Artikel
Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2013 | 2013 | ||
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | – 818 | 818 | |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||||||
Totale uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | – 818 | 818 | |
• | Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
• | Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
• | Nader te verdelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | – 818 | 818 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de instrumenten
Het doel van dit artikel is het tijdelijk boeken van sectoroverstijgende middelen of taakstellingen. Zodra een exacte verdeling over de betrokken beleidsartikelen bekend is, worden de middelen of taakstellingen naar de desbetreffende artikelen overgeboekt. Op dit artikel worden dus geen feitelijke uitgaven verantwoord. Dat is ook de reden dat de realisatie in bovenstaande tabel volledig op nul eindigt.
Hieronder worden de artikelonderdelen nader toegelicht. Daarmee wordt inzicht gegeven in de mutaties die via dit artikel gelopen zijn.
Loonbijstelling
Artikel | Omschrijving | Toegevoegd | Uitgedeeld naar | Verschil |
---|---|---|---|---|
91 | Loonbijstelling tranche 2013 | 41.424 | ||
1 | Primair onderwijs | – 14.401 | ||
3 | Voortgezet onderwijs | – 9.921 | ||
4 | Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | – 3.794 | ||
6 | Hoger beroepsonderwijs | – 3.005 | ||
7 | Wetenschappelijk onderwijs | – 6.873 | ||
9 | Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid | – 681 | ||
11, 12, 13 | Studiefinanciering, WTOS en lesgelden | – 98 | ||
14 | Cultuur | – 1.433 | ||
16 | Onderzoek en wetenschapsbeleid | – 949 | ||
8, 15, 25, 95 | Overig | – 269 | ||
Totaal | 41.424 | – 41.424 | 0 |
Toelichting:
De loonbijstelling tranche 2013 (€ 41,4 miljoen) is in de 1e suppletoire begroting 2013 toegevoegd en doorverdeeld naar de verschillende beleidsartikelen. Omdat in het Regeerakkoord is besloten om een nullijn te hanteren voor de lonen in 2013, bevat de loonbijstellingstranche 2013 geen vergoeding voor contractloonstijging, maar alleen voor de ontwikkeling in de sociale werkgeverslasten.
Nader te verdelen
Toegevoegd | Uitgedeeld | Verschil | |
---|---|---|---|
Eindejaarsmarge 2012/2013 | 227.064 | ||
Budget frictiekosten | 47.296 | ||
Overlopende verplichtingen | – 75.396 | ||
Wettelijk verplichte prijsbijstelling | – 67.833 | ||
Nationaal onderwijsakkoord (NOA) | – 112.075 | ||
Motie ruimtevaart | – 15.000 | ||
Overig | – 3.238 | ||
Totaal | 274.360 | – 273.542 | 818 |
Toelichting:
In 2013 is er in totaal € 274,4 miljoen toegevoegd aan dit artikelonderdeel. Het betreft:
-
• de toevoeging van de middelen die in 2012 niet tot besteding zijn gekomen en die via de eindejaarsmarge zijn doorgeschoven naar 2013 (€ 227,1 miljoen); en
-
• een bedrag van € 47,3 miljoen dat in 2012 uit de OCW-brede onderuitputting is toegevoegd aan het Cultuurbudget, om de frictiekosten voor culturele instellingen versneld te kunnen betalen. In 2013 is dit bedrag weer toegevoegd aan artikel 91.
Deze middelen zijn in 2013 ingezet ter dekking van:
-
• overlopende verplichtingen uit 2012 die in 2013 alsnog tot betaling zijn gekomen (€ 75,4 miljoen);
-
• de wettelijk verplichte prijsbijstelling voor het jaar 2013 (€ 67,8 miljoen);
-
• additionele middelen uit het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) om in het primair en voortgezet onderwijs de instellingen in de gelegenheid te stellen jonge leraren in dienst te houden en te nemen (€ 112,1 miljoen);
-
• de incidentele bijdrage van € 15,0 miljoen van OCW aan de extra impuls voor ESA-programma’s (zie de Kamerbrief over de motie Koolmees/Van Hijum over het ruimtevaartbudget).
De post overig bestaat onder meer uit de kosten van de tijdelijke regeling voor artiesten en musici (€ 2,5 miljoen).
Artikel