 297 062

30 094 970

31 029 216

31 614 026

31 052 845

561 181

               

Programma uitgaven

27 084 400

28 297 062

30 094 970

31 029 216

31 614 026

31 546 512

1 067 514

Operationele Doelstelling 1

             

ANW uitkeringslasten

1 264 523

1 203 536

1 147 398

1 064 744

968 000

965 199

2 801

ANW tegemoetkoming

21 399

21 560

22 671

20 953

17 433

17 744

– 311

ANW uitvoeringskosten

30 651

23 801

19 973

24 195

22 160

22 644

– 484

Operationele Doelstelling 2

             

AOW uitkeringslasten

25 198 000

26 446 126

27 580 144

28 617 668

29 055 864

29 995 000

586 850

AOW tegemoetkoming

438 606

483 094

1 217 152

1 177 722

484 000

0

484 000

AOW uitvoeringskosten

131 221

118 945

107 632

123 934

127 433

132 775

– 5 342

               

Nominaal

0

0

0

0

0

506 333

– 506 333

               

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Anw (Algemene Nabestaandenwet)

Toelichting

De Anw biedt financiële ondersteuning aan mensen na het overlijden van hun partner of ouder(s).

De uitkeringslasten Anw laten een tegenvaller zien van bijna € 3 miljoen. Het budget is via de gebruikelijke loon- en prijsbijstelling verhoogd (€ 10 miljoen). Dit werd ten dele gecompenseerd doordat het gerealiseerde volume lager was dan verwacht (€ -7 miljoen).

De gerealiseerde uitvoeringskosten Anw zijn nagenoeg gelijk aan de begroting.

AOW uitkeringslasten en tegemoetkoming

De meeruitgaven van de uitkeringslasten AOW (€ 587 miljoen) komen grotendeels voort uit de indexatie van de uitkering. Daarnaast is de generieke korting op de AOW-partnertoeslag, die werd aangekondigd in de begroting voor 2011, ingegaan per 1 augustus in plaats van 1 januari 2011. Ook dit heeft tot meeruitgaven geleid. Voor de AOW tegemoetkoming waren in de begroting 2011 geen uitgaven geraamd, omdat deze zou worden afgeschaft per 1 januari 2011. Dit is uiteindelijk uitgesteld tot 1 juni 2011.

De uitvoeringskosten AOW zijn ruim € 5 miljoen lager uitgevallen dan begroot. Op basis van de tussentijdse realisatiecijfers van de SVB heeft een herschikking plaatsgevonden tussen de wetten en regelingen die de SVB uitvoert (zie ook de toelichting behorend bij de uitvoeringskosten AKW in tabel 50.1 in artikel 50). De herschikking leidt per saldo niet tot wijziging van de uitvoeringskosten SVB.

1 Zorgdragen dat inkomen op ten minste minimumniveau wordt verstrekt aan alleenstaande nabestaanden; tevens het verstrekken van een uitkering ten behoeve van wezen of halfwezen

Operationele doelstelling

Motivering

Om personen die geconfronteerd zijn met het overlijden van een partner of ouders en die vanwege leeftijd, de zorg voor een jong kind of arbeidsongeschiktheid niet (volledig) een eigen inkomen kunnen verwerven, te voorzien van een minimuminkomen en/of een compensatie.

Doelbereiking

Nabestaanden ontvangen een inkomensafhankelijke nabestaandenuitkering ter hoogte van 70% van het minimumloon. De nabestaande kan ook aanspraak maken op een halfwezenuikering van 20% van het minimumloon voor een halfwees van jonger dan 18 jaar die tot het huishouden behoort. Wezen kunnen aanspraak maken op een wezenuitkering. De wezenuitkering bedraagt een leeftijdsafhankelijk percentage van de nabestaandenuitkering. De halfwezen- en wezenuitkering zijn onafhankelijk van het inkomen. Naast de nabestaanden-, halfwezen-, of wezenuitkering ontvangen nabestaanden of wezen maandelijks een inkomensonafhankelijke tegemoetkoming. Deze tegemoetkoming bedroeg in 2011 € 15,61 per maand.

  • Uitkeringen op grond van de Anw;

  • Bijdrage uitvoeringskosten aan de SVB.

Instrumenten

Activiteiten

Activiteiten SZW:

  • Onderhouden van beleid en wet- en regelgeving;

  • Twee maal per jaar aanpassen van het niveau van de Anw in verband met wijzigingen van het minimumloon;

  • Aansturen van en toezicht houden op de SVB.

Activiteiten SVB:

  • Beoordelen van recht op een uitkering;

  • Verstrekken van uitkeringen;

  • Verwerken van mutatiemeldingen;

  • Handhaven van wet- en regelgeving.

  • Nabestaanden geboren voor 1950, nabestaanden met een kind onder de 18 jaar, nabestaanden die ten minste 45% arbeidsongeschikt zijn;

  • Verzorgers van halfwezen;

  • Wezen.

Doelgroepen

Realisatie meetbare gegevens

Het gebruik van prestatie-indicatoren heeft, naast het gebruik van kengetallen, geen toegevoegde waarde, omdat de Anw geen activerend karakter heeft. Er wordt dus niet gestuurd op in- en uitstroom.

Volume Anw

Het volume van de Anw nam in 2011 met ongeveer 8 000 uitkeringsjaren af. Deze daling is vrijwel geheel toe te schrijven aan het bereiken van de 65-jarige leeftijd van mensen met een nabestaandenuitkering. In 1996 zijn de toetredingsvoorwaarden van de Anw aangepast. Het Anw-bestand waarvan het uitkeringsrecht voor 1 juli 1996 is ontstaan loopt af. Een groot deel van de nabestaandenuitkeringen waarvan het recht na 1 juli 1996 is ontstaan behoort toe aan mensen die voor 1950 geboren zijn. Deze groep bereikt nu de leeftijd van 65.

Handhaving

Het nalevingsniveau van het melden van samenwonen onder Anw-ers ligt in 2011 op 95%. Dit cijfer is gebaseerd op een aselecte steekproef onder een beperkt aantal Anw-gerechtigden. Vanwege deze beperkte steekproefomvang is het niet mogelijk de naleving exact te meten. Als gevolg hiervan kan aan de daling van het nalevingsniveau van 2010 op 2011 geen conclusies verbonden worden. Het nalevingsniveau betreffende de plicht tot het melden van inkomsten is gebaseerd op een robuuster berekeningsmethode. Dit nalevingsniveau is de afgelopen jaren stabiel.

De bekendheid met de regels omtrent samenwonen en inkomen worden gemeten middels een enquête onder een steekproef van uitkeringsgerechtigden. De betrouwbaarheid van de uitkomsten kent daarom een bepaalde bandbreedte. De verschillen ten opzichte 2010 vallen binnen deze bandbreedte. De conclusie is dan ook dat de eerdergenoemde bekendheid met regels niet significant is gewijzigd. Ook het totale schadebedrag is de afgelopen jaren stabiel gebleven. Dit in tegenstelling tot het aantal onderzochte fraudesignalen, dat in 2011 duidelijk is afgenomen. De incassoratio is in 2011 weliswaar iets lager dan in de voorgaande jaren, maar bevindt zich met 90% nog altijd op een aanzienlijk hoog niveau.

Tabel 49.3 Kengetallen operationele doelstelling 1
 

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Nabestaanden uitkeringsjaren (x 1 000 uitkeringsjaren)1:

     

Volume: Ingang recht voor 1 juli 1996

27

23

20

– waarvan nabestaanden- en halfwezenuitkering

1

1

0,3

– waarvan alleen nabestaandenuitkering

26

22

19

Volume: Ingang recht na 1 juli 19961

63

61

56

– waarvan nabestaanden- en halfwezenuitkering

9

9

9

– waarvan alleen nabestaandenuitkering

40

37

33

– waarvan alleen halfwezenuitkering

14

14

14

       

Wezenuitkering1:

1

1

1

Totaal volume uitkeringsjaren (x 1 000 uitkeringsjaren)

92

85

77

Gemiddeld aantal uitkeringsgerechtigden (x 1 000 personen)

111

102

93

       

Handhaving: Nalevingsniveau melden samenwoning (%)2

98

99

95

       

Nalevingsniveau van opgave van inkomen uit arbeid (%)2

95

94

95

       

Bekendheid met regels samenwonen (%)1

92

85

89

Bekendheid met regels inkomen (%)1

95

94

93

Aantal onderzochte fraudesignalen1

1 117

967

666

Totaal schadebedrag fraude (x € 1 mln)1

2,9

2,5

3,0

Incassoratio (%)1

91

93

90

Bronnen:

1 SVB, Jaarverslag

2 SZW-berekeningen op basis van SVB-informatie en CBS-onderzoek

2 Zorgdragen dat een minimuminkomen wordt verstrekt aan personen van 65 jaar en ouder

Operationele doelstelling

Motivering

Om personen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt inkomensbescherming te bieden.

Doelbereiking

65-plussers ontvangen een uitkering gerelateerd aan het minimumloon. De hoogte ervan is afhankelijk van leefsituatie 50%, 70% of 90%. Onder bepaalde voorwaarden wordt bij een (vanwege een onvoldoende opbouw) gekort AOW-pensioen een aanvulling vanuit de algemene bijstand (AIO) verstrekt. Naast de AOW-uitkering ontvangt een AOW-er een maandelijkse inkomensonafhankelijke tegemoetkoming van bruto € 33,09. Sinds 1 juni 2011 geldt hierbij als voorwaarde dat de AOW-gerechtigde over tenminste 90% van het eigen inkomen belasting in Nederland betaald. AOW-gerechtigden met een partner die nog geen 65 is, hebben daarnaast recht op een inkomensafhankelijke toeslag van maximaal 50% van het minimumloon. De feitelijk hoogte hangt af van de eventuele inkomsten van de jongere partner. Sinds 1 augustus 2011 wordt deze toeslag met 10% gekort, tenzij het totale gezinsinkomen lager is dan circa € 30 000 bruto per jaar.

  • Ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW);

  • AOW-toeslag ten behoeve van de partner jonger dan 65 jaar aan personen die een ouderdomspensioen op grond van de AOW ontvangen;

  • Bijstandsuitkering aanvullend tot de bijstandsnorm op grond van de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO) indien geen toereikende middelen aanwezig zijn.

Instrumenten

Activiteiten

Activiteiten SZW:

  • Opstellen en onderhouden van beleid en wet- en regelgeving;

  • Tweemaal per jaar aanpassen van het niveau van de uitkeringen AOW en AIO aan de minimumloonontwikkeling;

  • Aansturen van en toezicht houden op de SVB.

Activiteiten SVB:

  • Beoordelen van recht op AOW;

  • Beoordelen van recht op AIO;

  • Verstrekken van uitkeringen;

  • Handhaven van wet- en regelgeving.

Doelgroepen

Personen van 65 jaar en ouder.

Realisatie meetbare gegevens

Het gebruik van prestatie-indicatoren heeft, naast het gebruik van kengetallen, geen toegevoegde waarde, omdat de AOW en de AIO geen activerend karakter hebben. Er wordt dus niet gestuurd op in- en uitstroom.

Volume AOW/AIO

Als gevolg van de vergrijzing is het volume AOW in 2011 zowel in uitkeringsjaren als personen gestegen. Om dezelfde reden is ook het aantal AIO-gerechtigden toegenomen.

Korting op de AOW-uitkering in verband met niet-verzekerde jaren

Zowel het aandeel personen met een onvolledige AOW-uitkering (18%) als het gemiddelde kortingspercentage (48%) was in 2011 gelijk aan 2010.

Handhaving

Het nalevingsniveau voor het melden van samenwonen is evenals voorgaande jaren 99%. De bekendheid met de regels omtrent samenwonen en inkomen worden gemeten middels een enquête onder een steekproef van uitkeringsgerechtigden. De betrouwbaarheid van de uitkomsten kent daarom een bepaalde bandbreedte. De verschillen ten opzichte 2010 vallen binnen deze bandbreedte. De conclusie is dan ook dat de eerdergenoemde bekendheid met regels niet significant is gewijzigd. Ook het aantal onderzochte fraudesignalen, het totale schadebedrag en de incassoratio zijn de afgelopen jaren stabiel gebleven.

Tabel 49.4 Kengetallen operationele doelstelling 2
 

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

AOW uitkeringsjaren (x 1 000):

     

70% uitkering (totaal)1

999

1 011

1 028

– waarvan partner < 65 jaar1

2

1

1

50% uitkering (totaal)1

1 543

1 598

1 669

– waarvan partner < 65 jaar1

246

254

266

       

Volume in aantal personen:

     

Volume AOW in aantal personen (x 1 000 personen)1

2 774

2 881

2 953

Volume AIO (WWB 65+; x 1 000 personen)2

35

37

41

       

Korting op de AOW-uitkering in verband met niet-verzekerde jaren:

     

Personen met een onvolledige AOW (% van totaal)1

17

18

18

Gemiddeld kortingspercentage (%)1

49

48

48

Bekendheid afschaffen partnertoeslag (%)3

19

33

28

       

Handhaving:

     

Nalevingsniveau melden samenwoning (%)4

99

99

99

Bekendheid met regels samenwonen (%)1

82

75

79

Bekendheid met regels inkomen (%)1

74

79

80

Aantal onderzochte fraudesignalen1

3 794

3 918

3 507

Totaal schadebedrag fraude (x € 1 mln)1

0,7

0,4

0,9

Incassoratio (%)1

95

95

95

Bronnen:

1 SVB, Jaarverslag

2 CBS, Bijstandsuitkeringenstatistiek

3 Intomart Gfk, Onderzoeksrapport Bekendheid afschaffing AOW-partnertoeslag.

4 SZW-berekeningen op basis van SVB-informatie.

3 Zorgdragen dat een aanvulling tot inkomen op minimumniveau wordt verstrekt aan zieke, arbeidsongeschikte en werkloze werknemers

Operationele doelstelling

Motivering

Om personen die een uitkering op grond van de WW, ZW, WAO, WIA, Wajong, IOW, Wet arbeid en zorg, Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Militairen (WAMIL) of loondoorbetaling in het tweede ziektejaar ontvangen, te voorzien van een minimuminkomen.

Doelbereiking

Zieke, arbeidsongeschikte en werkloze werknemers ontvangen een toeslag op hun loondervingsuitkering tot het minimunniveau als de betrokkene daar met het gezinsinkomen onder blijft.

Instrumenten

Toeslag op grond van de Toeslagenwet (TW).

Activiteiten

Activiteiten SZW:

  • Opstellen en onderhouden van beleid en wet- en regelgeving;

  • Tweemaal per jaar aanpassen van het niveau van de toeslag aan de minimumloonontwikkeling;

  • Aansturen van en toezicht houden op het UWV.

Activiteiten UWV:

  • Beoordelen van recht, hoogte en duur toeslag;

  • Verstrekken van uitkeringen.

Doelgroepen

Personen die – volgens de definitie van de TW – een loondervingsuitkering of loondoorbetaling ontvangen en per dag een inkomen hebben dat lager is dan het relevante sociaal minimum.

Realisatie meetbare gegevens

Er zijn geen indicatoren opgenomen. Recht op een toeslag op grond van de Toeslagenwet bestaat naast het recht op een loondervingsuitkering, waarvoor wel indicatoren bestaan.

Toeslagenwet

Het volume TW is in 2011 toegenomen ten opzichte van 2010. Dit komt voornamelijk door een toename van het volume van de moederwetten WAO/WIA, Wajong en de WW. De gemiddelde toeslag TW is vrijwel gelijk gebleven.

Handhaving

Terwijl het aantal geconstateerde overtredingen in 2011 vergelijkbaar is met voorgaande jaren, is het totale fraudebedrag duidelijk gedaald. Dit wijst erop dat ten opzichte van 2010 gemiddeld genomen kleinere fraudegevallen worden opgespoord. In tegenstelling tot voorgaande jaren heeft er in 2011 in bijna alle gevallen dat er een overtreding is geconstateerd afdoening plaatsgevonden.

Tabel 49.5 Kengetallen operationele doelstelling 3
 

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Toeslagenwet:

     

Gemiddeld jaarvolume TW (x 1 000 uitkeringsjaren)

175

182

185

Gemiddelde toeslag per jaar (x € 1)

2 132

2 302

2 297

       

Handhaving:

     

Aantal geconstateerde overtredingen (x 1000)

3

4

3

Totaal fraudebedrag TW (x € 1 mln)

8,4

9,3

5,2

Afdoeningspercentage

93,2

91,1

99,5

Bron: UWV, Jaarverslag

4 Zorgdragen voor adequate overige inkomensbescherming aan inwoners van Caribisch Nederland

Operationele doelstelling

Motivering

Om inwoners van Caribisch Nederland (de eilanden Bonaire, St. Eustatius en Saba), die de AOV-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, of om personen die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouders, een niveau van inkomensbescherming te bieden.

Doelbereiking

Inwoners van Caribisch Nederland die de AOV-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, of personen die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouders ontvangen inkomensbescherming.

Instrumenten

De regelingen van SZW voor Caribisch Nederland op het terrein van overige inkomensbescherming hebben betrekking op de Algemene Oudedagsvoorverzekering (AOV) en de Algemene weduwen- en wezenverzekering (AWW).

  • De AOV betreft een uitkering voor inwoners van Caribisch Nederland die de AOV-gerechtigde leeftijd hebben bereikt. Naast het ouderdomspensioen wordt op St. Eustatius en Saba een AOV-tegemoetkoming verstrekt die recht doet aan de prijsverschillen tussen de drie eilanden.

  • De AWW betreft een uitkering aan inwoners van Caribisch Nederland die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouders en (half)wezen.

De unit Sociale Zaken die is ondergebracht bij de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze regelingen op Caribisch Nederland.

Activiteiten

Activiteiten SZW:

  • Onderhouden van wet- en regelgeving;

  • Uitkeringsverzorging;

  • Toezicht en handhaving.

Doelgroepen

Uitkeringsgerechtigden op Caribisch Nederland (Bonaire, St. Eustatius en Saba).

Realisatie meetbare gegevens

Gegeven het geringe aantal gerechtigden zijn vooralsnog geen indicatoren geformuleerd. Bezien zal worden of dit in de toekomst wel opportuun is.

Overzicht afgeronde onderzoeken

Tabel 49.6 Overzicht afgeronde onderzoeken

Soort onderzoek

Onderwerp onderzoek

AD/OD

A. Start

B. Afgerond

Vindplaats

Evaluatieonderzoek ex ante

Geen

     

Beleidsdoorlichting

Geen

     
         

Effecten onderzoek ex post

Geen

     

Overig evaluatieonderzoek

Geen

     

Artikel

Licence