Hieronder volgen de belangrijkste financiële ontwikkelingen op hoofdlijnen per beleidsartikel. Een gedetailleerd overzicht treft u aan in de daarop volgende financiële toelichting per beleidsartikel.
Realisatie 2012 | Ontwerpbegroting 2013 | Realisatie 2013 | Verschil realisatie – OB | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | Een sterke internationale concurrentiepositie | 89 | 87 | – 2 | |
2 | Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten | 6 | 5 | 0 | – 5 |
3 | Grote veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur | 511 | 516 | 527 | 11 |
4 | Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede | 846 | 922 | 929 | 7 |
5 | Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling | 1.132 | 1.100 | 1.115 | 15 |
6 | Beter beschermd en verbeterd milieu | 362 | 398 | 326 | – 72 |
7 | Regulering van personenverkeer | 14 | 9 | 8 | – 1 |
8 | Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland | 31 | 29 | 25 | – 4 |
Toaal Begroting BHOS | 2.902 | 3.068 | 3.018 | – 50 |
1. Een sterke internationale concurrentiepositie
De hogere realisatie komt in grote mate door een betaling van EUR 11 mln ten gunste van de Faciliteit Opkomende Markten (FOM). Dit wordt gecompenseerd met lagere uitgaven voor Package4Growth non-ODA en het Finance International Business.
2. Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten
De lagere realisatie wordt verklaard doordat de bijdrage aan de International Labour Organization reeds in 2012 is voldaan. Hierdoor is in 2013 geen betaling meer gedaan.
3. Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur
De hogere realisatie is in grote mate het gevolg van extra noodhulp aan Syrië, de Filipijnen en de Centraal Afrikaanse Republiek, evenals een eenmalige verhoging van de algemene vrijwillige bijdrage aan de UNHCR. Daartegenover staat een lagere uitgave in Afghanistan en Zuid-Soedan binnen het thema wederopbouw.
4. Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede
Binnen artikel 4 is de realisatie van uitgaven aan voedselzekerheid, met name de landenprogramma’s, en effectief armoedebeleid hoger dan verwacht, wat wordt gecompenseerd met lagere realisatie aan private sector ontwikkeling. De realisatie valt hoger uit als gevolg van het parkeerkarakter van dit artikel (in de begroting was de negatieve BNP-aanpassing op dit artikel geparkeerd; in de realisatie valt deze weg), waarbij wijzingen in het totale ODA-budget op dit artikel worden opgevangen. Daartegenover staat een lagere realisatie door het schrappen van algemene begrotingssteun aan Mali en het opschorten van sectordoorsnijdende programma’s voor Suriname. De lagere realisatie binnen subartikel private sector ontwikkeling is voornamelijk het gevolg van lagere bijdrage aan ORET-ORIO door de lagere liquiditeitsbehoefte.
5. Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling
De hogere realisatie is in belangrijke mate het gevolg van de eenmalige bijdrage aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT). Zoals gemeld in de Decemberbrief 2013 is EUR 28 mln ter beschikking gesteld aan het KIT in het kader van de beëindiging van de subsidie en de transitie naar een zelfstandig voort te zetten organisatie. Daarnaast is de overschrijding veroorzaakt door een hogere liquiditeitsbehoefte bij de SRGR-landenprogramma’s in Bangladesh en Ethiopië. De betaling voor het SRGR-fonds zijn tevens naar voren gehaald om de budgettaire druk op 2014 te verlichten. Dit wordt gecompenseerd met een lagere realisatie op het onderwijs-landenprogramma in Zambia als gevolg van een vertraging van het National Implementation Framework (NIF III). Ook de uitgaven aan landenprogramma’s op het thema gezondheidszorg vallen lager uit in verband met sluiting van de post in Ouagadougou en betalingen die reeds in 2012 zijn gedaan in Dar Es Salaam. Daarnaast zijn de bijdragen NUFFIC, Global Alliance for Vaccines and Immunisation (GAVI) en het Health Insurance Fund (HIF) lager dan geraamd.
6. Beter beschermd en verbeterd milieu
Op zowel het thema milieu als water is de realisatie lager uitgevallen dan voorzien. Dit is het gevolg van vertraging in de uitvoering van een aantal landenprogramma’s voor beide thema’s. Daarnaast is er vertraging opgetreden in de uitvoering van het door FMO beheerde Access to Energy Fund en het Scaling up renewable energy programming (SREP) van de Wereldbank.
7. Regulering van personenverkeer
Op het onderdeel migratie en ontwikkeling is een lagere realisatie doordat er nog geen co-financieringsovereenkomsten voor drie projecten kon worden aangegaan, omdat de contracten tussen de Europese Commissie en de uitvoerders eind 2013 nog niet rond waren. Het betreft de projecten regional protection and development program Middel East, Silk routes project, phase II, en het mobiliteitspartnerschap met Marokko.
8. Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland
De lagere realisatie op dit onderdeel is in belangrijke mate het gevolg van een vervroegde betaling aan de UNESCO. Deze bijdrage is reeds in 2012 uitgevoerd, waardoor in 2013 geen betaling is gedaan.