Base description which applies to whole site

III Toelichting op de saldibalans per 31 december 2013

1 Uitgaven ten laste van de begroting (debet 8.597.828 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Uitgaven ten laste van de begroting

8.597.828

7.872.422

Onder deze post zijn de gerealiseerde uitgaven op de begroting van BZ in het jaar 2013 opgenomen. Splitsing van de uitgaven heeft plaatsgevonden o.b.v. de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk.

Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën. Het verschil tussen de werkelijke uitgaven en de realisatie volgens de departementale jaarrekening 2013 wordt veroorzaakt door de in deze rekening gehanteerde afrondingsregels.

2 Ontvangsten ten gunste van de begroting (credit 758.600 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Ontvangsten ten gunste van de begroting

758.600

709.197

Onder deze post zijn de gerealiseerde ontvangsten in het jaar 2013 opgenomen. Splitsing van de ontvangsten heeft plaatsgevonden o.b.v. de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.

3 Liquide middelen (debet 46.862 x EUR 1.000)

De liquide middelen omvatten girale en chartale gelden, alsmede gelden onderweg en hebben betrekking op het Departement en de Vertegenwoordigingen in het buitenland. Het treasury beleid is er, met betrekking tot de gelden van Hoofdstuk V van de Rijksbegroting, op gericht te komen tot een optimale beheersing van de geldomvang en een kostenminimalisatie ten aanzien van bankkosten en rente derving. Hierbij spelen aspecten als liquiditeitenbeheer, valutarisicobeheer, debiteuren- en crediteurenbeheer een grote rol.

Omdat de administratie en de liquide middelen stroom voor beide begrotingen via één administratief systeem verlopen is er voor gekozen alle lopende rekeningen op te nemen op de balans van BZ en het saldo van de uitgaven met betrekking tot BH&OS achteraf middels een intern verrekenstuk tussen de RHB rekeningen van BZ en BH&OS te verrekenen.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

3.1 Kassaldi

3.220

3.923

3.2 Banksaldi

47.639

31.411

3.3 Gelden onderweg

– 3.997

– 844

Totaal

46.862

34.490

3.1 Kassaldi (debet 3.220 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Reguliere kassaldi

1.297

1.718

Noodreserve posten

1.923

2.205

Totaal

3.220

3.923

Uit oogpunt van een adequaat liquiditeitenbeheer wordt ernaar gestreefd de hoogte van de kassaldi zoveel mogelijk te beperken en kasbetalingen te beperken. Naast de normale kassaldi worden op 38 Vertegenwoordigingen contanten in voorraad gehouden in verband met eventuele calamiteiten.

Enkele Vertegenwoordigingen worden regelmatig voorzien van contanten, omdat giraal bankverkeer niet mogelijk is. Het merendeel van de kassaldi wordt in vreemde valuta aangehouden.

3.2 Banksaldi (debet 47.639 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Banksaldo

47.639

31.411

Van het in het buitenland aanwezige banksaldo stond een bedrag van EUR 15,0 mln uit in EUR 9,2 mln in USD en 23,4 mln in overige vreemde valuta.

De substantiële stijging ten opzichte van vorig jaar is deels te wijten aan geplande terug stortingen die op de valreep niet gerealiseerd konden worden, de reservering voor een aantal betalingen in transit en de opening van een nieuwe rekening ten behoeve van de bankgarantie voor The Arctic Sunrise (EUR 3,6 mln).

3.3 Gelden onderweg (credit 3.997 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Kruisposten

424

30

Betalingsopdrachten Vertegenwoordigingen

– 821

– 874

Bankgaranties

– 3.600

0

Totaal

– 3.997

– 844

Betalingsopdrachten Vertegenwoordigingen betreft uitgegeven cheques die per 31 december nog niet zijn afgeschreven van de bankrekeningen van de Vertegenwoordigingen. De stijging in de kruisposten wordt veroorzaakt door twee overschrijvingen die niet meer in 2013 verwerkt konden worden.

De bankgarantie heeft betrekking op het dossier van de Arctic Sunrise. Voor dit bedrag staat ook een tegoed bij de RHB open.

4a Rekening-courant RHB (credit 7.875.071 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Rekening-courant RHB

7.874.617

10.049.729

Te verrekenen tussen BZ en BH&OS

– 19.285

– 2.850.101

Totaal

7.894.442

7.199.630

Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Het verschuldigde saldo op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is in overeenstemming met de opgave van de RHB.

Door de splitsing van de balans tussen BH&OS en BZ is er een te verrekenen bedrag tussen de twee balansen noodzakelijk om evenwicht te creëren. Gedurende het jaar wordt er per maand achteraf een verrekening gemaakt tussen de RHB rekening BH&OS en BZ. Omdat dit alleen achteraf plaats kan vinden zal er per eindejaar altijd een nog te verrekenen bedrag overblijven.

Deze verrekening vond in 2012 nog niet plaats vandaar het relatief hoge te verrekenen bedrag voor vorig boekjaar. Het nog te verrekenen bedrag voor 2013 zal meegenomen worden in de eerste verrekening van 2014.

4 Rekening-courant RHB (begrotingsreserve) (debet 135.083 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Begrotingsreserve FOM

102.083

0

Begrotingsreserve FEB

33.000

0

Totaal

135.083

0

De begrotingsreserves komen in zijn geheel tot uitdrukking op de balans van BZ. Voor toelichting zie hoofdstuk 5.

5 Begrotingsreserve (credit 135.083 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Begrotingsreserve FOM

102.083

0

Begrotingsreserve FEB

33.000

0

Totaal

135.083

0

Met de Faciliteit Opkomende Markten (FOM) stimuleert BH&OS investeringen van Nederlandse ondernemingen in opkomende markten door het verstrekken van een garantie aan de Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) voor (middel)lange termijnfinancieringen aan lokale dochterondernemingen of joint-ventures van Nederlandse bedrijven.

Voor de FOM wordt bij de Rijkshoofdboekhouding een begrotingsreserve aangehouden. Op deze begrotingsreserve worden de aan de Staat verschuldigde provisies en door de Staat ontvangen bedragen (o.a. recuperaties op uitbetaalde schades) gestort. Daarnaast worden de door het Rijk verschuldigde bedragen (schades) onttrokken aan de reserve.

Als gevolg van het economische klimaat waren de schadedeclaraties in de jaren 2008–2012 hoger dan de ontvangsten uit premies. Hierdoor is de begrotingsreserve voor de FOM afgenomen van EUR 115 mln in 2008 tot EUR 90 mln eind 2012. Dit heeft een negatief effect op de borgstellingsruimte, omdat het plafond gekoppeld is aan de hoogte van de reserve. De verhouding tussen de reservering en de borgstellingsruimte is 1:2. De borgstellingsruimte is dus afgenomen van EUR 230 mln in 2008 tot EUR 180 mln eind 2012. Daarom is in 2013 EUR 11,9 mln gestort in de begrotingsreserve.

De FEB reserve is gevormd bij de overgang van het instrument SENO/GOM naar het Ministerie van financiën waar dit instrument onderdeel is geworden van de reguliere EKV. De toenmalig bestaande reserve t.b.v. «SENO/GOM» is voor het grootste deel meeverhuisd naar het Ministerie van financiën. Een gedeelte van 40 mln. is achtergebleven bij EZ ter financiering van het instrument Pachage4Growth. Sinds de vorming van de reserve is er EUR 7 mln opgenomen waardoor de begrotingsreserve nu een saldo van EUR 33 mln vertoont. In 2013 hebben er zich geen mutatie voorgedaan in de reserve.

Per 1 januari 2013 bedroegen de begrotingsreserves van de FOM (EUR 90 mln) en FEB (EUR 33 mln).

Hoewel beleidsmatig het instrument begrotingsreserve toe te rekenen valt onder de BH&OS begroting is er wel voor gekozen deze op te nemen op BZ balans omdat het hier enkel de liquide middelen van de begrotingsreserve betreft.

6 Intra-comptabele vorderingen (debet 42.492 x EUR 1.000)

Onder deze post zijn de vorderingen opgenomen, die zijn ontstaan als gevolg van uitgaven ten behoeve van derden.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

6.1 Ministeries

12.886

10.127

6.2 Persoonlijke rekeningen

502

461

6.3 Externe debiteuren

25.986

2.686

6.4 Overige vorderingen

3.118

2.709

Totaal

42.492

15.983

Alle intra-comptabele vorderingen worden verantwoord op de balans van BZ. Voor toelichting op stijging 6.3 zie hoofdstuk 7 inzake schuld ICC-lening.

Onderstaand overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intra-comptabele vorderingen en de ouderdom.

Specificatie x 1.000 EUR

Totaal

2013

2012

2011

2010 en ouder

Direct opeisbaar ministeries

12.886

11.950

636

300

0

Direct opeisbaar persoonlijke rekeningen

259

228

4

25

2

Direct opeisbaar externe debiteuren

5.441

3.926

96

37

1.382

Direct opeisbaar overige vorderingen

3.066

2.742

222

51

51

Totaal direct opeisbare vorderingen

21.652

18.846

958

413

1.435

Op termijn opeisbare vorderingen

20.545

       

Geconditioneerde vorderingen

295

       

Totaal

42.492

       

Het oude saldo op de direct opeisbare externe debiteuren heeft voor het overgrote deel betrekking op één debiteur. Analyse heeft in 2013 plaatsgevonden en zal begin 2014 worden afgewikkeld.

6.1 Ministeries (debet 12.886 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Ingevorderd

10.640

8.767

In te vorderen

2.246

1.360

Totaal

12.886

10.127

Het ingevorderde bedrag kent de volgende onderverdeling per crediteur:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Economische Zaken

5.017

3.971

Defensie

3.503

2.680

V&J

845

966

I&M

251

464

BZK

359

312

Financiën

278

182

Overige

387

192

Totaal

10.640

8.767

Het in te vorderen bedrag per ministerie is als volgt verdeeld:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Economische Zaken

1.198

624

Defensie

681

434

V&J

139

86

I&M

87

44

Financiën

14

82

Overige

127

90

Totaal

2.246

1.360

6.3 Externe debiteuren (debet 25.986 x EUR 1.000)

Deze categorie vorderingen heeft betrekking op derden zoals particulieren, bedrijven en dergelijke. Het betreft onder meer vorderingen die ontstaan zijn met betrekking tot uitgaven in het kader van dienstverlening. Deze vorderingen ontstaan zowel op het Departement als op de Vertegenwoordigingen in het buitenland.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

In te vorderen ICC

20.520

19

In te vorderen overige externe crediteuren

3.541

603

Ingevorderd

1.925

2.064

Totaal

25.986

2.686

Een toelichting op de stijging van de vordering van het ICC treft u onder hoofdstuk 7. De stijging in de overige externe debiteuren is het gevolg van één grote vordering die eind 2013 is opgevoerd.

Onder deze categorie worden vorderingen opgenomen die niet in de overige categorieën vallen. Hieronder vallen ook vorderingen ontstaan naar aanleiding van een uitgave, die ter plaatse op de Vertegenwoordiging verrekend wordt.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Te vorderen BTW

2.435

1.992

Ter plaatse te verrekenen uitgaven buitenland

0

391

Diverse vorderingen

683

326

Totaal

3.118

2.709

7 Intra-comptabele schulden (credit 34.140 x EUR 1.000)

Hieronder vallen schulden ontstaan door ontvangsten en inhoudingen die met derden verrekend zullen worden.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Nog af te dragen loonheffing en premies

8.827

8.587

Af te lossen ICC-lening

20.500

0

Ter plaatse te verrekenen

757

719

Silent partnerships

2.379

3.818

Diverse overige schulden

1.677

944

Totaal

34.140

14.068

De stijging van «Af te lossen ICC-lening» is gelijk aan de toename van de vorderingen op de externe debiteuren. Het feit dat het ICC een deel van de lening heeft opgenomen veroorzaakt enerzijds een toename van de vordering op het ICC en anderzijds een schuld aan het Ministerie van Financiën.

In 2013 heeft het ICC voor het eerst gebruik gemaakt van het bouwdepot van EUR 200 mln dat beschikbaar is gesteld voor de nieuwbouw. In totaal heeft het ICC in 2013 voor een bedrag van EUR 20,5 mln aan trekkingen verricht. Aflossing vangt aan uiterlijk direct na gereedkoming van de nieuwbouw Strafhof.

Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intra-comptabele schulden en de ouderdom.

Specificatie x 1.000 EUR

Totaal

2013

2012

2011

en ouder

Direct opeisbare schulden

34.140

30.564

3.543

33

10 Extra-comptabele vorderingen (debet 16.707 x EUR 1.000)

Dit betreffen vorderingen die reeds ten laste van de begroting zijn gebracht en extra-comptabel worden bewaakt. Deze vorderingen hebben vaak een langdurig karakter.

Afhankelijk van de begroting waarop het teruggevorderde bedrag betrekking heeft wordt de vordering toegewezen aan de balans van BZ of BH&OS.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Diverse extra-comptabele vorderingen

16.707

19.738

Totaal

16.707

19.738

Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de extra-comptabele vorderingen en de ouderdom.

Specificatie x 1.000 EUR

Totaal

2013

2012

2011

2010

en ouder

Op termijn opeisbaar overige vorderingen

1.084

0

0

0

1.084

Direct opeisbaar overige vorderingen

11.685

10.739

600

9

337

Geconditioneerde vorderingen

3.938

       

Totaal

16.707

       

Diverse extra-comptabele vorderingen

De post diverse extra-comptabele vorderingen bestaat uit:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Ingevorderde voorschotten

7.741

8.312

Vorderingen RSS

1.084

1.211

(Huur) Waarborgsommen

2.674

2.933

Buiteninvordering gestelde vorderingen

977

92

Invorderingen m.b.t. lokaal personeel

287

4.986

Overige

3.944

2.204

Totaal

16.707

19.738

11 Extra-comptabele schulden (credit 174 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Diverse extracomptabele schulden

174

330

De extracomptabele schuld bestaat uit het te verrekenen bedrag uit de reis en vertaalenveloppe van het EU Raadsbudget en worden in zijn geheel verantwoord op de balans van BZ.

12 Extra-comptabele voorschotten (debet 301.221 x EUR 1.000)

Dit betreffen nog openstaande voorschotten, waarvan de uitgaven reeds ten laste van de begroting zijn gebracht. Afwikkeling vindt plaats op basis van ontvangen verantwoordingen. Afhankelijk van de begroting waarop het voorschot is verstrekt wordt het voorschot op de BZ of de BH&OS balans verantwoord.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Voorschotten

278.296

345.194

Voorschot loonheffing lokale krachten

16.370

8.300

Voorschot Loyalis

2.088

2.495

Aanloopvoorschotten

4.467

4.811

Totaal

301.221

360.800

Ouderdomsanalyse (x 1.000 EUR)

31 december 2013

31 december 2012

Verstrekt in 2003

0

804

Verstrekt in 2004

2.627

3.654

Verstrekt in 2005

0

0

Verstrekt in 2006

0

0

Verstrekt in 2007

0

0

Verstrekt in 2008

0

11.628

Verstrekt in 2009

2.289

16.779

Verstrekt in 2010

9.792

29.690

Verstrekt in 2011

18.760

56.862

Verstrekt in 2012

93.714

241.383

Verstrekt in 2013

174.039

 

Totaal

301.221

360.800

De opbouw van stand per ultimo 2012 naar ultimo 2013 is als volgt:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Openingsbalans

360.800

268.703

Bij: Verstrekte voorschotten

190.590

252.088

Af: Verantwoorde voorschotten

243.703

181.562

Bij: Herwaardering naar nieuwe corporate rate

– 6.466

21.571

Eindbalans

301.221

360.800

Ten opzichte van 2012 zijn er aanzienlijk minder voorschotten verstrekt en zijn er relatief veel voorschotten verantwoord.

Herwaardering vindt plaats op de open voorschotten in vreemde valuta. Van het openstaande voorschotsaldo staat 182 mln uit in Euro en EUR 119 mln in vreemde valuta. Het overgrote deel van de voorschotten in vreemde valuta staat uit in USD (EUR 102 mln).

14 Openstaande verplichtingen (credit 982.496 x EUR 1.000)

Opbouw openstaande verplichtingen:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2013

31 december 2012

Openingsbalans

1.175.646

1.244.783

Bij: Aangegane verplichtingen 1

8.404.679

7.803.284

Af: Tot betaling gekomen verplichtingen 2

8.597.829

7.872.421

Eindbalans

982.496

1.175.646

1

Bij de rapportage van de openstaande verplichtingen 2012 zijn de mutaties in de garantieverplichtingen ten onrechte meegenomen. In dit saldo is die correctie verwerkt.

2

idem

Met ingang van boekjaar 2003 wordt in de verplichtingenstroom ook de bijstelling op de verplichtingen aangegaan in voorgaande boekjaren meegeteld. In verslagjaren voor 2003 werd dit type bijstelling apart in de toelichting op de saldibalans gepresenteerd als «negatieve bijstelling».

Conform deze toelichting worden de negatieve bijstellingen niet separaat in de toelichting op de saldibalans weergegeven. Overigens worden omvangrijke negatieve bijstellingen op de verplichtingen wel toegelicht bij de financiële toelichting van het beleidsartikel waar de negatieve bijstelling betrekking op heeft.

Niet uit de saldibalans blijkende verplichtingen

Convenant Ministerie van Defensie:

  • In 2009 is een convenant getekend voor een periode van drie jaar met het Ministerie van Defensie inzake de inzet van KMAR bij de beveiliging van Nederlandse vertegenwoordigingen met een hoog risico op veiligheid. Het Convenant wordt ieder jaar stilzwijgend verlengd, tenzij één van de partijen schriftelijk het stilzwijgen doorbreekt.

Licence