Algemene toelichting
Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders aangegeven. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen op duizenden euro’s, kunnen totaaltellingen niet aansluiten bij de som der delen.
Specifieke toelichting per saldibalanspost
1. Uitgaven ten laste van de begroting
Deze post bevat de nog niet met het Ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) verrekende begrotingsuitgaven 2013. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
2. Ontvangsten ten gunste van de begroting
Deze post betreft de nog niet met het Ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) verrekende begrotingsontvangsten 2013. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
3. Liquide middelen
De liquide middelen bestaan uit de saldi op bank- en girorekeningen en bij de kasbeheerders aanwezige kasgelden.
4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Er zijn drie rekening-courantverhoudingen nl. Geïntegreerd Middelen Beheer, het Partieel Schatkistbankieren en het Agentschap. De bedragen zijn per 31 december 2013 in overeenstemming met de opgaven van de Rijkshoofdboekhouding.
6. Uitgaven buiten begrotingsverband (=intra-comptabele vorderingen)
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2013 | Ultimo 2012 | |
---|---|---|
Te realiseren (dis)agio | – 3.258.245 | – 3.285.671 |
Vooruitbetaalde rente onderhandse leningen | 246 | 274 |
Te ontvangen rente swaps | 4.594.586 | 4.998.669 |
Vooruitbetaalde disconto | 4.393 | – 2.336 |
Te ontvangen rente vlottende schuld | 77.981 | 78.526 |
CO2-veiling | 0 | 0 |
Te ontvangen rente m.b.t. GMB | 129.925 | 256.153 |
Totaal | 1.548.886 | 2.045.615 |
7. Ontvangsten buiten begrotingsverband (=intra-comptabele schulden)
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2013 | Ultimo 2012 | |
---|---|---|
Te betalen rente onderhandse leningen | 33.207 | 46.726 |
Te betalen rente openbare schuld | 6.356.747 | 6.415.291 |
Te betalen rente swaps | 4.500.933 | 4.870.871 |
Te betalen rente vlottende schuld | 20.552 | 18.833 |
Derden van het Agentschap | 10.750.890 | 14.545.709 |
Te betalen rente m.b.t. GMB | 18.413 | 15.251 |
Totaal | 21.680.742 | 25.912.681 |
8. Kas-transverschillen
Op deze rekening zijn de bedragen opgenomen welke zijn verantwoord in de uitgaven en ontvangsten, maar nog niet daadwerkelijk in de kas zijn uitgegeven en ontvangen.
De begrotingsuitgaven en ontvangsten worden sinds 2002 niet op kas-, maar op transactiebasis verantwoord.
10. Extra-comptabele vorderingen
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2013 | Ultimo 2012 | |
---|---|---|
Callgeldleningen u/g | 0 | 0 |
Extra-comptabele vorderingen | 0 | 0 |
Loans | 3.750.000 | 3.750.000 |
Overige | 0 | 0 |
Sell/Buy Back transtransacties | 0 | 0 |
Verstrekte leningen Agentschappen | 7.255.227 | 7.888.269 |
Verstrekte leningen RWT’s en derden | 5.139.556 | 5.618.680 |
Totaal | 16.144.783 | 17.256.949 |
Instellingen die deelnemen aan het geïntegreerd middelenbeheer kunnen lenen. De afgesloten leningen zijn vorderingen van de Staat op de deelnemers. De vorderingen bedragen ultimo 2013 € 12,3 mld. Aan de Agentschappen is € 7,3 mld. uitgeleend, een daling van € 0,6 mld. ten opzichte van de stand ultimo 2012. Aan Rechtpersonen met wettelijke taak en derden is € 5,1 mld. uitgeleend, een daling van € 0,5 mld. ten opzichte van 2012. De gewogen gemiddelde looptijd van de leningen bedraagt bij de Agentschappen circa 9,9 jaar en bij Rechtpersonen met wettelijke taak circa 15,3 jaar.
Opeisbaarheid van de vorderingen
Het volgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de extra-comptabele vorderingen.
Opeisbaarheid | Bedrag |
---|---|
Direct opeisbare vorderingen | 0 |
Op termijn opeisbare vorderingen | 16.144.783 |
Totaal | 16.144.783 |
11. Extra-comptabele schulden
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2013 | Ultimo 2012 | |
---|---|---|
Vaste schuld | ||
– Staatsschuld | 323.188.435 | 300.154.975 |
Vlottende schuld | ||
– Dutch Treasury Certificates | 24.880.000 | 20.550.000 |
– Callgeldleningen o/g | 4.250.000 | 4.921.517 |
– Sell/Buy Back transacties | 376.835 | 759.104 |
– European Commercial Paper (ECP) | 1.206.390 | 12.426.048 |
– Onderhands Floating Rate Note (FRN) | 3.000.000 | 3.000.000 |
– RC Agentschappen | 1.622.476 | 1.774.808 |
– RC RWT’s en derden | 2.509.679 | 3.251.556 |
– RC Decentrale Overheden | 4.070.986 | |
– RC Sociale Fondsen | – 21.807.970 | – 15.348.820 |
Overige schuld | ||
– Deposito’s Agentschappen | 92.600 | 84.000 |
– Deposito’s RWT’s en derden | 2.064.918 | 2.449.021 |
– Deposito’s Decentrale Overheden | 2.568.205 | |
Totaal | 348.022.554 | 334.022.209 |
De extra-comptabele schulden hebben betrekking op in het verleden binnen begrotingsverband geboekte ontvangsten, waarvan op termijn nog verrekening met derden zal plaatsvinden. Deze post betreft voornamelijk de vaste staatsschuld (€ 323,2 mld.) en vlottende staatsschuld (€ 33,7 mld.) en daarnaast bevatten de extra-comptabele schulden ook de schulden die betrekking hebben op de verhoudingen tussen de RHB en de deelnemers aan geïntegreerd middelenbeheer.
In 2013 is vanwege de start van het verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden een nieuwe categorie «decentrale overheden» aangemaakt. Een aantal decentrale overheden deed in 2012 al vrijwillig mee aan schatkistbankieren. Deze werden in het jaarverslag 2012 meegeteld onder RWT’s en derden.
De rekening-courant tegoeden vallen onder de vlottende schuld omdat ze direct opvraagbaar zijn.
Instellingen kunnen ook deposito’s plaatsen. Hierdoor ontstaat een schuld van de Staat aan de deelnemers. De deposito’s zijn voor het overgrote deel kortlopend. Het zijn vooral de Rechtpersonen met wettelijke taak die deposito’s hebben uitstaan. De Agentschappen hadden op 31 december € 0,09 mld. uitstaan. Rechtpersonen met wettelijke taak € 2,1 mld. en decentrale overheden € 2,6 mld. De gewogen gemiddelde looptijd bij de Agentschappen was circa 1,4 jaar. Bij de Rechtpersonen met wettelijke taak bedroeg de gemiddelde looptijd circa 0,7 jaar en bij decentrale overheden 4,7 jaar.
Sociale Fondsen
De saldi van de sociale fondsen lopen sterk uiteen hetgeen met name toe te schrijven is aan de mate van onderdekking en overdekking van de desbetreffende premies. Het saldo van UWV bedraagt € 5,2 mld. negatief, het saldo van SVB € 2,7 mld. positief en het saldo van CVZ € 19,3 mld. negatief. Gecumuleerd levert dit het saldo van € 21,8 mld. negatief op. Dit is een daling van € 6,5 mld. ten opzichte van eind 2012. In de begroting 2013 werd echter nog uitgegaan van een daling rond de € 6,9 mld., dus de daling is minder sterk dan eerder geraamd.
Voor een specificatie naar uitgiftejaar van de stand van de vaste schuld per 31 december 2013 wordt verwezen naar het onderstaande overzicht.
Jaar van uitgifte | Openbaar | Onderhands | Totaal |
---|---|---|---|
Vóór 1991 | 22,7 | 43,9 | 66,6 |
1991 | 0 | 87,7 | 87,7 |
1992 | 0 | 405,7 | 405,7 |
1993 | 9.806,5 | 8,8 | 9.815,3 |
1994 | 0 | 48,0 | 48,0 |
1995 | 0 | 54,4 | 54,4 |
1996 / 1997 | 0 | 0 | 0 |
1998 | 13.028,8 | 19,5 | 13.048,3 |
1999 / 2000 / 2001 / 2002 / 2003 | 0 | 0 | 0,0 |
2004 | 16.348,8 | 0 | 16.348,8 |
2005 | 28.297,2 | 0 | 28.297,2 |
2006 | 17.574,5 | 0 | 17.574,5 |
2007 | 14.655,0 | 0 | 14.655,0 |
2008 | 15.081,0 | 0 | 15.081,0 |
2009 | 29.545,3 | 0 | 29.545,3 |
2010 | 29.490,5 | 827,22 | 30.317,7 |
2011 | 47.811,9 | 0 | 47.811,9 |
2012 | 61.082,8 | 0 | 61.082,8 |
2013 | 38.948,2 | 0 | 38.948,2 |
Totaal3 | 321.693,2 | 1.495,2 | 323.188,4 |
Jaar van eerste uitgifte betekent dat ingeval van een heropening van een lening, het bedrag wordt opgenomen bij het oorspronkelijke jaar van eerste uitgifte van de (heropende) lening.